Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders

12 maart 2019

Nr. 2514263

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

  • 1) Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019 dient te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, wordt bijgesteld van 8.000 personen naar 6.000 personen.

  • 2) Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 6.000 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft ten eerste de bijstelling van het aantal van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019 te huisvesten vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asielgerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen. De prognose was eerder op 20 september 2018 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2018, 54691) en vastgesteld op 8.000 te huisvesten personen. Deze prognose is destijds berekend aan de hand van de verwachting van het aantal personen dat voor huisvesting beschikbaar zou komen gedurende de taakstellingsperiode. In de afgelopen maanden is echter gebleken dat minder personen voor huisvesting beschikbaar zijn gekomen. Er kunnen niet meer vergunninghouders gehuisvest worden dan er beschikbaar zijn en daarom wordt de taakstelling bijgesteld naar 6.000 te huisvesten personen.

Ten tweede betreft deze bekendmaking het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 juli 2019 en 31 december 2019. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asielgerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt en het aantal vergunninghouders dat naar verwachting op 1 juli 2019 nog in de opvang verblijft om te worden uitgeplaatst.

De huisvestingstaakstelling voor het tweede halfjaar van 2019 bedraagt 6.000 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 juli 2019 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de 1e helft van 2019, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de tweede helft van 2019 worden betrokken.

Naar boven