Uitzendkrachten 2019

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 april 2019 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU);

Partijen ter andere zijde: FNV, CNV Dienstenbond, De Unie en de Landelijke Belangenvereniging LBV.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 28, tweede lid, komt te luiden:

‘Artikel 28 Het ABU-loongebouw

  • 2. Salaristabel ABU-beloning in euro’s per 1 januari 2019 ziet er als volgt uit.

     

    (I)

    (II)

    (III)

    (IV)

    Functiegroep

    Beginsalaris

    Beginsalaris

    Eindsalaris

    Periodieke verhoging naar functiegroep

     

    Allocatiegroep

    Onbepaalde tijd in fase C

    Transitiegroep

    Groep niet-indeelbaar

       

    1

    € 9,33

    € 9,92

    € 12,14

    2,1%

    2

    € 9,33

    € 10,37

    € 13,09

    2,2%

    3

    € 9,33

    € 10,94

    € 14,23

    2,3%

    4

    € 10,90

    € 11,50

    € 15,10

    2,4%

    5

    € 11,38

    € 12,00

    € 16,48

    2,5%

    6

    € 11,94

    € 12,97

    € 17,18

    2,6%

    7

     

    € 13,83

    € 20,27

    2,7%

    8

     

    € 15,15

    € 22,81

    2,8%

    9

     

    € 16,72

    € 25,73

    2,9%

    10

     

    € 17,67

    € 28,73

    3,0%

Artikel 61 komt te luiden:

‘Artikel 61 Percentages reserveringen, inhoudingen en wachtdagcompensatie

  • 1.

    • a. Het percentage, bedoeld in artikel 55 lid 6 van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 10,87%.

    • b. Indien op grond van de artikelen 60 lid 14 en 64 lid 2 wordt afgeweken van de regeling als bedoeld in artikel 55 lid 6 van de cao, dan bedraagt het percentage voor de vakantiedagenreservering in 2019 8,70% en wordt 2,17% van het feitelijk loon wekelijks/maandelijks/periodiek in geld uitgekeerd.

  • 2. Het percentage, bedoeld in artikel 57 lid 3 van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 0,60%.

  • 3. Het percentage, bedoeld in artikel 58 lid 2 onder a. van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 2,61%.

  • 4. Het percentage, bedoeld in artikel 59 lid 2 van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 8,30%.

  • 5. Het percentage, bedoeld in artikel 53 lid 5 van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 voor de premiegroepen Uitzendbedrijven I en Uitzendbedrijven II respectievelijk 0,58% en 1,33%.

  • 6. Het percentage, bedoeld in artikel 53 lid 4 van de onderhavige cao, bedraagt in 2019 voor de premiegroepen Uitzendbedrijven I en Uitzendbedrijven II respectievelijk 0,71% en 1,16%.

  • 7. In onderstaande tabel zijn de van toepassing zijnde percentages opgenomen van de resterende looptijd van de cao:

    Artikel

    2018

    2019

    artikel 61 lid 1onder a.

    reservering vakantiedagen

    10,92%

    10,87%

    artikel 61 lid 1 onder b.

    reservering wettelijke vakantiedagen

    8,73%

    8,70%

    artikel 61 lid 1 onder b.

    uitbetaling bovenwettelijke vakantiedagen

    2,18%

    2,17%

    artikel 61 lid 2 kort verzuim en buitengewoon verlof

    0,60%

    0,60%

    artikel 61 lid 3 algemeen erkende feestdagen

    3,06%

    2,61%

    artikel 61 lid 4 vakantiewerkers

    8,30%

    8,30%

    artikel 61 lid 5 Uitzendbedrijven I

    0,58%

    0,58%

    artikel 61 lid 5 Uitzendbedrijven II

    1,33%

    1,33%

    artikel 61 lid 6 Uitzendbedrijven I

    0,71%

    0,71%

    artikel 61 lid 6 Uitzendbedrijven II

    1,16%

    1,16%

  • 8. In artikel 5 Bijlage II van de cao is de berekeningsmethodiek van de reserveringen opgenomen.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 10 april 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

Stcrt. van 17 april 2018, nr. 22078; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juli 2018 (Stcrt. 2018, nr. 36992)

Naar boven