Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, inzake vacatiegelden vertrouwenscommissie opvangregeling leven

1 februari 2011

Nr. FM/2011/0052 M

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

Onder ‘vertrouwenscommissie opvangregeling leven’ wordt verstaan: de vertrouwenscommissie, bedoeld in artikel 3:150 van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 2

• 1. Aan de leden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven, met uitzondering van de voorzitter, wordt per vergadering een vergoeding toegekend van 3% van het maximum van salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

• 2. Aan de voorzitter van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven, wordt per vergadering een vergoeding toegekend van 3,9% van het maximum van salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 3

De voorzitter en de overige leden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven ontvangen per vergadering een vergoeding voor reis-of verblijfskosten op grond van Reisregeling Binnenland. De voorzitter en overige leden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven ontvangen per vergadering de maximale reiskostenvergoeding per kilometer, zoals opgenomen in artikel 2 van de Reisregeling Binnenland. Indien de voorzitter of overige leden gebruik maken van het openbaar vervoer, ontvangen zij een vergoeding op grond van artikel 6 van het Reisbesluit Binnenland.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling werkt terug tot en met 1 januari 2011.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Algemeen

Het oude vacatiegeldenbesluit is ingetrokken en vervolgens vervangen door de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies dient de verantwoordelijke Minister een vergoeding per vergadering toe te kennen aan de leden van de onder zijn verantwoordelijkheid vallende commissies. Daarnaast dient er op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies een reiskostenvergoeding op basis van de regeling voor het personeel werkzaam bij het Rijk toegekend te worden. De vacatiegelden aangaande de vertrouwenscommissie opvangregeling leven zijn per 1 januari 2011 verhoogd, gelet op de door de kredietcrisis in zwaarte toegenomen aard van de werkzaamheden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven alsmede het belang van het verwerven van deskundige leden voor de vertrouwenscommissie opvangregeling leven.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 wordt ‘vertrouwenscommissie opvangregeling leven’ gedefinieerd. Verwezen wordt naar de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 3:150 van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 2

In artikel 2, eerste lid, wordt de maximale vergoeding van de leden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven per vergadering vastgesteld. In artikel 2, tweede lid, wordt de maximale vergoeding per vergadering van de voorzitter van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven vastgesteld. Bij de vaststelling van de hoogte van de vergoeding is uitgegaan van een percentage van het maximum van salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren 1984.

Artikel 3

In artikel 3 is vastgesteld dat de voorzitter en de overige leden van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven per vergadering een vergoeding voor de reis-of verblijfskosten ontvangen op grond van de regeling voor het personeel werkzaam bij het Rijk. Aangezien de vergadering van de vertrouwenscommissie opvangregeling leven gecombineerd wordt met andere werkzaamheden van de leden en de voorzitter, hebben de leden alsmede de voorzitter recht op de maximale vergoeding per kilometer, daar reizen met het openbaar niet doelmatig kan zijn.

Artikel 4

Na inwerkingtreding van deze regeling, werkt deze regeling terug tot en met 1 januari 2011.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.