Richtsnoeren vereenvoudigde afdoening van boetezaken, Autoriteit Consument en Markt

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op de bevoegdheid van de ACM tot het opleggen van boetes bij overtreding van wettelijke bepalingen waarop zij toezicht houdt1 en gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

I Inleiding

  • 1. De ACM heeft de bevoegdheid een boete op te leggen aan een persoon of onderneming voor de overtreding van diverse wettelijke voorschriften. Als een bij een dergelijke boetezaak betrokken persoon of onderneming bereid is de overtreding te erkennen en daarvoor een boete te accepteren, kan de ACM de behandeling van de zaak vereenvoudigen. De ACM neemt dan een verkort boetebesluit. Hiermee wordt de zaak definitief afgedaan en kunnen langdurige juridische procedures worden voorkomen. De ACM beloont dit door de boete te verlagen met 10%.

  • 2. De ACM heeft in enkele mededingings- en consumentenzaken ervaring opgedaan met vereenvoudigde afdoening.2 Met deze richtsnoeren maakt de ACM deze ontwikkelde praktijk inzichtelijk. De richtsnoeren geven informatie over de uitgangspunten, spelregels en procedurele stappen die de ACM toepast. Deze praktijk blijft in ontwikkeling.

II Voordelen van vereenvoudigde afdoening

  • 3. Vereenvoudigde afdoening betekent een procedure die zowel voor de ACM als betrokken partijen efficiënter en goedkoper is. Hierdoor kunnen partijen schoon schip maken en kan de ACM andere zaken oppakken.

  • 4. De vereenvoudigde procedure is bedoeld om de zaak waarin de ACM een overtreding heeft geconstateerd, definitief af te doen. De ACM licht aan de betrokken partijen mondeling toe hoe zij aankijkt tegen de overtreding en de hiervoor op te leggen boete. Betrokken partijen kunnen daarop reageren. De ACM laat dan weten of de reactie van partijen de waardering door de ACM van de zaak wijzigt. De ACM onderhandelt niet over de overtreding of de boete. De vereenvoudigde procedure leidt tot een aanzienlijk verkort boetebesluit.

  • 5. Partijen die medewerking verlenen aan vereenvoudigde afdoening komen in aanmerking voor een boetevermindering van 10%.3 De ACM past deze boetevermindering toe na eventuele boeteverhogende en -verlagende factoren, en na de toets aan het boetemaximum, zodat partijen daadwerkelijk profiteren van de vermindering.4

III Uitgangspunten en spelregels

  • 6. De ACM hanteert in de vereenvoudigde procedure een aantal uitgangspunten en spelregels. Deze zijn hieronder weergegeven.

Initiatief

  • 7. Als een boetezaak in de ogen van de ACM geschikt is voor vereenvoudigde afdoening, neemt zij met de betrokken partijen contact op om te verkennen of zij openstaan voor vereenvoudigde afdoening. Partijen kunnen hun belangstelling hiervoor kenbaar maken bij de ACM.

Welke boetezaken lenen zich voor vereenvoudigde afdoening?

  • 8. Niet alle boetezaken lenen zich voor vereenvoudigde afdoening. Er bestaat geen recht op vereenvoudigde afdoening. De ACM biedt de vereenvoudigde procedure dan ook niet in alle boetezaken aan.

  • 9. Vereenvoudigde afdoening is alleen geschikt in boetezaken, waarin de betrokken partij bereid is haar overtreding te erkennen en een boete hiervoor te accepteren. De ACM gaat daarnaast alleen met een partij in gesprek over vereenvoudigde afdoening als zij met de overtreding is gestopt. Voor zover dit niet blijkt uit het door de ACM verrichte onderzoek, kan deze partij daarvoor ondersteunend bewijs aan de ACM verstrekken.

  • 10. Verder lenen boetezaken zich alleen voor vereenvoudigde afdoening als de ACM hiervan voldoende efficiëntievoordelen verwacht. Zo biedt de ACM in een boetezaak met meerdere partijen in principe alleen een vereenvoudigde procedure aan als alle partijen bereid zijn tot erkenning van de overtreding en acceptatie van een boete. Vereenvoudigde afdoening ligt minder voor de hand als de besluitvorming door de ACM al in een vergevorderd stadium is.

Deelname is vrijwillig

  • 11. Door deel te nemen aan vereenvoudigde afdoening maakt een partij kenbaar de zaak definitief te willen afsluiten en een lange juridische procedure te willen vermijden.

  • 12. Deelname aan vereenvoudigde afdoening is vrijwillig. Partijen kiezen bewust en vrijwillig voor een procedure gericht op definitieve afronding door een verkort boetebesluit. Zij kunnen de vereenvoudigde procedure beëindigen en alsnog de reguliere procedure volgen tot het moment dat zij bij de ACM een verklaring hebben ingediend en de ACM heeft aangegeven dat deze verklaring voldoet (zie randnummer 25 en volgende van deze richtsnoeren).

Opschorten beslistermijn

  • 13. Een betrokken partij die deelneemt aan de vereenvoudigde procedure, stemt bij aanvang schriftelijk in met het opschorten van de wettelijke beslistermijn totdat het traject tot vereenvoudigde afdoening is afgerond.

Geheimhouding

  • 14. Een betrokken partij die deel wil nemen aan de vereenvoudigde procedure tekent bij aanvang een geheimhoudingsverklaring. Daarin verklaart zij dat zij vertrouwelijk omgaat met informatie uit de gesprekken in de vereenvoudigde procedure en met informatie die in deze procedure is gewisseld met de ACM. Zij zal deze informatie dus niet delen met derden, tenzij de ACM daarmee vooraf heeft ingestemd. Onder derden wordt verstaan ieder ander dan de betrokken partij of haar vertegenwoordiger(s). Ook andere partijen in dezelfde boetezaak gelden hier als derden.

  • 15. Als de betrokken partij zich niet aan de geheimhouding houdt, kan de ACM de vereenvoudigde procedure staken en het reguliere sanctietraject voortzetten.

  • 16. De ACM is gebonden aan wettelijke regels over de vertrouwelijke behandeling van de informatie die zij tijdens haar werkzaamheden ontvangt. Net als in de reguliere procedure zal de ACM daarom zorgvuldig omgaan met informatie die zij in de vereenvoudigde procedure van partijen krijgt.

Gesprekken in de vereenvoudigde procedure

  • 17. De ACM voert gesprekken met elke betrokken partij afzonderlijk. Als partijen tot dezelfde onderneming behoren, voert de ACM de gesprekken met deze partijen in beginsel gezamenlijk. Bij gesprekken met de ACM kunnen partijen een gemachtigde, zoals een advocaat, aanwezig laten zijn.

  • 18. Tijdens de gesprekken legt de ACM aan betrokken partijen de overtreding en de voorgenomen boete voor. Partijen kunnen hierop mondeling reageren. De ACM laat daarop weten of de reactie van partijen de waardering door de ACM van de zaak wijzigt.

  • 19. Teneinde het traject voortvarend te laten verlopen, stelt de ACM voor reacties van partijen korte termijnen vast en kan zij grenzen stellen aan de omvang van schriftelijke stukken.

Het stopzetten van de vereenvoudigde procedure

  • 20. De ACM kan gedurende de vereenvoudigde procedure beslissen om deze stop te zetten. Reden hiervoor kan bijvoorbeeld zijn dat de ACM en de betrokken partij of partijen geen gedeeld beeld hebben van de overtreding of dat een betrokken partij niet bereid is haar overtreding te erkennen en/of de voorgenomen boete te accepteren.

  • 21. Als in een boetezaak met meerdere partijen, één van de partijen ervoor kiest de reguliere procedure te volgen waarin zij de bevindingen van de ACM kan betwisten, dan kan dit ertoe leiden dat de ACM de vereenvoudigde procedure voor alle partijen beëindigt. Dit is het geval als de ACM oordeelt dat hierdoor de vereenvoudigde procedure niet meer voldoende efficiëntievoordelen oplevert. Voor alle partijen volgt dan de reguliere procedure.

  • 22. Daarnaast kan iedere betrokken partij op eigen initiatief besluiten om de vereenvoudigde procedure te beëindigen en over te stappen naar de reguliere procedure.

  • 23. Als de ACM of de betrokken partij de vereenvoudigde procedure beëindigt, dan hervat de ACM de reguliere procedure. De vereenvoudigde procedure is eenmalig. Dit betekent dat de ACM deze na beëindiging niet zal hervatten of opnieuw starten.

Apart dossier voor vereenvoudigde procedure

  • 24. De ACM legt voor alle correspondentie in de vereenvoudigde procedure een apart dossier aan. Als de vereenvoudigde procedure wordt afgebroken, vervalt ook de erkenning van de betrokken partij. De ACM zal informatie en standpunten die deze partij in de vereenvoudigde procedure heeft verstrekt, niet tegen haar gebruiken. Mocht deze partij zelf sommige stukken en standpunten toch willen gebruiken, staat het haar vrij om deze in de reguliere procedure in te brengen.

Verklaring met het oog op vereenvoudigde afdoening

  • 25. Als een betrokken partij bereid is haar overtreding te erkennen en de voorgenomen boete van de ACM te accepteren, dan dient zij een verklaring over de vereenvoudigde afdoening bij de ACM in. Deze verklaring moet in de Nederlandse taal zijn opgesteld. De ACM biedt hiervoor een raamwerk aan.

  • 26. De verklaring bevat in ieder geval een beschrijving en erkenning van de overtreding, de bevestiging dat er voldoende toegang tot het dossier is geweest en voldoende ruimte voor hoor en wederhoor. De betrokken partij moet hierbij aansluiten bij de uitkomsten van haar gesprekken met de ACM. Zo nodig verstrekt de ACM een overzicht van deze uitkomsten. De betrokken partij bevestigt met de verklaring ook dat zij de voorgenomen boete van de ACM en de uitgangspunten die aan deze boete ten grondslag liggen, accepteert.

  • 27. De ACM toetst of de verklaring voldoet en biedt de betrokken partij indien nodig eenmalig de gelegenheid om deze aan te vullen.

  • 28. De betrokken partij is niet meer aan haar verklaring gebonden, als de ACM na ontvangst en goedkeuring van de verklaring alsnog beslist de vereenvoudigde procedure stop te zetten (zie randnummer 20 en 21 van deze richtsnoeren). De ACM stelt de betrokken partij hiervan op de hoogte.

  • 29. De ACM geeft derden in eventuele schadevergoedingsprocedures geen inzage in de verklaring.5

Verkort boetebesluit

  • 30. Het verkorte boetebesluit bevat een beknopte omschrijving van de overtreding, en de ernst en duur daarvan. Het sluit aan bij de door de betrokken partij ingediende verklaring die de ACM heeft geaccepteerd, en vermeldt dat deze partij heeft erkend.

  • 31. De ACM stelt de betrokken partij in de gelegenheid het verkorte besluit in te zien voordat de ACM het besluit bekend maakt.

Publicatie

  • 32. De ACM publiceert het verkorte boetebesluit zoals wettelijk voorgeschreven, onder weglating van de wettelijk bepaalde vertrouwelijke informatie.6

  • 33. De ACM brengt naar aanleiding van het boetebesluit een nieuwsbericht uit om verantwoording af te leggen en kenbaar te maken dat er een overtreding is vastgesteld.7 De ACM brengt de inhoud ervan van tevoren ter kennis aan de betrokken partij. In het bericht vermeldt de ACM de bedrijfsnaam en boete voor deze partij. Tevens vermeldt de ACM dat deze partij heeft meegewerkt aan vereenvoudigde afdoening in ruil voor een vermindering van de boete.

IV Aanduiding en inwerkingtreding

  • 34. Dit besluit wordt aangehaald als: Richtsnoeren vereenvoudigde afdoening van boetezaken ACM.

  • 35. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 13 december 2018

De Autoriteit Consument en Markt, T.M. Snoep bestuursvoorzitter

F.J.H. Don bestuurslid

C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid


X Noot
1

In het bijzonder artikel 4.21, eerste lid, van de Aanbestedingswet 2012, artikel 3.8, eerste lid, van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 77i van de Elektriciteitswet 1998, artikel 60ad van de Gaswet, de artikelen 12l, derde lid, en 12m, eerste en tweede lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, artikel 45f, eerste lid, aanhef en onder a, van de Loodsenwet, de artikelen 56, aanhef en onderdeel a, 70a, aanhef en onderdeel a, 71, 73, 74, aanhef en onderdelen 1º tot en met 5º, onder a, en artikel 75, aanhef en onderdeel a, van de Mededingingswet, artikel 49, eerste lid, van de Postwet 2009, artikel 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, artikel 15.4, tweede en derde lid, van de Telecommunicatiewet, artikel 18, tweede lid, van de Warmtewet, artikel 2.9,eerste lid, onderdeel b, jo. artikel 2.15 van de Wet handhaving consumentenbescherming, artikel 22 van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en artikel IXc, vierde lid, aanhef en onderdeel a, en vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nader regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614), artikel 8.25h, vierde lid, en 11.24 van de Wet luchtvaart, en artikel 96a van de Wet personenvervoer 2000.

X Noot
2

Zie onder andere het besluit van de ACM van 25 juni 2015 in zaak 14.0705.27 (Natuurazijn); de besluiten van de ACM van 22 december 2015 in de zaken 13.0698.31 en 15.0327.31 (Koel- en vrieshuizen) met kenmerk,

ACM/DJZ/2015/207566_OV en ACM/DJZ/2015/207552_OV; het besluit van de ACM van 26 mei 2016 in zaak

15.1118.52 (Te hoge roamingtarieven), en; het besluit van de ACM van 30 juni 2017 in zaak 7615 (Tractiebatterijen) met kenmerk 7615_11/84.

X Noot
3

De ACM ziet dit als verdergaande medewerking dan waartoe de betrokken partij wettelijk gehouden was. Dit geldt als boeteverlagende omstandigheid op grond van artikel 2.10 van de Boetebeleidsregel ACM 2014 (Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 4 juli 2014, nr. WJZ/14112617, met betrekking tot het opleggen van bestuurlijke boetes door de Autoriteit Consument en Markt, Stcrt. 2014, 19776, zoals gewijzigd door Beleidsregel van de Minister van Economisch Zaken van 28 juni 2016, nr. WJZ/16056097, houdende wijziging van de Boetebeleidsregel ACM 2014, Stcrt. 2016, 34630).

X Noot
4

Op gelijke wijze als de ACM in kartelzaken clementiekorting in mindering brengt op de boete. Als ook clementie aan de orde is, telt de ACM het clementiepercentage en het kortingspercentage voor vereenvoudigde afdoening bij elkaar op.

X Noot
5

Zie artikel 7 Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (Iw). De ACM kan op grond van andere wettelijke regelingen wel gehouden zijn gegevens en inlichtingen te verstrekken (artikel 7 lid 2 Iw). Conform artikel 846 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verschaft de ACM geen inzage, afschrift of uittreksel van de verklaring die een partij in het kader van vereenvoudigde afdoening van een boeteprocedure wegens inbreuk op het mededingingsrecht heeft afgelegd. Deze verklaring wordt in dat artikel aangeduid als ‘verklaring met het oog op een schikking’.

X Noot
6

Zie artikel 12u en 12v Iw.

X Noot
7

Zie Werkwijze Openbaarmaking ACM.

Naar boven