TOELICHTING
1. Aanleiding
Deze wijzigingsregeling voorziet in de verlenging van de vervaldatum voor de titels
3.9 (Innovatiekredieten), 3.10 (Seed capital technostarters) en 3.16 (Vroegefasefinanciering)
van de Regeling nationale EZ-subsidies. Ook voorziet deze wijzigingsregeling in de
verlenging van de openstellingsperiode voor titel 3.13a (Garantie ondernemingsfinanciering
energietransitie financieringsfaciliteit) en de openstelling van paragraaf 3.16.4
(Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter)
van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering van de Regeling nationale EZ-subsidies.
2. Verlenging vervaldatum van diverse subsidiemodules
In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen
een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De titels 3.9 (Innovatiekredieten),
3.10 (Seed capital technostarters) en 3.16 (Vroegefasefinanciering) van de Regeling
nationale EZ-subsidies hebben een vervaldatum van 1 juli 2019. Om hieronder vermelde
redenen is besloten deze vervaldatum voor deze modules te verlengen met vijf jaar,
tot 1 juli 2024. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet
2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 14 mei 2019 aan de Tweede Kamer
overgelegd.
De subsidiemodules zijn geëvalueerd en deze beleidsevaluaties zijn dan ook de basis
voor de wijziging van de vervaldata. De resultaten van de beleidsevaluatie zijn toegezonden
aan de Tweede Kamer in de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
van 4 februari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32 637, nr. 344).
2.1 Innovatiekredieten
In titel 3.9 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Innovatiekredieten
opgenomen. Het Innovatiekrediet is voor de ontwikkeling van veelbelovende en uitdagende
innovaties met een uitstekend marktperspectief. Dit wordt gedaan door subsidie te
verstrekken in de vorm van een krediet voor risicovolle technische en klinische ontwikkelingsprojecten,
waarin nieuwe producten, processen of diensten worden ontwikkeld. Het Innovatiekrediet
kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van een proof-of-concept. Het Innovatiekrediet
kan worden gebruikt voor projecten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse
economie en technisch innovatief en uitdagend zijn. De evaluatie, uitgevoerd door
SEO Economisch Bureau en Technopolis, laat zien dat de meeste bedrijven die gebruik
maken van het Innovatiekrediet bedrijven zijn met meer dan gemiddeld hoogopgeleid
personeel en hogere investeringen in R&D dan gemiddeld. Het Innovatiekrediet bereikt
dus de groep innovatieve mkb’ers. Bovendien volgt uit econometrische analyses dat
de R&D-inspanningen van deze bedrijven worden verhoogd. De positieve evaluatie is
reden de subsidiemodule te verlengen. De evaluatie is gepresenteerd in de Kamerbrief
over Financieringsmonitor en evaluaties diverse financieringsinstrumenten (d.d. 4 februari
2019).
Om die reden is de vervaldatum van deze subsidiemodule dan ook verlengd tot 1 juli
2024.
2.2 Seed capital technostarters
Met de subsidiemodule Seed capital technostarters, opgenomen in titel 3.10 van de
Regeling nationale EZ-subsidies, wordt beoogd de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt
te stimuleren en te mobiliseren om investeringen te doen in technostarters. Om deze
investeringen te bevorderen, wordt met deze subsidiemodule de risicorendementsverhouding
voor private kapitaalverschaffers verbeterd, zodat zij profiteren van een verhoging
van het rendement in combinatie met een verlaging van het risico. De subsidiemodule
biedt participatiefondsen de mogelijkheid een renteloze lening van de Nederlandse
Staat te verkrijgen voor het verkrijgen van participaties.
Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie SEED Capital-regeling, Groeifaciliteit
& Dutch Venture Initiative, Rotterdam School of Management, Erasmus Centre for Entrepreneurship
van de Universiteit Rotterdam en Dialogic, 21 december 2018) volgt dat de participatiefondsen
zonder de subsidiemodule in minder bedrijven zouden hebben geparticipeerd en minder
middelen bij andere investeerders zouden hebben opgehaald, of zelfs helemaal niet
zouden hebben kunnen investeren. Dit zorgt ervoor dat technostarters aan investeringen
kunnen komen. De onderzoekers hebben ook aangegeven dat de subsidiemodule goed functioneert
en er weinig verbeterpunten zijn. Om aan het marktfalen aan de onderkant van risicokapitaalmarkt
te kunnen blijven adresseren, is besloten de vervaldatum van deze subsidiemodule te
verlengen tot 1 juli 2024.
2.3 Vroegefasefinanciering
Op grond van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering, die is opgenomen in titel 3.16
van de Regeling nationale EZ-subsidies, kunnen ondernemers een risicodragende geldlening
afsluiten om de stap van onderzoek (of idee of concept) naar een commercieel product
(of proces of dienst) dat geschikt is voor de markt, te onderzoeken. De Vroegefasefinanciering
kent vier submodules:
-
a. MKB-ondernemer (paragraaf 3.16.2);
-
b. Innovatieve starter (paragraaf 3.16.3);
-
c. Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.3a), en
-
d. Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter
(paragraaf 3.16.4).
De evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Vroegefasefinanciering, KplusV, 12 oktober
2018) wijst uit dat de subsidiemodule haar beoogde rol voor ondernemers vervult, omdat
zij een unieke doelgroep weet te bereiken die anders niet aan financiering kan komen.
Ondernemers die financiering vanuit de Vroegefasefinanciering ontvangen, hebben meer
‘proof-of-concepts’ gerealiseerd dan ondernemers die zijn afgewezen voor de deelname
aan de subsidiemodule. De positieve evaluatie en het feit dat private financiering
in de vroege fase grotendeels afwezig is, vormt de reden voor de verlenging van de
subsidiemodule. Er is dan ook voor gekozen de vervaldatum van deze subsidiemodule
te verlengen tot 1 juli 2024.
3. Hernieuwde openstelling en aanpassing van een openstellingsperiode in enkele subsidiemodules
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019
is aangegeven in welke periode de diverse subsidiemodules van de RNES worden opengesteld
en wat het subsidieplafond bedraagt.
Voor de subsidiemodule Garantie ondernemingsfinanciering energietransitie financieringsfaciliteit
wordt de openstellingsperiode verlengd. Deze subsidiemodule zal, zoals op 15 februari
2018 per brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd (Kamerstukken II 2018/19, 28 165, nr. 269), worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat de doelen van deze subsidiemodule (die
eruit bestaan investeringen in transitie-opgaven mogelijk te maken) ook via de investeringstak
van Invest-NL bereikt kunnen worden. Om marktpartijen genoeg tijd te geven om in te
spelen op het uitfaseren en afschaffen van de GO-ETFF en om een goed alternatief op
te zetten bij Invest-NL, zal de subsidiemodule in beginsel van kracht blijven tot
de huidige vervaltermijn van uiterlijk 1 juli 2020. Deze subsidiemodule is opengesteld
vanaf 1 januari tot en met 30 juni 2019, omdat werd verwacht dat mogelijk per 1 juli
2019 de doelen van deze subsidiemodule al via Invest-NL bereikt zouden kunnen worden.
Dit laatste is niet het geval, waardoor nu is besloten de openstelling in ieder geval
met zes maanden te verlengen tot en met 31 december 2019.
Ook wordt de submodule Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en
TO2-innovatieve starter van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering opnieuw opengesteld.
De periode waarin de submodule wordt opengesteld, loopt van 1 juli 2019 tot en met
1 oktober 2019. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 2.400.000.
4. Staatssteun
4.1 Verlenging vervaldatum van diverse subsidiemodules
De subsidiemodules Innovatiekredieten en Seed capital technostarters bevatten staatssteun
die wordt gerechtvaardigd door artikel 21 van de algemene groepsvrijstellingsverordening1 (zie de artikelen 3.9.14 respectievelijk 3.10.13 van de Regeling nationale EZ-subsidies).
De subsidiemodule Vroegefasefinanciering bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd
door de artikelen 22 en 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel
3.16.21 van de Regeling nationale EZ-subsidies).
De verlenging van de vervaldata van de subsidiemodules brengt geen verandering in
de staatssteunaspecten, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodules ongewijzigd
blijven. De data van de verlengde horizonbepaling van deze subsidiemodules liggen
na de datum waarop de looptijd van het toepasselijke Europese staatssteunkader (in
dit geval de algemene groepsvrijstellingsverordening) verstrijkt. Behoudens het geval
waarin de algemene groepsvrijstellingsverordening verlengd wordt, zal de desbetreffende
subsidiemodule alleen na die datum (voor dit Europese staatssteunkader is dat 31 december
2020) worden opengesteld, indien hiervoor in het staatssteunrecht een (andere of nieuwe)
rechtvaardigingsgrond gevonden kan worden. Alsdan zal de desbetreffende subsidiemodule
hier ook op worden aangepast door de andere of nieuwe rechtvaardigingsgrond te noemen
en, zo nodig, inhoudelijke wijzigingen als gevolg van de nieuwe kaders aan te brengen.
4.2 Hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van subsidiemodules
De hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules,
bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, brengt geen verandering in de staatssteun
aspecten, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodules ongewijzigd blijven.
5. Regeldruk
De wijziging van de vervaltermijnen, bedoeld in paragraaf 2 van deze toelichting,
alsook de hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de
subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, leiden niet tot het
wijzigen van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van
de regeldruk bij de gebruikers van de subsidiemodules.
6. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum wordt afgeweken van de
systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen
met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden
voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat
de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Via deze regeling wordt de horizonbepaling
van enkele subsidiemodules verlengd. Omdat zonder deze verlenging de desbetreffende
subsidiemodules niet meer opengesteld zouden kunnen worden, is afwijking van de systematiek
van de vaste verandermomenten gewenst. Ook is de doelgroep gebaat bij de hernieuwde
openstelling en verlenging van de openstellingsperiode van de subsidiemodules, bedoeld
in paragraaf 3 van deze toelichting, omdat de voormelde openstellingen anders pas
op een later moment of beperkt zouden kunnen plaatsvinden.
Daarbij komt dat de doelgroep voldoende tijd heeft om te kunnen anticiperen op de
inhoud van deze regeling. Voor wat betreft de vervaltermijnen van de subsidiemodules,
bedoeld in paragraaf 2 van deze toelichting, is deze regeling op 14 mei 2019 aan de
Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de regeling ten aanzien van de
verlenging van de vervaltermijnen al openbaar bekend gemaakt.
Voor wat betreft de hernieuwde openstelling en verlenging van de openstellingsperiode
van de subsidiemodules, bedoeld in paragraaf 3 van deze toelichting, is de openstellingsperiode
reeds bekend dan wel aangevangen. Hierdoor heeft de doelgroep voldoende tijd om op
voormelde wijzigingen te anticiperen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer