Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juni 2019, nr. 2019-0000084835, tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 ten behoeve van de actualisering van de woonlandfactoren voor het kalenderjaar 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 juni 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (hierna: regeling), bedoeld in artikel 1 van die regeling, vervangen door de bijlage bij deze wijzigingsregeling. De bijlage bevat de geactualiseerde woonlandfactoren.

De regeling vloeit voort uit de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid. Die wet beoogt te voorkomen dat Nederlandse uitkeringen die buiten een van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland worden verstrekt, naar lokale maatstaven bezien, uit de pas lopen. Concreet gaat het hier om de uitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop, de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

In de bijlage bij deze wijzigingsregeling wordt het percentage – de zogenoemde woonlandfactor – vastgesteld dat het kostenniveau aangeeft van een bepaald land ten opzichte van het kostenniveau in Nederland. Het percentage bedraagt evenwel niet meer dan 100. Wanneer de uitkeringsgerechtigde, respectievelijk het kind, buiten een van de bovenbedoelde landen woont, wordt de hoogte van de genoemde uitkeringen vastgesteld op de woonlandfactor maal de hoogte van de desbetreffende uitkering in Nederland.

De in de bijlage vermelde percentages worden verkregen door de verhouding te berekenen tussen het koopkrachtpariteitscijfer (gecorrigeerd voor de wisselkoers) van het woonland en die van Nederland. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente cijfers van de Wereldbank1. Op dit moment zijn dat cijfers over het jaar 2017. Export van uitkeringen kan ook plaatsvinden naar landen waarvan het koopkrachtpariteitscijfer niet bekend is bij de Wereldbank. Aan de hand van een ander economisch kerncijfer, het bruto binnenlands product (hierna: BBP) per hoofd van de bevolking2 wordt dan een koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. De hieruit voor de verschillende landen voortvloeiende percentages worden uitgedrukt in categorieën afgerond op tientallen procenten, waarbij de afronding geschiedt naar boven. Voor landen3 waarvan de Wereldbank geen van beide economische kerncijfers beschikbaar heeft is aan de hand van gegevens van de Verenigde Naties over het BBP per hoofd van de bevolking4 over het jaar 2017 een koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. Bij Curaçao en het Nederlandse gedeelte van Sint Maarten is gebruik gemaakt van gegevens van de Verenigde Naties over het BBP per hoofd van de bevolking over het jaar 2016. Bij de bepaling van het koopkrachtpariteitscijfer voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gebruik gemaakt van CBS-gegevens over het BBP per hoofd van de bevolking5 over het jaar 2016.

De koopkrachtpariteitscijfers zijn onderhevig aan veranderingen in het kostenniveau van landen. Dit vormt een verklaring voor de schommelingen in de woonlandfactor van enkele landen ten opzichte van het jaar 2019. Bovendien schommelen de cijfers omdat deze worden afgerond op tientallen. Gelet op deze schommelingen wordt een termijn van aankondiging en voorbereiding op de wijziging in acht genomen. Deze wijzigingsregeling zal dan ook na vaststelling en publicatie in werking treden met ingang van 1 januari 2020.

Soms verandert een woonlandfactor ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Vaak hebben deze wijzigingen rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de (bijlage bij de) regeling hoeft te worden aangepast. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt. Dit voorbehoud bij de in de tabel opgenomen percentages is opgenomen in de aanhef van de tabel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

BIJLAGE, BEHOREND BIJ ARTIKEL I

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DE REGELING WOONLANDBEGINSEL IN DE SOCIALE ZEKERHEID 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2020. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

Land:

Woonlandfactor 2020:

Afghanistan

40%

Albanië

40%

Algerije

30%

Andorra

90%

Angola

70%

Antigua en Barbuda

80%

Argentinië*

80%

Armenië

50%

Aruba

80%

Australië**

100%

Azerbeidzjan

30%

Bahama’s

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize*

70%

Benin

50%

Bhutan

40%

Bolivia

60%

Bonaire

70%

Bosnië en Herzegovina**

50%

Botswana

60%

Brazilië

80%

Brunei Darussalam

50%

Burkina Faso

40%

Burundi

50%

Cambodja

40%

Canada**

100%

Centraal-Afrikaanse Republiek

70%

Chili

70%

China

60%

Colombia

50%

Comoren

60%

Congo, Democratische Republiek

60%

Congo, Republiek

40%

Costa Rica

80%

Cuba

60%

Curaçao

70%

Djibouti

50%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador*

70%

Egypte

30%

El Salvador

60%

Equatoriaal-Guinea

50%

Eritrea

50%

Ethiopië

50%

Fiji

70%

Filipijnen*

50%

Gabon

50%

Gambia

50%

Georgië

50%

Ghana

60%

Grenada

80%

Guatemala

70%

Guinee

50%

Guinee-Bissau

50%

Guyana

70%

Haïti

50%

Honduras

60%

Hong Kong SAR*

90%

India

40%

Indonesië**

40%

Irak

40%

Iran

40%

Israël**

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

70%

Japan*

100%

Jemen

50%

Jordanië*

60%

Kaapverdië

60%

Kameroen

50%

Kazachstan

40%

Kenia

60%

Kirgizië

40%

Kiribati

90%

Koeweit

50%

Kosovo

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

70%

Liberia

70%

Libië

40%

Macau SAR

80%

Madagaskar

40%

Malawi

40%

Maldiven

80%

Maleisië

40%

Mali

50%

Marokko1

50%

Marshalleilanden

100%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesia

100%

Moldavië

50%

Monaco*

100%

Mongolië

40%

Montenegro**

50%

Mozambique

40%

Myanmar

50%

Namibië

60%

Nauru

70%

Nepal

40%

Nicaragua

50%

Nieuw-Zeeland**

100%

Niger

50%

Nigeria

40%

Noord-Macedonië*

40%

Oeganda

40%

Oekraïne

40%

Oezbekistan

30%

Oman

50%

Pakistan

40%

Palau

100%

Panama*

70%

Papoea-Nieuw-Guinea

70%

Paraguay*

50%

Peru

60%

Qatar

60%

Russische Federatie

50%

Rwanda

50%

Saba

80%

Saint Kitts en Nevis

80%

Saint Lucia

80%

Saint Vincent en de Grenadines

70%

Salomonseilanden

100%

Samoa

80%

San Marino

90%

Sao Tomé en Principe

70%

Saoedi-Arabië

50%

Senegal

50%

Servië

50%

Seychellen

60%

Sierra Leone

40%

Singapore

70%

Sint Eustatius

80%

Sint-Maarten (Frans gedeelte)

100%

Sint Maarten (Nederlands gedeelte)

80%

Soedan

70%

Somalië

50%

Sri Lanka

40%

Suriname**

40%

Swaziland

50%

Syrië

50%

Tadzjikistan

30%

Taiwan

80%

Tanzania

40%

Thailand*

50%

Timor-Leste

40%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

60%

Tsjaad

40%

Tunesië**

40%

Turkije2

50%

Turkmenistan

50%

Tuvalu

100%

Uruguay*

90%

Vanuatu

100%

Venezuela

60%

Verenigde Arabische Emiraten

70%

Verenigd Koninkrijk (Isle of Man en Kanaaleilanden)**

100%

Verenigde Staten**

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

80%

Zambia

50%

Zimbabwe

70%

Zuid-Afrika**

60%

Zuid-Korea**

90%

Zuid-Soedan

50%

X Noot
1

Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb.  2016/67).

X Noot
2

Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit een woonlandfactor van 100% evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).


X Noot
1

Indicator Wereldbank: ‘Price level ratio of PPP conversion factor (GDP) to market exchange rate’

https://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF, geraadpleegd op 21 mei 2019.

X Noot
2

Indicator Wereldbank: ‘GDP per capita (current US$)’

https://data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.PCAP.CD, geraadpleegd op 21 mei 2019.

X Noot
3

Eritrea, Monaco, Syrië, Venezuela en Zuid-Soedan.

X Noot
4

Indicator Verenigde Naties: ‘Per capita GDP at current prices – US dollars’

http://data.un.org/Data.aspx?q=gdp+per+capita&d=SNAAMA&f=grID%3a101%3bcurrID%3aUSD%3bpcFlag%3a1, geraadpleegd op 21 mei 2019.

X Noot
5

Indicator Centraal Bureau voor de Statistiek: ‘GDP per capita’ https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2018/50/trends-in-the-caribbean-netherlands-2018.

Naar boven