Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 mei 2019, nr. WJZ/19069017, tot wijziging van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met de openstelling van de subsidiemodules betreffende afzetbevorderingsprojecten en investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten en wijziging daarvan

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149) en artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.10.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. een spoelsorteermachine die is uitgerust met een buitentrommel met ten minste 6 millimeter spijlwijdte;.

2. In onderdeel d vervalt ‘of’.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. een buitentrommel met ten minste 6 millimeter spijlwijdte die bestemd is voor een spoelsorteermachine;

  • g. een koelinstallatie die gebruik maakt van het koudemiddel CO2 met een vermogen van ten minste 10 kW; of

  • h. een luchtzuiveraar die:

    • 1°. uitgerust is met een ventilator, ionisatietechniek en een filter of filters;

    • 2°. ten minste 800 m3 lucht zuivert per uur; en

    • 3°. met een efficiëntie van ten minste 75% bacteriën en schimmels uit de lucht filtert.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, worden aan artikel 3.10.5 vier onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. € 1.570 respectievelijk € 942 voor een investering als bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, aanhef en onderdeel f;

  • g. € 12.187 respectievelijk € 7.312 voor een investering als bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, aanhef en onderdeel g, voor zover het een koelinstallatie betreft met een vermogen tot 16 kW;

  • h. € 17.550 respectievelijk € 10.530 voor een investering als bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, aanhef en onderdeel g, voor zover het een koelinstallatie betreft met een vermogen van ten minste 16 kW;

  • i. € 2.174 respectievelijk € 1.304 voor een investering als bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, aanhef en onderdeel h.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 3 van de Regeling openstelling EZK-en LNV-subsidies 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Boven de rij van titel 3.7 wordt een rij ingevoegd, luidende:

Titel 3.6: Afzetbevorderingsprojecten

3.6.2, eerste lid

   

01-07-2019 t/m 12-09-2019

€ 2.800.000

B

Boven de rij van titel 4.1 wordt een rij ingevoegd, luidende:

Titel 3.10: Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten

3.10.1

   

03-06-2019 t/m

30-12-2019

€ 2.800.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 3 juni 2019, met uitzondering van artikel II, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 mei 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Met deze wijzigingsregeling worden twee subsidiemodules uit de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (hierna: REES): Afzetbevorderingsprojecten (titel 3.6) en Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten (titel 3.10) opnieuw opengesteld. Daarnaast wordt in de laatst genoemde subsidiemodule een aantal beperkte wijzigingen doorgevoerd die verband houden met het toevoegen van een aantal subsidiabele investeringen aan deze subsidiemodule.

De basis voor de subsidiëring op grond van de subsidiemodule Afzetbevorderingsprojecten en de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten is te vinden in artikel 68 respectievelijk artikel 42, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad (PbEU 2014, L 149) (hierna: verordening 508/2014).

Met de subsidiemodule Afzetbevorderingsprojecten kan steun worden verleend voor afzet- en verwerkingsactiviteiten die marktdeelnemers verrichten om de waarde van de visserij- en de aquacultuurproducten te maximaliseren.

Op grond van de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten komen investeringen voor subsidie in aanmerking die waarde toevoegen aan visserijproducten. Deze subsidiemodule is gericht op de aanschaf en het gebruiksklaar maken van een aantal limitatief opgesomde investeringen aan boord van vissersvaartuigen die gebruikt worden voor zee- of kustvisserij.

2. Staatssteun

De subsidie die op grond van de subsidiemodules Afzetbevorderingsprojecten en Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten wordt verleend is geoorloofde staatssteun.

Op grond van artikel 8, tweede lid, van verordening 508/2014 zijn de artikelen 107, 108 en 109 betreffende steunmaatregelen van de staten van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met die verordening en die binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. De steun die op grond van artikel 68 en 42, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van verordening 508/2014 via de subsidiemodule Afzetbevorderingsprojecten respectievelijk de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten gegeven kan worden, valt binnen deze categorie. Deze subsidiemodules voldoen aan en reiken niet verder dan wat de bepalingen van verordening 508/2014 mogelijk maken. De betalingen die op grond van deze subsidiemodules plaatsvinden, dienen ter uitvoering van verordening 508/2014 en het operationeel programma dat gebaseerd is op deze verordening en is goedgekeurd door de Europese Commissie. Bovendien vallen de subsidiabele activiteiten binnen het toepassingsgebied en de doelstellingen van verordening 1380/2013 (zie de artikelen 1 en 2 van deze verordening), wat maakt dat zij binnen de werkingssfeer van artikel 42 VWEU vallen. Dit is door de goedkeuring van het operationeel programma bevestigd.

3. Notificatie

Ten aanzien van de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten is de ontwerpregeling als gevolg van artikel 5, eerste lid, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241), voorgelegd aan de Europese Commissie (2019/0190/NL). De Europese Commissie heeft meegedeeld dat de notificatie geen standstill-periode heeft, omdat het fiscale en/of financiële maatregelen betreft. De notificatieprocedure heeft dan ook niet tot gevolg gehad dat de vaststelling van deze regeling in afwachting van eventuele reacties zou moeten worden aangehouden.

4. Regeldruk

De wijzigingen ten behoeve van de openstelling van voormelde subsidiemodules leiden niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodules.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel I, onderdeel A (artikel 3.10.1. Subsidiabele activiteiten)

Uit artikel 42, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van verordening 508/2014 volgt dat uit het EFMZV steun verleend kan worden voor investeringen die waarde toevoegen aan visserijproducten, in het bijzonder door de vissers toe te staan hun eigen vangst te verwerken, af te zetten en rechtstreeks te verkopen. In artikel 3.10.1 van de REES is een aantal investeringen voor de aanschaf en het gebruiksklaar maken van apparatuur, installaties of machines opgesomd die aan de voorwaarden van artikel 42, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van verordening 508/2014 voldoen.

Met deze wijzigingsregeling wordt de omschrijving van de investering in een spoelsorteermachine, bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, onderdeel c (oud) aangepast. Er is verduidelijkt dat de eis dat deze spoelsorteermachine ten minste een spijlwijdte van 6 millimeter moet bevatten specifiek betrekking heeft op de spijlwijdte van de buitentrommel waarmee de spoelsorteermachine is uitgerust.

Verder wordt met deze wijzigingsregeling een aantal investeringen aan artikel 3.10.1, tweede lid, toegevoegd. Allereerst kan een visserijonderneming in het vervolg subsidie aanvragen voor een buitentrommel die bestemd is voor een spoelsorteermachine. Een spoelsorteermachine wordt gebruikt aan boord van een vissersvaartuig en heeft tot doel verschillende soorten garnalen van elkaar of van andere vis te scheiden. Voor het scheidingsproces maakt de spoelsorteermachine onder meer gebruik van een binnen- en buitentrommel. De vangst gaat eerst door de binnentrommel, waar de grotere bijvangst gescheiden wordt van de garnalen en kleine bijvangst. Vervolgens worden in de buitentrommel de ondermaatse garnalen en kleinere bijvangst gescheiden van de te gebruiken garnalen. De bijvangst wordt zo uit de trommel gezeefd en gaat vooralsnog weer overboord. De subsidiabele buitentrommel die bestemd is voor de spoelsorteermachine dient een minimale spijlwijdte van 6 millimeter te hebben, zodat de te gebruiken garnalen uit de vangst optimaal gescheiden worden van de ondermaatse garnalen en kleinere vissoorten. Daarbij is het aanschaffen van deze buitentrommel een goedkoper alternatief dan het aanschaffen van een spoelsorteermachine die is uitgerust met een buitentrommel met ten minste 6 millimeter spijlwijdte die op grond van artikel 3.10.1, tweede lid, onderdeel c, van de REES voor subsidie in aanmerking komt. De voormelde buitentrommel kan namelijk worden geplaatst in een spoelsorteermachine waarvan de buitentrommel nog niet voldoet aan de eis van deze minimale spijlwijdte en dus niet voor subsidie in aanmerking komt. De toevoeging van deze subsidiabele investering maakt het dan ook mogelijk voor aanvragers die geen nieuwe spoelsorteermachine nodig hebben om toch te kunnen bijdragen aan een selectievere visserij, en daarmee ook te kunnen voldoen aan één van de voorwaarden van het zogenaamde MSC-keurmerk1. Dit zal uiteindelijk ook leiden tot een kwalitatief beter eindproduct en hogere waarde hiervan.

Ook kan in het vervolg subsidie worden aangevraagd voor een koelinstallatie (voor het visruim) op een vissersvaartuig die gebruik maakt van het koudemiddel CO2. Op dit moment wordt in de praktijk op vissersvaartuigen nog grotendeels gebruik gemaakt van koelinstallaties die voorzien zijn van synthetische koudemiddelen. In tegenstelling tot deze synthetische koudemiddelen, zorgt een koelinstallatie die is voorzien van het koudemiddel CO2 voor een gelijkmatige koeling en een constantere temperatuur van het visruim. Hierdoor zal de opgeslagen gevangen vis sneller en gelijkmatiger gekoeld worden. Dit zal leiden tot minder uitdroging en vochtverlies, en daarmee een hogere kwaliteit van de opgeslagen vangsten. Omdat de capaciteit van de koelinstallatie die op het vissersvaartuig effectief gebruikt kan worden een vermogen van minimaal 10 kW moet hebben, komt deze uitsluitend voor subsidie in aanmerking als deze aan een dergelijke vermogenseis voldoet.

Tot slot kan subsidie aangevraagd worden voor een luchtzuiveraar die is uitgerust met een ventilator, ionisatietechniek en een filter of filters. Deze luchtzuiveraar verwijdert microbiologische stoffen uit de lucht en voorkomt daarmee dat de opgeslagen vis wordt aangetast door schadelijke bacteriën en schimmels. Op die manier wordt visbederf tegen gegaan en blijft de opgeslagen vis langer vers en van goede kwaliteit. Hierdoor wordt dan ook extra waarde aan deze vis toegevoegd. Om ervoor te zorgen dat deze waardetoevoeging substantieel is, dient nog aan een aantal aanvullende eisen voldaan te worden. Zo dient de luchtzuiveraar minimaal 800 m3 lucht te kunnen zuiveren per uur en met een efficiëntie van ten minste 75% de bacteriën en schimmels uit de lucht te kunnen filteren.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3.10.5. Hoogte van de subsidie)

In artikel 1.3 van de REES staan de kosten die onder de REES voor subsidie in aanmerking komen. Het betreft loonkosten en overheadkosten, bijdragen in natura, afschrijvingskosten en andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd. Voor de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten is er echter voor gekozen voor elke investering een vast subsidiebedrag in artikel 3.10.5 van de REES op te nemen. Deze vaste subsidiebedragen zijn gebaseerd op artikel 67, eerste lid, onderdeel c, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013, L 347) (hierna: verordening 1303/2013). Daarin is bepaald dat subsidies kunnen worden verleend in de vorm van forfaitaire bedragen. Dit onderdeel uit voormelde verordening is echter niet verwerkt in artikel 1.3 van de REES. Daarom is voor de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten in artikel 3.10.5 van de REES, in afwijking van artikel 1.3 van de REES, voor voormelde investeringen aangegeven welk vast subsidiebedrag per investering wordt verleend. Het vaste subsidiebedrag per investering is berekend overeenkomstig artikel 67, vijfde lid, van verordening 1303/2013. Bij de leveranciers van de betreffende investeringen is informatie ingewonnen over de kosten voor de aanschaf en het gebruiksklaar maken van de desbetreffende investeringen. Op grond van de door de leveranciers verschafte informatie is per type investering bepaald welk bedrag aan subsidiabele kosten redelijk is, en dus welk vast subsidiebedrag gehanteerd moet worden. Ook voor de nieuw te subsidiëren buitentrommel en luchtzuiveraar, bedoeld in artikel 3.10.1, tweede lid, onderdeel f respectievelijk h, van de REES, is per soort investering op voormelde wijze het subsidiebedrag bepaald. Bij de koelinstallatie, bedoeld onder artikel 3.10.1, tweede lid, onderdeel g, van de REES, is gebruik gemaakt van zowel door de leveranciers verschafte informatie als andere objectieve informatie om te kunnen vaststellen welk bedrag aan subsidiabele kosten redelijk is en welk vast subsidiebedrag gehanteerd moet worden. Omdat de capaciteit van de koelinstallatie die op het vissersvaartuig gebruikt kan worden van diverse variabelen afhankelijk is, worden er afhankelijk van het vermogen van de koelinstallatie verschillende subsidiebedragen gehanteerd.

Bij het bepalen van het subsidiebedrag is ook invulling gegeven aan artikel 95 van verordening 508/2014. Hieruit volgt onder meer dat de steunintensiteit van de subsidie per investering niet meer dan 50 procent van de in aanmerking komende kosten mag bedragen voor visserijondernemingen die onder de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen vallen (visserijondernemingen die mkb zijn). Uit artikel 95, vierde lid, samen met bijlage I, van verordening 508/2014 volgt echter dat het subsidiepercentage met 20 procent moet worden verlaagd voor visserijondernemingen die niet onder de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen vallen (visserijondernemingen die geen mkb zijn). De definitie van mkb is opgenomen in artikel 1.1 van de REES. Het onderscheid tussen visserijondernemingen die mkb en visserijondernemingen die geen mkb zijn wordt in artikel 3.10.5 van de REES tot uitdrukking gebracht in de hoogte van de vaste subsidiebedragen. Dit onderscheid wordt dan ook gehanteerd voor de subsidiebedragen die worden toegevoegd voor de nieuwe subsidiabele investeringen, bedoeld onder artikel 3.10.1, tweede lid, onderdelen f, g en h, van de REES.

Artikel II

In de tabel van artikel 3 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 is aangegeven in welke periode de diverse subsidiemodules van de REES zijn opengesteld en wat het subsidieplafond bedraagt.

Voor de subsidiemodule Afzetbevorderingsprojecten loopt de periode waarin de subsidiemodule wordt opengesteld van 1 juli 2019 tot en met 12 september 2019.

Voor de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten loopt de periode waarin de subsidiemodule wordt opengesteld van 3 juni 2019 tot en met 30 december 2019.

Voor beide subsidiemodules wordt het subsidieplafond vastgesteld op € 2.800.000.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 3 juni 2019, met uitzondering van artikel II, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2019.

Met de inwerkingtreding van de artikelen I en II, onderdeel B, van deze regeling, die betrekking hebben op de subsidiemodule Investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten, wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal inwerking treden. Met de inwerkingtreding van voormelde artikelen, alsook bij de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van deze regeling, dat betrekking heeft op de openstelling van de subsidiemodule Afzetbevorderingsprojecten, wordt bovendien afgeweken van het uitgangspunt dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige openstelling van deze subsidiemodules. Gelet op voormelde data van openstelling van de subsidiemodules, heeft de doelgroep bovendien voldoende tijd om subsidieaanvragen voor te bereiden en in te dienen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Voor de achtergrond en voordelen van dit keurmerk wordt verwezen naar de toelichting op de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 april 2018, nr. WJZ/18024345, tot wijziging van de Regeling Europese EZ-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2018 in verband met de invoering en openstelling van een subsidiemodule betreffende investeringen voor toegevoegde waarde van visserijproducten, het herstel van een onjuiste verwijzing, de ophoging van een subsidieplafond en de openstelling van een subsidiemodule (Stcrt. 2018, 18080).

Naar boven