Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 mei 2019, nr. WJZ / 19129860, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 53, achtste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij wordt ‘als bedoeld in artikel 31bis, eerste lid, van die verordening’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 31bis, eerste lid, van verordening nr. 850/98’ en wordt ‘het vierde lid, onderdelen a tot en met c’ vervangen door ‘het vierde lid, onderdeel a, b of c’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 mei 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Algemeen

In artikel 53, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij is onder meer het verbod opgenomen om in strijd te handelen met artikel 31, eerste lid, van verordening nr. 850/981. Laatstgenoemd artikel behelst het verbod om met gebruikmaking van elektrische stroom mariene organismen te vangen. Het vierde lid van artikel 53 voorziet in een uitzondering op dat verbod. Deze uitzondering geldt voor vissersvaartuigen ten behoeve waarvan een zogenoemde pulstoestemming is verleend om te vissen met de boomkor met elektrische stroom (onderdeel a). Daarnaast geldt als voorwaarde dat wordt voldaan aan de eisen die zijn neergelegd in artikel 31bis, tweede lid, onderdelen b tot en met e, van verordening nr. 850/98 (onderdeel b) en in de aan de toestemming verbonden voorschriften (onderdeel c). Zonder pulstoestemming is het derhalve niet toegestaan om te vissen met de boomkor met elektrische stroom. Teneinde het verbod om te vissen met elektrische stroom adequaat te kunnen handhaven is bij regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 12 juli 2012 (Stcrt 2012, 14940) in artikel 53, achtste lid, van de Uitvoeringsregeling een verbod opgenomen om een boomkor met elektrische stroom aan boord van een vissersvaartuig te hebben, voor vissers die niet gerechtigd zijn om met dergelijk vistuig te vissen. Op deze wijze is het voor de handhavers immers niet noodzakelijk te constateren dat daadwerkelijk met de boomkor met elektrische stroom wordt of is gevist en kan worden volstaan met de relatief eenvoudige constatering dat een dergelijk tuig aan boord van het vissersvaartuig aanwezig is.

Omdat in artikel 53, achtste lid, verwezen werd naar het vierde lid, onderdelen a tot en met c, zou mogelijk de misvatting kunnen ontstaan dat het verbod om zonder pulstoestemming een boomkor met elektrische stroom aan boord van het vaartuig te hebben pas zou gelden als ook komt vast te staan dat dit vistuig voldoet aan het tweede lid, onderdelen b en c. Om deze misvatting te voorkomen wordt door middel van deze wijzigingsregeling thans expliciet geregeld dat het verbod om een boomkor met elektrische stroom aan boord van een vissersvaartuig te hebben geldt indien niet wordt voldaan aan ten minste één van de drie in het vierde lid genoemde voorwaarden.

2. Regeldruk

Deze wijziging van de Uitvoeringsregeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de uitgangspunten van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Deze afwijking van het kabinetsbeleid is echter gerechtvaardigd, daar deze wijzigingsregeling een verduidelijking van bestaande regelgeving betreft.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PbEG 1998, L 125)

Naar boven