Beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 juni 2019, kenmerk 1534094-190930-WJZ, tot wijziging van de beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2018 inzake de Wlz-tarieven (Stcrt. 2018, 37598)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1 van de beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2018 inzake de Wlz-tarieven (Stcrt. 2018, 37598) wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) vervalt ‘of in een aanvulling daarop,’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De Nederlandse Zorgautoriteit kan in afwijking van het eerste lid, een uitgevoerd kostenonderzoek, waarin voor een vorm van zorg de extra kosten, bedoeld in het eerste lid niet zijn meegenomen, gebruiken voor de vaststelling van tarieven voor die vorm van zorg indien die extra kosten:

    • a. in een aanvulling op dat kostenonderzoek zijn meegenomen; of

    • b. door de Nederlandse Zorgautoriteit op andere passende wijze bij die vaststelling van tarieven in aanmerking worden genomen.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Deze beleidsregel wijzigt de beleidsregel1 voor het gebruik van kostenonderzoeken door de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa). Die beleidsregel voor het gebruik van kostenonderzoeken ziet op het gebruik als basis voor de vaststelling van tarieven voor bij of krachtens de Wet langdurige zorg omschreven zorg.

De NZa kan de extra kosten in verband met de geldende kwaliteitsstandaard ook op andere passende wijze dan op basis van een kostenonderzoek, in aanmerking nemen bij de vaststelling van de tarieven. Een andere wijze is passend indien de uitvoering daarvan dekking mogelijk maakt van de door de zorgaanbieders redelijkerwijs te maken extra kosten in verband met de geldende kwaliteitsstandaard. Een voorbeeld van een andere passende wijze is het voorstel van de NZa voor de ingroei van de kwaliteitsbudgetten in de tarieven in haar advies van 25 maart 20192 aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De uitvoering van dat voorstel maakt dekking mogelijk van de door de aanbieders van verpleeghuiszorg redelijkerwijs te maken kosten in verband met het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2018 inzake de Wlz-tarieven (Stcrt. 2018, 37598).

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 31 765, nr. 411.

Naar boven