Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 26 maart 2019, nr. IENW/BSK-2019/53913, tot wijziging van de Regeling valschermspringen 2010 in verband met de ophoging van enkele valschermspringgebieden, de Regeling luchtverkeersdienstverlening in verband met de instelling van enkele Radio Mandatory Zones, de Regeling modelvliegen in verband met een technische aanpassing en de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen in verband met het herstel van een omissie

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikelen 5.7, derde lid, en 5.10, eerste lid, van de Wet Luchtvaart en artikelen 4, 4a, 8, eerste lid, en 12 van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 9, tweede lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel g wordt de punt vervangen door een puntkomma.

2. In onderdeel h wordt ‘onderdelen e tot en met l’ vervangen door ‘onderdelen c tot en met l’.

ARTIKEL II

In artikel 1a van de Regeling modelvliegen wordt ‘artikel 4’ vervangen door ‘artikel 4a’.

ARTIKEL III

In artikel 16, derde lid, van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen wordt ‘het eerste lid’ vervangen door ‘het eerste en tweede lid’.

ARTIKEL IV

In de Regeling valschermspringen 2010 wordt de tabel in bijlage 1 als volgt gewijzigd:

1. De maximale springhoogte ‘FL 130’ behorend bij de locatie Echten wordt vervangen door ‘FL 150’.

2. De maximale springhoogte ‘FL 130’ behorend bij de locatie Spier wordt vervangen door ‘FL 150’.

3. De locatie ‘Oostelijk Flevoland’ met de daarbij behorende maximale springhoogte, coördinaten en toegestaan tijdstip vervalt.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze ministeriële regeling strekt tot wijziging van:

• de Regeling luchtverkeersdienstverlening in verband met het instellen van Radio Mandatory Zones bij de luchthavens Eelde en Maastricht;

• de Regeling modelvliegen in verband met een gewijzigde grondslag;

• de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen in verband met experimentele vluchten in de CTR van Eelde;

• de Regeling valschermspringen 2010 in verband met het verhogen van twee springgebieden en het verwijderen van een springgebied.

De wijzigingen betreffen technische aanpassingen en herstel van omissies. In het artikelsgewijze deel van de toelichting wordt nader ingegaan op deze wijzigingen.

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen op grond van de ministeriële regelingen die in de onderhavige regeling worden gewijzigd, is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid-toets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. De wijzigingen zijn louter technisch of operationeel van aard.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.

Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt met ingang van 1 april 2019 in werking. Dit is het eerstvolgende vaste verandermoment. Omdat deze regeling niet voor 1 februari 2019 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste invoeringstermijn worden afgeweken van de daarvoor geldende twee maanden. Dit is niet bezwaarlijk omdat hier sprake is van reparatieregelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Deze wijziging betreft een reparatie: met de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/291678, tot wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening in verband met het vervallen van de plaatselijke luchtverkeersdienstverleningsgebieden buiten openstellingsuren van enkele gecontroleerde luchthavens is de activering van de CTRs (control zone, d.w.z. plaatselijk luchtverkeersleidinggebied) van de luchthavens Eelde en Maastricht gekoppeld aan de openstelling van deze luchthavens, terwijl deze CTR’s daarvóór 24 uur per dag actief waren. Dit betekent dat buiten de openstelling geen luchtverkeersleiding wordt gegeven, en het luchtruim buiten openstellingsuren ongecontroleerd luchtruim is. Vooral in de zomermaanden wanneer het vroeg licht wordt en de zon pas laat onder gaat kan dat leiden tot de situatie dat er VFR-verkeer in het luchtruim rondom de luchthaven vliegt dat tijdens de openstellingstijden van de luchthaven tot de CTR behoort, terwijl er ook IFR-vliegverkeer zich in dit gebied bevindt dat op weg is naar de luchthaven of er zojuist van is opgestegen, hetgeen veiligheidsrisico’s met zich mee kan brengen.

De onderhavige wijziging leidt ertoe dat wanneer het luchtruim rond de luchthavens Eelde en Maastricht geen CTR is, het dan een RMZ is. Dit betekent dat luchtverkeer zonder radio zich nooit in dit gebied mag bevinden, ondanks het feit dat het dan luchtruim met de klasse G of E is.

Door het instellen van een RMZ (radio mandatory zone, d.w.z. een luchtverkeersgebied waarbinnen het meenemen en gebruiken van radioapparatuur verplicht is) wordt voorkomen dat er aan de randen van de openingstijden van de luchthavens VFR-vliegverkeer zonder radiocontact tegelijk samen met commercieel IFR luchtverkeer in dit gedeelte van het luchtruim vliegt.

Met deze wijziging geldt het uitgangspunt ‘CTR of RMZ’ niet meer alleen voor de militaire luchthavens, maar ook voor de luchthavens Eelde en Maastricht.

De Luchtverkeerscommissie heeft ingestemd met deze wijziging en deze is in lijn met de criteria uit de Luchtruimcatalogus.

Artikel II

Deze wijziging betreft het omhangen van de Regeling modelvliegen naar een nieuwe grondslag, te weten artikel 4a van het Besluit luchtverkeer 2014. Artikel 4a van het Besluit luchtverkeer 2014 is per 1 juli 2018 in werking getreden. Hiervóór was de grondslag artikel 4 van het Besluit luchtverkeer 2014, dat de grondslag bevat om regels te stellen ten aanzien van de deelname aan het luchtverkeer van luchtvaartuigen die naar hun aard niet kunnen voldoen aan de bepalingen van verordening (EU) nr. 923/2012¹ (hierna: SERA-verordening). Ten tijde van de vaststelling van het Besluit luchtverkeer 2014 was de reikwijdte van de SERA-verordening al het algemene luchtverkeer. Met de Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1185² is het toepassingsgebied van de SERA-verordening ingeperkt waardoor de SERA-verordening niet meer van toepassing is op modelluchtvaartuigen. Voor modelluchtvaartuigen blijft gelden dat zij naar hun aard niet kunnen voldoen aan de SERA-verordening. Desondanks is ter verduidelijking voor het stellen van regels ten aanzien van vluchten met luchtvaartuigen die niet onder het toepassingsgebied van de SERA-verordening vallen en mogelijk in de toekomst niet meer onder het toepassingsbereik van de SERA-verordening zullen vallen, met artikel 4a een aparte grondslag gecreëerd.

Artikel III

Deze wijziging betreft het herstellen van een omissie in artikel 16, derde lid, van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen. Dit artikellid bevat een uitzondering op het verbod te vliegen met op afstand bestuurde luchtvaartuigen in de CTR van de luchthaven Eelde ten behoeve van experimenten met betrekking tot de integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in gecontroleerd luchtruim. Zoals aangegeven in de toelichting bij artikel 16, derde lid (Stcrt. 2017, nr. 57411) was de bedoeling om deze experimentele vluchten mogelijk te maken in de gehele CTR van Eelde. Per abuis is echter slechts een uitzondering gemaakt op het verbod te vliegen in de zogenoemde binnenring (neergelegd in artikel 16, eerste lid) en niet op het verbod te vliegen in de zogenoemde buitenring boven de 45 meter (neergelegd in artikel 16, tweede lid). Deze omissie wordt met de onderhavige regeling hersteld. De uitzondering op het verbod te vliegen in de CTR doet niet af aan het in artikel 14 van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen neergelegde verbod hoger te vliegen dan 120 meter.

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat de operaties in de CTR worden uitgevoerd door gecertificeerde drone operators, die gebruik maken van gekeurde drones en professionele piloten. Verder moeten de operaties voldoen aan de SERA-verordening.

Artikel IV

In de wijzigingsregeling van 18 juni 2018, nr. IENW/BSK-2018/118770, was abusievelijk de verhoging van de springgebieden Spier en Echten van FL130 naar FL150 en de verwijdering van het springgebied Oostelijk Flevoland niet meegenomen. Dit is met onderhavige wijzigingen gerepareerd.

De verhoging van de springgebieden vloeit voort uit het traject ‘Toekomstvaste General Aviation Locaties’ (TGAL) waarin onder meer de ruimte voor valschermspringen in Nederland is onderzocht en waaruit bleek dat er ruimte was om onder meer de springgebieden Spier en Echten te verhogen.

Het schrappen van het springgebied Oostelijk Flevoland geschiedt omdat er geen valschermspringactiviteiten meer plaatsvinden op de Luchthaven Lelystad en hier in de toekomst vanwege de ontwikkeling van deze luchthaven ook geen ruimte meer voor zal zijn.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

---

1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012 L 281).

2 Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1185 van de Commissie van 20 juli 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 wat betreft de actualisering en voltooiing van de gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures (SERA deel C) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 730/2006 (PbEU 2016, L 196).