Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders

20 september 2018

Nr. 2367349

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2019 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 8.000 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asiel gerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder de reikwijdte van de taakstellingensystematiek van de Huisvestingwet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt en het aantal vergunninghouders dat naar verwachting op 1 januari 2019 nog in de opvang verblijft om te worden uitgeplaatst.

De huisvestingstaakstelling voor het eerste halfjaar van 2019 bedraagt 8.000 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 januari 2019 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de 2e helft van 2018, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de eerste helft van 2019 worden betrokken.

Naar boven