BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E
Bijlage 3.4.1, behorende bij artikel 3.4.2 van de Regeling nationale EZ-subsidies
1. MIT-MKB-plan HTSM en ICT 2019
1.1. Inleiding
De topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) vormt een belangrijke motor en
aanjager van de Nederlandse economie. De topsector ontwikkelt technologieën voor brede
toepassing in oplossingen voor maatschappelijke thema’s; producten en diensten uit
de topsector HTSM maken deze oplossingen economisch mogelijk.
Hightechbedrijven richten zich vooral op business-to-business markten, en zijn veelal
onderdeel van nationale en internationale waardeketens. Veel producenten van apparaten
en machines voor eindklanten zijn geëvolueerd tot ‘kop-staart’ bedrijven. Zij bepalen
de productspecificaties, maar leveren ook het integrale eindproduct. De invulling
van het traject daartussen is in belangrijke mate het terrein van toeleveranciers.
De meeste hightech midden- en kleinbedrijven (MKB) in Nederland zijn toeleverancier.
Een aantal is ook actief in het maken van eindproducten. Het zijn vaak MKB-ers die
nieuwe producten met nieuwe technologieën op de markt zetten.
Voor de topsector vormen de HTSM roadmaps het hart. Deze zijn gericht op inhoudelijke
thema's en beschrijven het ecosysteem van R&D en innovatie, met een structurele verbinding
tussen bedrijven en kennisinstellingen. ICT heeft een doorsnijdende rol in alle topsectoren.
De kennis- en innovatieagenda ICT richt zich op innovatieve en veilige toepassing
van data voor slim werken en nieuwe diensten.
1.2. Doelstelling en inhoudelijk kader
Met dit plan beoogt de topsector HTSM, samen met ICT als cross-sectoraal thema, de
volgende doelen te bereiken:
-
− Betere aansluiting van het MKB op de kennis- en innovatieagenda van topsector HTSM,
in het bijzonder de roadmaps waaruit deze innovatieagenda bestaat;
-
− Betere aansluiting van het MKB op de kennis- en innovatieagenda ICT;
-
− Beschikbare kennis naar de markt brengen door de drempel naar kennisinstellingen te
verlagen waardoor het MKB kennis gaat gebruiken;
-
− Stimuleren van samen innoveren in ecosystemen en ketens;
-
− Groter bereik van en zichtbaarheid naar het MKB.
Het inhoudelijk kader van het MKB-innovatiestimuleringsplan wordt gegeven door de
vigerende HTSM roadmaps en de kennis- en innovatieagenda ICT, zie paragraaf 3.
Samen definiëren de HTSM roadmaps en de kennis- en innovatieagenda ICT de hoofdthema’s
voor publiek-privaat onderzoek, en daarmee van het MKB-innovatiestimuleringsplan.
Aanvragen dienen te passen binnen één of meer HTSM roadmaps en/of de kennis- en innovatieagenda
ICT. Het strekt daarbij tot aanbeveling als aanvragen een bijdrage kunnen leveren
aan een maatschappelijke thema.
1.3. HTSM roadmaps en de kennis- en innovatieagenda ICT
Deze bijlage geeft een beschrijvende samenvatting van de HTSM roadmaps en de kennis-
en innovatie-agenda ICT. Voor inhoudelijke toetsing van aanvragen geldt de actuele
tekst van de HTSM roadmaps en de kennis- en innovatie-agenda ICT, als gepubliceerd
op respectievelijk www.hollandhightech.nl/nationaal/innovatie/roadmaps en www.dutchdigitaldelta.nl/actieplan.
Advanced Instrumentation
Optische instrumentatie, nieuwe sensoren en sensorsystemen, precisietechnologie voor
onder andere satellieten en deeltjesversnellers, miniaturisering, en ICT-infrastructuur
en datamanagement.
Aeronautics
Technologie en innovatie voor groener en veiliger vliegen: aerostructures, engine
subsystems & components, maintenance repair & overhaul, aircraft systems, en nieuwe
materialen.
Automotive
Oplossen van problemen zoals emissie, congestie en geluidsoverlast en bevorderen van
veiligheid. Onderzoeksthema’s: een duurzame aandrijflijn, en slimme mobiliteit.
Electronics
Toepassing van micro- en nano-elektronica voor alternatieve energie, elektrische auto’s,
verkeer en logistiek, communicatie, veiligheid en privacy, gezondheidszorg, intelligente
steden, en lucht- en ruimtevaart.
Embedded Systems
Geïntegreerde hardware/softwaresystemen die intelligentie, besluitvorming en actie
toevoegen aan hightech producten, welke voorzien in economische bedrijvigheid en de
maatschappelijke behoeften voor kwaliteit van leven.
Healthcare
Nano-elektronica, embedded systems en mechatronica gericht op gebruiker en patiënt:
preventie, diagnostiek, interventie en therapie, nulde- en eerstelijnszorg, homecare
en enabling technologies voor gezondheidszorg.
Hightech Materials
Begrijpen van materialen en hun eigenschappen tijdens productie, verwerking, gebruik
en hergebruik, het reduceren van kosten en het veilig omgaan met nieuwe (nano) materialen.
Lighting
Verlichtingstechnologie van componenten en Solid State Lighting systemen, tot mensgerichte,
energiezuinige en intelligente verlichtingsoplossingen.
Nanotechnology
Topsector overschrijdende nanotechnologieën in onder andere materialen, elektronica/optica
en sensoren, voor toepassingen zoals lighting, energy, health, en water.
Photonics
Vertaling van toepassingen naar componenten, en prestaties, technologieën voor onder
andere photonic-electronic integration, en processen voor snel en slim ontwerpen en
produceren.
Printing
Printkoppen en functionele materialen, betrouwbaarheid en geavanceerde meet- en regeltechnieken,
en architectuur van digitale printplatformen.
Security
Bescherming van de veiligheid van personen, zowel geweld zoals crises en rampen, met
technologie in de domeinen system-of-systems oplossingen, cyber security, en sensoren.
Semiconductor Equipment
Innovatie voor productieapparatuur van geavanceerde geïntegreerde circuits rondom
miniaturisering van componenten, vergroting van chips en substraten, en fabricagetechnieken.
Smart Industry
Mechatronica, productietechnologie in samenhang met ICT, snelle en accurate sensing,
integratie van micro- en nanotechnologie en slimme materialen, Smart Industry Field
Labs.
Space
Ontwikkeling van producten voor satellieten en lanceervoertuigen. Nieuwe producten
en diensten op basis van satellietdata in landbouw, voeding, water, energie, en logistiek.
ICT
Topsectoroverschrijdende technologie met vier thema’s die belangrijk zijn voor meerdere
topsectoren: veilige en betrouwbare ICT, ICT voor monitoring en controle, Big Data
en ICT voor een verbonden wereld.
2. MIT-MKB-programma Tuinbouw & Uitgangsmaterialen 2019
De topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (TU) is een MKB-sector, en het instrumentarium
dat de topsector inzet, is gericht op het innovatieve MKB-bedrijfsleven. De topsector
TU ziet de MIT als krachtig, aanvullend instrument, en uitermate relevant voor de
TU bedrijven.
De aanvragen voor MIT-haalbaarheidsstudies, de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten en de
MIT-kennisvouchers, evenals de aanvraag voor netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars
door de TKI moeten passen binnen één van de vier volgende innovatiethema’s van de
topsectoragenda (deze zijn uitgewerkt in de Kennis- & Innovatieagenda 2018-2021 van
de topsector T&U).
Thema 2.1. Duurzame plantaardige productie
Dit thema is gericht op de ontwikkeling van resistent en stressbestendig uitgangsmateriaal,
een goede plantgezondheid en duurzame en weerbare productiesystemen. Binnen dit thema
zijn veredeling en plantgezondheid de belangrijkste onderwerpen.
Veredeling: De ambitie is om sneller, beter en meer tailor made rassen te ontwikkelen die voldoen aan alle eisen die de volgende schakels in de keten
er nu en in de toekomst aan gaan stellen. Van deze rassen levert de sector uitgangsmateriaal
dat vrij is van ziektekiemen, uniform kiemt en optimaal stuurbaar is.
Plantgezondheid: De ambitie is de wereldwijd leidende positie van de Nederlandse land- en tuinbouw
in uitgangsmateriaal en speciality crops te behouden en waar mogelijk te versterken. Producten moeten daarvoor van hoogwaardige
geborgde fytosanitaire kwaliteit blijven en duurzaam worden geproduceerd. Op de lange
termijn betekent dit een land- en tuinbouw die nagenoeg emissie- en residuvrij produceert
in robuuste systemen met een sterk verminderde afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Focuswoorden: resistent en stressbestendig uitgangsmateriaal, ecologisch houdbaar,
gezonde bodem, plantgezondheid, biodivers.
Thema 2.2. Energie en water
Dit thema is gericht op energie- en waterefficiënte productie, in eerste instantie
in de glastuinbouw. Binnen het thema worden twee programma’s onderscheiden.
Het programma Glastuinbouw Waterproof wil in 2027 een nul-emissie bereiken van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen
naar water vanuit de glastuinbouw. Binnen het programma worden oplossingen ontwikkeld
die bijdragen aan een circulaire glastuinbouw met focus op sluiten van kringlopen
van water en mineralen. Een tweede aandachtspunt is klimaatadaptatie in de regio.
Energie en CO2: dit programma, ook bekend als Kas als Energiebron, richt zich op de ontwikkeling
van een tuinbouwsector die uiterlijk in 2050, maar we ambiëren 2040, een volledig
duurzame én economisch rendabele energiehuishouding heeft met (vrijwel) geen CO2-emissie.
Focuswoorden: nul-emissie, energie- en waterefficiënte productie, klimaatadaptatie
Thema 2.3. Consument, markt en maatschappij
Dit thema richt zich op de interactie met maatschappij en consument middels (antwoord
op) de volgende vragen:
-
1. Aan welke producten waar de tuinbouwketen in kan voorzien, hebben consument en maatschappij
behoefte?
-
2. Hoe kan de tuinbouwketen in deze behoefte voorzien en daarmee bijdragen aan een economisch
sterke positie van bedrijven en sector?
-
3. Op welke wijze draagt de keten zorg voor kwaliteit, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid
van producten en hoe worden deze geborgd?
-
4. Op welke wijze levert de keten met het groen een bijdrage aan een gezonde leefomgeving
(groen in en om woningen, bedrijven, scholen, ziekenhuizen, wijken en buurten)?
Focuswoorden: aankoop en consumptie van duurzame, veilige en gezonde producten, informatie
en transparantie over producten en productiewijze, versterken consumentenvertrouwen,
ontwikkeling (nieuwe) groene grondstoffen, schoon en efficiënt transport, verminderen
voedselverspilling, duurzame verpakkingen.
Thema 2.4. High Tech en digitale transformatie
In dit thema staat de toepassing van technologie en de digitale transformatie van
de T&U sector centraal. Het woord transformatie geeft aan dat het hierbij gaat om
een fundamentele verandering van businessmodel, keten- en bedrijfsprocessen en de
medewerkers door het toepassen en accepteren van technologische innovaties. Het thema
heeft stevige relaties met de andere thema’s en in principe dezelfde doelen: duurzame
productie, gezonde en veilige producten en waardetoevoeging in de keten.
Focuswoorden: ICT/Big Data, robots, sensoren, innovatieve materialen en andere technologieën
die bijdragen aan versnelling van veredelingsprocessen (zoals fenotypering), robuust,
klimaatslim, circulair produceren (Tuinbouw 4.0) en logistieke processen tot en met
de consument.
Omdat samenwerking tussen bedrijven uit verschillende schakels van de keten in het
verleden geleid heeft tot succesvolle markt- en keteninnovaties, zijn de projecten
bij voorkeur gericht op markt- en keteninnovatie binnen een van bovenstaande thema’s
en op samenwerking van schakels in de sierteelt-, groenten- en fruitketens of op samenwerking
met bedrijven buiten de keten.
3. MIT-MKB-plan logistiek 2019
Dit plan geeft de mogelijkheden aan voor het stimuleren van innovatieactiviteiten
voor de MKB-doelgroep in de logistieke sector. Het beschrijft voor het MKB onder meer
de mogelijkheden voor het indienen van projecten binnen een aantal inhoudelijke thema’s.
Heeft u als MKB-er ideeën of oplossingen die aansluiten op 1 of meerdere thema’s,
dan kunt u in aanmerking komen voor ondersteuning.
Inhoudelijk kader: uitwerking thema’s
Inhoudelijk is gekozen voor het uitvragen van projecten binnen de volgende thema’s:
-
1. Optimale duurzame benutting van alle vervoersmodaliteiten
-
2. Ketensamenwerking
-
3. Servicelogistiek
-
4. Ketenfinanciering
-
5. Faciliteren van internationale handel
-
6. Nieuwe (robot)technologie
De thema’s worden hieronder uitgewerkt.
3.1 Optimale duurzame benutting van alle vervoersmodaliteiten
Ontwikkelt u een geïntegreerde duurzame vervoersoplossing met verschillende modaliteiten?
Of bent u bezig met een bundelingsproject met verschillende modaliteiten?
Het optimaal benutten van alle mogelijke modaliteiten in een geïntegreerde duurzame
vervoersoplossing kan op corridors en in regio’s waar voldoende ladingaanbod is. Verladers
kunnen hun goederen via de verschillende modaliteiten laten transporteren zonder de
voorkeur voor modaliteit vooraf vast te leggen. Wel worden uiteraard prestatiecriteria
vastgesteld (bijv. duurzaamheid en betrouwbaarheid) en kan het percentage dat minimaal
via binnenvaart en/of spoor wordt getransporteerd onderdeel uitmaken van het Service
Level Agreement (SLA). Een vereiste is dat minimaal sprake moet zijn van twee modaliteiten.
Dus bijvoorbeeld naast wegtransport minimaal één andere modaliteit.
Binnen het thema Bundelen en modaliteiten worden projecten gevraagd, waarbij men het
transport van lading via een optimale benutting van alle vervoersmodaliteiten op een
duurzame wijze wil laten afwikkelen. Hiervoor is zicht op de keten en omgevingsbewustzijn
(‘situational awareness’) noodzakelijk.
3.2 Duurzame ketensamenwerking
Heeft u slimme oplossingen om samenwerking en bundeling in uw keten of tussen verschillende
ketens te verbeteren? Wilt u hiervoor de logistiek op een geïntegreerde manier aansturen?
Bij samenwerking tussen bedrijven over meerdere logistieke ketens en netwerken gaat
het om bundeling en aansturing van fysieke goederen-, informatie- en financiële stromen
om schaalvoordelen en een betere, meer duurzame, dienstverlening te realiseren (denk
aan betere voorspelling, planning en afstemming in de keten, bundeling van activiteiten
en besparing in logistieke kosten, nieuwe duurzame business modellen, last-mile delivery
oplossingen etc.).
Binnen het thema Ketensamenwerking worden projecten gevraagd voor de duurzame ontwikkeling
van nieuwe diensten voor ketenregie. Onderwerpen die daarbij aan bod komen kunnen
variëren van innovatieve (ICT) platformen, dashboards, monitoring/tracking & tracing
tot automatische en eenvoudige afhandeling van transportopdrachten en het delen van
data en datamanagement.
3.3 Service Logistiek
Bedenkt u nieuwe creatieve oplossingen en concepten voor de organisatie en regie van
after-sales service?
Bedrijven leveren steeds vaker een gewenste functionaliteit aan de klant dan een product
(leasen van een kopieerapparaat versus de aanschaf ervan). Deze functionaliteit omvat
het gebruik van een product, maar ook programma’s gericht op onderhoud, upgrading
en veilig gebruik van een product tot en met uiteindelijke buitengebruikstelling,
terugname en hergebruik van een product. Service Logistiek coördineert alle aspecten:
callcenters, (remote en/of real-time) diagnostiek, onderhoudsmonteurs, reserveonderdelen,
tools, voorwaartse- en retourlogistiek, reparatie en hergebruik.
Binnen het thema Servicelogistiek worden projecten gevraagd voor het ontwikkelen van
slimme serviceconcepten. Daarbij horen ook nieuwe (duurzame) businessmodellen en nieuwe
ketenregieconcepten.
3.4 Ketenfinanciering
Bent u bezig met het ontwikkelen van nieuwe financieringsmogelijkheden in de logistieke
keten om zo kosten uit de keten te halen en/of risico's in de keten te reduceren?
Ketenfinanciering richt zich op het optimaliseren van financiering en financieringskosten
van de totale logistieke keten en de integratie van financiële processen tussen verladers,
toeleveranciers, logistieke dienstverleners, financiële partners en andere relevante
partners in en over de totale waardeketen(s). Belangrijk is dat door samenwerking
tussen ketenpartners nieuwe mogelijkheden ontstaan (bijv. onder meer blockchain, fintech
oplossingen) voor bedrijven op het gebied van het beheersen en verbeteren van werkkapitaal,
assets, voorraden, risico’s en aansprakelijkheid, (reverse) factureringsprocessen,
etc.
Binnen het thema Ketenfinanciering worden projecten gevraagd voor vernieuwing in de
inrichting van financiële processen in en over logistieke keten(s), voor de ontwikkeling
van nieuwe financieringsconcepten en de ontwikkeling van tools om ketenfinanciering
mogelijk te maken.
3.5 Faciliteren van internationale handel
Heeft u ideeën om op een slimme en efficiënte manier om te gaan met (inter)nationale
regelgeving? Of heeft u oplossingen die bestaande faciliteiten beter toegankelijk
maken?
Het gaat hier om het optimaal faciliteren van handelslogistiek door toepassing van
vernieuwde toezichtsconcepten, stroomlijning en vereenvoudiging van procedures en
betere integratie van toezicht in ongestoorde logistieke ketens. Het wegnemen van
onnodige belemmeringen door vermindering van regeldruk en zorgen dat bedrijven minder
geld en tijd kwijt zijn, zijn belangrijke redenen voor bedrijven om juist Nederland
als toegangspoort naar Europa te gebruiken. Het succes van deze handelsfacilitatie
in Nederland is gebaseerd op een samenwerking tussen de inspectiediensten (douane)
en het bedrijfsleven, die uniek is in Europa.
Binnen het thema Faciliteren van internationale handel worden projecten gevraagd die
bijdragen aan betere integratie van toezicht in logistieke ketens.
3.6 Nieuwe (robot)technologie
Bent u bezig robots in uw bedrijfsprocessen te integreren? Heeft u (duurzame) oplossingen
voor het samen laten werken van nieuwe technologie en mensen?
Er wordt steeds meer technologie geïntroduceerd die de werkzaamheden van mensen deels
vervangt (bijvoorbeeld warehouse robotics, autonome zelfrijdende voertuigen). Bij
de ontwikkeling van deze technologie en de industriële automatisering is weinig aandacht
voor de invloed op mensen, zoals het geheel of gedeeltelijk veranderen of verdwijnen
van werkzaamheden en functies. Het is onduidelijk hoe die nieuwe technologie past
binnen de bestaande logistieke processen en welke impact deze heeft op de lange duur
waarin IT (ICT, Internet of Things, cloud computing, Big Data en data-integratie etc.)
en de industriële productie en productiesystemen steeds verder naar elkaar toe groeien
(Smart Industry, Industry 4.0).
Binnen het thema Nieuwe (robot)technologie worden projecten gevraagd die een bijdrage
leveren aan het vergroten van inzicht in het gebruik van technologie in logistieke
processen, met bijzondere aandacht voor de rol van de mens.
4. MIT-MKB-programma Life Sciences & Health 2019
Inleiding
Samenwerking tussen bedrijfsleven (MKB), kennisinstellingen, overheden en burgers
is de basis voor innovatiesucces en economische en maatschappelijke impact. Dit is
ook van toepassing voor het MKB werkzaam binnen de Topsector Life Sciences & Health
(LSH; branding name Health~Holland), op regionaal, nationaal en internationaal gebied.
Daarnaast is gebleken dat een innovatieve MKB-er het gezondst is.
Visie topsector LSH
Vitaal functionerende burgers dragen bij aan het welzijn en de productiviteit van
Nederland en stimuleren de economie. Nu is onze bevolking relatief welvarend en gezond,
en onze gezondheidszorg van hoog niveau, maar wat goed is kan altijd beter. Dat moet
ook wel, want onze zorgvraag stijgt snel, door onze ‘suboptimale’ leefstijl en doordat
we allemaal ouder worden met meerdere chronische ziekten. De betaalbaarheid van de
zorg staat hierdoor toenemend onder druk, hetgeen vooral mensen met een lage sociaaleconomische
status treft. Ziekten nog beter voorkomen en genezen is dan ook het devies en dat
vereist interdisciplinaire samenwerking aan technologische vooruitgang en sociale
innovatie ten behoeve van gezondheidszorgdoorbraken. De Topsector Life Sciences &
Health (LSH) werkt aan innovatieve producten en diensten voor preventie en zorg, zoals
vroegherkenning van gezondheidsrisico’s, een gezonde leefstijl en leefomgeving, genezing
van zieke organen, nieuwe thuiszorgconcepten en -technologie voor ouderen en mensen
met chronische aandoeningen, tot en met kennis om epidemieën bij mensen en dieren
te voorkomen, nationaal en internationaal. Meer beslissende doorbraken voor Gezondheid
en zorg zijn te verwachten wanneer ook andere Topsectoren en sleuteltechnologieën
meer nog dan voorheen hun inzet combineren met die van de LSH.
Thema’s LSH MIT
Binnen de visie van de topsector LSH zijn een tiental thema’s gedefinieerd als prioriteit.
De thema’s richten zich op gezondheidsuitkomsten (bijvoorbeeld op kwaliteit van leven)
door de hele zorgketen (van preventie tot genezing en zorg).
Thema 1: Moleculaire diagnostiek
Het ontwikkelen van (kandidaat) biomarkers tot gevalideerde moleculaire diagnostiek
met klinische meerwaarde.
Thema 2: Beeldvorming en image-guided therapieën
Het ontwikkelen van beeldvormende technologie voor meer precieze en minder invasieve
diagnoses, prognoses, monitoring en afstemming van therapie.
Thema 3: Thuiszorg & zelf-management
Het ontwikkelen, beoordelen en implementeren van technologie, infrastructuur en services
die individuen in staat stellen meer zelfredzaam te zijn met betrekking tot hun gezondheid
en dagelijks functioneren.
Thema 4: Regenerative medicine
Het ontwikkelen van curatieve therapieën voor ziektes door middel van het repareren
of vernieuwd groeien van het eigen weefsel of vervanging door synthetisch weefsel/
natuurlijk substituut.
Thema 5: Pharmacotherapie
Ontdekking en ontwikkeling van nieuwe, veilige en kosteneffectieve (personalized)
medicatie ter behandeling of vertraging van ziekteprocessen.
Thema 6: One Health
Het ontwikkelen van o.a. vaccins, effectiever gebruik van antibiotica en vroegdiagnostiek
om de gezondheid van mensen en dieren te verbeteren door de kennis en infrastructuur
in de humane en veterinaire vakgebieden te combineren.
Thema 7: Gespecialiseerde voeding
Bestuderen en ontwikkelen van gespecialiseerde voeding ter preventie, genezing en
zorg tijdens ziekteprocessen. Dit kan zowel voor acute als chronische aandoeningen
gelden.
Thema 8: Health technology assessments, individueel functioneren en kwaliteit van
leven
Ontwikkeling van methodes en kennis voor HTA-studies waarbij de impact van innovaties
op individueel functioneren, kwaliteit van leven, kosteneffectiviteit en productiviteit
worden beoordeeld.
Thema 9: Enabling technologies en infrastructuur
Ontwikkelen van technologie en infrastructuur ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling
van innovatie in de LSH sector. Bijvoorbeeld lab-on-a-chip of sequencing technologie.
Thema 10: Global Health, opkomende ziektes in ontwikkelingslanden
Ontwikkelen van geneesmiddelen en medische technologie gericht op ontwikkelingsgebieden,
waar meer dan 2 miljard mensen wonen.
5. MIT-MKB-plan Water 2019
Innovatiethema’s Water & Maritiem
De topsector Water kent drie deelgebieden: Maritiem, Deltatechnologie en Watertechnologie.
Deze drie deelgebieden hebben alle tevens sterke relaties met andere topsectoren,
zoals Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Logistiek, Energie en HTSM/ict.
Daarnaast lopen er over de grenzen van de drie deelgebieden van de topsector Water
& Maritiem cross-sectorale verbindingen.
De thema’s en de cross-sectorale thematiek sluiten goed aan bij de kansrijke thema’s
die in regionale innovatiestrategieën voor de watersector en op het gebied van cross-overs
worden benoemd en dragen sterk bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.
Maritiem
Het toetsingskader is ingedeeld in vier hoofdthema’s en een doorsnijdend thema die
in detail beschreven zijn in de Maritieme Kennis en Innovatie Agenda van het TKI Maritiem.
Binnen deze hoofdthema’s zijn een aantal concrete thema’s benoemd waaraan de voorstellen
getoetst worden.
Hoofdthema 5.1: Winnen op Zee
Dit hoofdthema omvat maritieme technologie voor het winnen van grondstoffen, energie
en voedsel uit zee.
Minerale diepzee mijnbouw
Beschikbaar maken en verbeteren van technologie voor duurzame en ecologisch verantwoorde
winning van grondstoffen uit de bodem van zeeën en oceanen.
Operaties op zee
Technieken voor het efficiënt en veilig aanleggen, onderhouden en afbreken van infrastructuur
voor energiewinning. Veiliger en kostenefficiënter maken van drijvende en hybride
(vaste en drijvende) constructies en systemen op zee.
Winning van duurzame energie uit zee
Innovaties die de operationele inzet van schepen en systemen voor duurzame energiewinning
op zee verhogen en de emissies en kosten daarvan verlagen. Dit omvat het installeren,
onderhouden, repareren en upgraden van windparken, zonneparken, energie uit golven,
getijden- en thermale energie, inclusief infrastructuur.
Aquacultuur
Ondersteunende maritieme technologie voor het uitzetten en oogsten van uiteenlopende
vormen van aquacultuur, waaronder zeewier, algen, vissen en schelpdieren.
Impact op mariene omgeving
Technologie voor het verwijderen van plastic uit zee. Sensoriek en dataverwerking
om de impact van activiteiten op zee en in de oceaan beter te kunnen bepalen.
Hoofdthema 5.2: Schone Schepen
Vermindering van energievraag
Maatregelen voor verlaging van de scheepsweerstand, voor verhoging efficiency van
scheepsvoortstuwingsinstallaties inclusief voortstuwers, voor verbetering van energiemanagement
aan boord van schepen. Zowel technisch als operationeel. Dit ter verlaging van emissies
naar de lucht.
Duurzame hulpvoortstuwing
Ontwikkeling, toepassing en evaluatie van systemen voor hulpzeilvermogen.
Alternatieve energiedragers
Toepassing en evaluatie van alternatieve energiedragers voor schepen, waaronder LNG,
CNG, biobrandstoffen, methanol en waterstof, eventueel in combinatie met batterij-
en brandstofcel technologie.
Reductie van emissies naar de lucht
Systemen voor herwinning van energie uit uitlaatgassen en voor afvang van schadelijke
emissies en evaluatie daarvan.
Reductie van emissies naar het water
Maatregelen ter vermindering van uitstoot van verontreinigende stoffen naar het water.
Technologie en evaluatie daarvan voor vermindering van geluidsuitstraling.
Verduurzaming levenscyclus
Toepassing van materialen en ontwerpprincipes voor verduurzaming van schepen tijdens
de levenscyclus.
Hoofdthema 5.3: Slim en veilig varen
Digitalisering voor efficiëntere operaties
Vergaande doorvoering van digitalisering aan boord van schepen en payload. Toepassing
van VR en AR technologie in ontwerpstadium en tijdens operaties als ondersteuning
van de bemanning bij alle voorkomende maritieme activiteiten, ter vergroting van inzetbaarheid.
Autonoom varen
Toepassing van sensoriek, dataverwerking en kunstmatige intelligentie aan boord van
schepen en drones voor veiliger en efficiënter varen. Systemen en technologie in alle
schalen van autonomie (remote control tot volledige autonomie). Beslissingsondersteunende
systemen aan boord en in walstations.
Reduceren van onderhoudskosten
Toepassing van Condition Based Maintenance oplossingen. Verschuiving in business modellen.
Verhoging van de scheepsveiligheid
Systemen voor veilige nautische verkeersafhandeling. Sensor-, data- en informatiesystemen
alsmede simulatietechnologie om beter zicht te krijgen op veilig opereren in kritische
omgevingscondities.
Veiligheid op zee
Sensor-, data- en informatiesystemen voor activiteiten ten behoeve van overheidstaken
voor waarborgen van veiligheid. Toepassingen voor drones die werken vanaf moederschepen.
Hoofdthema 5.4. Effectieve infrastructuur
Transport over water in logistieke ketens
Gebruik van Smart Shipping gereedschappen (sensor, data, ICT, communicatie en planningstools)
om congestie in multi-modale logistieke ketens te verminderen en transportefficiency
te verhogen.
Optimaal en duurzaam gebruik van vaarwegen
Real time monitoren van scheepvaartveiligheid en vaarwegdieptes, waarbij het schip
als sensor kan worden gebruikt. Geavanceerde mens-machine systemen om efficiency te
verhogen voor gebruik van secondaire vaarwegen.
Infrastructuur nieuwe energiedragers
Oplossingen voor betere toegankelijkheid van nieuwe energiedragers voor schepen.
Drijvende eilanden
Nieuwe concepten voor flexibele drijvende eilanden op zee ten behoeve van energievoorziening,
werken, wonen en recreëren.
Doorsnijdend thema: Smart Maritime Industry
Geavanceerde ontwerp- en engineeringstools
Introductie van digitale systemen en simulatietechnologie, die de mens ondersteunen
bij het ontwerpen, engineeren en plannen van complexe maritieme systemen en schepen.
Digitalisering, automatisering en robotisering
Vergaande toepassing van automatisering en robotisering in de productie en outfitting
van schepen en systemen, om de arbeidsproductiviteit te verhogen en de mens te ondersteunen.
Materiaaltechnologie
Toepassing van nieuwe materialen, waaronder composieten.
Smart Maintenance
Verbetering van methoden om onderhoudskosten te verlagen en operationele effectiviteit
te vergroten.
Nieuwe businessmodellen
Ontwikkeling en testen van nieuwe businessmodellen die uitgaan van prestatiecontracten.
Deltatechnologie
Innovatiethema’s
De innovatiethema’s voor Deltatechnologie zijn:
-
1. Waterveiligheid
-
2. Duurzame deltasteden
-
3. Natte infrastructuur en kunstwerken
-
4. Watermanagement
-
5. Water en voedsel
-
6. Water en energie
-
7. Water en ICT
-
8. Eco-engineering & nature based solutions
-
9. Duurzaam functioneren van watersystemen
-
10. Duurzaam gebruik estuaria, zeeën, en oceanen
Dit zijn de tien thema’s zoals genoemd in de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) Deltatechnologie
2019-2021 zoals die te vinden is op de website van het TKI Deltatechnologie (www.tkideltatechnologie.nl). In deze KIA zijn bovenstaande thema’s nader uitgewerkt en geconcretiseerd. In de
KIA Deltatechnologie wordt de koppeling gezocht met maatschappelijke uitdagingen,
sleuteltechnologieën en de nationale wetenschapsagenda. De projectvoorstellen dienen
te passen binnen de KIA Deltatechnologie (en de daarin genoemde tien thema’s) en daaraan
een bijdrage te leveren.
Cross-sectorale verbindingen
Er is ook sprake van cross-sectorale verbindingen tussen verschillende thema’s. De
belangrijkste cross-sectorale verbindingen lopen via:
-
• Water en Energie: met Topsector Energie, Getijdecentrales, Zoet/Zout energie;
-
• Water en Voedsel: met Agri&Food, zoute landbouw, landbouw op water (zeewieren).
Daarnaast zetten de TKI’s Deltatechnologie en Watertechnologie erop in om cross-sectorale
verbindingen over de twee technologiegebieden heen actief te bevorderen. Zonder andere
toepassingen te willen uitsluiten, liggen kansen op het gebied van de thema’s:
-
• duurzame deltasteden/sustainable cities/resource efficiency. Denkbare praktische toepassingen
zijn bijvoorbeeld modellen voor governance; planningsstudies; 3D-verbeeldingen van
de samenhangen t.b.v. circulaire economie in steden.
-
• duurzaam gebruik estuaria, zeeën en oceanen/resource efficiency/sustainable cities.
Praktische toepassingen liggen bijvoorbeeld bij modellen voor anticiperend waterbeheer.
-
• water en voedsel/resource efficiency. Denkbare praktische toepassingen zijn bijvoorbeeld
monitoringssystemen voor watergebruik; ondergrondse waterbergingsoplossingen; modellen
voor optimale drainage.
-
• Water en ICT/smart water systems. Denkbare praktische toepassingen zijn onder meer
klimaat- en water diensten, datamodellen.
Watertechnologie
De innovatiethema’s voor Watertechnologie
In de KIA Watertechnologie 2016-2019 zijn drie hoofdthema thema’s benoemd die in 8
subthema’s nader uitgewerkt en geconcretiseerd worden. Daarbij wordt de koppeling
gezocht met maatschappelijke uitdagingen, sleuteltechnologieën en de nationale wetenschapsagenda.
De projectvoorstellen dienen te passen binnen de KIA Watertechnologie en daaraan een
bijdrage te leveren. De hoofdthema’s en onderliggende subthema’s zijn de volgende:
-
1. Resource Efficiency
Met resource efficiency wordt binnen de sector het efficiënter omgaan met natuurlijke
hulpbronnen (energie, grondstoffen en water) door middel van kringloopsluiting bedoeld.
-
• Energie: Water is op verschillende wijzen een bron voor energiewinning: fysisch (bijv. energie
uit getijdebeweging, hoogteverschil), chemisch (biogas uit afvalwater, elektrische
energie uit zoet-zout gradiënten) en thermisch (bijv. warmte uit grond- en oppervlaktewater
en uit afval- en proceswaterstromen). Naast winning van energie vormt water een belangrijke
schakel in het opslaan van energie. Zeker bij de omschakeling naar duurzame – veelal
discontinu beschikbare – energiebronnen is de opslag van energie een cruciale stap.
-
• Grondstoffen: Zuivering van (afval)water en terugwinning van grondstoffen kunnen hand in hand gaan.
Dat kan bij drinkwaterzuivering, communale afvalwaterbehandeling, industrie en landbouw.
Belangrijke uitdagingen zijn het creëren van processen, producten en voorwaarden die
goed aansluiten bij de afzetmarkt en kunnen concurreren tegen de productie van primaire
grondstoffen. Hierin speelt het afstemmen van de technieken op de kwaliteit die de
markt vraagt en daarmee het vergroten van de rendabiliteit van huidige business cases
een belangrijke rol.
-
• Water: De beschikbaarheid van zoet water op de gewenste plaats en op het gewenste moment
wordt in de toekomst minder vanzelfsprekend. Oplossingen liggen op het vlak van efficiënter
gebruik, opslag en recirculatie van water, maar ook door een grotere voorspelbaarheid
van neerslag in combinatie met het gebruik in de tijd. Uitdagingen hierbij zijn de
opwerking van complexere stromen uit de industrie, het combineren met (terugwinning
van) andere grondstoffen en de waardevolle toepassing van de eindproducten.
-
2. Smart Water Systems
Water vormt in steden het zenuwstelsel met sterke verbindingen naar de burger en is
daarom bij uitstek een sector waar onderzoek en innovatie de samenleving ten goede
komt. Veel perspectief is er voor innovaties op het grensvlak van de fysieke en digitale
wereld. De conceptuele inrichting van de stedelijke waterketen is zelf onderwerp van
onderzoek en innovatie, mede gedreven door het sluiten van kringlopen.
-
• Design: De conceptuele inrichting van de stedelijke waterketen is zelf onderwerp van onderzoek
en innovatie, mede gedreven door het sluiten van kringlopen. In de praktijk zal een
optimale inrichting van de stedelijke waterketen naar verwachting vaker tot lokaal
maatwerk leiden. Wat universeel geldt, is het streven naar een ‘smart’ ontwerp van
de water-informatieketen.
-
• Monitoring: Slimme en snelle detectiemethoden, zelflerende netwerken van sensors en soft sensors,
alarmeringssystemen op basis van data mining algoritmes (zowel fore-casting als back-casting)
zijn onmisbaar voor de veiligheid in de stedelijke waterketen, zeker als deze meer,
vaker decentraal en hoogwaardiger geïntegreerd worden in de circulaire economie.
-
• Ook voor slim en robuust onderhoud en beheer van de assets, voor decentrale aanpak
van vervuilingsbronnen, voor verdergaande optimalisatie van de efficiëntie van het
systeem, voor het mogelijk maken van communicatie-, mitigatie- en economische strategieën
(bijvoorbeeld het principe van ‘de vervuiler betaalt’) zijn innovatieve technologieën
voor monitoring en control essentieel.
-
• Services: Toepassing van de zich snel ontwikkelende technologie – ICT inbegrepen – verlangt
veel kennis, die bij de gebruiker lang niet altijd in voldoende mate aanwezig is.
Dit vormt een belangrijke drijfveer voor de markt van watergerelateerde dienstverleners,
met name als de aard van de diensten buiten de kernactiviteiten van de gebruiker ligt.
Een andere motivator vormt de transitie naar een circulaire economie, waarin ‘circular
by design’ het centrale motto is; de economie waar ‘gebruik’ prevaleert boven ‘verbruik’.
Dit vormt een bron van nieuwe vormen van dienstverlening en van de bijpassende verdienmodellen.
(Services)
-
3. Sustainable Cities
Steden zijn geconcentreerde centra van productie, consumptie en afval. Dit creëert
een enorme druk op de watervoorziening, energievoorziening en afvalwaterzuivering,
maar ook op de natuur en leefomgeving zelf, onder andere via vervuiling van bodem,
lucht en water. Steden worden daarom enerzijds steeds meer afhankelijk van het platteland
voor de levering van onder andere water, bouwmaterialen. Anderzijds leidt dit tot
initiatieven om meer zelfvoorzienend te kunnen zijn door efficiënt om te gaan met
water, energie en grondstoffen.
-
• Urban Water Cycle: De roep van burgers om een prettige, veilige en gezonde stedelijke leefomgeving
wordt sterker. Dit vraagt om nieuwe concepten waarin waterbeheer, watertechnologie,
grondstofstromen, infrastructuur en energie bij elkaar komen: de Urban Water Cycle.
-
• Infrastructuur en assetmanagement: Om de transitie te maken van de ‘klassieke stad’ naar de duurzame stad zijn slimme
vervangingsprogramma’s nodig of slimme oplossingen voor herstel van waterinfrastructuur.
In het onderhoud van de systemen worden nieuwe methoden toegepast om conditie van
de assets real time paraat te hebben en te verbinden aan de actuele prestaties en
risico’s, en aan handelingsperspectieven. Slim monitoren met gebruik van de juiste
sensoren draagt daaraan bij.
Cross-sectorale verbindingen
De watertechnologiesector is een sector die raakt aan veel andere topsectoren vanwege
het enabling karakter van watertechnologie. De innovaties van de MKB-bedrijven in
de sector beperken zich niet tot een enkele sector De uitdaging voor de komende jaren
ligt in de verbinding van de watertechnologiesector met markten waarvoor de sector
als ‘enabling’ geldt. TKI Watertechnologie zet in op cross-sectorale verbindingen
met de volgende topsectoren:
Daarnaast zetten de water-TKI’s Deltatechnologie en Watertechnologie erop in om cross-sectorale
verbindingen actief te bevorderen, zowel onderling als met andere topsectoren, zoals
ook beschreven onder Innovatiethema’s voor Deltatechnologie.
Versterking van de samenwerking tussen watertechnologie en andere sectoren zal bredere
kringen afnemers van watertechnologische kennis met zich mee brengen. Hierdoor kan
de verbinding tussen kennis en markt worden versterkt. Bijkomend voordeel is dat gezamenlijk
met de andere sectoren aan nieuwe kansen kan worden gewerkt en massa kan worden gemaakt
om de grote maatschappelijke uitdagingen rond de voedsel-energie-water nexus, met
name in urbane delta’s, op te lossen en integrale proposities aan te kunnen bieden
die aansluiten bij de behoeften van de internationale markt.
6. MIT-MKB-plan Chemie en Energie (inclusief Biobased Economy) 2019
6.1. Inleiding
De topsectoren Chemie en Energie (incl. Biobased Economy) vormen een belangrijke motor
en aanjager van de Nederlandse economie. De topsectoren ontwikkelen technologieën
voor oplossingen in maatschappelijke thema’s; producten en diensten vanuit de topsectoren
maken deze oplossingen economisch mogelijk. Deze topsectoren trekken samen op in dit
MKB-innovatiestimuleringsplan; enerzijds vanwege de vele raakvlakken in hun programmering
en anderzijds vanwege hun gedeelde visie over de aanpak van MKB innovatie en valorisatie.
In de innovatieagenda’s van de Topsectoren Chemie en Energie worden zogenaamde innovatiethema’s
onderscheiden die in hoofdstuk 3 t/m 5 verder worden beschreven (onderverdeeld in
programmalijnen). De programmalijnen moeten het mogelijk maken om de ambities van
de topsectoren te aanzien van maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat, circulariteit
en gezondheid, en sleuteltechnologieën, zoals op het gebied van materialen, meten
en detecteren en elektrochemische conversie, te verwezenlijken.
6.2. Doelstelling
Onze invulling van de MIT-regeling voor Chemie en Energie heeft als doel de innovatiekracht van het MKB en ondernemerschap in deze sectoren
te versterken en te ondersteunen. Door deze regeling kan sneller en effectiever worden
bijgedragen aan de noodzakelijke innovaties en aan het versterken van de industrie
op het gebied van duurzame chemie, energie en de Biobased Economy, zoals beschreven
in de innovatiecontracten van de beide topsectoren. De innovaties, evenals het werkterrein
van de betrokken MKB-bedrijven, beperken zich veelal niet tot een enkele sector. Daarom
geven beide topsectoren ook aandacht aan voorstellen op de raakvlakken van de sectoren
Chemie, Energie en de Biobased economy.
6.3. De innovatiethema’s binnen de Topsector Chemie
De topsector Chemie heeft vier programmatische hoofdlijnen gedefinieerd: 'Chemistry of Advanced Materials', 'Chemistry of Life', 'Chemical Conversion, Process Technology & Synthesis' en 'Chemical Nanotechnology and Devices'. Voor elk van deze hoofdlijnen volgt hieronder een aantal thema’s (10 in totaal).
Voor Biobased Economy zijn vier thema’s gedefinieerd. Deze volgen na die van de Chemie.
Chemistry of Advanced Materials
Binnen dit thema gaat het om innovaties die gericht zijn op de productie van materialen
(zoals kunststoffen of bioplastics), en/of de verwerkingsprocessen, en/of de toepassing
in een breed scala van producten in diverse toepassingsgebieden en/of het hergebruik
hiervan.
Programmalijn 1 C – Superieure materialen
Deze programmalijn heeft vier speerpunten:
-
○ Duurzamer: duurzame producten die resulteren in een lagere milieu–impact
-
○ Slimmer: materialen die bijdragen aan nieuwe functionaliteiten of combinaties van
bestaande functionaliteiten
-
○ Effectiever/efficiënter: materialen die leiden tot minder materiaalgebruik met vergelijkbare
prestaties of tot betere prestaties bij gelijkblijvend materiaal gebruik
-
○ Gezonder/veiliger: Inzet van nieuwe additieven en stabilisatoren
Programmalijn 2 C – Biobased materials
Deze programmalijn richt zich op innovatie met biobased polymere materialen, gemaakt
van biobased grondstoffen. Belangrijke thema’s zijn:
-
○ Inzet van groene bouwstenen/polymeren met betere/andere eigenschappen
-
○ Inzet van biobased hulpstoffen, coatings en componenten van composieten
-
○ Biologisch afbreekbare materialen (bijv. PLA, PHA) voor functionele materialen
-
○ Biobased alternatieven voor vermeend toxische additieven
Nieuwe of aangepaste verwerkingsprocessen die door de inzet van andere polymeren noodzakelijk
worden
Programmalijn 3 C – Sluiten van de keten
Afval is grondstof. In deze programmalijn zijn de volgende thema’s belangrijk:
-
○ Recycling van kunststoffen
-
○ Verbetering van karakterisering van recyclaat
-
○ Verbetering van scheiding van recyclaat
-
○ Toepassen van recyclaat in hoogwaardige toepassingen
-
○ Onderzoek gericht op optimalisatie van eigenschappen na recycling
-
○ Verbetering van efficiency in de materiaalkringloop
Chemical Conversion, Process technology & Synthesis
Programmalijn 4 C – Energie-efficiëntie
Hier gaat het om optimalisatie van de Energie-efficiëntie van processen in de chemie
door (bijvoorbeeld):
-
○ Gebruik van nieuwe grondstoffen
-
○ Gebruik van andere energiebronnen
-
○ Nieuwe snelle sensoren en regelsystemen voor dynamische processturing elektrificatie
van productieprocessen
De ontwikkeling van nieuwe kosten- en risicoschema’s voor beoordeling van de doelmatigheid
van nieuwe technologieën kunnen deel uitmaken van een project.
Programmalijn 5 C – Grondstofefficiëntie
Grondstofefficiëntie richt zich op:
-
○ Ontwikkeling van processen waarin het direct rendement van de materiaalstromen hoog
is
-
○ Processen voor een hoge zuiverheid van (half)producten zodanig dat verder op in de
keten efficiënter met het product kan worden omgegaan
-
○ Gebruik van CO2 voor nieuwe productieroutes voor bulkmaterialen
-
○ Winning van mineralen uit zoute processtromen en proceswater van shale gas
-
○ Selectief scheiden van waardevolle componenten uit complexe processtromen
Hieronder vallen ook het verlengen van de levensduur van installaties en ombouw van
installaties voor hogere energie- en materiaalefficiëntie en voor het gebruik van
CO2 in nieuwe productieroutes voor bulkmaterialen.
Programmalijn 6 C – Conversie van biobased materiaal
Binnen de Biobased economy ligt het werkveld op de processen voor het ontsluiten,
verwerken, scheiden en zuiveren van biobased grondstoffen en producten voor de voeding,
farma en chemie en richt zich op:
-
○ Bioraffinage
-
○ Complexe moleculaire scheidingen en winnen van eiwitten
-
○ Snelle routes van biostromen tot grondstoffen
-
○ Procesmatig verwerken van algen en natte biomass.
Belangrijke onderdelen zijn het ontwikkelen van hygiënische condities voor raffinage
en conversieprocessen en het opschalen van deze processen ten behoeve van de productie
van materialen en grondstoffen.
Programmalijn 7 C – Katalysatoren & biomassa
De chemie heeft de ambitie om de koolstofketen te sluiten door vernieuwbare uitgangsmaterialen
te gebruiken (nieuwe bouwstenen én drop-in). Hiervoor zijn nodig:
Chemistry of Life
Programmalijn 8 C – Chemie van leven
Binnen dit thema gaat het om innovaties die zijn gericht op:
Personalized Health
-
○ Analyse, diagnostiek, gerichte moleculaire behandeling en monitoring van ziekten
-
○ Creëren en verbeteren van medische moleculen en probes
-
○ Ontwikkeling van biomedische materialen voor verbeterde functionaliteit in het menselijk
lichaam
Voeding
-
○ Verbetering van inzicht in de biochemie van processen gedurende de productie van voedsel
en voedingsingrediënten
-
○ Verbetering van inzicht in de relatie tussen voeding en gezondheid door begrip van
verteringsprocessen
-
○ Duurzame productie en consumptie
Faciliterende (technologische) ontwikkeling voor
Chemical Nanotechnology & Devices
Programmalijn 9 C – Chemische Nanotechnology
Hier gaat het om micro- en nanotechnologie voor vooruitstrevende oplossingen op het
gebied van
Programmalijn 10 C – (Chemische) Analyse
Hier gaat het om (Chemische) analyse als onmisbaar succesfactor voor technologische
innovatie.
-
○ Breng het lab naar het monster [analyse doen wáár die nodig is; in reactor/proces/fabriek/
milieu/naast het bed van een patiënt]
-
○ High-throughput analyse en screening
-
○ Analyseren van intacte systemen [non-destructieve analyse/ op afstand etc.]
-
○ Revoluties in resoluties [het verbeteren van plaats- tijds- en chemische resolutie]
Miniaturisering van analytische technieken en de ontwikkeling van gevalideerde sensoren
spelen bij deze thema’s een belangrijke rol.
6.4. De innovatiethema’s binnen Biobased Economy
Biobased Economy (4 programmalijnen)
Programmalijn 11 B – Biobased – Raffinage en Thermische conversie van Biomassa
De programmalijn 'Thermische conversie van biomassa’ richt zich op technologieën waarmee
biomassa bij verhoogde temperatuur, al dan niet in aanwezigheid van zuurstof, wordt
omgezet naar:
Dit omvat enerzijds voorbehandeling, torrefactie, pyrolyse en andere voorbehandelingstechnieken
om laagwaardige biomassa geschikt te maken voor de opwekking van energie en warmte,
en anderzijds bij- en meestoken: het geschikt maken van installaties voor hogere percentages
bij- en meestook biomassa.
Programmalijn 12 B – Biobased – Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie.
'Chemisch katalytische conversietechnologie' betreft de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde
technologieën voor de omzetting van -al dan niet voorbewerkte- biomassa naar groene
materialen, chemicaliën en brandstoffen via chemokatalytische routes. Conversieprocessen
worden bij voorkeur vooraf gegaan door bioraffinage. Bij bioraffinage worden plantaardige
en dierlijke grondstoffen op efficiënte, ecologisch verantwoorde en economische wijze
ontrafeld, zodat de volledige potentie van haar inhoudsstoffen benut kan worden. Het
streven is daarbij om bestaande functionaliteiten en koolstofskeletstructuren in de
moleculen zo veel mogelijk te behouden. Conversieprocessen worden gevolgd door energie-efficiënte
scheidingstechnieken, alsook de ontwikkeling van processen voor eindproducten (e.g.
polymerisatie en materiaalontwikkeling). Dit is inclusief verwerking van lignocellulose,
conversie van pyrolyse-olie naar biobrandstof en chemicaliën, en productie van biobrandstoffen
en chemicaliën uit vaste biomassa via vergassing.
Programmalijn 13 B – Biobased – Raffinage en Biotechnologische conversietechnologie.
'Biotechnologische conversietechnologie' betreft ontwikkeling van nieuwe geavanceerde
technologieën voor de omzetting van -al dan niet voorbewerkte- tweede generatie biomassa
naar groene materialen, chemicaliën en brandstoffen via biotechnologische routes (met
aandacht voor biotechnologie/genomics). Conversieprocessen worden bij voorkeur vooraf
gegaan door bioraffinage. Bij bioraffinage worden plantaardige en dierlijke grondstoffen
op efficiënte, ecologisch verantwoorde en economische wijze ontrafeld, zodat de volledige
potentie van haar inhoudsstoffen benut kan worden. Het streven is daarbij om bestaande
functionaliteiten en koolstofskeletstructuren in de moleculen zo veel mogelijk te
behouden. Conversieprocessen worden gevolgd door energie-efficiënte scheidingstechnieken,
alsook de ontwikkeling van processen voor eindproducten (e.g. polymerisatie en materiaalontwikkeling).
Programmalijn 14 B – Biobased – Zonne-energie-opslag in chemische bindingen & biomass
production.
Zonne-energie-opslag in chemische bindingen (Solar Capturing) & biomass production
omvat teelt, veredeling en de directe omzetting van CO2 en zonlicht in een scala aan eindproducten, in micro-organismen of via chemokatalytische
processen. Bij Solar Capturing gaat het in essentie om het direct (met zonne-energie
of warmte als input) of indirect (met op duurzame wijze opgewekte elektriciteit als
input) opslaan van zonne-energie in chemische bindingen van een, afhankelijk van de
gekozen benadering, breed spectrum aan verbindingen met een koolstofskelet die interessant
zijn vanuit economisch perspectief. Veelal starten de omzettingen met koolstofdioxide
en water als input en dit draagt bij aan het sluiten van de koolstofcyclus. Het gaat
hierbij om Biosolar cells, Aquatische plantaardige bronnen, en Genen en gewassen voor
groene grondstoffen.
6.5. De innovatiethema’s binnen de Topsector Energie
Energie en industrie
De verduurzaming van de procesindustrie tot een sector die geen netto CO2 uitstoot heeft vraagt om een systeemverandering, die impact heeft op infrastructuur,
economische structuren en ook gedrag. Daarvoor zijn nieuwe technologische opties essentieel,
maar net zo belangrijk is de inbedding van die opties in business cases, in het industrie-systeem
en de grotere complexiteit van het toekomstige energiesysteem.
Daarom is naast technologisch onderzoek behoefte aan haalbaarheidsstudies en verkennende
studies. De activiteiten moeten in lijn zijn met onderstaande programmalijnen van
het TKI Energie en Industrie.
Programmalijn 15 E – Energie & Industrie: Warmte
Het hoofddoel van deze programmalijn is een sterke verlaging van de netto CO2 uitstoot voor de warmtevraag van de (energie-intensieve) procesindustrie door: a)
Duurzame productie van warmte en koude, warmtemanipulatie en opslag; b) Verhoging
van de procesefficiency. De prioriteiten zijn:
-
○ Systeembenadering van industriewarmte
-
○ Integratie van warmtepompen
-
○ Kostenverlaging warmtepompen door modularisatie en systeembouw
-
○ Integratie van geothermiebronnen en warmtepompen in de industriële warmteproductie.
-
○ Restwarmtekoppeling industriegebieden
-
○ Systeembenadering efficiënte productieprocessen; efficiënte scheidings- en droogprocessen
Programmalijn 16 E – Systeemintegratie: Elektrificatie en flexibilisering
Elektrificatie van industriële processen met hernieuwbare elektriciteit is een van
de opties om te komen tot een netto CO2-neutrale industrie. De potentie is enorm wanneer gebruik gemaakt wordt van de hoge
exergetische waarde van elektriciteit. Voorbeelden van zulke technologieën zijn elektrisch
gedreven warmteopwekking voor hoge temperatuur en directe elektrochemische conversie.
Elektrificatie kan worden ingezet als een baseload optie gericht op maximale CO2-emissiereductie, of als flexibel vermogen gericht op inpassing van fluctuerend hernieuwbare
elektriciteitsaanbod in het energiesysteem. De belangrijkste vraagstukken zijn:
-
○ Ontwikkelen van modulaire processen
-
○ Sensoren en ICT voor flexibilisering van processen
-
○ Nieuwe elektrisch-gedreven processen voor omzetting en scheiding
-
○ Nieuwe manieren van inkoppeling elektriciteit in reactoren (UV, magnetron, inductie
etc.)
-
○ Impact van industriële elektrificatie
Programmalijn 17 E – Energie & Industrie: Circulariteit
Sluiten van kringlopen van grondstoffen en het opwaarderen van afvalstromen zijn essentiële
stappen om de CO2-uitstoot door grondstofgebruik terug te dringen. Regiobenadering van stofstromen
en van infrastructuur zijn hiervoor belangrijke elementen. Concepten die circulair
gebruik van koolstof in de koolstof-intensieve industrie mogelijk maken liggen in
het hart van deze programmalijn. Belangrijkste vraagstukken:
-
○ Systeemmodellering voor industrieclusters.
-
○ Industriële symbiose in industrie regio’s
-
○ Circulaire koolstof: afval als grondstof voor koolstof-intensieve industrie
-
○ Energie- en grondstofbesparing door advanced process control
-
○ Big data en AI ontwikkelingen t.b.v. reductie energie gebruik, monitoring systemen
op plant/site level, smart maintenance, supply chain management.
-
○ Inline sensoring en monitoring tools voor energie-efficiency, productkwaliteit en
circulariteit.
Nieuw Gas
De gassector beschikt over veel kennis, ervaring, expertise en ‘assets’ (zoals infrastructuur,
installaties, opslagen, platforms) die voor de energietransitie kunnen worden ingezet.
Belangrijke vragen die hierbij spelen betreffen de mate van geschiktheid van bestaande
kennis en assets voor de energietransitie, de aanpassingen en ontwikkelingen die daarvoor
nodig zijn, de (maatschappelijke) kosten en opbrengsten die dit met zich meebrengt,
het CO2-effect hiervan en eventuele andere effecten. Ook vinden veel ontwikkelingen plaats
in het ‘nieuwe gasdomein’, zoals de productie en toepassing van hernieuwbare gassen,
waterstof en CO2. Het gebruik van de ondergrond voor nieuwe doeleinden, zoals energieopslag, is hier
ook onderdeel van.
Programmalijn 18 E – Nieuw Gas: Groen Gas (i.s.m. TKI BBE en TKI E&I)
Deze programmalijn richt zich vergisting (biologische conversie van biomassa), vergassing
(thermochemische conversie van biomassa) en superkritische vergassing (omzetting van
biomassa onder hoge temperatuur en druk) voor de productie van biogassen, synthesegas,
productgas, groengas, waterstof etc. Zowel biomassavoorbehandeling, productie, gasbehandeling
en -opwerking, infrastructuur en toepassing maken hier onderdeel van uit.
Programmalijn 19 E – Nieuw Gas: Waterstof (i.s.m. TKI E&I)
Deze programmalijn richt zich op de ontwikkeling van klimaatneutrale en/of duurzame
waterstofketens, van productie tot en met toepassing incl. opslag en infrastructuur.
Toepassingen liggen in de industrie (waterstof als brandstof en grondstof), mobiliteit,
gebouwde omgeving en elektriciteitsopwekking.
Programmalijn 20 E – Nieuw Gas: CCUS (Carbon Capture, Utilization and Storage, i.s.m.
TKI E&I)
Hier staat afvang, hergebruik en opslag van CO2 centraal. Naast technologie zijn veiligheid, maatschappelijk draagvlak, juridische
aspecten en regelgeving van belang. Het toepassingsgebied is afvalverbranding (avi’s),
chemische/energie-intensieve industrie, glastuinbouw etc.
Programmalijn 21 E – Nieuw Gas: Geo-energie
Onderwerpen zijn de ontwikkeling van geothermie en energieopslag, specifiek de productiekant.
M.b.t. de mogelijkheden van CO2-opslag ligt er een verbinding met de programmalijn CCUS. Door de focus op warmte
ligt er een verbinding naar het TKI Urban Energy (lage temperatuurwarmte) en E&I (hoge
temperatuurwarmte).
Urban Energy
Energiegebruik en de invulling van die vraag met veelal lokaal opgewekte duurzame
energie zijn van invloed op hoe de gebouwde omgeving er uit ziet, op techniek en infrastructuur
en ook op gedrag en vice versa. Daarvoor zijn nieuwe technologische opties essentieel,
maar net zo belangrijk is de inbedding van die opties in business cases, in opschaling
naar grotere volumes, in de gebouwde omgeving en gebruikersgedrag en in de grotere
complexiteit van het toekomstige energiesysteem.
Daarom is naast technologisch onderzoek behoefte aan haalbaarheidsstudies en verkennende
studies. Deze moeten in lijn zijn met de programmalijnen van het TKI Urban Energy.
Programmalijn 23 E – Urban Energy: Zonnestroomsystemen (zon-PV)
Innovaties ten behoeve van betaalbare producten, processen en diensten voor de productie
van zonnestroom. Ambitie: verdere kostendaling van zonnestroom, integrale duurzaamheid
van zonnestroomsystemen, en het versterken van de ruimtelijke en ecologische kwaliteit.
Focus hierbij dient te liggen op PV-technologieën voor cellen, panelen, folies, en
halffabricaten, componenten van zonnestroomsystemen op/in daken en gevels, zonnestroomsystemen
in het buitengebied, zonnestroomsystemen in de civiele infrastructuur (rail- en verkeersinfra
en voer-/ vaartuigen), en drijvende zonnestroomsystemen (uiteindelijk wellicht ook
offshore toepasbaar).
Programmalijn 24 E – Urban Energy: Duurzame warmte en koude in de gebouwde omgeving
Innovaties ten behoeve van een snelle beschikbaarheid van stille, compacte, slimme
en kostenefficiënte warmtepompsystemen, zonnecollectoren, ventilatiesystemen, afgifte-,
en warm tapwatersystemen, een slimme compacte warmtebatterij, slimme warmtenetten,
grootschalige thermische opslag, en geothermie. Ambitie: realiseerbaar maken van de
3 hoofdconcepten voor warmte en koude bij renovatie (elektrificatie, warmtenet, duurzaam
gas) en combinaties daarvan, tempoverhoging van ontwikkeling en implementatie naar
aardgasvrij in combinatie met een aantrekkelijk gezond binnenklimaat, en het benutten
van duurzame bronnen.
Programmalijn 25 E – Urban Energy: Versnelling energierenovaties in de gebouwde omgeving
Innovaties ten behoeve van nieuwe energieconcepten voor renovatie/ nieuwbouw van verschillende
gebouwtypes om deze aardgasvrij te verwarmen en waar nodig te koelen, het energiegebruik
hiervoor (drastisch) te verlagen, en waar mogelijk deze energie lokaal op te wekken.
Ambitie: dergelijke innovatieve concepten moeten beschikbaar komen tegen een aanzienlijk
lagere kostprijs dan concepten die op dit moment op de markt beschikbaar zijn en gebouweigenaren
moeten echt enthousiast worden om deze concepten toe te passen. Hiertoe dient de keten
geoptimaliseerd te worden en grote delen van het proces gedigitaliseerd en geautomatiseerd
te worden.
Programmalijn 26 E – Urban Energy: Flexibele energie-infrastructuur
Innovaties ten behoeve van een flexibelere, betrouwbaardere, en kwalitatief betere
energie-infrastructuur, geoptimaliseerd naar kosten en prestaties om de energietransitie
te faciliteren. Focus hierbij dient te liggen op concepten en tools voor (her) ontwerp
van hybride energie-infrastructuur, componenten en systemen voor de monitoring en
control van de energie-infrastructuur, en een nieuw framework voor een slimme energie-infrastructuur.
Programmalijn 27 E – Urban Energy: Energieregelsystemen en -diensten
Innovaties ten behoeve van nieuwe energieregelsystemen en -diensten voor en van spelers
op de energiemarkt. Focus hierbij dient te liggen op de ontwikkeling van slimme en
‘resiliente’ energiehandelssystemen, systemen en diensten voor het verhogen van flexibiliteit
in het energiesysteem, zelflerende intelligente energiesystemen en -diensten op gebouw
en gebiedsniveau, en energiediensten van en voor gebruikers van elektrische voertuigen
(EVs).
Wind op Zee
Offshore windenergie is een essentieel onderdeel van de succesvolle energietransitie
in Nederland. Het staat voor het grootschalig opwekken van duurzame energie. De offshore
windenergie sector kan in 2030 50% van de elektriciteitsvoorziening verzorgen, zelfs
bij een sterk stijgende elektriciteitsvraag. Het draagt zo bij aan een duurzame, betrouwbare
en betaalbare energievoorziening.
Voorwaarden voor een succesvolle implementatie van grootschalige offshore windenergie
liggen in een doorgezette kostenreductie, de ruimtelijke planning en integratie in
het energiesysteem. Met de invulling van die voorwaarden levert offshore windenergie
niet alleen de benodigde duurzame energie, maar ook een belangrijke bijdrage aan omzet
en werkgelegenheid voor de Nederlandse industrie. Het R&D en Innovatieprogramma van
het TKI Wind op Zee is daar op gericht. Binnen dit programma is naast technologisch
onderzoek ook behoefte aan haalbaarheidsstudies en verkennende studies. Deze studies
passen ook binnen de programmalijnen:
Programmalijn 28 E – Wind op Zee: Kostenreductie en optimalisatie
Ondanks de recente kostendaling voor wind op zee, blijft inzet op kostenreductie door
innovatie van belang met het oog op het verder verlagen van de maatschappelijke kosten,
nieuwe locaties en risico’s van externe factoren. Daarnaast zullen de inpassing in
het energiesysteem (bijvoorbeeld energieopslag) extra kosten met zich meebrengen.
Optimalisatie is noodzakelijk om de benodigde schaalsprong te kunnen maken, in windturbines,
fundaties, kabels, installatiewerk en beheer en onderhoud. Innovatie richt zich op
optimalisatie & versnelling en ook op nieuwe technologie & materialen.
Programmalijn 29 E – Wind op Zee: Integratie in het energiesysteem
Grootschalige opwekking van offshore windstroom betekent dat inpassing in het energiesysteem
steeds meer van belang wordt. Hierbij spelen vraagstukken als ketenafstemming, forecasting,
balancering, opslag en conversie, interconnectie, het net-op-zee en net-ondersteunende
services (ancillary services) een rol. Hierbij is zowel de benodigde technologie als
marktmodellen onderwerp van onderzoek.
Programmalijn 30 E – Wind op Zee: Wind op Zee en de omgeving
De energietransitie vraagt een grote bijdrage van offshore windenergie. Dit heeft
invloed op de ecologie en het ruimtegebruik op zee, zowel beperkend als versterkend.
Samenwerking met andere gebruikers en onderzoek naar de interactie tussen de technologie
en ecologie zijn onderwerp van onderzoek en innovatie.
TSE-breed Programma Systeemintegratie
Het thema Systeemintegratie richt zich, als doorsnijdend thema binnen de Topsector
Energie, op de systeemveranderingen die essentieel zijn om de transitie naar een geïntegreerd
en flexibel energiesysteem van de toekomst mogelijk te maken. Het huidige systeem
is zeer stabiel, veilig en betaalbaar. De Nederlandse maatschappij wil dat deze eigenschappen
behouden blijven. Dit wordt echter een forse uitdaging; de veranderingen die het energiesysteem
zal ondergaan, zijn namelijk zeer ingrijpend en erg onzeker.
Programmalijn 31 E – Systeemintegratie: Management van een robuust, adaptief en geïntegreerd
energiesysteem
Op welke wijze ontwerpen en managen we gedurende en na de energietransitie het geïntegreerde
energiesysteem, met behoud van de huidige betrouwbaarheid, veiligheid (ook cyber secure)
en betaalbaarheid en hoe zorgen we tevens voor een maatschappelijke acceptatie van
het nieuwe systeem? Welke gereedschappen, instrumenten, configuraties, concepten,
testbanks enz. zijn hierbij nodig en welke kennisleemtes en innovatiebehoeftes horen
hierbij, zowel op technisch als niet technisch niveau?
Programmalijn 32 E – Systeemintegratie: Geïntegreerde warmtesystemen
Hoe realiseren en beheren we in Nederland op korte en lange termijn, voor verschillende
gebruiksgroepen en schaalniveaus, geïntegreerde duurzame warmtesystemen die alle transitiepaden
ondersteunen en efficiënt gebruik maken van alle beschikbare bronnen (restwarme industrie,
geothermie enz.) en componenten voor transport, opslag, opwaardering en conversie?
Wat zijn kennisleemtes en innovatiebehoeftes, zowel op technisch als niet technisch
vlak?
Programmalijn 33 E – Systeemintegratie: Grootschalige opslag en conversie
Welke grootschalige opslag- en conversieconcepten van duurzame energie vanuit een
technisch en economisch perspectief zijn in Nederland mogelijk? Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen chemische opslag en conversie (bezien vanuit een geïntegreerde visie
op de productie van grondstoffen en energie) en mechanische opslag, zoals ‘Compressed
Air Energy Storage’ (CAES).
Voor deze 3 programmalijnen zijn in 2018 vier hoogwaardige en breed gedragen (innovatie)
roadmaps ontwikkeld. Deze roadmaps bevatten de exacte milestones in de tijd voor de
te ontwikkelen kennis, componenten en producten, inclusief op te leveren deliverables
proeftuinen en demonstratieomgevingen die noodzakelijk zijn om innovaties succesvol
te laten zijn.
Overzicht van de programmalijnen
Programmalijn
|
1 – C – Superieure materialen
|
2 – C – Biobased materials
|
3 – C – Sluiten van de keten
|
4 – C – Energie-efficiëntie
|
5 – C – Grondstofefficiëntie
|
6 – C – Conversie van biobased materiaal
|
7 – C – Katalysatoren & biomassa
|
8 – C – Chemie van Leven
|
9 – C – Chemische Nanotechnologie
|
10 – C – (Chemische) Analyse
|
11 – B – Raffinage en Thermische conversie van biomassa
|
12 – B – Raffinage en Chemisch katalytische conversietechnologie
|
13 – B – Raffinage en Biotechnologische conversietechnologie
|
14 – B – Zonne-energie-opslag in chemische bindingen & biomass production
|
15 – E – Energie & Industrie: Warmte
|
16 – E – Energie & Industrie: Systeemintegratie - elektrificatie en flexibilisering
|
17 – E – Energie & Industrie: Circulariteit
|
18 – E – Nieuw Gas: Groen Gas
|
19 – E – Nieuw Gas: Waterstof
|
20 – E – Nieuw Gas: CCUS
|
21 – E – Nieuw Gas: Geo-energie
|
22 – E – Nieuw Gas: Systeemintegratie op de Noordzee
|
23 – E – Urban Energy: Zonnestroomsystemen (zon-PV)
|
24 – E – Urban Energy: Duurzame warmte en koude in de gebouwde omgeving
|
25 – E – Urban Energy: Versnelling energierenovaties in de gebouwde omgeving
|
26 – E – Urban Energy: Flexibele energie-infrastructuur
|
27 – E – Urban Energy: Energieregelsystemen en -diensten
|
28 – E – Wind: Kostenreductie en optimalisatie
|
29 – E – Wind: Integratie in het energiesysteem
|
30 – E – Wind: Wind op zee en de omgeving
|
31 – E – Systeemintegratie: Management van een robuust, adaptief en geïntegreerd energiesysteem
|
32 – E – Systeemintegratie: Geïntegreerde warmtesystemen
|
33 – E – Systeemintegratie: Grootschalige opslag en conversie
|
7. MIT-MKB-plan Creatieve Industrie 2019
7.1 Inleiding
De Creatieve Industrie versterkt het innovatievermogen van Nederland. De sector is
een onmisbare schakel in het geven van antwoorden op grote maatschappelijke vraagstukken
en het bieden van een zinvolle betekenis aan nieuwe technologische mogelijkheden.
Bedrijven en professionals in de creatieve industrie ontwikkelen oplossingen en interventies,
uiteenlopend van producten, diensten, marketing en communicatie tot gebouwde omgeving
en landschap, in zowel fysieke als virtuele, ict gedreven oplossingen en strategieën.
Zij doen dit door bij de ontwikkeling daarvan niet alleen de technische haalbaarheid
te beschouwen (feasibility) maar ook de levensvatbaarheid (viability) en de wenselijkheid
(desirability) te integreren.
De creatieve professionals van morgen houden zich in toenemende mate bezig met het
ontwikkelen van oplossingen op een systeemniveau met een positieve impact op menselijk
gedrag. Ze adresseren de individuele menselijke belangen en behoeftes. Daarbij werken
ze in en met vernieuwende samenwerkingsverbanden, organisatievormen en processen.
De nieuwe kennis die daarvoor nodig is, beschrijven de roadmaps in de Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) van TKI CLICKNL. Met deze agenda werkt CLICKNL aan het versterken van de kennisbasis voor een veerkrachtige
en relevante sector. Ze streeft daarbij naar intensivering van de samenwerking tussen
creatieve industrie, opdrachtgevers en kennisinstellingen.
7.2 Doelstellingen
Met behulp van de MIT wordt de creatieve industrie uitgedaagd innovatieve oplossingen
te ontwikkelen, die de concurrentiekracht van de sector en van de Nederlandse industrie
versterken.
De voorstellen kenmerken zich tenminste door:
-
– Gericht te zijn op de ontwikkeling van innovatieve oplossingen, door professionals
en bedrijven uit de creatieve industrie,
-
– Hanteren van een integrale aanpak die zowel de technische haalbaarheid, de levensvatbaarheid
als de wenselijkheid adresseert,
-
– Nastreven van een positieve impact op een maatschappelijke uitdaging, in toepassingsdomeinen
waar multidisciplinaire samenwerking meerwaarde heeft (zie de KIA).
7.3 Thema’s
Projectvoorstellen moeten tot doel hebben innovatieve producten, diensten of processen
te ontwerpen voor een of meerdere van deze thema’s:
-
– Inzichtelijk maken van data en/of situaties, helpen interpreteren van data en/of situaties
en bieden van handelingsperspectief voor de gebruiker.
-
– Ondersteunen en bevorderen van cultuurverandering, competentieontwikkeling, versterken
van adaptiviteit, wendbaarheid en handelingsbekwaamheid van mensen en organisaties.
-
– Versterken van (positieve) beleving en wenselijk gedrag door ontwerp van de leefomgeving
in de brede zin van het woord, zowel fysiek als digitaal.
-
– Verbeteren van bruikbaarheid en functionaliteit van producten en tools (zowel fysiek
als digitaal), onder andere door vergaande personalisering.
8. MIT-MKB-programma Agri&Food 2019
Onze ambities:
De wereld staat voor enorme uitdagingen. In de komende generatie neemt de wereldbevolking
met ruim twee miljard mensen toe. Daarnaast lijden vandaag de dag 800 miljoen mensen
aan chronische honger of gebrek aan goede voeding. We moeten dus meer voedsel produceren
dan ooit tevoren.
Tegelijkertijd vragen verschillende trends om ander voedsel. Door de wereldwijd toenemende
welvaart, stijgt de vraag naar hoogwaardige eiwitten zoals peulvruchten, zuivel en
vlees. Een groeiend aandeel van de bevolking heeft te kampen met dieet-gerelateerde
gezondheidsproblemen (obesitas, diabetes) en steeds vaker kiezen consumenten ook bewust
voor gezonder en duurzaam voedsel.
Daarbij blijft de aandacht voor de ecologische houdbaarheid van ons voedselsysteem
onverminderd groot. De Nederlandse agrarische sector heeft weliswaar wereldwijd de
laagste impact per kilogram voedsel op milieu, klimaat en biodiversiteit, maar verdere
verbetering is nodig en ook mogelijk. Daarom is extra aandacht nodig voor de ontwikkeling
van klimaatneutrale, weerbare en robuuste productiesystemen waarbij ook circulariteit
en het hergebruik van rest- en nevenstromen belangrijk zijn. Ook dierenwelzijn is
en blijft een belangrijk topic. De maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan
bieden grote economische kansen. Door de handen in elkaar te slaan, kunnen we maatschappelijke
uitdagingen aan en tegelijkertijd de economische kracht van de sector versterken.
Binnen het innovatiecontract Agri&Food worden diverse kernthema’s onderscheiden. Alle
aanvragen voor activiteiten onder dit programma dienen te vallen onder één van deze
kernthema’s.
De Topsector Agri&Food heeft de ambitie wereldleider te zijn in succesvolle oplossingen
voor mondiale maatschappelijke uitdagingen op gebied van landbouw en voeding. De inzet
van de topsector voor de ontwikkeling van nieuwe kennis en innovaties is gebundeld
in vijf kernthema’s.
8.1 Consument en maatschappij:
De Topsector Agri&Food richt zich op de ontwikkeling van consument-gestuurde ketens
die op innovatieve en efficiënte wijze gezonde en duurzame producten ontwikkelen,
produceren en vermarkten en daarmee bijdragen aan het algemeen maatschappelijk welzijn
en een economisch sterke keten. Centraal daarbij staat de keuzebekwame consument die
kiest voor een gezond voedselpatroon en een gezonde levensstijl.
In het kernthema Consument en Maatschappij zijn de volgende subthema’s ondergebracht:
-
• De keuzebekwame consument: gepersonaliseerde voedingsadviezen, voedings- en conceptontwikkeling
voor algemene populaties en doelgroepen, koopgedrag en bereiding (product en recept);
-
• Voorzien in aanbod van duurzame, veilige en gezonde producten: ontwikkeling consument-gestuurde
ketens met bijzondere aandacht voor de retail, foodservice en zorgsector, nieuwe verdienmodellen
voor de agrifoodsector;
-
• Maatschappelijk draagvlak en consumentenvertrouwen: verbondenheid burgers bij voedselproductiesystemen,
educatie, versterken vertrouwen in en imago van de agrifoodsector, transparantie in
de keten.
8.2 Klimaatneutrale productiesystemen:
Met oog voor dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn en biodiversiteit wil de Topsector
klimaatneutrale, efficiënte, weerbare en robuuste productiesystemen helpen ontwikkelen.
Daarbij is klimaatneutraliteit de stip aan de horizon die aangeeft waar de ambitie
ligt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen of te compenseren.
De volgende thema’s worden onderscheiden:
-
• Integraal weerbare en robuuste productiesystemen: beperken emissies, resource efficiency,
benutten mineralen, duurzame grondstoffen, biodiversiteit, klimaatadaptatie en -mitigatie,
circulariteit; Broeikasgassen: CO2-, lachgas- en methaanreductie, efficiency en opslag; Bodem en water: goede bodemkwaliteit,
duurzaam waterbeheer; Gezonde dieren en mensen (crossover met Gezond & Veilig): antibioticareductie
inclusief verminderde antibioticaresistentie, beheersen zoönosen, weerbare dieren,
bevordering van diergezondheid en -welzijn; Plantgezondheid (crossover met Tuinbouw
& Uitgangsmaterialen); Duurzame visserij en aquacultuur: met als opgave verdere verduurzaming
van de visserij met behoud van een gezonde bedrijfsvoering. Bij verduurzaming gaat
het om gezonde visbestanden en het verlagen van de impact op het ecosysteem door verspilling,
ongewenste bijvangst en bodemberoering zoveel mogelijk terug te dringen. Duurzame
visserij vereist dat natuur en economie met elkaar in balans komen en blijven. Verduurzamen
van de visserij is het vertrekpunt voor de inzet van de innovatiemiddelen via de topsector
Agri&Food. De scope is de primaire visserij, inclusief de mossel- en oestervisserij/-kweek.
Ook alternatieve vistechnieken en aquacultuur in windparken vallen binnen de scope.
Projecten moeten bijdragen aan:
-
• Methoden of vistuigen om selectiever te vissen;
-
• Vismethoden of -tuigen die minder bodemberoering tot gevolg hebben dan de huidige
boomkorvisserij;
-
• Minder impact op klimaat of milieu door visserijactiviteiten;
-
• Alternatieve duurzame vangst- of kweekmethoden van primaire visserij, inclusief de
mossel- en oestervisserij/-kweek.
8.3 Gezonde en veilige producten en productieprocessen:
Dit kernthema beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de volksgezondheid
door de productie van gezonde, lekkere en veilige voeding. Daarbij wordt het aandeel
zout, suiker en vet in producten verminderd en het aandeel vezels verhoogd. Ook het
verminderen van voedselallergie valt binnen dit kernthema. Bij de productie wordt
gestreefd naar een duurzame, energie- en waterefficiënte naoogstverwerking met een
minimum aan verspilling. Randvoorwaarde is voedselveiligheid, alsmede de gezondheid
van de mens in relatie tot diergezondheid in de veehouderij (1Health).
De volgende subthema’s worden onderscheiden:
-
• Ontwikkeling van producten en processen voor een gezonder voedingspatroon: herformulering,
onderzoek naar de relatie tussen producten (smaak, geur, mondgevoel), aankoop, bereiding
en een gezond eetpatroon, vermindering voedselallergie en versterken van het immuunsysteem;
Duurzame voedselverwerking: efficiënt, mild en gericht op de hele keten, kwaliteit
en veiligheid in de keten, verpakken en bewaren, verminderen voedselverspilling; Veiligheid
en gezondheid voedsel en dieren: chemisch, micro-organismen, antibioticagebruik, beheersing
zoönosen, veilige productiewijze, verminderde milieudruk, ziekteverwekkers en fijnstof;
Voeding en gezondheid: methoden voor meten van de effecten van voedsel op de gezondheid
(inclusief voedselallergie).
8.4 Circulaire systemen:
In dit kernthema draait het om het sluiten van kringlopen, het beperken van verliezen
en het tot waarde brengen van zij- en reststromen uit de agrifoodsector. Daarbij wordt
de gehele keten betrokken, van primaire productie via verwerking tot eindproducten.
De volgende subthema’s worden onderscheiden:
-
• Ontwikkeling nieuwe en aangepaste grondstoffen (groene grondstoffen); Valorisatie
eiwitten, koolhydraten, oliën en vetten; Geïntegreerde (kleinschalige) bioraffinage;
Verwerking en verwaarding van dierlijke mest.
Dit kernthema wordt uitgevoerd als cross-over met het TKI Biobased Economy (www.tki-bbe.nl).
8.5 Slimme technologie:
In alle kernthema’s is technologie van groot belang. Hierbij gaat het om het slimmer
en preciezer produceren en verwerken met behulp van bijvoorbeeld sensoren en drones,
grondstofbesparende technologieën, toepassingsmogelijkheden van het internet-of-things,
blockchains, de inzet van data-analyse en systeemarchitectuur en -integratie. In dit
kernthema wordt samengewerkt met de Topsector High-Tech Systems & Materials (HTSM)
en de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen onder de koepel High Tech to Feed the
World (HT2FtW).
Hierin worden de volgende thema’s onderscheiden:
-
• Data collectie: sensoren, detectie, visionsystemen;
-
• Analyse en benutting van data: ICT, Big Data, interpretatie (van data naar informatie);
-
• Automatisering en controle: activering, manipulatie, handling, robotica; Materialen
en verwerking: nanomaterialen, soft matter, slimme oppervlaktes.