Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 25 juni 2019, nr. WJZ/ 19145312, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met de verlenging van de subsidiemodules Innovatiekredieten, Seed capital technostarters en Vroegefasefinanciering en enkele wijzigingen ten aanzien van de openstelling van een aantal subsidiemodules

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 16 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.9.15 wordt ‘1 juli 2019’ vervangen door ‘1 juli 2024’.

B

In artikel 3.10.14 wordt ‘1 juli 2019’ vervangen door ‘1 juli 2024’.

C

In artikel 3.16.22 wordt ‘1 juli 2019’ vervangen door ‘1 juli 2024’.

ARTIKEL II

De tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de rij van titel 3.13a, Garantie ondernemingsfinanciering energietransitie financieringsfaciliteit wordt in kolom 5 ‘30-06-2019’ vervangen door ‘31-12-2019’.

B

Na de laatste rij van titel 3.16 wordt een rij ingevoegd, luidende:

Titel 3.16: Vroegefasefinanciering

3.16.12

Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter

 

01-07-2019 t/m 01-10-2019

€ 2.400.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 juni 2019

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de verlenging van de vervaldatum voor de titels 3.9 (Innovatiekredieten), 3.10 (Seed capital technostarters) en 3.16 (Vroegefasefinanciering) van de Regeling nationale EZ-subsidies. Ook voorziet deze wijzigingsregeling in de verlenging van de openstellingsperiode voor titel 3.13a (Garantie ondernemingsfinanciering energietransitie financieringsfaciliteit) en de openstelling van paragraaf 3.16.4 (Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter) van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering van de Regeling nationale EZ-subsidies.

2. Verlenging vervaldatum van diverse subsidiemodules

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De titels 3.9 (Innovatiekredieten), 3.10 (Seed capital technostarters) en 3.16 (Vroegefasefinanciering) van de Regeling nationale EZ-subsidies hebben een vervaldatum van 1 juli 2019. Om hieronder vermelde redenen is besloten deze vervaldatum voor deze modules te verlengen met vijf jaar, tot 1 juli 2024. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 14 mei 2019 aan de Tweede Kamer overgelegd.

De subsidiemodules zijn geëvalueerd en deze beleidsevaluaties zijn dan ook de basis voor de wijziging van de vervaldata. De resultaten van de beleidsevaluatie zijn toegezonden aan de Tweede Kamer in de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 4 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32 637, nr. 344).

2.1 Innovatiekredieten

In titel 3.9 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Innovatiekredieten opgenomen. Het Innovatiekrediet is voor de ontwikkeling van veelbelovende en uitdagende innovaties met een uitstekend marktperspectief. Dit wordt gedaan door subsidie te verstrekken in de vorm van een krediet voor risicovolle technische en klinische ontwikkelingsprojecten, waarin nieuwe producten, processen of diensten worden ontwikkeld. Het Innovatiekrediet kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van een proof-of-concept. Het Innovatiekrediet kan worden gebruikt voor projecten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en technisch innovatief en uitdagend zijn. De evaluatie, uitgevoerd door SEO Economisch Bureau en Technopolis, laat zien dat de meeste bedrijven die gebruik maken van het Innovatiekrediet bedrijven zijn met meer dan gemiddeld hoogopgeleid personeel en hogere investeringen in R&D dan gemiddeld. Het Innovatiekrediet bereikt dus de groep innovatieve mkb’ers. Bovendien volgt uit econometrische analyses dat de R&D-inspanningen van deze bedrijven worden verhoogd. De positieve evaluatie is reden de subsidiemodule te verlengen. De evaluatie is gepresenteerd in de Kamerbrief over Financieringsmonitor en evaluaties diverse financieringsinstrumenten (d.d. 4 februari 2019).

Om die reden is de vervaldatum van deze subsidiemodule dan ook verlengd tot 1 juli 2024.

2.2 Seed capital technostarters

Met de subsidiemodule Seed capital technostarters, opgenomen in titel 3.10 van de Regeling nationale EZ-subsidies, wordt beoogd de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt te stimuleren en te mobiliseren om investeringen te doen in technostarters. Om deze investeringen te bevorderen, wordt met deze subsidiemodule de risicorendementsverhouding voor private kapitaalverschaffers verbeterd, zodat zij profiteren van een verhoging van het rendement in combinatie met een verlaging van het risico. De subsidiemodule biedt participatiefondsen de mogelijkheid een renteloze lening van de Nederlandse Staat te verkrijgen voor het verkrijgen van participaties.

Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie SEED Capital-regeling, Groeifaciliteit & Dutch Venture Initiative, Rotterdam School of Management, Erasmus Centre for Entrepreneurship van de Universiteit Rotterdam en Dialogic, 21 december 2018) volgt dat de participatiefondsen zonder de subsidiemodule in minder bedrijven zouden hebben geparticipeerd en minder middelen bij andere investeerders zouden hebben opgehaald, of zelfs helemaal niet zouden hebben kunnen investeren. Dit zorgt ervoor dat technostarters aan investeringen kunnen komen. De onderzoekers hebben ook aangegeven dat de subsidiemodule goed functioneert en er weinig verbeterpunten zijn. Om aan het marktfalen aan de onderkant van risicokapitaalmarkt te kunnen blijven adresseren, is besloten de vervaldatum van deze subsidiemodule te verlengen tot 1 juli 2024.

2.3 Vroegefasefinanciering

Op grond van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering, die is opgenomen in titel 3.16 van de Regeling nationale EZ-subsidies, kunnen ondernemers een risicodragende geldlening afsluiten om de stap van onderzoek (of idee of concept) naar een commercieel product (of proces of dienst) dat geschikt is voor de markt, te onderzoeken. De Vroegefasefinanciering kent vier submodules:

  • a. MKB-ondernemer (paragraaf 3.16.2);

  • b. Innovatieve starter (paragraaf 3.16.3);

  • c. Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.3a), en

  • d. Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.4).

De evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Vroegefasefinanciering, KplusV, 12 oktober 2018) wijst uit dat de subsidiemodule haar beoogde rol voor ondernemers vervult, omdat zij een unieke doelgroep weet te bereiken die anders niet aan financiering kan komen. Ondernemers die financiering vanuit de Vroegefasefinanciering ontvangen, hebben meer ‘proof-of-concepts’ gerealiseerd dan ondernemers die zijn afgewezen voor de deelname aan de subsidiemodule. De positieve evaluatie en het feit dat private financiering in de vroege fase grotendeels afwezig is, vormt de reden voor de verlenging van de subsidiemodule. Er is dan ook voor gekozen de vervaldatum van deze subsidiemodule te verlengen tot 1 juli 2024.

3. Hernieuwde openstelling en aanpassing van een openstellingsperiode in enkele subsidiemodules

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 is aangegeven in welke periode de diverse subsidiemodules van de RNES worden opengesteld en wat het subsidieplafond bedraagt.

Voor de subsidiemodule Garantie ondernemingsfinanciering energietransitie financieringsfaciliteit wordt de openstellingsperiode verlengd. Deze subsidiemodule zal, zoals op 15 februari 2018 per brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd (Kamerstukken II 2018/19, 28 165, nr. 269), worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat de doelen van deze subsidiemodule (die eruit bestaan investeringen in transitie-opgaven mogelijk te maken) ook via de investeringstak van Invest-NL bereikt kunnen worden. Om marktpartijen genoeg tijd te geven om in te spelen op het uitfaseren en afschaffen van de GO-ETFF en om een goed alternatief op te zetten bij Invest-NL, zal de subsidiemodule in beginsel van kracht blijven tot de huidige vervaltermijn van uiterlijk 1 juli 2020. Deze subsidiemodule is opengesteld vanaf 1 januari tot en met 30 juni 2019, omdat werd verwacht dat mogelijk per 1 juli 2019 de doelen van deze subsidiemodule al via Invest-NL bereikt zouden kunnen worden. Dit laatste is niet het geval, waardoor nu is besloten de openstelling in ieder geval met zes maanden te verlengen tot en met 31 december 2019.

Ook wordt de submodule Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering opnieuw opengesteld. De periode waarin de submodule wordt opengesteld, loopt van 1 juli 2019 tot en met 1 oktober 2019. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 2.400.000.

4. Staatssteun

4.1 Verlenging vervaldatum van diverse subsidiemodules

De subsidiemodules Innovatiekredieten en Seed capital technostarters bevatten staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 21 van de algemene groepsvrijstellingsverordening1 (zie de artikelen 3.9.14 respectievelijk 3.10.13 van de Regeling nationale EZ-subsidies).

De subsidiemodule Vroegefasefinanciering bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 22 en 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 3.16.21 van de Regeling nationale EZ-subsidies).

De verlenging van de vervaldata van de subsidiemodules brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodules ongewijzigd blijven. De data van de verlengde horizonbepaling van deze subsidiemodules liggen na de datum waarop de looptijd van het toepasselijke Europese staatssteunkader (in dit geval de algemene groepsvrijstellingsverordening) verstrijkt. Behoudens het geval waarin de algemene groepsvrijstellingsverordening verlengd wordt, zal de desbetreffende subsidiemodule alleen na die datum (voor dit Europese staatssteunkader is dat 31 december 2020) worden opengesteld, indien hiervoor in het staatssteunrecht een (andere of nieuwe) rechtvaardigingsgrond gevonden kan worden. Alsdan zal de desbetreffende subsidiemodule hier ook op worden aangepast door de andere of nieuwe rechtvaardigingsgrond te noemen en, zo nodig, inhoudelijke wijzigingen als gevolg van de nieuwe kaders aan te brengen.

4.2 Hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van subsidiemodules

De hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, brengt geen verandering in de staatssteun aspecten, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodules ongewijzigd blijven.

5. Regeldruk

De wijziging van de vervaltermijnen, bedoeld in paragraaf 2 van deze toelichting, alsook de hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, leiden niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de subsidiemodules.

6. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Via deze regeling wordt de horizonbepaling van enkele subsidiemodules verlengd. Omdat zonder deze verlenging de desbetreffende subsidiemodules niet meer opengesteld zouden kunnen worden, is afwijking van de systematiek van de vaste verandermomenten gewenst. Ook is de doelgroep gebaat bij de hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, omdat de voormelde openstellingen anders pas op een later moment of beperkt zouden kunnen plaatsvinden.

Daarbij komt dat de doelgroep voldoende tijd heeft om te kunnen anticiperen op de inhoud van deze regeling. Voor wat betreft de vervaltermijnen van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 2 van deze toelichting, is deze regeling op 14 mei 2019 aan de Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de regeling ten aanzien van de verlenging van de vervaltermijnen al openbaar bekend gemaakt.

Voor wat betreft de hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, is de openstellingsperiode reeds bekend dan wel aangevangen. Hierdoor heeft de doelgroep voldoende tijd om op voormelde wijzigingen te anticiperen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

Naar boven