Regeling van de Minister van Financiën van 20 februari 2019, 2019-27456, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft en tot intrekking van de Regeling van de Minister van Financiën van 1 februari 2011 tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, inzake vacatiegelden vertrouwenscommissie opvangregeling leven (Stcrt. 2011, 2152)

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikel I, onderdeel S, van de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars en artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In de Uitvoeringsregeling Wft vervalt hoofdstuk 5.

ARTIKEL II

De Regeling van de Minister van Financiën van 1 februari 2011 tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, inzake vacatiegelden vertrouwenscommissie opvangregeling leven (Stcrt. 2011, 2152) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

De Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars is met ingang van 1 januari 2019 in werking getreden. Als gevolg van artikel I, onderdeel S, van die wet is afdeling 3.5.4 ('Opvangregeling voor levensverzekeraars') van de Wet op het financieel toezicht (Wft) vervallen en daarmee ook de grondslag voor de vertrouwenscommissie opvangregeling leven. Daarom kan in de Uitvoeringsregeling Wft hoofdstuk 5 over de vertrouwenscommissie opvangregeling leven, dat diende ter uitvoering van artikel 3:150, tweede en derde lid, Wft, vervallen (artikel I).

Nu de vertrouwenscommissie niet langer bestaat, is ook de regeling voor Vacatiegelden vertrouwenscommissie opvangregeling leven overbodig geworden. De regeling wordt om die reden ingetrokken (artikel II).

Zoals gezegd is met ingang van 1 januari 2019 de grondslag voor de opvangregeling leven komen te vervallen evenals de grondslag voor de vertrouwenscommissie opvangregeling leven. Daarom heeft deze regeling terugwerkende kracht gekregen om bij die datum aan te sluiten. Ook de regeling voor Vacatiegelden vertrouwenscommissie opvangregeling leven is per die datum niet meer nodig (artikel III).

Tot slot wordt opgemerkt dat het opheffen van de vertrouwenscommissie en het intrekken van de regeling voor vacatiegelden vertrouwenscommissie (vacatiegelden werden betaald door Financiën) geen gevolgen heeft voor de regeldrukkosten.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven