Besluit van de Secretaris-Generaal van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 juli 2016, kenmerk 933566-153381-WJZ, houdende het verlenen van de bevoegdheid besluiten te nemen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur

De Secretaris-Generaal van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 16a van de Mandaatregeling VWS;

Besluit:

Artikel 1

De Inspecteur-Generaal en de Hoofdinspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben de bevoegdheid om ten aanzien van een door hen in mandaat genomen besluit tot het opleggen van een schriftelijke aanwijzing als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, in naam van de Minister een besluit te nemen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 2

De Directeur-Generaal en de directeur van de betreffende beleidsdirectie hebben de bevoegdheid om ten aanzien van een door hen in mandaat genomen besluit tot verlenging van een bevel als bedoeld in artikel 27, vierde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, in naam van de Minister een besluit te nemen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal, met de toelichting, in de Staatscourant worden geplaatst.

De Secretaris-Generaal, E. Gerritsen

TOELICHTING

Sinds de inwerkingtreding van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) per 1 januari 2016 is in artikel 15a van de Mandaatregeling VWS de bevoegdheid om een aanwijzing te geven aan een zorgaanbieder in de zin van artikel 27, eerste lid, van de Wkkgz gemandateerd aan de Inspecteur-Generaal en de Hoofdinspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De bevoegdheid om een door de IGZ opgelegd bevel in de zin van artikel 27, vierde lid, van de Wkkgz te verlengen, is op grond van artikel 10, eerste lid, onder a, van de Mandaatregeling VWS gemandateerd aan de betrokken Directeur-Generaal en de directeur van de directie tot wiens werkterrein het verlengde bevel behoort. Deze aanwijzingen en verlengingen van bevelen worden in overeenstemming met het openbaarmakingsbeleid openbaar gemaakt op de website van de IGZ op grond van een actief openbaarmakingsbesluit als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Mandaatregeling VWS zijn alleen de Secretaris-Generaal, de plaatsvervangend Secretaris-Generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken en de directeur Communicatie bevoegd tot het nemen van deze actieve openbaarmakingsbesluiten in naam van de minister op basis van de Wob. Voorgaande leidt ertoe dat er twee aparte besluiten, een besluit inhoudende een aanwijzing of verlenging van een bevel in de zin van artikel 27 van de Wkkgz en een Wob-besluit, ondertekend door twee verschillende bevoegde personen, moeten worden genomen. Gezien de onderlinge samenhang tussen deze twee besluiten en uit efficiencyoverwegingen is het wenselijk om de bevoegdheid tot het nemen van dit Wob-besluit te mandateren aan dezelfde functionaris die de bevoegdheid heeft om het handhavingsbesluit in het kader van de Wkkgz in naam van de minister te nemen. Met het onderhavige, op grond van artikel 16a, eerste lid, van de Mandaatregeling VWS gebaseerde, besluit wordt dit gerealiseerd. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat deze mandatering vanzelfsprekend ook ziet op de besluiten tot beëindiging, schorsing, opheffing en intrekking van aanwijzingen en verlenging van bevelen.

De Secretaris-Generaal, E. Gerritsen

Naar boven