Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. minister:
-
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b. commissie:
-
commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten;
- c. beroepsziekte:
-
een ziekte of aandoening als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen die
in overwegende mate in arbeid of arbeidsomstandigheden heeft plaatsgevonden.
Artikel 2. Instelling
Er is een commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten.
Artikel 3. Taak
De commissie heeft tot taak om advies uit te brengen over een betere organisatie van
schadeafhandeling bij beroepsziekten en doet daartoe verbetervoorstellen. Het advies
gaat in op de volgende punten:
-
a. de verbeteringen die binnen het huidig proces om een schadevergoeding te claimen kunnen
worden aangebracht in verband met een beroepsziekte binnen de kaders van het bestaande
aansprakelijkheids- en schadevergoedings- en procesrecht, waarbij wordt ingegaan op
de volgende aspecten;
-
1°. de benadering en behandeling van (ex-)werknemers die in verband met een beroepsziekte
een verzoek om schadevergoeding indienen of willen indienen bij hun werkgever of voormalige
werkgever;
-
2°. de mogelijkheden om een deskundig advies te verkrijgen over de causaliteit van een
beroepsziekte met het oog op de afhandeling van de claim tot schadevergoeding;
-
3°. de wijze waarop de informatievoorziening over beroepsziekten en de gevolgen daarvan
kan worden verbeterd;
-
4°. de behandeling van schadevergoedingsverzoeken van situaties waarin de (ex)-werknemer
aan een beroepsziekte lijdt, maar geen werkgever (meer) heeft van wie schadevergoeding
kan worden geëist;
-
b. de mogelijkheden ten aanzien van het formuleren van uitgangspunten voor breed gedragen
en praktische richtsnoeren ten behoeve van werkgevers voor compensatie of tegemoetkoming
bij beroepsziekten, binnen de kaders van het bestaande aansprakelijkheids- en schadevergoedings-
en procesrecht, met aandacht voor een eventuele onafhankelijke uitvoering daarvan;
en
-
c. de wenselijkheid en mogelijkheid om de afwikkeling van schadeclaims van beroepsziekten
op andere wijze te organiseren dan nu het geval is, waaronder een wet inzake aansprakelijkheidsverzekering
voor beroepsziekten.
Artikel 4. Instellingsduur
De commissie wordt ingesteld met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en wordt opgeheven uiterlijk vier
maanden na oplevering van het adviesrapport.
Artikel 6. Rapport en opheffing commissie
-
1. De commissie brengt uiterlijk 31 december 2019 haar adviesrapport uit aan de minister.
-
2. Indien de commissie daartoe aanleiding ziet, doet zij tussentijds verslag aan de
minister.
-
3. Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de commissie in de weg staan
aan het tijdig uitbrengen van het rapport, dan stelt zij de minister daarvan onverwijld
op de hoogte. De instellingsduur kan op schriftelijk verzoek van de voorzitter worden
verlengd door de minister.
Artikel 7. Openbaarmaking onderzoekscommissie
Rapportages, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens
de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar
gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.
Artikel 8. Archivering
De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden
daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling commissie vergemakkelijking
schadeafhandeling beroepsziekten.
TOELICHTING
Algemeen
Op 5 maart 2019 heeft de Staatsecretaris van SZW de voorzitter van de Tweede Kamer
geïnformeerd over het feit dat zij voornemens is een commissie ‘Vergemakkelijking
schadeafhandeling bij beroepsziekten’ in te stellen.1 Deze commissie moet aanbevelingen opstellen voor een betere organisatie van het proces
van schadeafhandeling bij beroepsziekten. Onderhavige regeling heeft tot doel de instelling
van de genoemde commissie, die is aangeduid als commissie vergemakkelijking schadeafhandeling
beroepsziekten. De regeling wordt op grond van artikel 7 van de Kaderwet adviescolleges
medeondertekend door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Naast deze regeling is de Kaderwet adviescolleges van toepassing op de commissie.
Dit betekent onder andere dat de regels uit die wet gelden bij schorsing en ontslag
(artikel 13 van de Kaderwet adviescolleges) en dat de commissie op grond van artikel
15 van de Kaderwet adviescolleges wordt ondersteund door een secretariaat.
Achtergrond2
Er zijn geen officiële cijfers beschikbaar over het aantal schadeclaims dat door (ex)
werknemers wordt ingediend. In 2017 zijn 4.619 beroepsziekten gemeld bij het Nederlands
Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). Onderzoek wijst uit dat zich jaarlijks ongeveer
25.000 beroepsziekten voordoen. Daaronder bevinden zich naar schatting zo’n 4.500
potentiële beroepsziekteclaims. Het aantal feitelijke schadeclaims is waarschijnlijk
veel lager. Mogelijk zo’n 600 tot 700 per jaar.
De afhandeling van beroepsziekteclaims kan worden opgedeeld in twee stappen: het minnelijke
traject tussen werkgever en werknemer en de gerechtelijke procedure. In het minnelijke
traject proberen partijen (de werknemer of diens belangenbehartiger en de werkgever
of diens verzekeraar) tot overeenstemming te komen. Dat lukt in de meeste situaties.
Als dat niet lukt dan kan de rechter worden ingeschakeld. Deze kan een uitspraak doen
waarbij de rechter eerst soms nog verzoekt om nadere informatie.
De afhandeling van beroepsziekteclaims wordt door betrokken partijen als problematisch
ervaren. De afwikkeling is vaak moeizaam, het duurt lang, en kost veel geld. De gemiddelde
behandeltermijn van een beroepsziekteclaim bedraagt ongeveer 4,2 jaar. Claims die
minnelijk tussen werkgever en werknemer worden afgehandeld bedragen gemiddeld 3,7
jaar; en die waar een gerechtelijke procedure aan te pas komt duren gemiddeld 5,3
jaar. In nogal wat gevallen bedraagt de termijn echter 10 jaar of meer. Verder blijkt
uit onderzoek dat de kosten van de afhandeling van beroepsziekteclaims erg hoog zijn,
en kunnen variëren tussen € 15.000 en € 70.000. Deze transactiekosten worden besteed
aan expertise kosten, medische kosten en juridische kosten en zijn vaak hoger dan
de schadevergoeding. Bij erkenning van de aansprakelijkheid worden de redelijke kosten
van de belangenbehartiger en de kosten voor expertise en kosten voor de medisch adviseur
(deels) vergoed.
Beroepsziekteclaims behoren tot de meest complexe claims binnen de letselschade. Als
oorzaken hiervan wordt gewezen op de vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer,
het multi-causale karakter van veel beroepsziekten, het moeten achterhalen van relevante
feiten over de blootstelling op de werkplek in het verleden, de opeenstapeling van
adviezen van deskundigen en de soms moeilijk objectiveerbare klachten en vaak diffuse
ziektebeelden. Werknemers ervaren daardoor vaak meerdere drempels bij het indienen
van een beroepsziekteclaim. Het gaat dan bijvoorbeeld om de duur en de kosten van
de afhandeling.
De commissie-Tilburg concludeert dat het stelsel van individuele schadeafhandeling
van beroepsziekten via het aansprakelijkheidsrecht problematisch is. De bewijsvoering
in deze zaken is ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend. Het Kabinet heeft besloten om,
in navolging van de aanbevelingen van de commissie-Tilburg, een commissie ‘Vergemakkelijk
toekomstige schadeafhandeling bij beroepsziekten’ in te stellen. De instelling van
deze commissie heeft als doel te bezien welke verbeteringen mogelijk en wenselijk
zijn.
Dat het verhalen van schade opgelopen door beroepsziekten voor werknemers vaak een
lang en complex proces is, is eerder geconcludeerd in een advies van de Sociaal Economische
Raad3). Een aantal opties is daarbij genoemd om het proces te verbeteren. Het betrof onder
meer het aanstellen van gespecialiseerde rechters en het inrichten van een (verplichte)
aansprakelijkheidsverzekering voor werkgevers tegen de financiële risico’s van schade
als gevolg van beroepsziekten. Geen van de opties bleek haalbaar. Een initiatief van
SZW om in samenspraak met de sociale partners te komen tot de inrichting van een Expertise
Centrum Causaliteit Beroepsziekten, gericht op het verstrekken van hoogwaardige adviezen
aan werknemers en werkgevers over de mate van arbeidsgerelateerdheid van een ziekte
of aandoening, bleek geen steun van de werkgevers te hebben.4 In 2018 heeft SZW een subsidie aan De Letselschade Raad verstrekt voor het ontwikkelen
van een gedragscode voor de letselschadebranche voor een betere en snellere afhandeling
van beroepsziekteclaims waarbij de aangesloten organisaties zich committeren aan de
naleving van deze gedragsregels.5 Hoewel de opdracht aan de nu in te stellen commissie breder is dan bovengenoemde
gedragscode en hoewel er tot nu toe geen overlap is geconstateerd tussen de opdracht
aan de commissie ‘vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten’ en de gedragscode
die door De Letselschaderaad wordt ontwikkeld, is het wenselijk dat er goed contact
is tussen beide partijen om te voorkomen dat er op (kleine) punten overlap kan ontstaan.
Het is daarom gewenst dat de voorzitter van de commissie contact opneemt met De Letselschaderaad
om af te stemmen op dit punt.
Artikelsgewijs
Artikel 1. Begripsbepalingen
De omschrijving van begrippen is beperkt tot het definiëren van die begrippen die
voor de operationele uitvoering van deze regeling essentieel zijn.
Artikel 3. Taak
De commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten richt zich op de beantwoording
van de vragen zoals die geformuleerd zijn in artikel 3 van deze regeling.
Gezien de maatschappelijke urgentie om tot een oplossing te komen van de bovengenoemde
problematiek, is er behoefte aan een advies op korte termijn. Om deze reden is de
commissie verzocht al vóór 2020 haar adviesrapport op te leveren, waarin zij ingaat
op de beantwoording van de vragen die in artikel 3 van deze regeling vermeld staan.
Om de haalbaarheid van de opdracht te vergroten is ervoor gekozen om het begrip ‘beroepsziekten’
te beperken tot ‘beroepsziekten als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen’
zoals Chroom-6.
In onderdeel a van artikel 3 wordt ingegaan op het doen van verbetervoorstellen voor
het huidig proces om een schadevergoeding te claimen binnen de kaders van het bestaande
aansprakelijkheids-, schadevergoedings- en procesrecht. Zoals genoemd, is het vaststellen
van de causaliteit bij beroepsziekten een duur en tijdrovend proces. Eerder in deze
toelichting werden hiervoor oorzaken benoemd. Eén van de oorzaken is dat het niet
altijd eenvoudig is om blootstellingsinformatie te achterhalen. Voorstellen hoe deze
blootstellingsinformatie te verkrijgen is, kunnen een goede bijdrage leveren aan het
opstellen van deskundig advies over de causaliteit van beroepsziekten.
Verder is bekend dat er een groep (ex-)medewerkers is die lijdt aan een beroepsziekte,
maar geen werkgever meer heeft waarvan schadevergoeding kan worden geëist. Hieronder
bevinden zich ook schrijnende situaties; bij voorbeeld (ex-)medewerkers die door hun
beroepsziekte niet meer in staat zijn te werken of deel te nemen aan het maatschappelijk
verkeer. De commissie wordt daarom gevraagd te adviseren hoe, binnen de kaders van
het bestaande aansprakelijkheids-, schadevergoeding- en procesrecht, omgegaan kan
worden met dergelijke schrijnende situaties en zo mogelijk hoe, zonder overheidsingrijpen,
dergelijke schadevergoedingen zouden kunnen worden bekostigd.
Dergelijke situaties doen zich ook voor bij andere categorieën werkenden zoals zelfstandigen
zonder personeel. Beroepsziekten ontstaan door een doorgaans langdurende en (te hoge)
blootstelling aan een arbeidsrisico (bijvoorbeeld chemische agentia) waarbij de ziekte
zich vaak pas na jaren manifesteert. Dergelijke ziekten kunnen ook ontstaan als gevolg
van herhaalde werkzaamheden en blootstelling bij meerdere opdrachtgevers en wellicht
ook ex-werkgevers. Voor zelfstandigen zonder personeel zal het echter vaak nog moeilijker
zijn een verband aan te tonen met een blootstelling bij een specifieke opdrachtgever.
De commissie wordt verzocht ook dit vraagstuk te betrekken bij het advies over onderdeel
a van artikel 3.
In onderdeel b wordt gekeken naar de mogelijkheden ten aanzien van het formuleren
van uitgangspunten voor breed gedragen en praktische richtsnoeren ten behoeve van
werkgevers voor compensatie of tegemoetkoming bij beroepsziekten, binnen de kaders
van het bestaande aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht, met aandacht voor
een eventuele onafhankelijke uitvoering daarvan. Het doel is om te zoeken naar hanteerbare
en pragmatische oplossingen om te komen tot redelijke schikkingsvoorstellen. Deze
richtsnoeren etc. staan een rechtsgang in beginsel niet in de weg, maar beogen een
pragmatische oplossing te bieden in het voor beide partijen kostbaar en tijdrovend
proces.
In onderdeel c wordt de wenselijkheid en mogelijkheid bekeken om de afwikkeling van
schadeclaims van beroepsziekten op andere wijze te organiseren dan nu het geval is,
zoals het verkennen van een Wet inzake aansprakelijkheidsverzekering voor beroepsziekten;
dit laatste is door de FNV6 voorgesteld.
Artikel 6. Rapport en opheffing commissie
Het op te leveren rapport bevat naast het advies zoals genoemd in artikel 3, een beschrijving
van de probleemstelling en een begrippenkader waarin de relevante begrippen door de
commissie worden gedefinieerd. Tevens bevat het rapport een bronvermelding, voor zover
dit niet in conflict is met de vereisten die voorkomen uit de Algemene Verordening
Gegevensbescherming.7
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. Van Ark
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops