Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën, van 5 december 2018, nr. IENW/BSK-2018/157193, tot wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in verband met de subsidiëring van activiteiten in het kader van de Subsidieregeling riolering woonboten 2018-2020, de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemende Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 21 augustus 2018, kenmerk MD201835INSTHH;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel B – water wordt 'Subsidieregeling riolering woonboten' vervangen door 'Subsidieregeling riolering woonboten 2018-2020'.

2. In onderdeel C – milieu worden in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

  • Regeling groenprojecten buitenland 2002

  • Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002.

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, aanhef en onder 1, van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2018. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 november 2018, treedt artikel I, aanhef en onder 1, van dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, en werkt artikel I, aanhef en onder 1, van dit besluit terug tot en met 1 december 2018.

  • 2. Artikel I, onder 2, van dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Inleiding

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: het algemene mandaatbesluit) geeft de bevoegdheid aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat om namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat besluiten te nemen.

Het mandaat van RVO.nl is aangepast door wijziging van de onderdelen B en C van de bijlage bij het algemene mandaatbesluit. In onderdeel B is de vermelding van de Subsidieregeling riolering woonboten vervangen door een verwijzing naar de nieuwe regeling: de Subsidieregeling riolering woonboten 2018-2020. Onderdeel C is gewijzigd in verband met het besluit om de uitvoering van de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de uitvoering van de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 te mandateren aan RVO.nl. De redenen daarvoor worden hieronder uiteengezet.

Subsidieregeling riolering woonboten 2018-2020

Vanaf 2007 werd op basis van de Subsidieregeling riolering woonboten aan eigenaren van woonboten een subsidie verstrekt als tegemoetkoming in de kosten van de aanleg, zijnde aanschaf en installatie, van een voorziening om ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater tegen te gaan. Door het aansluiten van woonboten op de riolering of op een individuele behandeleenheid voor afvalwater (IBA) worden ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater voorkomen, waardoor de waterkwaliteit verbetert. In 2010 is die subsidieregeling ten behoeve van een soepele uitvoering gewijzigd en verlengd tot 1 januari 2011. De regeling is echter van toepassing gebleven op woonboten die opgenomen zijn in het gemeentelijk rioleringsplan of het daarop gebaseerde saneringsplan en waaromtrent met de gemeente overeenstemming is bereikt over een gefaseerde uitvoering tot uiterlijk 1 juli 2017. Deze regeling werd door RVO.nl uitgevoerd.

Inmiddels is er een nieuwe regeling in voorbereiding die feitelijk een verdere verlenging beoogt van de genoemde en inmiddels vervallen subsidieregeling, nu gebleken is dat nog niet in alle beoogde gevallen een beroep op de voorgaande subsidieregeling gedaan kon worden. Gemeenten hebben ten aanzien van die gevallen aangegeven uiterlijk in 2020 tot uitvoering van een gemeentelijk rioleringsplan over te gaan. Ook blijkt het eerder beschikbaar gestelde budget niet uitgeput. RVO.nl behoudt daartoe het mandaat om de subsidieregeling ten aanzien van de aansluiting van woonboten op de riolering uit te voeren namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Regelingen groenprojecten

De Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 worden uitgevoerd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in overeenstemming met de Minister van Financiën. Op dit moment worden ‘groenverklaringen’ op grond van de genoemde regelingen door middel van een schriftelijk besluit afgegeven door een directeur van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op grond van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat. De directeur tekent indien is ingestemd met het besluit door of vanwege de Minister van Financiën. De voorbereiding en afhandeling van het schriftelijke besluit (met uitzondering van het daadwerkelijk nemen daarvan) wordt reeds volledig door RVO.nl uitgevoerd. De regelingen zijn in hoge mate vergelijkbaar met de Regeling groenprojecten 2016 (zie hierna).

De uitvoering van de Regeling groenprojecten 2016 is reeds gemandateerd aan RVO.nl (zie Stcrt. 2016, 15988) en verloopt naar tevredenheid, net als de mandatering van de uitvoering van de voorloper (de Regeling groenprojecten 2010). Daarom is de uitvoering van de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 op gelijke wijze gemandateerd. RVO.nl stemt in met deze mandatering.

Door middel van dit wijzigingsbesluit wordt de uitvoering van de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 zowel door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat als door de Minister van Financiën gemandateerd aan RVO.nl. Ook wordt aan RVO.nl volmacht en machtiging verleend om (rechts)handelingen te verrichten in naam van de beide ministers. Dat het onderhavige besluit in overeenstemming met de Minister van Financiën wordt ondertekend, betekent dat die Minister de bevoegdheid om met de besluiten van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in te stemmen, mandateert.

Over de Regeling groenprojecten 2016 zij nog opgemerkt dat projecten met een projectvermogen van meer dan € 25 miljoen niet langer expliciet aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën ter nadere goedkeuring voorgelegd hoeven te worden. RVO.nl zal elk kwartaal aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën rapporteren over de uitvoering van de Regeling groenprojecten 2016, de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002. De rapportagefrequentie kan desgevraagd worden verhoogd naar elke maand als daar behoefte aan bestaat.

Administratieve lasten en andere gevolgen

Dit wijzigingsbesluit brengt geen administratieve lasten of bedrijfseffecten met zich mee. De Subsidieregeling riolering woonboten is weliswaar vernieuwd, maar voor de uitvoering (door RVO.nl) is er niets veranderd. Wat betreft de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 verandert er ook weinig. RVO.nl voert al alle taken uit, behalve het feitelijk nemen van de besluiten, dat RVO.nl nu ook zal doen.

Inwerkingtreding

Er is voor gekozen om de inwerkingtreding van het mandaat ten aanzien van de Regeling groenprojecten buitenland 2002 en de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat RVO.nl direct bevoegd is om te handelen namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Hiermee wordt afgeweken van de voor regelgeving geldende vaste verandermomenten en van de invoeringstermijn. Voor de belanghebbenden bij die regelingen is het van belang dat de afgifte van beschikkingen zo snel en efficiënt mogelijk gebeurt. Aangezien RVO.nl nu al werkzaamheden verricht ten aanzien van de regelingen zijn belanghebbenden erbij gebaat dat RVO.nl zo spoedig mogelijk namens de Minister kan handelen. Daarom wordt gebruikgemaakt van de uitzondering op de systematiek van de vaste verandermomenten, genoemd in aanwijzing 4.17, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Wat betreft de wijziging met betrekking tot de Subsidieregeling riolering woonboten is aangesloten bij het moment van inwerkingtreding van de Subsidieregeling riolering woonboten 2018-2020. Zodoende is RVO.nl vanaf de inwerkingtreding bevoegd namens de Minister te handelen. De voortzetting van het aansluiten op de riolering van woonboten maakt het wenselijk dat de inwerkingtreding van de regeling op korte termijn geschiedt. Daarom wordt gebruikgemaakt van de afwijkingsmogelijkheid uit de systematiek van de vaste verandermomenten op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, aanhef en onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving ten aanzien van de invoeringstermijn.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven