Voorbereidingsbesluit kavel VI windenergiegebied Hollandse Kust (west), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

In overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Overwegende dat:

  • het wenselijk is te voorkomen dat een locatie in het windenergiegebied Hollandse Kust (west), waarvoor een kavelbesluit wordt voorbereid, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van windparken;

  • hiertoe in artikel 9 van de Wet windenergie op zee de mogelijkheid wordt geboden een voorbereidingsbesluit te nemen;

Besluit:

Artikel 1

Te verklaren dat voor de locatie die is weergegeven op de kaart, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit, onder de aanduiding ‘kavel VI’, een kavelbesluit als bedoeld in artikel 3 van de Wet windenergie op zee wordt voorbereid. De coördinaten van de hoekpunten van de kavel zijn weergegeven in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden om op de locatie, aangeduid als kavel VI in bijlage 1, alsmede binnen een zone van 500 meter daaromheen, werken te maken of te wijzigen of het gebruik van werken te wijzigen, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op handelingen:

    • a. waarop het verbod van artikel 6.13, eerste lid, van het Waterbesluit van toepassing is;

    • b. waarop het verbod van artikel 45a of artikel 94 van het Mijnbouwbesluit van toepassing is;

    • c. die worden verricht in het kader van normaal onderhoud en beheer ten dienste van reeds vergunde activiteiten;

    • d. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en in overeenstemming zijn met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • e. die worden verricht ter voorbereiding op het kavelbesluit, de tender en ter uitvoering van de vergunning als bedoeld in artikel 12 van de Wet windenergie op zee, door of in opdracht van de overheid of de houder van die vergunning.

Artikel 3

Behoudens artikel 9, derde lid, van de Wet windenergie op zee, vervalt dit besluit op het moment dat met betrekking tot de locatie, aangeduid als kavel VI in bijlage 1, een besluit tot instelling van een veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet vastgesteld wordt.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 24 mei 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Tegen dit besluit staat op grond van artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht geen bezwaar en beroep open.

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ VOORBEREIDINGSBESLUIT KAVEL VI WINDENERGIEGEBIED HOLLANDSE KUST (WEST)

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ VOORBEREIDINGSBESLUIT KAVEL VI WINDENERGIEGEBIED HOLLANDSE KUST (WEST)

Hoekpunten kavel VI

Kavel VI

Coördinaten volgens EPSG 25831

Punt Nr.

Easting

Northing

S_01

547907,3

5838894,0

S_02

548886,4

5840067,0

S_03

550740,0

5839923,4

S_04

552139,9

5840818,6

S_05

552644,2

5840974,0

S_06

553127,6

5841185,7

S_07

553583,8

5841451,1

S_08

554006,8

5841766,6

S_09

554391,1

5842128,2

S_10

554731,8

5842531,2

S_11

555024,5

5842970,4

S_12

555265,2

5843440,0

S_13

555451,0

5843934,0

S_14

555579,3

5844445,9

S_15

555648,5

5844969,0

S_16

555657,8

5845496,7

S_17

555606,9

5846022,0

S_18

555496,7

5846538,1

S_19

555328,4

5847038,2

S_20

555104,2

5847516,0

S_21

558353,9

5851409,2

S_22

559589,1

5849713,0

S_23

556674,8

5834445,6

S_24

555439,5

5832279,5

S_25

553543,1

5834190,7

S_26

552567,2

5835427,9

S_27

550918,1

5833481,8

S_28

547907,3

5837298,6

TOELICHTING

I Algemeen

Het kabinet heeft op 27 maart 2018 de routekaart windenergie op zee voor de periode 2024-2030 aangeboden aan de Tweede Kamer.1 Deze routekaart bevat de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van windenergie op zee van 2024 tot 2030 en is een verdere uitwerking van de lijn uit de Energieagenda. De routekaart voorziet in windparken met een gezamenlijk vermogen van circa 6,1 GW door het (deels) benutten van de reeds aangewezen windenergiegebieden Hollandse Kust (west), IJmuiden Ver en Ten noorden van de Waddeneilanden. Bij de vaststelling van het Nationaal Waterplan 2009-2015 is het windenergiegebied IJmuiden Ver (1.170 km2) aangewezen. Bij een partiële herziening van het Nationaal Waterplan 2009-2015 zijn in 2014 de gebieden voor de Hollandse Kust (1.210 km2) waaronder Hollandse Kust (west) en Ten noorden van de Waddeneilanden (200 km2) aangewezen. Deze aanwijzingen zijn in het huidige Nationaal Waterplan 2016-2021 gehandhaafd. Na de uitgifte van windenergiegebied Hollandse Kust (west) volgen de aangewezen windenergiegebieden Ten noorden van de Waddeneilanden en IJmuiden Ver.

De Wet windenergie op zee (hierna: de wet) voorziet in een integraal wettelijk kader voor het realiseren van windenergie op zee. Onderdeel daarvan is dat de overheid binnen de gekozen windenergiegebieden de zogeheten ‘kavelbesluiten’ neemt. In het kavelbesluit staat waar en onder welke voorwaarden een windpark binnen het aangewezen windenergiegebied gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Binnen het aangewezen windenergiegebied Hollandse Kust (west) is besloten om twee kavels uit te geven. Op elk van deze kavels kan een windpark gerealiseerd worden met een opgesteld vermogen tot maximaal 760 MW. Het windpark in kavel VI zal worden aangesloten op één gestandaardiseerd platform (west Alpha) van TenneT van 700 MW, dat met twee 220 kV-kabels aangesloten wordt op het landelijke hoogspanningsnet. Het TenneT-platform Hollandse Kust (west Alpha) wordt geplaatst in het zuidoosten van kavel VI.

Er is een Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau ten behoeve van de op te stellen milieueffectrapporten voor kavels VI en VII ter inzage gelegd. Een ieder kan hierop reageren middels een zienswijze.

Zoals dit ook voor de kavels van windenergiegebieden Borssele en Hollandse Kust (zuid en noord) gebeurd is, wordt voor kavel VI van het windenergiegebied Hollandse Kust (west) een voorbereidingsbesluit genomen als bedoeld in artikel 9 van de wet. Dit voorbereidingsbesluit wordt genomen om te voorkomen dat de ruimte binnen kavel VI van het windenergiegebied Hollandse Kust (west), waarvoor een kavelbesluit in voorbereiding is, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van het windpark. In de hiervoor genoemde Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau kavel VI windenergiegebied Hollandse Kust (west) is aangegeven, dat op basis van een eerste verkenning een voorkeursverkaveling en een verkavelingsalternatief is vastgesteld. De grenzen van de kavels VI en VII uit de voorkeursverkaveling worden vastgelegd in voorbereidingsbesluiten.

In artikel 9, vierde lid, van de wet is bepaald dat het verboden is te handelen in strijd met een voorbereidingsbesluit. Overtreding van dit artikel is strafbaar gesteld in artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten.

II Artikelsgewijs

Artikel 1

Om te voorkomen dat de ruimte binnen het windenergiegebied Hollandse Kust (west) waarvoor een kavelbesluit in voorbereiding is, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een windpark, is in artikel 9 van de wet de mogelijkheid opgenomen voor die locatie een voorbereidingsbesluit te nemen. De figuur van het voorbereidingsbesluit is een bekende in het ruimtelijke ordeningsrecht bij de voorbereiding van inpassings- of bestemmingsplannen. Een kavelbesluit is geen van beiden, doch vertoont daarmee wel enige gelijkenis. Voor het belang dat een voorbereidingsbesluit beoogt te beschermen, geldt dat evenzeer.

Artikel 2

In artikel 2 is bepaald, dat het in bepaalde gevallen verboden is in het gebied waarvoor het kavelbesluit wordt voorbereid en de veiligheidszone van 500 meter daaromheen, werken of werkzaamheden uit te voeren of het gebruik van werken te wijzigen, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen. Het gaat hier om handelingen die niet vergunningplichtig zijn en waar derhalve geen (belangen)afweging in het kader van een vergunningaanvraag plaatsvindt, of activiteiten waarvoor de vergunningplicht een te beperkt afwegingskader biedt om het belang van realisering van windparken te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn de activiteiten die zijn vrijgesteld van vergunningplicht op grond van artikel 6.8, tweede lid, van het Waterbesluit.

Ten aanzien van het doen van seismisch onderzoek en verkenningsonderzoek als bedoeld in het Mijnbouwbesluit, wordt opgemerkt dat de kans dat werkzaamheden die in dit kader plaatsvinden, de werkzaamheden in voorbereiding op de aanleg van een windpark verstoren, zeer klein is. Dit is slechts anders in de fase na de start van de eerste bouwwerkzaamheden en het instellen van de veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet om de desbetreffende kavel. Zoals evenwel is bepaald in artikel 3 van het onderhavige voorbereidingsbesluit, is dit besluit dan vervallen en vervangen door het besluit tot instelling van die veiligheidszone. Zie hierover verder de toelichting bij artikel 3.

In het tweede lid is een aantal categorieën van werken of werkzaamheden uitgezonderd van het verbod. Sub a ziet bijvoorbeeld op het beheer van en onderhoud aan de in het windenergiegebied aanwezige kabels en leidingen. Er kan overlap zijn tussen het gebied van het voorbereidingsbesluit en de onderhoudszone van de betreffende kabel of leiding. Daarmee is deze uitzondering noodzakelijk. Sub b heeft betrekking op mijnbouwinstallaties en pijpleidingen. In de bijlage bij het nationaal waterplan (Kamerstukken II, 2015/16, 31 710, nr. 45) is aangegeven dat bij de aanleg van windparken ten opzichte van leidingen, elektriciteitskabels en telecomkabels in principe een onderhoudszone moet worden aangehouden. Volgens hetzelfde document moet er ook afstand tussen mijnbouwplatforms en windparken worden aangehouden vanwege de helikopterbereikbaarheid. Met betrekking tot sub c en d worden de gevolgen van een aanwijzing van een kavel voor derden betrokken bij de afweging tot het nemen van een kavelbesluit. Sub e ziet op handelingen die worden verricht ter voorbereiding op het kavelbesluit, de tender en ter uitvoering van de vergunning als bedoeld in artikel 12 van de wet, door of in opdracht van de overheid of de vergunninghouder. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het geofysisch en -technisch onderzoek dat wordt verricht om de samenstelling van de bodem ter plaatse in kaart te brengen.

Artikel 3

In artikel 9, derde lid, van de wet is bepaald, dat het voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen een jaar na de inwerkingtreding daarvan een ontwerp voor een kavelbesluit ter inzage is gelegd. Het voornemen tot het nemen van een kavelbesluit moet zodanig concreet zijn dat het beschermen van het belang van realisering van een windpark kan prevaleren boven andere belangen.

Daarnaast is in artikel 3 van dit voorbereidingsbesluit bepaald dat dit besluit vervalt op het moment van instelling van een veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet met betrekking tot de kavel. Dit besluit wordt genomen zodra met de bouw van het windpark is aangevangen. In het kavelbesluit worden andere activiteiten dan aanleg en exploitatie van een windpark niet geregeld of verboden. Het gebruiksverbod van die locatie voor andere activiteiten, volgt namelijk uit het besluit tot instelling van een veiligheidszone rondom een windpark. Het ligt dan ook voor de hand het voorbereidingsbesluit in werking te laten zijn tot het moment dat het besluit tot instelling van een veiligheidszone de bescherming van het gebied kan ‘overnemen’.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2017/2018, 33 561 nr.42

Naar boven