Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2018, 8771 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2018, 8771 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 46, tweede lid, en artikel 49, tweede en vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en komen, en artikel 5.25, vijfde lid, van het Besluit SUWI;
Besluit:
De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage VI behorende bij artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage 1.
B
Bijlage VIII behorende bij artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage 2.
C
Bijlage XI behorende bij artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage 3.
D
Bijlage XX behorende bij artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage 4.
E
Bijlage XXII behorende bij artikel 5.10d, vijfde lid, van de Regeling SUWI wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage 5.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 9 februari 2018
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die UWV periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
UWV levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd.
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van UWV. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
IV |
V |
|
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting |
|||||
a. voorlopige opgave voorgaand jaar |
x |
||||
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode |
x |
x |
|||
c. raming lopend jaar |
x |
||||
d. raming volgend jaar |
x |
||||
e. voorstel herziening premiepercentages |
x |
||||
f. kerncijfers per wet |
x |
x |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/ werkzaamheden |
|||||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
b. prestatie-indicatoren / kengetallen |
x |
x |
x |
||
c. speerpunten Klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
d. speerpunten Handhaving |
x |
x |
x |
||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking en regionaal arbeidsmarktbeleid |
x |
x |
x |
||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid (incl. M&O) |
x |
x |
|||
b. doelmatigheid |
x |
||||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
|||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. risicomanagement |
x |
x |
x |
||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet / andere taken en/of werkzaamheden |
x |
x |
|||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting / afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV -SZW |
x |
||||
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
x |
x |
|||
13. Kwantitatieve informatie |
x |
x |
|||
14. Toezichtsbevindingen |
x |
x |
|||
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
IIII |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
x |
Opnemen |
UWV verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
• In de januarinota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages;
b) een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar.
• In de juninota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie;
b) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.
• In de bijlage bij het 2e tussentijdse verslag:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
a) kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil UWV bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat UWV daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
UWV doet verslag van de uitvoering van het veranderprogramma waaronder de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
UWV geeft in het jaarplan aan hoe invulling wordt gegeven aan de samenwerking met gemeenten en andere partijen, waaronder de regionale samenwerking. In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd door UWV. In de rapportages wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV neemt om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
UWV rapporteert in de tussentijdse verslagen over de voorlopige indicatieve rechtmatigheidscijfers per wet en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop UWV verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Dit is nader uitgewerkt in bijlage XXIII bij de Regeling SUWI. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren.
UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert UWV over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
UWV doet in de tussentijdse verslagen en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert UWV over de volgende onderwerpen:
• Leegstand
o Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst).
• Ontwikkeling in benodigde vierkante meters als gevolg van krimpen organisatie
• Totale huisvestingskosten (regulier en frictie) opgebouwd en onderverdeeld naar:
o Frictiekosten huisvesting (incl. facilitaire kosten);
o Regulier huisvestingskosten.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van UWV en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van de begroting).
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt UWV in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en programmakosten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt UWV in de jaarrekening de in paragraaf 10.6.8 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoerings- en programmakosten.
De jaarrekening van UWV omvat zowel UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen.
De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend.
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde programmakosten en uitvoeringskosten
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
UWV vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
In beginsel vormt UWV naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
Vanwege de urgentie en omvang van de frictiekostenproblematiek, heeft UWV tijdelijk, naast de egalisatiereserve, een bestemmingsfonds frictiekosten gevormd. UWV levert jaarlijks in december een actuele meerjarenraming van de onttrekkingen aan de reserves.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
ACTIVA |
||
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
PASSIVA |
||
• fondsvermogen |
||
• bestemmingsfondsen |
||
• egalisatiereserve |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
BATEN |
jaar t |
jaar t-1 |
---|---|---|
Premiebaten |
||
Rijksbijdragen |
||
Totaal baten |
||
LASTEN |
||
Programmakosten |
||
Uitkeringen |
||
Sociale lasten |
||
Overige baten en lasten |
||
Uitvoeringskosten |
||
Personeelskosten |
||
Huisvestingskosten |
||
Automatiseringskosten |
||
Kantoorkosten |
||
Vervoers- en Overige kosten |
||
Af: netto omzet uitvoeringskosten |
||
Financiële baten en lasten |
||
Rentebaten |
||
Rentelasten |
||
Totaal lasten |
||
Saldo van baten en lasten |
Premiebaten |
||
---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per fonds |
||
Totaal |
||
Programmakosten |
Uitvoeringskosten |
Totaal |
||||
---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per fonds sv |
||||||
Totaal |
Uitkeringen |
Sociale lasten |
Overige baten en lasten |
Uitvoeringskosten |
Totaal |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per wet sv |
||||||||||
Totaal |
||||||||||
Per fonds |
||||||||||
Totaal |
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
Specificatie overige baten |
||
Specificatie overige lasten |
Regulier |
Frictie |
Investeringskosten |
Wet- en regelgeving |
Totaal |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per wet sv |
||||||||||
Totaal sv |
Realisatie jaar t |
Begroting jaar t |
|
---|---|---|
Regulier (per kostensoort) |
||
Bijzondere baten en lasten |
||
Projectkosten |
||
Frictiekosten |
||
Totaal |
Programmakosten |
Uitvoeringskosten |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wet of regeling |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Totaal afrekening |
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
UWV doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van UWV op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
De concept aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De definitieve aansluitingstabel, plus controleverklaring, wordt een week later opgeleverd. De aansluitingstabel UWV – SZW valt onder de accountantscontrole door UWV. De door UWV te leveren items in de tabel worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
UWV verstrekt jaarlijks verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW-jaarverslag. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar opgeleverd. De door UWV te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
UWV gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie van SZW geleverd.
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die de SVB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
De SVB levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden respectievelijk uiterlijk 1 februari, 1 maart en 1 juli opgeleverd
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
IV |
V |
|
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting |
|||||
a. voorlopige opgave voorgaand jaar |
x |
||||
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode |
x |
x |
|||
c. raming lopend jaar |
x |
x |
|||
d. raming volgend jaar |
x |
x |
|||
e. voorstel herziening premiepercentages |
x |
||||
f. kerncijfers per wet |
x |
x |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden |
|||||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
||
c. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
d. speerpunten handhaving |
x |
x |
x |
||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking (n.v.t.) |
|||||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid (incl. M&O) |
x |
x |
|||
b. doelmatigheid |
x |
||||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
|||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. Risicomanagement |
x |
||||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden |
x |
x |
x |
||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||||
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
x |
x |
|||
13. Kwantitatieve informatie per wet |
x |
x |
|||
14. Toezichtsbevindingen |
x |
x |
|||
15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen |
x |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag |
x |
Opnemen |
De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
• In de januarinota:
a) een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar.
• Daarnaast verstrekt de SVB jaarlijks op basis van de CBS-prognoses een gedetailleerde meerjarenraming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de door de SVB uitgevoerde wetten.
• In de februarinota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages.
• In de juninota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.
b) de meerjaren-volumeprognose ten behoeve van het actualiseren van het costaccounting-lightmodel.
c) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil de SVB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat de SVB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• (De voorgenomen wijziging in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
De SVB rapporteert over de klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert de SVB in haar jaarverslag over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
De SVB doet verslag van de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het tweede tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten wordt omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert de SVB over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
De SVB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SVB bij dit onderdeel over de fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid, maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.
De SVB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM.
De SVB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
De SVB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder. De SVB rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
De SVB doet in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag verslag van de voortgang van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB over de volgende onderwerpen:
− Leegstand: fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)
− Overmaat: voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.
− Huisvestingskosten: onderverdeeld naar SV en niet-SV.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van de SVB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
De SVB gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang van de baten als gevolg van werk voor derden
• de financiering van vaste activa
• (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt de SVB in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt de SVB in de jaarrekening de in paragraaf 10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten.
De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde SV-fondsen.
De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de staat van baten en lasten met toelichting opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:
− Grondslagen waardering en resultaatbepaling
− Balans met toelichting
− Staat van baten en lasten met toelichting
− Kasstroomoverzicht
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers. Met betrekking tot de premiebaten is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand verschoven kasbasis).
Egalisatiereserve
De SVB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
In beginsel vormt de SVB naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het Ministerie van SZW worden afgeweken.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• fondsvermogen |
||
• bestemmingsfondsen |
||
• egalisatiereserve |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• Baten per wet sv |
||
• Totaal baten per wet sv |
||
• Totaal baten niet-sv |
||
Totaal baten |
||
• Lasten per wet sv |
||
• Totaal lasten per wet sv |
||
• Lasten niet-sv |
||
Totaal lasten |
||
Saldo van baten en lasten |
Baten per wet |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Rijksbijdragen |
|||
Premies |
|||
Overige baten |
|||
Totaal |
Lasten per wet |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Uitkeringen (incl. sociale lasten) |
|||
Overige lasten |
|||
Uitvoeringskosten |
|||
Totaal |
Uitvoeringskosten |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Personeel |
|||
Huisvesting |
|||
Automatisering |
|||
Bureaukosten |
|||
Diensten en diversen |
|||
Totaal |
Uitvoeringskosten |
Totaal |
---|---|
Staande organisatie |
|
Per project |
|
Totaal |
Baten en lasten per fonds |
SV |
niet-SV |
Totaal |
Programmakosten |
Uitvoeringskosten |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wet of regeling |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Totaal afrekening |
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen de SVB en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
WNT verantwoording
De SVB doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd. De door de SVB te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan de SVB kenbaar gemaakt.
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers, de rapportage handhaving SVB en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
De SVB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie van SZW geleverd.
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die IB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IB levert het ontwerpjaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. Het jaarplan van IB bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI en de andere taken die het IB ten behoeve van gemeenten op grond van artikel 5.24 van het Besluit SUWI verricht. IB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
|||
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.) |
|||||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken |
|||||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
||
c. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
d. speerpunten handhaving |
|||||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking |
x |
x |
x |
||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid |
x |
||||
b. doelmatigheid |
x |
||||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
x |
||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. Risicomanagement |
x |
||||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet/andere taken |
x |
x |
x |
||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||||
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.) |
|||||
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.) |
|||||
14. Toezichtbevindingen |
x |
x |
II |
jaarplan met begroting |
III |
tussentijdse verslag |
IV |
jaarverslag incl. jaarrekening |
x |
Opnemen |
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil IB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat IB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het kader van de budgetverantwoordelijkheid van SZW voor IB dient IB zich tevens te verantwoorden over prestatie-indicatoren en prestatiegegevens op het gebied van:
– Werking sectorloket gemeenten en andere ketenpartijen
– Dienstverlening IB, waaronder klanttevredenheid
– Financiën
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Andere taken die IB ten behoeve van de gemeenten verricht en die niet bekostigd worden uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet IB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft IB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
IB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. IB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe. IB dient tevens verslag te doen van de fte-bezetting (vast/tijdelijk/extern) per einddatum van de verslagperiode.
IB doet verslag van de samenwerking met de ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen IB heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat IB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen IB voor zover van belang voor de uitvoering van de taken op grond van de Wet SUWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van IB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt IB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
De wijze waarop IB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat IB inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Ten aanzien van IB wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. IB wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
IB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI).
In dit onderdeel rapporteert IB over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
IB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
IB rapporteert over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
IB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
IB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft IB inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
IB doet verslag van belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de huisvesting.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van IB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
IB gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting, in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en tenminste € 50.000 ten opzichte van dezelfde begrotingspost voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt IB in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage.
De jaarrekening van IB geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow, voor zover deze betrekking hebben op de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening IB bestaat uit de volgende onderdelen:
• Grondslagen waardering en resultaatbepaling
• Balans met toelichting
• Resultatenrekening met toelichting
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
IB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, zesde lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
Bestemmingsfonds voor investeringen
IB beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is IB derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt IB een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• eigen vermogen |
||
• voorzieningen |
||
• bestemmingsfonds |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
jaar t Regulier |
jaar t Projecten |
jaar t Totaal |
jaar t-1 Regulier |
jaar t-1 Projecten |
jaar t-1 Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage |
||||||
Incidenteel budget |
||||||
Overige baten |
||||||
Totaal baten |
||||||
Loonkosten eigen personeel |
||||||
Kosten extern personeel |
||||||
Overige personeelskosten |
||||||
Totaal personeelskosten |
||||||
Afschrijvingskosten |
||||||
Huisvestingskosten |
||||||
Automatiseringskosten |
||||||
Kantoorkosten |
||||||
Vervoerskosten |
||||||
Overige beheerskosten |
||||||
Totaal overig beheer |
||||||
Beleidsbudgetten |
||||||
Totaal overige kosten |
||||||
Totaal lasten |
||||||
Saldo van baten en lasten |
WNT verantwoording
IB doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
IB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BKWI (als organisatieonderdeel van UWV) periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
UWV levert ten aanzien van BKWI het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van het Besluit SUWI en de andere taken die BKWI ten behoeve van gemeenten verricht. Ten aanzien van BKWI dient UWV zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
|||
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.) |
|||||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken |
|||||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
||
c. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
d. speerpunten handhaving |
|||||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking |
x |
x |
x |
||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid |
x |
||||
b. doelmatigheid |
x |
x |
|||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
x |
||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. Risicomanagement |
x |
||||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet/andere taken |
x |
x |
x |
||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||||
12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.) |
|||||
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.) |
|||||
14. Toezichtbevindingen |
x |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijdse verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
x |
Opnemen |
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil BKWI bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat BKWI daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Wijzigingen in de andere taken.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden verantwoord. Indien van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
UWV doet ten aanzien van BKWI verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
Voor de elektronische voorzieningen wordt verslag gedaan van de samenwerking tussen ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen door BKWI zijn genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen BKWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering van BKWI. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
De wijze waarop UWV ten aanzien van BKWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie BKWI. Ten aanzien van BKWI wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur van UWV wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
UWV rapporteert in het jaarverslag over het onderdeel BKWI over het totstandkomingproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert UWV over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer van BKWI. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
Het UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
UWV rapporteert voor het onderdeel BKWI over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen bij BKWI. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft UWV voor de bijdrage van BKWI inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
UWV doet verslag van belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de huisvesting van BKWI.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting door UWV van het organisatieonderdeel BKWI en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel binnen het organisatieonderdeel BKWI en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen (jaarrekening).
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt BKWI in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken. De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:
• Grondslagen waardering en resultaatbepaling
• Balans met toelichting
• Resultatenrekening met toelichting
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Controleverklaring en verslag van bevindingen
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Egalisatiereserve
BKWI vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
Bestemmingsfonds voor investeringen
BKWI beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BKWI derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt BKWI een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• eigen vermogen |
||
• egalisatiereserve |
||
• bestemmingsfonds |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
jaar t Regulier |
jaar t Projecten |
jaar t Totaal |
jaar t-1 Regulier |
jaar t-1 Projecten |
jaar t-1 Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage |
||||||
Incidenteel budget |
||||||
Overige baten |
||||||
Totaal baten |
||||||
Loonkosten eigen personeel |
||||||
Kosten extern personeel |
||||||
Overige personeelskosten |
||||||
Totaal personeelskosten |
||||||
Afschrijvingskosten |
||||||
Huisvestingskosten |
||||||
Automatiseringskosten |
||||||
Kantoorkosten |
||||||
Vervoerskosten |
||||||
Overige beheerskosten |
||||||
Totaal overig beheer |
||||||
Beleidsbudgetten |
||||||
Totaal overige kosten |
||||||
Totaal lasten |
||||||
Saldo van baten en lasten |
WNT verantwoording
BKWI doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).
BKWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie SZW en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
Aan: ...
Ons oordeel
Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen wettelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van … (naam entiteit) per 31 december 20XX en van het resultaat en de kasstromen over 20XX in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (WNT).
Tevens geven naar ons oordeel:
• de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitvoering over 20XX (jaarverslag 20XX, pagina XX); en
• de weergave van de uitgaven in 20XX aan onderwijsvoorzieningen (jaarverslag 20XX, pagina XX). NB alleen indien van toepassing
een getrouw beeld van de uitkomsten van de taakuitvoering van … (naam entiteit) over 20XX in overeenstemming met de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder (NB alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben ingevolge artikel 49 lid 3 van de Wet SUWI de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 20XX van … (naam entiteit) te … ((statutaire) vestigingsplaats) de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitoefening en (NB alleen indien van toepassing) de weergave van de uitgaven in 20XX aan onderwijsvoorzieningen gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit:
• de balans per 31 december 20XX;
• de staat van baten en lasten over 20XX;
• het kasstroomoverzicht over het jaar geëindigd op 31 december 20XX; en
• de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen waarin ook begrepen de WNT verantwoording 20XX.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, bijlage VIII bij de Regeling SUWI punt 8 en 10, Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de WNT.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b en het Controleprotocol WNT vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Onafhankelijkheid
Wij hebben de jaarrekening gecontroleerd in onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij Assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
• het bestuursverslag;
• de overige gegevens.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
• alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW, de Wet- en Regeling SUWI en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
De Raad van Bestuur / het bestuur / de directie is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI.
Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie voor de jaarrekening
De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van de overige onderdelen van het jaarverslag, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de bepalingen bij en krachtens de WNT en (NB alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.
In dit kader is de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie afwegen of het zbo / de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie het voornemen heeft om het zbo / de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b, het Controleprotocol WNT, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van het zbo / de stichting;
• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
• het vaststellen dat de door de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven;
• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Plaats en datum
Accountant van
Naam accountant en ondertekening met die naam
In de Regeling SUWI en bijbehorende bijlagen VI, VIII, XI en XX zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot onder andere het jaarplan met begroting, de verantwoording en de periodieke informatieverstrekking door het Uitvoeringsinstituut Werknemersregelingen (UWV) de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het Inlichtingenbureau (IB) en het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI). In bijlage XXII bij de Regeling SUWI is een model opgenomen voor de controleverklaring bij de door UWV, SVB, IB en BKWI op te stellen jaarrekening. De onderhavige wijziging voorziet in het vervangen van de bijlagen VI, VIII, XI, XX en XXII door nieuwe (aangepaste) bijlagen.
De bijlagen VI, VIII, XI en XX zijn waar nodig geactualiseerd en er zijn enkele wijzigingen doorgevoerd om de leesbaarheid van de tekst te vergroten en deze te ontdoen van dubbelingen. Bijlage XXII is geactualiseerd op basis van de door de Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants verstrekte standaard-controleverklaringen. De aanpassingen zijn in overeenstemming met betreffende organisaties tot stand gekomen.
De nieuwe voorschriften gelden vanaf 1 januari 2018, conform afspraken met het UWV, de SVB, IB en BKWI. De controleverklaring bij het jaarverslag 2017 dient daarmee volgens de aangepaste bijlage te worden opgesteld. Nu publicatie van de regeling niet meer mogelijk was voor 1 januari 2018, treedt de regeling in afwijking van de vaste verandermomenten in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie, en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-8771.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.