Sociaal Werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening 2019

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 mei 2019 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Sociaal Werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: Sociaal Werk Nederland;

Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Connectief.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Sociaal werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

Artikel 0.1 onderdeel k komt te luiden:

‘k. Student-werknemer:

degene die in het kader van een beroepsbegeleidende leerweg of derde leerweg (ook wel OVO genoemd) binnen het Mbo of duale leerroute binnen het Hbo een opleiding volgt en met wie de werkgever een leerarbeidsovereenkomst heeft gesloten;’

Na artikel 0.1 onderdeel m wordt een nieuw onderdeel toegevoegd dat komt te luiden:

‘n. Peuterspeelzaalleidster in ontwikkeling:

de werknemer die voldoet aan de instroomeisen conform Bijlage 14, artikel D4 en die met behulp van het ontwikkelplan, conform Bijlage 14, artikel D8 werkt aan het voldoen aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleidster.’

Artikel 2.3 onderdeel A komt te luiden:

‘2.3 VASTSTELLING VAN HET SALARIS EN INSCHALING BIJ INDIENSTTREDING

  • A

    • 1. Artikel 7:668a lid 1 tot en met 8 is niet van toepassing op:

      • a) student-werknemers met een leerarbeidsovereenkomst, die wordt aangegaan met een student-werknemer in het kader van een duale leerroute (op grond van artikel 7:668a lid 9);

      • b) student-werknemers met een leerarbeidsovereenkomst, die wordt aangegaan met een student-werknemer in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (op grond van artikel 7:668a lid 10) en derde leerweg (OVO) in geval van een opleiding die kwalificerend is voor de functie van peuterspeelzaalleidster.

      Voor deze groepen student-werknemers gelden de volgende bepalingen.

    • 2. Een leerarbeidsovereenkomst voor de duur van de opleiding wordt aangegaan met de student-werknemer die

      • een duale leerroute volgt

        of

      • een opleiding volgt in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg of in geval van een opleiding die kwalificerend is voor de functie als peuterspeelzaalleidster tevens de derde leerweg (OVO) zoals omschreven in artikel 7.22. van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

    • 3. Voor student-werknemers Peuterspeelzaalwerk en Peuterspeelzaalleid(st)ers in ontwikkeling gelden tevens de bepalingen in artikel 6.3. C en E en in Bijlage 14.’

Artikel 6.2, onderdeel A, lid 2, komt te luiden:

‘6.2 VASTSTELLING VAN HET SALARIS EN INSCHALING BIJ INDIENSTTREDING

‘A

2 Functiematrix

Salaris-schaal

Primair proces

Facilitair, staf en leidinggevend

01

Assistent welzijn

Contactmedewerker 1

Huishoudelijk medewerker

Assistent beheerder

02

 

Telefonist / receptionist

03

Peuterspeelzaalleidster in opleiding / in ontwikkeling

Nachtwaker

04

Sociaal cultureel werker 1

Sociaal pedagogisch werker 1

Contactmedewerker 2

Administratief / secretarieel medewerker 1

05

Ziekenverzorgende

Peuterspeelzaalleidster 1

Secretaresse 2

Administratief medewerker 2

Beheerder

06

Activiteitenbegeleider

Sociaal cultureel werker 2

Sociaal pedagogisch werker 2

Begeleider vrijetijdsbesteding

Peuterspeelzaalleidster 2

Systeembeheerder

Staf-/ beleidsmedewerker 1

Secretaresse 3

Kok

07

Budgetconsulent

Verpleegkundige

Maatschappelijk werker 1 in opleiding

Administratief medewerker 3

Zakelijk leider

08

Sociaal cultureel werker 3

Sociaal pedagogisch werker 3

Maatschappelijk werker 1

Woonbegeleider

Ouderenadviseur

Consulent

Sociaal raadsman

Bewindvoerder

Trajectbegeleider

Jobcoach

Telefonisch hulpverlener

Trainer

Staf-/ beleidsmedewerker 2

Pedagogisch coach

Leidinggevende 1

Begeleider vrijwilligers

09

Maatschappelijk werker 2

Adviseur

Pedagogisch beleidsmedewerker/ coach1

Staf-/ beleidsmedewerker 3

10

Sociaal cultureel werker 4

Projectmanager

Wetenschappelijk functionaris

Leidinggevende 2

11

 

Controller

12

 

Leidinggevende 3

13

   

14

   

15

   
X Noot
1

Pedagogisch beleidsmedewerker/coach is een variant van Staf-/ Beleidsmedewerker 2 cao Sociaal Werk en beleids-of stafmedewerker B cao Kinderopvang.

Artikel 6.3, onderdelen A en C komen te luiden:

‘6.3 VASTSTELLING SLARIS STUDENT WERKNEMER EN TRAINEE

  • A. Bij indiensttreding wordt de student-werknemer ingeschaald in periodieknummer Start van de salarisschaal die wordt vastgesteld door op de salarisschaal het aantal schalen in mindering te brengen dat gelijk is aan het aantal opleidingsjaren dat de student-werknemer nog moet doorlopen.

    Bij overgang naar een volgend leerjaar wordt de student-werknemer ingeschaald in periodieknummer Start van de volgende naasthogere genoemde salarisschaal. Op de student-werknemer is artikel 6.5 met betrekking tot de jaarlijkse verhoging niet van toepassing.

  • C.

    • 1. De werknemer die in opleiding is voor de functie Peuterspeelzaalleid(st)er 1 of 2, conform de kwalificatie-eis zoals opgenomen in het functieboek (Bijlage 2) wordt ingeschaald in schaal 3, periodiek Start tot en met 8. Nadat de werknemer het diploma in de desbetreffende opleiding heeft behaald, kent de werkgever – met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het diploma is behaald – de werknemer drie periodieken toe in de op dat moment geldende schaal. Vervolgens schaalt de werkgever de werknemer in – met ingang van dezelfde datum – in schaal 5 dan wel schaal 6 in het periodieknummer waarvan het bijbehorende bedrag ten minste gelijk is aan het bedrag dat na toepassing van het bepaalde in de vorige zin tot stand is gekomen. Artikel 6.2 lid C is hierbij niet van toepassing. De bepalingen in Bijlage 14 zijn van toepassing.

    • 2. Een peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling wordt bij indiensttreding ingeschaald in salarisschaal 3 (periodiek start tot en met 8). Nadat de werknemer voldoet aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleidster, conform de kwalificatie-eis uit bijlage 2, het functieboek, vindt inschaling plaats conform artikel 6.2 C1. De bepalingen in Bijlage 14 zijn van toepassing.’

Bijlage I, onderdeel A komt te luiden:

‘BIJLAGE 1 FUNCTIEMATRIX EN METHODIEK

Ex artikel 6.2 A

A FUNCTIEMATRIX

Salaris-schaal

Primair proces

Facilitair, staf en leidinggevend

01

Assistent welzijn

Contactmedewerker 1

Huishoudelijk medewerker

Assistent beheerder

02

 

Telefonist / receptionist

03

Peuterspeelzaalleidster in opleiding/ in ontwikkeling

Nachtwaker

04

Sociaal cultureel werker 1

Sociaal pedagogisch werker 1

Contactmedewerker 2

Administratief / secretarieel medewerker 1

05

Ziekenverzorgende

Peuterspeelzaalleidster 1

Secretaresse 2

Administratief medewerker 2

Beheerder

06

Activiteitenbegeleider

Sociaal cultureel werker 2

Sociaal pedagogisch werker 2

Begeleider vrijetijdsbesteding

Peuterspeelzaalleidster 2

Systeembeheerder

Staf-/ beleidsmedewerker 1

Secretaresse 3

Kok

07

Budgetconsulent

Verpleegkundige

Maatschappelijk werker 1 in opleiding

Administratief medewerker 3

Zakelijk leider

08

Sociaal cultureel werker 3

Sociaal pedagogisch werker 3

Maatschappelijk werker 1

Woonbegeleider

Ouderenadviseur

Consulent

Sociaal raadsman

Bewindvoerder

Trajectbegeleider

Jobcoach

Telefonisch hulpverlener

Trainer

Staf-/ beleidsmedewerker 2

Pedagogisch coach

Leidinggevende 1

Begeleider vrijwilligers

09

Maatschappelijk werker 2

Adviseur

Pedagogisch beleidsmedewerker/ coach1

Staf-/ beleidsmedewerker 3

10

Sociaal cultureel werker 4

Projectmanager

Wetenschappelijk functionaris

Leidinggevende 2

11

 

Controller

12

 

Leidinggevende 3

13

   

14

   

15

   
X Noot
1

Pedagogisch beleidsmedewerker/coach is een variant van Staf-/ Beleidsmedewerker 2 cao Sociaal Werk en beleids-of stafmedewerker B cao Kinderopvang.

Bijlage 2, inleiding komt te luiden:

‘BIJLAGE 2 FUNCTIEBOEK

Ex artikel 6.2 en Bijlage 1

Het functieboek hoort bij artikel 6.2 en Bijlage 1 van de cao en maakt als zodanig onlosmakelijk deel uit van de cao. In dit functieboek zijn de meeste beschrijvingen opgenomen van de in de sector Sociaal Werk voorkomende functies.

Het functieboek wordt als afzonderlijke bijlage gepubliceerd.

Voorafgaand aan deze beschrijvingen wordt eerst in een overzicht aangegeven om welke functies het gaat en welke salarisschalen op grond van de cao voor die functies gelden.

Voor de situatie dat een in de praktijk bestaande functie eventueel niet of slechts gedeeltelijk overeenkomt met een van de in dit functieboek beschreven functies en/of niet voorkomt in artikel 6.1 of 6.3, wordt in Bijlage 1 onder B van de cao aangegeven op welke wijze de toepasselijke salarisschaal dan wordt vastgesteld. Voor de situatie dat een functie wordt herbeschreven en evt. wordt geherwaardeerd wordt in Bijlage 1 onder C van de cao aangegeven op welke wijze de toepasselijke salarisschaal dan wordt vastgesteld.

Vanaf de cao 2017 - 2019 bestaat de mogelijkheid om als organisatie te gaan werken met trainees. De bepalingen hiervoor staan in artikel 2.3 B en 6.3 F. Op basis van de ervaringen gedurende deze cao-periode besluit de cao-tafel Sociaal Werk of dit leidt tot een functiebeschrijving.

In het Actieprogramma Professionalisering is gewerkt aan een nieuw beroepscompetentieprofiel voor de sociaal werker. Cao-partijen hebben in juni 2016 de uitgangspunten voor dit beroepscompetentieprofiel vastgesteld en in 2017 is dit beroepscompetentieprofiel door sociale partners vastgesteld. De Cao-tafel Sociaal Werk verwerkt dit daarna in functiebeschrijvingen Sociaal Werker.

Op 1 januari 2018 is in de cao de functie pedagogisch beleidsmedewerker / coach vastgesteld met een kwalificatie-eis conform de uitgangspunten uit het akkoord Innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK) en de wet IKK. Tevens is de inpassing van de functie pedagogisch beleidsmedewerker / coach ondersteund door cao-partijen met servicedocumenten. De functiebeschrijving Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach is als variant van de functie Beleids- of stafmedewerker 2 opgenomen in dit functieboek en als variant van de beleids- of stafmedewerker in het functieboek van de cao Kinderopvang. De Pedagogisch Coach is in dit functieboek en in het functieboek van de cao Kinderopvang opgenomen als nieuwe functie, voor het geval de organisatie pedagogisch beleidswerk en pedagogische coaching in aparte functies onderbrengt. Ook de overige uit het IKK voortvloeiende wijzigingen zijn in het functieboek doorgevoerd.’

Bijlage 2, onderdeel A, nummers 48 t/m 52 komen te luiden:

‘48

Pedagogisch beleidsmedewerker/ coach (variant)

49

Pedagogisch coach

50

Beleids- of stafmedewerker 3

51

Begeleider Vrijwilligers

Leidinggevende functies

52

Leidinggevende 1’

Na bijlage 2, onderdeel A, nummer 52 worden nieuwe nummers 53 en 54 ingevoegd die komen te luiden:

‘53

Leidinggevende 2

54

Leidinggevende 3’

Bijlage 2, onderdeel B komt te luiden:

‘B FUNCTIEMATRIX

In onderstaand overzicht worden de in dit functieboek beschreven matrixfuncties en de daarbij behorende salarisschalen schematisch weergegeven.

FUNCTIEMATRIX

Salarisschaal

Primair proces

Facilitair, staf en leidinggevend

1

Assistent welzijn, Contactmedewerker 1

Huishoudelijk medewerker, Assistent beheerder

2

 

Telefonist/receptionist

3

Peuterspeelzaalleidster in opleiding/ in ontwikkeling

Nachtwaker

4

Sociaal cultureel werker 1, Sociaal pedagogisch werker 1, Contactmedewerker 2

Administratief/secretarieel medewerker 1

5

Ziekenverzorgende, Peuterspeelzaalleidster 1

Secretaresse 2, Administratief medewerker 2, Beheerder

6

Activiteitenbegeleider, Sociaal cultureel werker 2, Sociaal pedagogisch werker 2, Begeleider vrijetijdsbesteding, Peuterspeelzaalleidster 2

Systeembeheerder, Staf/ beleidsmedewerker 1, Secretaresse 3, Kok

7

Budgetconsulent, Verpleegkundige Maatschappelijk werker 1 in opleiding

Administratief medewerker 3, Zakelijk leider

8

Sociaal cultureel werker 3, Sociaal pedagogisch werker 3, Maatschappelijk werker 1, Woonbegeleider, Ouderenadviseur, Consulent, Sociaal raadsman, Bewindvoerder, Trajectbegeleider, Jobcoach, Telefonisch hulpverlener, Trainer

Staf-/beleidsmedewerker 2, Pedagogisch Coach, Leidinggevende 1, Begeleider vrijwilligers

9

Maatschappelijk werker 2, Adviseur

Pedagogisch beleidsmedewerker/ coach1

Staf-/beleidsmedewerker 3

10

Sociaal cultureel werker 4, Projectmanager, Wetenschappelijk functionaris

Leidinggevende 2

11

 

Controller

12

 

Leidinggevende 3

13

   

14

   

15

   
X Noot
1

Pedagogisch beleidsmedewerker/ coach is een variant op Beleids- of stafmedewerker 2 cao Sociaal Werk en op Beleids-of stafmedewerker B cao Kinderopvang.

Bijlage 2, onderdeel C, nummers 14, 15, 48 en 49 komen te luiden:

‘14 Peuterspeelzaalleid(st)er 1

Organisatorische positie

De Peuterspeelzaalleid(st)er ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Peuterspeelzaalleid(st)er begeleidt in voorkomende gevallen Peuterspeelzaalleid(st)ers in opleiding en in ontwikkeling, groepshulpen student-werknemers en stagiaires.

Medewerkers begeleiden

  • Begeleidt en instrueert, indien op de groep aanwezig, Peuterspeelzaalleid(st)ers in opleiding en in ontwikkeling, student-werknemers, stagiaires en groepshulpen en rapporteert hierover aan de leidinggevende.

    Resultaat: Medewerkers (in opleiding) zijn zodanig begeleid dat zij de beoogde werkzaamheden volgens plan met de peuters kunnen verrichten en (indien van toepassing) in staat gesteld worden hun leerdoelen te halen.

Profiel van de functie

Kennis

  • In het bezit van een van de genoemde opleidingsniveaus, zoals weergegeven in Bijlage 2.1 van het functieboek (voor zover deze functie wordt uitgeoefend binnen een zelfstandige peuterspeelzaal);

    In deze bepalingen in Bijlage 2.1 bij dit functieboek zijn tevens bepalingen opgenomen die van toepassing zijn indien de Peuterspeelzaalleid(st)er werkt in voorschoolse educatie.

    Met een (kandidaat)werknemer die een van de in Bijlage 2.1 onder a of b vermelde opleidingen volgt kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van student-werknemer worden aangegaan, conform artikel 2.3, 6.3 C1en bijlage 14 van de cao.

    Met een (kandidaat)werknemer die een van de in Bijlage 1 onder a of b vermelde diploma’s wenst te behalen kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van peuterspeelzaalleidster in ontwikkeling worden afgesloten conform artikel 6.3 C2en bijlage 14 van de cao.

    Ten aanzien van een (kandidaat-)werknemer die niet voldoet aan de in Bijlage 2.1 opgenomen opleidingsachtergrond uit de kwalificatie-eis kan de werkgever een gelijkstellingsverzoek indienen conform artikel 6.3 lid E en Bijlage 10 van de cao.

15 Peuterspeelzaalleid(st)er 2

Organisatorische positie

De Peuterspeelzaalleid(st)er 2 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de betreffende organisatorische eenheid en/of het Bestuur van de peuterspeelzaal. De Peuterspeelzaalleid(st)er 2 geeft operationeel en functioneel leiding aan de medewerkers van de betreffende organisatorische eenheid of een onderdeel daarvan. De Peuterspeelzaalleid(st)er 2 begeleidt in voorkomende gevallen Peuterspeelzaalleid(st)ers in opleiding en in ontwikkeling, groepshulpen, student-werknemers en stagiaires.

Medewerkers begeleiden

  • Begeleidt en instrueert, indien op de groep aanwezig, Peuterspeelzaalleid(st)ers in opleiding en in ontwikkeling, student-werknemers, stagiaires en groepshulpen en rapporteert hierover aan de leidinggevende.

    Resultaat: Medewerkers (in opleiding) zijn zodanig begeleid dat zij de beoogde werkzaamheden volgens plan met de peuters kunnen verrichten en (indien van toepassing) in staat gesteld worden hun leerdoelen te halen.

Profiel van de functie

Kennis

  • In het bezit van een van de genoemde opleidingsniveaus, zoals weergegeven in Bijlage 2.1 van het functieboek (voor zover deze functie wordt uitgeoefend binnen een zelfstandige peuterspeelzaal);

    In de bepalingen in Bijlage 2.1 bij dit functieboek zijn tevens van toepassing indien de Peuterspeelzaalleid(st)er werkt in voorschoolse educatie.

    Met een (kandidaat)werknemer die een van de in Bijlage 2.1 onder a of b vermelde opleidingen volgt kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van student-werknemer worden aangegaan, conform artikel 2.3, 6.3 en bijlage 14 van de cao.

    Met een (kandidaat)werknemer die een van de in Bijlage 2.1 onder a of b vermelde diploma’s wenst te behalen kan een arbeidsovereenkomst voor de functie van peuterspeelzaalleidster in ontwikkeling worden afgesloten conform artikel 6.3 en bijlage 14 van de cao.

    Ten aanzien van een (kandidaat-)werknemer die niet voldoet aan de in Bijlage 2.1 opgenomen opleidingsachtergrond uit an de kwalificatie-eis kan de werkgever een gelijkstellingsverzoek indienen conform artikel 6.3 lid E en Bijlage 10 van de cao.

FACILITAIR, STAF EN LEIDINGGEVEND

48 Variant Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach

De functiebeschrijving Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach betreft een variant, te weten een specifieke invulling van de functie Beleids- of stafmedewerker 2 en van de Beleids-of stafmedewerker B uit de cao Kinderopvang.

Functie

Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach

Algemene kenmerken van de functie

De functie Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach kenmerkt zich door het ontwikkelen, vertalen en implementeren van het pedagogisch beleid binnen de organisatie. De functie van Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach vertaalt beleid naar de concrete werkpraktijk. Tevens heeft de functionaris als allround coach een actieve rol in de verbetering van de pedagogische kwaliteit van dienstverlening en professionele ontwikkeling van de pedagogisch medewerkers/ peuterspeelzaalleid(st)ers op het aandachtsgebied (ook bij complexe werksituaties). De functionaris draagt als coach zorg voor de juiste uitvoering van het pedagogisch beleid op de werkvloer.

De doelgroep en het soort opvang waarbinnen deze functie voorkomt kan verschillen, zoals kinderdagverblijven, buiten-, tussen-, en/ of naschoolse opvang, gastouderopvang en peuteropvang/ peuterspeelzalen.

Doel van de functie

Het bijdragen aan de voorbereiding, ontwikkeling en uitvoering van het pedagogisch beleid en het middels coaching mede verbeteren van de kwaliteit van werkzaamheden.

Organisatorische positie

De Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd, dan wel onder de directie.

Resultaatgebieden

Pedagogisch beleid voorbereiden en mede ontwikkelen

• Signaleert in- en externe trends en ontwikkelingen op het aandachtsgebied en behoeften tot verbetering van bestaande processen, methoden en programma’s.

• Vertaalt trends, ontwikkelingen en behoeften tot verbetering of vernieuwing naar het pedagogisch beleid van de organisatie en legt deze voor aan de leidinggevende. Zorgt voor draagvlak, acceptatie en de benodigde communicatie.

• Adviseert de leidinggevende en interne betrokkenen omtrent het te voeren beleid op het aandachtsgebied.

• Draagt zorg voor de afstemming van beleid met interne betrokkenen en externe instanties.

Resultaat: Beleid voorbereid en mede ontwikkeld, zodanig dat relevante ontwikkelingen, trends en behoeften tijdig zijn gesignaleerd en geanalyseerd en een bijdrage is geleverd aan de ontwikkeling van het pedagogisch beleid.

Pedagogisch beleid bewaken en realiseren

• Vertaalt pedagogisch beleid naar concrete activiteiten, methoden en/of instrumenten en levert een bijdrage aan de implementatie hiervan binnen het kindercentrum (op de groep)/ gastouderbureau/ peuterspeelzaal.

• Bewaakt het kwaliteitsniveau van het pedagogisch beleid binnen de organisatie, evalueert het uitgevoerde beleid en doet verbetervoorstellen.

• Geeft voorlichting, informatie en advies aan in- en externe belanghebbenden omtrent programma’s, methoden en instrumenten.

• Signaleert mogelijkheden voor de doorontwikkeling en verdere professionalisering van de dienstverlening. Draagt kennis en informatie over het pedagogisch beleid over ten behoeve van deskundigheidsbevordering, zowel intern als extern (scholen, ouders etc.).

Resultaat: Pedagogisch beleid bewaakt en gerealiseerd, zodanig dat beleid is vertaald naar concrete plannen, programma’s, instrumenten en methoden welke tijdig en op de juiste wijze zijn uitgevoerd en geëvalueerd.

Coachen van medewerkers

• Helpt medewerkers in het signaleren van knelpunten en/of hiaten in hun werkzaamheden, kennis en vaardigheden van medewerkers in relatie tot het pedagogische beleid en achterhaalt samen hun coachingsbehoeften. Stelt een (individueel/ groepsgericht) coachingsplan op en/of faciliteert in het opstellen daarvan.

• Draagt bij aan de kwaliteitsverbetering door het coachen, ondersteunen en adviseren van medewerkers bij de begeleiding van de betreffende groep kinderen (ook in complexe situaties). Treedt afhankelijk van de situatie begeleidend, stimulerend of interveniërend op.

• Bewaakt de kwaliteit van het functioneren van medewerkers en bespreekt dit met de leidinggevende.

• Organiseert en geeft trainingen gericht op deskundigheidsbevordering, bespreekt vorderingen en evalueert de inhoud en lesvorm.

• Fungeert als voortrekker en voorloper bij veranderprocessen en deskundigheidsbevordering.

Resultaat: Medewerkers gecoacht, zodanig dat is bijgedragen aan de professionele ontwikkeling van medewerkers en aan deskundigheids- en kwaliteitsbevordering.

Profiel van de functie

Kennis

• Hbo/ academisch werk- en denkniveau, conform kwalificatie-eis.

• Kennis van en inzicht in het pedagogisch beleid en de hierop van invloed zijnde in- en externe ontwikkelingen en van o.a. kinderdagverblijven, buiten-, tussen-, en/of naschoolse opvang, gastouderopvang en peuteropvangorganisatie.

• Kennis van (interventie)methodieken, principes en instrumenten van coaching.

• Kennis van ontwikkelingsfases en ontwikkelingsgebieden van jonge kinderen.

Specifieke functiekenmerken

• Analytisch vermogen voor het signaleren van ontwikkelingen en knelpunten in de ontwikkeling van medewerkers en het vertalen hiervan in beleidsplan.

• Coachende vaardigheden voor het ondersteunen en stimuleren van medewerkers en het geven van sturing in hun doorontwikkeling.

• Mondelinge en schriftelijke vaardigheden voor het overdragen van kennis en informatie en het opstellen van beleid- en coachingsplannen.

• Sociale vaardigheden, zoals overtuigingskracht, bewaren van de eigen werkhouding en gezagsuitoefening, voor het ontwikkelen van beleid, adviseren van betrokkenen en het coachen, trainen en begeleiden van medewerkers.

• Sensitief vermogen voor het proactief signaleren van en inspelen op de uiteenlopende knel- en verbeterpunten in de ontwikkeling van medewerker.

Kwalificatie-eis Pedagogisch Beleidsmedewerker/Coach

Voor de functie van Pedagogisch Beleidsmedewerker/Coach en Pedagogisch Coach is een pedagogische opleidingsachtergrond verplicht conform A of B.

A Diploma/getuigschrift van een opleiding volgens A1, A2, A3, A4 of A5.

A1 Diploma/getuigschrift van Associate Degree:

  • Childcare

  • Jeugdwerker

  • Kinderopvang

  • Pedagogical Educational Assistant

  • Pedagogisch Educatief Medewerker

  • Pedagogisch Educatief Professional

  • Pedagogisch Professional Kind en Educatie

  • Sociaal Werk, met keuzemodule Opvoeden in brede context

A2 Diploma/getuigschrift van bachelor Hbo:

  • Lerarenopleiding Pedagogiek

  • Pedagogiek

  • Pedagogisch management Kinderopvang

  • Psychologie

  • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

  • Social Educational Care

  • Social Work, programma Social Educational Care

  • Social Work/Sociaal Werk, afstudeerrichting/profiel Sociaal Pedagoog

  • Social Work/Sociaal Werk, profiel Jeugd of Jeugdzorgwerker

  • Toegepaste psychologie

A3 Diploma/getuigschrift van universitaire bachelor in:

  • Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken

  • Ontwikkelingspsychologie

  • Pedagogiek

  • Pedagogische en andragogische wetenschappen

  • Pedagogische wetenschappen

  • Pedagogische wetenschappen en onderwijskunde

  • Psychologie, afstudeerrichting Ontwikkelingspsychologie

  • Psychologie afstudeerrichting Ontwikkelings- en onderwijspsychologie

A4 Diploma/getuigschrift van een master (Hbo of universitair) op het terrein van pedagogisch coachen en/of pedagogisch beleid, te weten:

  • Child and Educational Studies

  • Education

  • Education and Child Studies

  • Educational Needs

  • Educational Science: Learning in Interaction

  • Educational Sciences: Normal and Deviant Patterns of Attachment and Self Regulated Learning

  • Educational Sciences: Parenting, Education and Child Development

  • Expertleerkracht Primair Onderwijs

  • Hogere kaderopleiding pedagogiek

  • Jeugdstudies

  • Jeugdzorg

  • Kinder- en jeugdpsychologie

  • Leiderschap en Innovatie Kind en Educatie

  • Leraar speciaal onderwijs

  • Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken

  • Onderwijspedagogiek

  • Orthopedagogiek

  • Orthopedagogiek: Gezin en gedrag

  • Pedagogiek

  • Pedagogy and Education

  • Special Educational Needs

  • Toegepaste Psychologie voor Professionals, specialisatie Kinder- en jeugdpsychologie

A5 Een buitenlands diploma: als in een gewaarmerkte brief van het IDW (Internationale Diploma Waardering: www.idw.nl) of een verklaring van DUO (www.duo.nl) staat dat het diploma gelijkwaardig is aan dat van een onder A1, A2, A3 of A4 kwalificerende opleiding.

Overgangsbepaling bij A: Kwalificatie-eis Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach:

Voor de (kandidaat)werknemer die voor 1 januari 2019 is ingeschreven voor een opleiding conform A én voor 1 januari 2019 wordt aangesteld in functie waarop deze kwalificatie-eis van toepassing is geldt een overgangstermijn van twee jaar om aan de eis van het vereiste diploma/getuigschrift te voldoen.

B Diploma, getuigschrift, IDW-waardering, DUO-verklaring van een andere opleiding dan onder A

B1 Diploma/getuigschrift/IDW-waardering/DUO-verklaring van een opleiding op minimaal Mbo-niveau 4 die kwalificeert voor de functie van Pedagogisch Medewerker en/of Peuterspeelzaalleidster in combinatie met een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching* en/of pedagogiek kinderen 0-13 jaar.**

Diploma’s/getuigschriften die alleen in combinatie met een aanvullend bewijs kwalificeren voor de functie van Pedagogisch Medewerker in BSO/NSO zijn hiervan uitgesloten.

B2 Diploma/getuigschrift/IDW-waardering/DUO-verklaring van een docentenopleiding (vanaf Hbo-niveau) in combinatie met een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching* en/of pedagogiek kinderen 0-13 jaar.**

  • * Bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching:

    • Certificaat of ander schriftelijk bewijs van een minor/afstudeerrichting/keuzevak/keuzedeel op het terrein van coaching.

    • Certificaat van een branche-erkende scholing op het terrein van coaching, zoals opgenomen in bijlage 2.2.

  • ** Bewijs van gevolgde scholing op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar:

    • Certificaat of ander schriftelijk bewijs van een minor/afstudeerrichting/keuzevak/keuzedeel op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar.

    • Certificaat van een branche-erkende scholing op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar, zoals opgenomen in Bijlage 2.2.

De branche-erkende scholingen dienen te voldoen aan:

  • Leerdoelen conform Bijlage 2.2.

  • Leidt tot een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de leerdoelen zijn behaald.

Overgangsbepalingen bij B: Kwalificatie-eis Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach:

  • Voor de (kandidaat)werknemer die voor 1 januari 2019 wordt aangesteld in de functie van pedagogisch beleidsmedewerker/coach en in bezit is van een diploma/ getuigschrift zoals bedoeld onder B maar niet in bezit is van een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching en/of pedagogiek 0–13 jaar, geldt een overgangstermijn van twee jaar om aan de eis van de gevolgde scholing te voldoen.

  • Voor de pedagogisch beleidsmedewerker/coach die voor 1 januari 2019 in deze functie werkzaam is (geweest) geldt dat een diploma/getuigschrift (zoals bedoeld onder B1 en B2) kwalificeert ook als dit per 1 juli 2018 is vervallen als kwalificerend diploma/getuigschrift voor pedagogisch medewerker en/of peuterspeelzaalleidster. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 januari 2019.

49 Pedagogisch Coach

ALGEMENE KENMERKEN

De functie Pedagogisch Coach kenmerkt zich door het als allround coach verbeteren van de pedagogische kwaliteit van dienstverlening en professionele ontwikkeling van de pedagogisch medewerkers/ peuterspeelzaalleid(st)ers op het aandachtsgebied (ook bij complexe werksituaties). De Pedagogische Coach fungeert als spil tussen het pedagogische beleid en de uitvoering hiervan.

De doelgroep en het soort opvang waarbinnen deze functie voorkomt kan verschillen, zoals kinderdagverblijven, buiten-, tussen-, en/ of naschoolse opvang, gastouderopvang en peuteropvang/ peuterspeelzalen.

DOEL VAN DE FUNCTIE

Het coachen van medewerkers vanuit het pedagogisch beleid ten behoeve van het mede verbeteren van de kwaliteit van werkzaamheden

ORGANISATORISCHE POSITIE

De Pedagogisch Coach ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd dan wel onder de directie.

RESULTAATGEBIEDEN

Coachen van medewerkers

  • Helpt medewerkers in het signaleren van knelpunten en/of hiaten in hun werkzaamheden, kennis en vaardigheden in relatie tot het pedagogische beleid en achterhaalt samen hun coachingsbehoeften. Stelt een (individueel/ groepsgerichte) coachingsplan op en/of faciliteert in het opstellen daarvan.

  • Draagt bij aan de kwaliteitsverbetering door het coachen, ondersteunen en adviseren van medewerkers bij de begeleiding van de betreffende groep kinderen (ook in complexe situaties). Treedt afhankelijk van de situatie begeleidend, stimulerend of interveniërend op.

  • Bewaakt de kwaliteit van het functioneren van medewerkers en bespreekt dit met de leidinggevende.

  • Organiseert en geeft trainingen gericht op deskundigheidsbevordering, bespreekt vorderingen en evalueert de inhoud en lesvorm.

  • Fungeert als voortrekker en voorloper bij veranderprocessen en deskundigheidsbevordering.

Resultaat: Medewerkers gecoacht, zodanig dat is bijgedragen aan de professionele ontwikkeling van medewerkers en aan deskundigheids- en kwaliteitsbevordering.

Adviezen bieden

  • Signaleert structurele knelpunten in de ontwikkeling van medewerkers, kwaliteit van werkzaamheden en/of processen, methoden en programma’s.

  • Vertaalt deze naar adviezen voor verbetering van het gehanteerde beleid.

Resultaat: Adviezen geboden, zodanig dat op de praktijk gebaseerde adviezen zijn voorgesteld en beleidsmakers het beleid daarop kunnen bijstellen.

PROFIEL VAN DE FUNCTIE

Kennis

  • Minimaal Hbo werk- en denkniveau, conform kwalificatie-eis.

  • Kennis van (interventie)methodieken, principes en instrumenten van coaching.

  • Kennis van ontwikkelingsfases en ontwikkelingsgebieden van jonge kinderen.

  • Kennis van en inzicht in het pedagogisch beleid.

Specifieke functiekenmerken

  • Coachende vaardigheden voor het ondersteunen en stimuleren van medewerkers en het geven van sturing in hun doorontwikkeling.

  • Mondelinge en schriftelijke vaardigheden voor het uitdragen van het pedagogisch beleid, het overdragen van kennis, informatie en adviezen en het opstellen van coachingsplannen.

  • Sociale vaardigheden zoals overtuigingskracht, bewaren van de eigen werkhouding en gezagsuitoefening voor het coachen, trainen en begeleiden van medewerkers.

  • Sensitief vermogen voor het proactief signaleren van en inspelen op de uiteenlopende knel- en verbeterpunten in de ontwikkeling van medewerker.

Kwalificatie-eis Pedagogisch Coach

Voor de functie van Pedagogisch Coach en Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach is een pedagogische opleidingsachtergrond verplicht conform A of B.

A diploma/getuigschrift van een opleiding volgens A1, A2, A3, A4 of A5.

A1 Diploma/getuigschrift van Associate Degree:

  • Childcare

  • Jeugdwerker

  • Kinderopvang

  • Pedagogical Educational Assistant

  • Pedagogisch Educatief Medewerker

  • Pedagogisch Educatief Professional

  • Pedagogisch Professional Kind en Educatie

  • Sociaal Werk, met keuzemodule Opvoeden in brede context

A2 Diploma/getuigschrift van bachelor Hbo:

  • Lerarenopleiding Pedagogiek

  • Pedagogiek

  • Pedagogisch management Kinderopvang

  • Psychologie

  • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

  • Social Educational Care

  • Social Work, programma Social Educational Care

  • Social Work/Sociaal Werk, afstudeerrichting/profiel Sociaal Pedagoog

  • Social Work/Sociaal Werk, profiel Jeugd of Jeugdzorgwerker

  • Toegepaste psychologie

A3 Diploma/getuigschrift van universitaire bachelor in:

  • Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken

  • Ontwikkelingspsychologie

  • Pedagogiek

  • Pedagogische en andragogische wetenschappen

  • Pedagogische wetenschappen

  • Pedagogische wetenschappen en onderwijskunde

  • Psychologie, afstudeerrichting Ontwikkelingspsychologie

  • Psychologie, afstudeerrichting Ontwikkelings- en onderwijspsychologie

A4 Diploma/getuigschrift van een master (Hbo of universitair) op het terrein van pedagogisch coachen en/of pedagogisch beleid, te weten:

  • Child and Educational Studies

  • Education

  • Education and Child Studies

  • Educational Needs

  • Educational Science: Learning in Interaction

  • Educational Sciences: Normal and Deviant Patterns of Attachment and Self Regulated Learning

  • Educational Sciences: Parenting, Education and Child Development

  • Expertleerkracht Primair Onderwijs

  • Hogere kaderopleiding pedagogiek

  • Jeugdstudies

  • Jeugdzorg

  • Kinder- en jeugdpsychologie

  • Leiderschap en Innovatie Kind en Educatie

  • Leraar speciaal onderwijs

  • Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken

  • Onderwijspedagogiek

  • Orthopedagogiek

  • Orthopedagogiek: Gezin en gedrag

  • Pedagogiek

  • Pedagogy and Education

  • Special Educational Needs

  • Toegepaste Psychologie voor Professionals, specialisatie Kinder- en jeugdpsychologie

A5 Een buitenlands diploma: als in een gewaarmerkte brief van het IDW (Internationale Diploma Waardering: www.idw.nl) of een verklaring van DUO (www.duo.nl) staat dat het diploma gelijkwaardig is aan dat van een onder A1, A2, A3 of A4 kwalificerende opleiding.

Overgangsbepaling bij A: Kwalificatie-eis Pedagogisch Coach:

Voor de (kandidaat)werknemer die voor 1 januari 2019 is ingeschreven voor een opleiding conform A én voor 1 januari 2019 wordt aangesteld in functie waarop deze kwalificatie-eis van toepassing is geldt een overgangstermijn van twee jaar om aan de eis van het vereiste diploma/getuigschrift te voldoen.

B Een diploma, getuigschrift, IDW-waardering, DUO-verklaring van een andere opleiding dan onder A

B1 Diploma/getuigschrift/IDW-waardering/DUO-verklaring van een opleiding op minimaal mbo-niveau 4 die kwalificeert voor de functie van Pedagogisch Medewerker en/of Peuterspeelzaalleidster in combinatie met een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching* en/of pedagogiek kinderen 0-13 jaar.**

B2 Diploma/getuigschrift/IDW-waardering/DUO-verklaring van een docentenopleiding (vanaf Hbo-niveau) in combinatie met een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching* en/of pedagogiek kinderen 0-13 jaar.**

  • * Bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching:

    • Certificaat of ander schriftelijk bewijs van een minor/afstudeerrichting/keuzevak/keuzedeel op het terrein van coaching.

    • Certificaat van een branche-erkende scholing op het terrein van coaching, zoals opgenomen in bijlage 2.2.

  • ** Bewijs van gevolgde scholing op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar:

    • Certificaat of ander schriftelijk bewijs van een minor/afstudeerrichting/keuzevak/keuzedeel op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar.

    • Certificaat van een branche-erkende scholing op het terrein van pedagogiek kinderen 0-13 jaar, zoals opgenomen in bijlage 2.2.

De branche-erkende scholingen dienen te voldoen aan:

  • Leerdoelen conform Bijlage 2.2

  • Leidt tot een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de leerdoelen zijn behaald.

Overgangsbepalingen bij B: Kwalificatie-eis Pedagogisch Coach:

  • Voor de (kandidaat)werknemer die voor 1 januari 2019 wordt aangesteld in de functie van pedagogisch coach en in bezit is van een diploma/ getuigschrift zoals bedoeld onder B maar niet in bezit is van een bewijs van gevolgde scholing op het terrein van coaching en/of pedagogiek 0 - 13 jaar, geldt een overgangstermijn van twee jaar om aan de eis van de gevolgde scholing te voldoen.

  • Voor de pedagogisch coach die voor 1 januari 2019 in deze functie werkzaam is (geweest) geldt dat een diploma/getuigschrift (zoals bedoeld onder B1 en B2) kwalificeert ook als dit per 1 juli 2018 is vervallen als kwalificerend diploma/getuigschrift voor pedagogisch medewerker en/of peuterspeelzaalleidster. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 januari 2019.’

Bijlage 2, onderdeel C, nummers 48 t/m 52 worden vernummerd naar 50 t/m 54:

‘50 Beleids- of stafmedewerker 3

51 Begeleider Vrijwilligers

52 Leidinggevende 1

53 Leidinggevende 2

54 Leidinggevende 3’

Bijlage 2.1 komt te luiden:

‘BIJLAGE 2.1 KWALIFICATIE-EIS PEUTERSPEELZAALLEID(ST)ER 1 EN 2 VANAF 1 OKTOBER 2018

De kwalificatie-eis Peuterspeelzaalleidster is gewijzigd per 1 oktober 2018, als gevolg van de verwerking van de besluiten van de betrokken cao-partijen bij de cao Sociaal Werk en de cao Kinderopvang met betrekking tot de wijzigingen in verband met de Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de Wet IKK (geldend vanaf 1 januari 2018) en de modernisering van de diplomalijst (geldend vanaf 1 juli 2018).

  • a) De opbouw van de kwalificatie-eisen is als volgt: Beroepsopleidingen waarvan het diploma/getuigschrift kwalificeert voor de functie van peuterspeelzaalleidster. De opleidingsachtergrond a) zoals is opgenomen in Bijlage 2.1.a van dit Functieboek;

  • b) Een nog niet afgeronde opleiding die kwalificeert voor de functie van peuterspeelzaalleidster De opleidingsachtergrond conform b) zoals is opgenomen in Bijlage 2.1.a van dit Functieboek;

  • c) Een buitenlands diploma dat kwalificeert voor de functie van peuterspeelzaalleidster. De opleidingsachtergrond conform c) zoals is opgenomen in Bijlage 2.1.a van dit Functieboek;

  • d) Specifieke VE-scholing. De opleidingsachtergrond conform d) is opgenomen in Bijlage 2.1.a van dit functieboek.

  • e) Taalniveau Nederlands. Het taalniveau conform e) is opgenomen in Bijlage 2.1.a van het Functieboek.

Vanaf 1 oktober 2018 gelden de volgende kwalificatie-eisen:

Voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er is een opleidingsachtergrond vereist conform a) t/m c). Voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er in voorschoolse educatie (VE) is tevens een opleidingsachtergrond vereist conform d). Tevens geldt de eis conform e).

De kwalificatie-eisen zijn hieronder nader uitgewerkt.

  • a) Diploma’s /getuigschriften van de volgende beroepsopleidingen kwalificeren voor de functie van peuterspeelzaalleidster. Indien dit diploma bij een onderwijsinstelling is behaald met inachtneming van de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) of de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs (WHW) aan deze opleiding stelt:

Mbo niveau 3

  • Brancheopleiding Ervaren Peuterspeelzaalleidster (BEP)

  • Brancheopleiding leidster kinderopvang

  • Leidster Kindercentra (LKC; van OVDB of onder WEB)

  • Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

  • Pedagogisch medewerker Kinderopvang

  • Pedagogisch Werker 3 kinderopvang

  • Pedagogisch Werker niveau 3

  • Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW-3)

  • Vakopleiding Leidster kindercentra (conform de WEB)

Mbo niveau 4 *

  • Gespecialiseerd pedagogisch medewerker

  • Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang

  • Kinderverzorging en Opvoeding

  • Kinderverzorging/Jeugdverzorging (KV/JV)

  • Onderwijsassistent

  • Onderwijsassistent PO/SO (primair onderwijs/speciaal onderwijs)

  • Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg

  • Pedagogisch medewerker 4 kinderopvang

  • Pedagogisch Werker 4 Jeugdzorg

  • Pedagogisch Werker 4 Kinderopvang

  • Pedagogisch Werker niveau 4

  • Sociaal Pedagogisch Werk (SPW, lang of onder WEB)

  • Sociaal Pedagogisch Werker (SPW, lang of onder WEB)

  • Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW-4)

Hbo Associate Degree *

  • Childcare

  • Jeugdwerker

  • Kinderopvang

  • Pedagogical Educational Assistant

  • Pedagogisch Educatief Medewerker

  • Pedagogisch Educatief Professional

  • Pedagogisch Professional Kind en Educatie

  • Sociaal Werk, met keuzemodule Opvoeden in brede context

Hbo bachelorniveau *

  • Creatieve therapie (geen Mikojel)

  • Kinderverzorging en Opvoeding

  • Kunstzinnige therapie

  • Leraar Basisonderwijs (aan Hogeschool, PABO of IPABO)

  • Lerarenopleiding Pedagogiek

  • Pedagogiek

  • Pedagogisch management kinderopvang

  • Pedagogische Academie

  • Psychologie, met specialisatie gericht op kinderen, jeugd en/of onderwijs

  • Sociaal kunstzinnige therapie

  • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)

  • Social Educational Care

  • Social Work/Sociaal Werk, afstudeerrichting/profiel Sociaal Pedagoog

  • Social Work/Sociaal Werk, profiel Jeugd of Jeugdzorgwerker

  • Social Work, programma Social Educational Care

  • Toegepaste Psychologie, met specialisatie gericht op kinderen, jeugd en/of onderwijs

  • Vaktherapie

  • * Een diploma/getuigschrift op of hoger dan Mbo-niveau 4 voldoet aan de taaleis mondelinge vaardigheid (zie e).

Overgangsbepalingen:

  • Een peuterspeelzaalleidster die voor 1 januari 2018 als zodanig werkzaam is (geweest) op basis van een Hbo-diploma ofwel van een kunstzinnig vormende opleiding (docentenrichting binnen kunstonderwijs of kunstzinnige richting binnen lerarenopleiding) ofwel de opleiding expressie in woord en gebaar ofwel de applicatiecursus volledig bevoegd onderwijzer, voldoet aan de vereiste opleidingsachtergrond voor de functie van peuterspeelzaalleidster en van pedagogisch medewerker in dagopvang en BSO/NSO. Dit is ook het geval als sprake is van (1) een onderbreking van het werk en er sinds de aanvang van die onderbreking nog geen jaar is verstreken of (2) een wisseling van werkgever waarbij er nog geen jaar is verstreken, tussen de uitdiensttreding bij de ene werkgever in de kinderopvang/ peuterspeelzaalwerk en de indiensttreding bij de andere werkgever in de kinderopvang/ peuterspeelzaalwerk.

  • Een peuterspeelzaalleidster en/of een pedagogisch medewerker met een opleidingsachtergrond die per 1 juli 2018 is vervallen als kwalificerende opleidingsachtergrond en die voor 1 september 2018 als zodanig werkzaam is (geweest) al dan niet met een onderbreking van één jaar of minder, direct voorafgaand aan 1 september 2018, voldoet aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er en pedagogisch medewerker in dagopvang en/of in BSO/NSO. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 september 2018.

  • b) Een nog niet afgeronde beroepsopleiding kwalificeert voor de functie van peuterspeelzaalleidster indien sprake is van:

    • een opleiding op niveau Hbo-bachelor zoals genoemd onder a) en

    • een schriftelijk bewijs dat minimaal 75% van de studiepunten van de totale opleiding is behaald of een schriftelijk bewijs van toelating tot het laatste studiejaar van de opleiding (overgangsbewijs).

Overgangsbepaling:

Een peuterspeelzaalleidster en/of een pedagogisch medewerker met een niet afgeronde opleiding die per 1 oktober 2018 is vervallen als kwalificerende opleidingsachtergrond conform b) en die voor 1 december 2018 als zodanig werkzaam is (geweest) al dan niet met een onderbreking van één jaar of minder, direct voorafgaand aan 1 december 2018, voldoet aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er en/of pedagogisch medewerker in dagopvang en/of in BSO/NSO. Dit geldt ook bij een onderbreking van één jaar of minder na 1 december 2018.

  • c) Een buitenlands diploma kwalificeert voor de functie van peuterspeelzaalleidster als uit een gewaarmerkte brief van het IDW (Internationale DiplomaWaardering: www.idw.nl) of een verklaring van DUO (www.duo.nl) blijkt dat het diploma gelijkwaardig is aan dat van een onder a) of b) genoemde kwalificerende opleiding.

  • d) Specifieke VE-scholing

    • Onderdeel van de opleidingsachtergrond conform a t/m b, bevat ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie of

    • Een bewijs dat met gunstig gevolg scholing afgerond is die specifiek gericht is op het verwerven van kennis en vaardigheden voor ontwikkelingsgericht werken in de voorschoolse educatie. Deze scholing omvat ten minste 12 dagdelen.

Overgangsbepaling:

Een peuterspeelzaalleidster en een pedagogisch medewerker met een bewijs van specifieke VE- scholing, behaald voor 1 januari 2018, dan wel gestart met specifieke VE scholing voor 1 januari 2018 en afgerond voor 1 januari 2020, voldoet aan de gestelde eis Specifieke VE-scholing.

  • e) Taalniveau Nederlands

    Voor de functie van peuterspeelzaalleidster is een diploma of certificaat vereist waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F ligt voor de mondelinge taalvaardigheid of op niveau B2 voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, luisteren en spreken.

    Voor de functie van peuterspeelzaalleidster in voorschoolse educatie in de G37 en G86 gemeenten geldt deze eis m.i.v. 1 augustus 2017, en in de overige gemeenten vanaf 1 augustus 2019. Daarbij geldt als aanvullende eis voor de functie van peuterspeelzaalleidster in voorschoolse educatie een diploma of certificaat waaruit blijkt dat het taalniveau Nederlands op niveau 3F/B2 ligt voor lezen.

    Alle Nederlandse diploma’s vanaf Mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F Nederlands voor wat betreft mondelinge vaardigheid. De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau voor mondelinge vaardigheid kan worden aangetoond is opgenomen in bijlage 2.3.

    Alle Nederlandse diploma’s op minimaal Hbo-niveau (waaronder Associate Degree en Bachelor) gelden als voldoende bewijs voor taalniveau 3F voor wat betreft mondelinge vaardigheid en lezen. De wijze waarop met een ander Nederlands diploma of certificaat het vereiste taalniveau kan worden aangetoond, is opgenomen in bijlage 2.3.

    Bij een buitenlands diploma dat vergelijkbaar is met een kwalificerend diploma op grond van c) is een apart bewijs nodig dat de peuterspeelzaalleid(st)er voldoet aan het vereiste taalniveau Nederlands. Als voldoende bewijs wordt het volgende aangemerkt, indien deze zijn afgegeven vanaf 1 januari 2001:

    • Certificaat behaald Staatsexamen NT2 Programma II

    • Certificaat van behaalde toets taalniveau B2 of 3F

    • Certificaat van behaalde toets mondelinge taalvaardigheid B2 of 3F

    • Een Nederlands diploma (HAVO, VHBO VWO, Mbo-4, AD, Hbo Bachelor, WO)

    • Mbo Keuzedeel Nederlands’

Bijlage 2.2 komt te luiden:

‘BIJLAGE 2.2 BRANCHE-ERKENDE SCHOLING PEDAGOGISCH BELEIDSMEDEWERKER/COACH EN PEDAGOGISCH COACH

Behorende bij de kwalificatie-eis Pedagogisch Beleidsmedewerker/ Coach en Pedagogisch Coach onder B zoals vastgelegd in de functiebeschrijvingen in van het Functieboek.

Branche-erkende scholing

Een van de mogelijkheden om te kunnen voldoen aan de kwalificatie-eis pedagogisch beleidsmedewerker/coach is het behalen van een certificaat branche erkende scholing voor coaching en/of pedagogiek.

Het scholingsaanbod, vastgesteld door de gezamenlijke cao partijen, voldoet aan de criteria uit het functieboek voor branche- erkende scholing en is gepubliceerd op de website van FCB. Elk besluit tot erkende- en vervallen scholing wordt gepubliceerd.

De scholingslijst kan de komende jaren groeien.

Reeds gevolgde scholing, die eerder voldeed, maar in de toekomst niet meer voldoet, heeft geen gevolgen voor de betrokken medewerker: hij /zij blijft gekwalificeerd.

De branche-erkende scholingen dienen te voldoen aan:

  • Leerdoelen conform hieronder vermeld

  • Leidt tot een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat de leerdoelen zijn behaald.

Leerdoelen Branche- erkende scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach en Pedagogisch coach

Een branche erkende Scholing voor Pedagogiek 0-13 jaar omvat de volgende leerdoelen:

  • Kennis van pedagogiek kinderopvang 0-13 jaar, waaronder de vier pedagogische doelen van Riksen Walraven en de pedagogische kaders kinderopvang;

  • Kennis van de zes interactievaardigheden: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, praten & uitleggen, structuur & continuïteit, ontwikkelingsstimulering en het begeleiden van interacties;

  • Kennis van verschillende pedagogische stromingen binnen de kinderopvang;

  • Vaardigheid van vertalen pedagogisch beleidsplan naar pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerker;

  • Kennis van en vaardigheid in observatietechnieken en registreren hiervan.

Een branche erkende Scholing voor Coaching omvat de volgende leerdoelen

  • kent en beheerst verschillende gesprekstechnieken

  • is in staat tot het herkennen en erkennen van verschillende leerstijlen bij medewerkers

  • heeft kennis van en hanteert feedbackregels

  • kan ontwikkelingsgerichte feedback geven aan medewerkers

  • is in staat een vertrouwensband met medewerkers op te bouwen en te onderhouden

  • zet mogelijkheden en kwaliteiten van de medewerkers zo optimaal in

  • kan confronteren – een spiegel voorhouden

  • is in staat om op een transparante wijze medewerkers te coachen binnen een hiërarchische relatie.

  • kan knelpunten en/of hiaten in de werkzaamheden, kennis en vaardigheden van pedagogisch medewerkers signaleren en kan coachingsbehoeften achterhalen.

  • kan een (individueel/ groepsgericht) coachingsplan opstellen.

  • weet hoe de kwaliteit van het functioneren van medewerkers te bewaken en dit te bespreken dit met de leidinggevende.’

Na bijlage 2.2. wordt een nieuwe bijlage 2.3 ingevoegd die komt te luiden:

‘BIJLAGE 2.3 SERVICEDOCUMENT TAALEIS PEDAGOGISCH MEDEWERKER EN PEUTERSPEELZAALLEIDSTER

Behorend bij onderdeel e) van de kwalificatie-eis peuterspeelzaalleid(st)er.

In de Wet IKK staat de eis opgenomen dat pedagogisch medewerkers en peuterspeelzaalleid(st)ers mondelinge Nederlandse taalvaardigheid moeten hebben op niveau 3F / B2. Het gaat om gesprekken voeren, luisteren en spreken. Met behulp van een diploma of certificaat kan deze taalvaardigheid worden aangetoond. Er wordt een overgangstermijn gehanteerd van 5 jaar.

In de cao Sociaal Werk zijn de voorwaarden voor de taaleis IKK vastgelegd in het Functieboek, onderdeel 'Taalniveau Nederlands', Bijlage 2.1, sub f) en is bij elk kwalificerend diploma aangegeven of dat tevens voldoet aan de taaleis IKK.

Cao-partijen willen dit ook voor de taaleis VE bij elke kwalificerend diploma gaan aangeven (dit volgt zodra dit gereed is).

De vuistregel is: alle Mbo4- en Hbo- diploma’s uit de kwalificatie-eis in de cao’s zijn voldoende om aan de taal-eisen IKK te voldoen. Ook iedereen met een Havo of Vwo-diploma voldoet aan de taaleis IKK; maar om als pedagogisch medewerker / peuterspeelzaalleid(st)er werkzaam te kunnen zijn, moet er daarnaast dan ook een kwalificerend diploma zijn behaald.

Diploma op Mbo niveau 3

Heeft de medewerker een Nederlands Mbo niveau 3 diploma dat kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker of peuterspeelzaalleidster, en daarnaast geen diploma van havo, vhbo, vwo, Hbo of wo, dan kan er op drie manieren worden voldaan aan de taaleis:

  • een schriftelijk bewijs dat je het mbo keuzedeel ‘Nederlands 3F’ hebt behaald

  • een ander schriftelijke bewijs (certificaat van een taaltoets, cijferlijst of andere bijlage bij diploma) dat bewijst dat je mondelinge taalvaardigheid op niveau 3F ligt.

  • Voor mbo-3 studenten geldt dat zij het Centraal Examen Nederlands 3F kunnen afleggen sinds schooljaar 2015-2016. (Zie ook: ook het steunpunt taal en rekenen Mbo)

Buitenlands diploma

Heeft de medewerker een buitenlands diploma dat kwalificeert voor de functie van pedagogisch medewerker of peuterspeelzaalleid(st)er, dan is altijd een aanvullend bewijs nodig om aan te tonen dat aan de taaleis IKK wordt voldaan. Als voldoende bewijs wordt het volgende aangemerkt, indien deze zijn afgegeven vanaf 1 januari 2001:

  • Certificaat behaald Staatsexamen NT2 Programma II

  • Certificaat van behaalde toets taalniveau B2 of 3F

  • Certificaat van behaalde toets mondelinge taalvaardigheid B2 of 3F

  • Een Nederlands diploma (HAVO, VHBO VWO, Mbo-4, AD, Hbo Bachelor, WO)

  • Mbo Keuzedeel Nederlands

Taaltoetsen

Bijvoorbeeld UvA taaltoetsen en Mr Dutch bieden taaltoetsen aan op mondelinge taalvaardigheid.

Let op: Taaleis Voorschoolse Educatie pedagogisch medewerker/ peuterspeelzaalleidster

Naast de taaleis IKK kent de voorschoolse educatie ook een taaleis. Naast de mondelinge taalvaardigheid op niveau 3F/B2 heeft het Ministerie van OCW ook leesvaardigheid op dit niveau verplicht. Voor de grote gemeenten (G37 en G86) geldt dit sinds 1 augustus 2017 en vanaf 1 augustus 2019 voor alle gemeenten. Daarnaast is er een verschil in de ministeriele eisen voor de aantoonbaarheid van de taaleis VE ten opzichte van die voor de taaleis IKK. Hieronder volgt een toelichting hierop.

De taaleis voor medewerkers in de VE is vastgesteld door de overheid en vastgelegd in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

De aantoonbaarheid van de taaleis VE heeft het Ministerie van OCW ook geregeld in dit besluit en de uitwerking van dit besluit is vastgelegd in de factsheet ‘Taalniveau 3F pedagogisch medewerkers die (willen) werken in de voorschoolse educatie’. Kort gezegd voldoet een medewerker aan de taaleis VE met Hbo of universitair diploma, met een Havo of Vwo diploma en 5,5 voor het vak Nederlands, voor Mbo 4 minimaal een 5,5 voor het centraal examen Nederlandse taal. Voor Mbo 3 is er tevens een uitwerking.

Gevolgen verschil in aantoonbaarheid

De keuze die cao partijen hebben gemaakt ten aanzien van de aantoonbaarheid van de taaleis IKK wijkt af van de keuze van het Ministerie van OCW ten aanzien van de aantoonbaarheid van de taaleis VE. De keuze van cao-partijen is mede ingegeven omdat oudere mbo-4 diploma’s geen cijferlijst hebben en aansluiten bij de keuze van OCW zou betekenen dat er voor de betreffende medewerkers opnieuw een taaltoets moet plaatsvinden en er mogelijk aanvullende scholing noodzakelijk is, terwijl zij wel aan het vereiste niveau voldoen op grond van het diploma. Daar waar er wel sprake is van een cijferlijst is relevant dat het cijfer voor Nederlands is samengesteld uit veel meer onderdelen dan mondelinge taal- en leesvaardigheid. Door het stellen van een 5,5 als ondergrens wegen de andere onderdelen onevenredig zwaar en zal voor de betreffende medewerkers opnieuw een taaltoets moeten plaatsvinden, met evt. vervolgscholing.

Het gevolg van het verschil in aantoonbaarheid kan zijn dat de zwaardere aantoonbaarheidseis vanuit OCW de norm gaat worden omdat medewerkers zowel op VE groepen als reguliere groepen moeten kunnen worden ingezet. De norm die OCW stelt gaat hierdoor ook gelden voor het niet VE deel van de branche, dat vele malen groter is dan het VE deel.

Specifieke VE scholing

Het Ministerie van OCW heeft tevens de eisen aan de specifieke scholing aangescherpt. Deze aangescherpte eisen worden verwerkt in de nieuwe Cao Kinderopvang en in de cao Sociaal Werk.’

Aan bijlage 6, onderdeel C, lid 6 wordt een nieuwe tabel toegevoegd die komt te luiden:

‘Salarisschaal 0: I/D-banen, met ingang van 1 januari 2019 in euro's, afgerond op eurocenten.

Periodiek

instroombaan

Doorstroombaan

0

1.615,80

1.615,80

1

1.690,06

1.690,06

2

1.729,76

1.729,76

3

1.771,24

1.771,24

4

1.816,34

1.816,34

5

1.868,60

1.868,60

6

1.923,74

1.923,74

7

1.980,50

1.980,50

8

2.038,91

2.038,91

9

2.100,54

2.098,04

10

 

2.176,66

11

 

2.255,06

12

 

2.337,50

13

 

2.423,70’

Bijlage 10, artikel z komt te luiden:

‘BIJLAGE 10 REGLEMENT GELIJKSTELLINGSCOMMISSIE

Ex artikel 6.3 lid E

2 Indienen gelijkstellingsverzoek

  • a. Een verzoek tot individuele gelijkstelling op grond van de opleidingsachtergrond voor de functie van Peuterspeelzaalleid(st)er, Pedagogisch beleidsmedewerker/coach of Pedagogisch coach, verder te noemen: ‘gelijkstellingsverzoek’ wordt door de werkgever schriftelijk bij de Gelijkstellingscommissie ingediend.

  • b. Een gelijkstellingsverzoekverzoek wordt in behandeling genomen indien de werkgever de onderstaande documenten heeft ingediend:

    • 1. een met redenen omkleed en door de werkgever ondertekend verzoekschrift;

    • 2. een bewijs van het voornemen tot indiensttreding van de kandidaat-werknemer;

    • 3. een afschrift van één of meer van de volgende documenten van de kandidaat-werknemer: betreffende diploma’s/ getuigschriften/ IDW-waardering/ DUO-verklaring, EVC-certificaat, bewijsstukken van overige gevolgde opleidingen en bijscholingen of in het functieboek bij de functiebeschrijving genoemde documenten;

    • 4. alle documenten die door de Gelijkstellingscommissie worden gevraagd omdat deze benodigd zijn om de procedure voort te kunnen zetten;

    • 5. een eventueel eerder verleende gelijkstelling met betrekking tot de kandidaat-werknemer.

  • c. Deze bepalingen zijn ook van toepassing indien het een werknemer betreft. Hierbij dient onder lid b sub 2 ‘voornemen tot indiensttreding’ gelezen te worden als ‘arbeidsovereenkomst’.’

Na bijlage 12 wordt een nieuwe bijlage toegevoegd die komt te luiden:

BIJLAGE 14 PEUTERSPEELZAALLEID(ST)ER IN OPLEIDING EN PEUTERSPEELZAALLEID(ST)ER IN ONTWIKKELING

Ex. art. 2.3 A en 6.3 B tot en met E

Voor de peuterspeelzaalleid(st)er in opleiding gelden de volgende bepalingen, uitgewerkt voor de Mbo-student- werknemer, de Hbo-student- werknemer en overige studenten. Ook de bepalingen voor de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling zijn uitgewerkt.

A Mbo-student-werknemer peuterspeelzaalleid(st)er

  • 1. Arbeidsovereenkomst

    • a. De werkgever die een MBO-student die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) of derde leerweg (OVO) volgt in dienst wil nemen als student-werknemer, moet ten minste voldoen aan de door de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) vastgestelde erkenningsregeling voor leerbedrijven. De Mbo-student dient een opleiding te volgen volgens sub a van de kwalificatie-eis peuterspeelzaalleid(st)er, opgenomen in bijlage 2.1 van het Functieboek.

    • b. De werkgever en de in a. bedoelde student-werknemer ten behoeve van het peuterspeelzaalwerk gaan een leer-arbeidsovereenkomst aan voor ten minste 12 uur per week. Bij een opleiding met een normatieve duur van meer dan 3 jaar moet de werkgever een leer-arbeidsovereenkomst aanbieden voor ten minste het aantal uren per week van het onderdeel beroepspraktijkvorming van die opleiding/het opleidingsinstituut.

    • c. De werkgever kan aan de onder a. bedoelde student-werknemer een leer-arbeidsovereenkomst voor meer uren per week aanbieden in verband met (gedeeltelijke) compensatie voor de tijd die deze op het opleidingsinstituut of thuis aan de gevolgde opleiding besteedt.

B Hbo-student-werknemer

Voor de werkgever die een Hbo-student, die de duale leerroute volgt in dienst wil nemen als student-werknemer gelden de volgende bepalingen:

  • a. De Hbo-student dient de duale leerroute te volgen van een opleiding volgens sub a van de kwalificatie-eis peuterspeelzaalleidster, opgenomen in bijlage 2.1 van het functieboek.

  • b. De werkgever gaat met de student-werknemer die de duale leerroute volgt van een opleiding die na afronding de bevoegdheid geeft voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er, een (leer)arbeidsovereenkomst of leerarbeidsplaats aan.

  • c. Deze overeenkomst kan worden aangegaan voor de duur van te volgen opleiding. Deze overeenkomst eindigt op de datum waarop de opleiding wordt beëindigd, maar uiterlijk 4 jaar na aanvang van de opleiding.

C Formatieve inzet overige peuterspeelzaalleid(st)ers in opleiding

Een student die een Mbo-opleiding volgt, anders dan BBL en derde leerweg (OVO) met leer-arbeidsovereenkomst, of een student die een Hbo-opleiding volgt, anders dan Hbo-duale leerroute, die (na afronding) bevoegdheid geeft tot uitoefening van de functie van peuterspeelzaalleid(st)er, kan op basis van een arbeidsovereenkomst formatief worden ingezet in de volgende situaties:

  • bij ziekte van een peuterspeelzaalleid(st)er;

  • tijdens schoolvakanties van de student.

Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • De student mag nooit alleen op de groep staan behalve tijdens pauzes;

  • De MBO-student mag niet worden ingezet tijdens het eerste leerjaar; en

  • De MBO-student kan uitsluitend worden ingezet op de eigen stagelocatie.

D Peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling

  • 1. Indien de kandidaat-werknemer niet voldoet aan de in de CAO genoemde kwalificatie-eis voor peuterspeelzaalleid(st)er, stelt de werkgever binnen 2 maanden na indiensttreding in de functie van peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling een ontwikkelplan op (zie ook artikel 6.3 lid C2)

  • 2. Voor werknemers vergoedt de werkgever bij indiensttreding als peuterspeelzaalleid(st)er, peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling of student-werknemer de direct hieraan voorafgaand gemaakte kosten van een EVC-procedure (EVC = erkenning verworven competenties) gericht op het voldoen aan de kwalificatie-eis voor peuterspeelzaalleid(st)er.

  • 3. De peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling heeft het recht om in een periode van 3 jaar na overleg ten minste eenmaal vergoed door de werkgever een EVC-procedure te doorlopen gericht op het voldoen aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er

  • 4. In afwijking van de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er (zie bijlage 2.1 van het functieboek) gelden voor de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling de volgende instroomeisen:

    • De kandidaat-werknemer beschikt over een diploma op minimaal Mbo3-niveau of over een HAVO- of VWO-diploma; Óf

    • De kandidaat-werknemer beschikt over relevante werkervaring en een buitenlands diploma waarvan nog niet bekend is of de kwaliteit gelijk is aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er én het opgestelde ontwikkelplan wijst uit dat instroom als peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling verantwoord is.

  • 5. Met de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling kan in lijn met artikel 7:668a lid 9 BW een of meerdere arbeidsovereenkomsten worden aangegaan voor bepaalde tijd, zonder dat deze meetellen voor de ketenregeling van artikel 7:668a lid 1 BW. Het moet hierbij gaan om iemand die nog niet voldoet aan de kwalificatie-eis voor peuterspeelzaalleid(st)er. Het is ook mogelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te sluiten voor de duur van het traject om te komen tot het voldoen aan de kwalificatie-eis voor peuterspeelzaalleidster. Zodra wordt voldaan aan de kwalificatie-eis voor peuterspeelzaalleid(st)er, wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van peuterspeelzaalleid(st)er. Artikel 2.3 A2 en 6.3 C2 van de cao zijn hierop van toepassing.

  • 6. De werkgever en de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling gaan een arbeidsovereenkomst aan van ten minste 12 uur per week.

  • 7. Tussentijdse opzegging is mogelijk, in aanvulling op de bepalingen in artikel 2.3, ingeval het functioneren van de werknemer verdere ontwikkeling tot peuterspeelzaalleid(st)er verhindert. Dit moet gebaseerd zijn op een plaatsgevonden beoordeling conform artikel 6.5 lid D2 en bijlage 4 (voorbeeldregeling)

  • 8. De werkgever stelt binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst in overleg met de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling een persoonlijk ontwikkelplan op. Dit ontwikkelplan vormt onderdeel van het personeelsdossier. De basis voor dit ontwikkelplan is de beoordeling van de praktijkopleider en leidinggevende. In het ontwikkelplan wordt vastgelegd hoe de werknemer gaat werken aan zijn ontwikkeling gericht op het voldoen aan de kwalificatie-eis voor de functie van peuterspeelzaalleid(st)er (conform de kwalificatie-eis uit bijlage 2; functieboek).

    In het ontwikkelplan worden minimaal de volgende afspraken schriftelijk vastgelegd:

    • het beoogde te behalen diploma;

    • de resultaten uit de beoordeling;

    • de fasering van het ontwikkeltraject;

    • de activiteiten in het traject;

    • de faciliteiten in het traject (omvang en aard van hulpmiddelen en begeleiding);

    • de formatieve inzetbaarheid;

    • de wijze waarop de voortgang en mate van ontwikkeling via functioneringsgesprekken gevolgd wordt.

  • 9. Functioneringsgesprekken worden minimaal 2 keer per jaar gehouden. Onderwerp van elk gesprek is het ontwikkelplan, de werkgever kan dit plan in elk gesprek in overleg met de werknemer aanpassen.

  • 10. De werkgever faciliteert de peuterspeelzaalleid(st)er in ontwikkeling met begeleiding, leer- en opleidingsactiviteiten gericht op het voldoen aan de kwalificatie-eis en op grond van de afspraken in het ontwikkelplan.

  • 11. Alle aan het ontwikkelplan verbonden kosten en tijd komen voor rekening van de werkgever.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 20 mei 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven