Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 april 2019, kenmerk 1509981-189006-WJZ, tot wijziging van de Mandaatregeling VWS, in verband met het mandaat om openbaarmakingbesluiten te nemen op grond van de Gezondheidswet en Jeugdwet en beslissingen op bezwaar te nemen op het werkterrein van de NVWA

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

ARTIKEL I

De Mandaatregeling VWS wordt als volgt gewijzigd:

A.

Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het tweede lid hebben de inspecteur-generaal, de directeur Strategie en het divisiehoofd Juridische Zaken van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit mandaat tot het nemen van beslissingen op bezwaar met betrekking tot besluiten die tot hun werkterrein behoren.

B.

Artikel 15b komt te luiden:

Artikel 15b

De Inspecteur-Generaal, de Hoofdinspecteurs van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd en de Inspecteurs van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd, hebben mandaat tot het nemen van besluiten tot openbaarmaking, als bedoeld in onderdeel II, onder 5, subonderdeel a, en onderdeel III, onder 5, subonderdeel a, van de bijlage bij het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet, te nemen.

ARTIKEL II

Het Besluit van de Secretaris-Generaal van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 juli 2016, kenmerk 933566-153381-WJZ, houdende het verlenen van de bevoegdheid besluiten te nemen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (Stcrt. 2016, nr. 39033), wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt voor artikel I, onderdeel A terug tot en met 1 april 2019 en voor artikel I, onderdeel B en artikel II tot en met 1 februari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Artikel I, Onderdeel A

Op 11 september 2014 is het Visitatierapport juridische functie NVWA uitgebracht. In dit rapport is een aantal aanbevelingen gedaan waarmee de juridische functie binnen de NVWA versterkt zou kunnen worden. Eén van de aanbevelingen was de overheveling van de afhandeling van (een deel van) de bezwaren inzake besluiten die in primo door de NVWA zijn genomen van de juridische afdeling van het Ministerie van VWS naar de juridische afdeling van de NVWA. Hiermee kan de efficiëntie van de bezwaarafhandeling van dit soort bezwaren vergroot worden en het leereffect binnen de cyclus beleid-uitvoering-handhaving optimaal benut. De aanbeveling is overgenomen en er zijn de afgelopen jaren verschillende acties in de sfeer van bedrijfsvoering en organisatie uitgevoerd om deze overheveling praktisch gestalte te kunnen geven. Vanaf 1 april 2019 zal de NVWA de bezwaren zelf kunnen afdoen.

Met de toevoeging van het zesde lid aan artikel 14, krijgen de inspecteur-generaal, de directeur Strategie en het divisiehoofd Juridische Zaken van de NVWA de bevoegdheid tot het in mandaat nemen van beslissingen op bezwaar op het werkterrein van de NVWA. Vanzelfsprekend gaat het in dit verband uitsluitend om bezwaren tegen besluiten die door de NVWA in naam van de Minister van VWS zijn genomen. In de praktijk zullen dit vooral besluiten op het gebied van de Tabaks- en rookwarenwet en de Warenwet zijn. In een veel kleiner aantal gevallen kan het echter ook om besluiten op grond van de Geneesmiddelenwet of op grond van Europese Verordeningen gaan.

Artikel l, Onderdeel B

Met de inwerkingtreding van de Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de naleving en uitvoering van regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen (Stb. 2016, 448) en het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet (Stb. 2019, 9; hierna: het Besluit openbaarmaking) worden de in de bijlage bij dit besluit aangeduide documenten en besluiten actief openbaar gemaakt door de IGJ. Deze documenten en besluiten worden openbaar gemaakt na een daartoe strekkend besluit van de Minister van VWS ofwel van de Inspecteur-Generaal. Voor zover het nemen van deze besluiten de bevoegdheid is van de Minister van VWS, zal de IGJ op basis van mandaat de openbaar-makingsbesluiten zal nemen. Gezien de onderlinge samenhang tussen het primaire besluit en het besluit tot openbaarmaking en uit efficiencyoverwegingen is het wenselijk om de bevoegdheid tot het nemen van de openbaarmakingsbesluiten te mandateren aan dezelfde functionaris die de bevoegdheid heeft om de primaire besluiten in naam van de Minister te nemen. Daarom kunnen niet alleen de Inspecteur-Generaal, maar ook de Hoofdinspecteurs en Inspecteurs van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd de openbaarmakingsbesluiten ondertekenen.

Artikel II

Het in artikel II genoemde besluit wordt ingetrokken. Dit besluit ziet op mandatering van het nemen van openbaarmakingsbesluiten op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur in geval van schriftelijke aanwijzingen of verlening van bevelen op grond van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg. De openbaarmaking van deze besluiten vindt voortaan plaats op grond van het Besluit openbaarmaking.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven