Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 10 december 2018, kenmerk 1453331-184685-PZo op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg inzake het experiment resultaatbeloning en zorgvernieuwing eerstelijnsverblijf

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Na op 16 oktober 2018 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over het voornemen een aanwijzing te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit inzake het experiment resultaatbeloning en zorgvernieuwing eerstelijnsverblijf (Kamerstukken II 2018/19 31 765 nr. 346);

Besluit:

Artikel 1 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit zorgverzekering voor zover het gaat om verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met zorg zoals huisartsen plegen te bieden al dan niet gepaard gaande met verpleging en verzorging of paramedische zorg.

Artikel 2 Experiment resultaatbeloning en zorgvernieuwing

  • 1. De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet met ingang van 1 januari 2019 in een experiment resultaatbeloning en zorgvernieuwing.

  • 2. Op grond van dit experiment krijgen een zorgaanbieder en een zorgverzekeraar de mogelijkheid om op basis van een overeenkomst af te wijken van de reguliere bekostiging voor eerstelijnsverblijf.

  • 3. Voor het experiment geldt een vrij tarief.

  • 4. Het bepaalde in artikel 35, eerste lid, onder c en d, van de Wet marktordening gezondheidszorg is niet van toepassing op een prestatiebeschrijving die een zorgaanbieder en zorgverzekeraar die deelnemen aan het experiment zijn overeengekomen.

  • 5. De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet in een regelluwe uitvoering van het experiment door ambtshalve landelijk één algemene prestatiebeschrijving voor de experimentprestatie vast te stellen, die in rekening mag worden gebracht onder de voorwaarde dat er sprake is van een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.

  • 6. Wanneer de Nederlandse Zorgautoriteit het niet langer verantwoord vindt een experiment onveranderd voort te zetten, laat zij mij dat onmiddellijk weten en zal ik het experiment zo nodig stopzetten.

  • 7. Het experiment eindigt wanneer de nieuwe bekostiging voor eerstelijnsverblijf in werking treedt.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Er gelden drie prestatiebeschrijvingen voor bekostiging van het eerstelijnsverblijf: ELV laag complex, ELV hoog complex en ELV palliatief terminale zorg. Zoals ik in de voorhangbrief van 16 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/19 31 765 nr. 346) heb aangegeven, bieden de vastgestelde prestaties voor het ELV te weinig ruimte voor resultaatbeloning en zorgvernieuwing. Om die reden wil ik graag een experiment mogelijk maken.

Met deze aanwijzing geef ik de NZa de opdracht om op grond van artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg in haar beleidsregel de mogelijkheid van een experiment op te nemen waarbij kan worden afgeweken van de reguliere bekostiging voor eerstelijnsverblijf. Hierbij geldt een vrij tarief, zodat maatwerk kan worden gerealiseerd. Ook geldt het uitgangspunt dat de cliënt geen nadeel mag ondervinden van het experiment.

Dit experiment wordt zo regelluw mogelijk uitgevoerd. Dit betekent dat de NZa ambtshalve landelijk één algemene prestatiebeschrijving voor de experimentprestatie vaststelt. De NZa kan hierbij registratieverplichtingen opleggen, bijvoorbeeld ten behoeve van de doorontwikkeling van de bekostiging van eerstelijnsverblijf. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen uitsluitend op basis van een overeenkomst afwijken van de reguliere prestaties en tarieven voor eerstelijnsverblijf door die landelijke experimentprestatie te hanteren.

Het experiment valt binnen het macrokader geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf. Het macrobeheersinstrument is van toepassing op dit experiment.

Het experiment eindigt wanneer de nieuwe bekostiging voor eerstelijnsverblijf in werking treedt.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven