Beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2018, kenmerk 1373081-178634-PZo, inzake de Wlz-tarieven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

Artikel 1

De Nederlandse Zorgautoriteit gebruikt een uitgevoerd kostenonderzoek slechts voor de vaststelling van tarieven voor een vorm van bij of krachtens de Wet langdurige zorg omschreven zorg indien in dat onderzoek, of in een aanvulling daarop, de extra kosten in verband met het voldoen aan de door het Zorginstituut Nederland op grond van artikel 66b van de Zorgverzekeringswet in een openbaar register opgenomen kwaliteitsstandaard voor die vorm van zorg zijn meegenomen.

Artikel 2

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Deze beleidsregel stelt een kader vast voor het gebruik van een kostenonderzoek door de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) als basis voor de vaststelling van tarieven voor een vorm van bij of krachtens de Wet langdurige zorg omschreven zorg. De extra kosten in verband met de geldende kwaliteitsstandaard, kunnen een belangrijk onderdeel zijn van de kosten van een zorgaanbieder. Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg dat sinds januari 2017 geldt, is een voorbeeld van een dergelijke kwaliteitsstandaard. Een kostenonderzoek kan op grond van deze beleidsregel slechts dienen als basis voor de vaststelling van tarieven voor een vorm van zorg indien de extra kosten in verband met de geldende kwaliteitsstandaard voor die vorm van zorg in dat onderzoek, of in een aanvulling daarop, zijn meegenomen. Indien de geldende kwaliteitsstandaard niet leidt tot extra kosten voor de zorgaanbieders kan het meest recente kostenonderzoek worden gebruikt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022.

De toepassing van deze beleidsregel vindt plaats per vorm van onder de reikwijdte van deze beleidsregel vallende zorg. Een kostenonderzoek kan verschillende vormen van zorg betreffen. De zorgautoriteit moet bij het gebruik van een kostenonderzoek voor de tariefvaststelling per vorm van zorg toetsen of aan deze beleidsregel wordt voldaan.

In september 2016 is de zorgautoriteit gevraagd de kostenparameters in de Wet langdurige zorg te herijken. Dit kostenonderzoek1 heeft betrekking op verschillende vormen van zorg. In dit kostenonderzoek voor die herijking is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg niet meegenomen. De zorgautoriteit gaat op grond van deze beleidsregel daarom niet over tot vaststelling van de tarieven op basis van dit kostenonderzoek voor zorg waarvoor het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg geldt. De zorgautoriteit kan op grond van deze beleidsregel de vaststelling van de tarieven voor de andere vormen van bij of krachtens de Wet langdurige zorg omschreven zorg wel baseren op het bovenbedoelde kostenonderzoek.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

KPMG Kostenonderzoek langdurige zorg, 24 januari 2018.

Naar boven