Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 22 november 2018, nr. IENW/BSK-2018/230182, tot wijziging van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport en het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving in verband met toevoeging van een taak van de ILT met betrekking tot de afvalstoffenbelasting

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en artikel 25a, zevende lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 2, tweede lid, van het Instellingbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. het geven en intrekken van een beschikking, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag en alle daarmee samenhangende activiteiten.

ARTIKEL II

Het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van ‘en’ door een komma, toegevoegd ‘en de Wet belastingen op milieugrondslag’.

B

In artikel 7 wordt na het derde onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • artikel 25a, zesde lid, onderdeel c, van de Wet belastingen op milieugrondslag;.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel IX, onderdelen A tot en met I (wijziging van de Wet belasting op milieugrondslag), van het Belastingplan 2018 in werking treedt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport geeft onder meer aan welke taken bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn belegd. In het onderhavige wijzigingsbesluit krijgt de ILT de taak om de beschikking, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm), af te geven, in te trekken en alle daarmee samenhangende activiteiten uit te voeren. Bij het Belastingplan 2018 wordt in de Wbm de heffing van afvalstoffenbelasting aangepast voor in Nederland ontstane afvalstoffen die buiten Nederland worden verwijderd (gestort of verbrand). De maatstaf van heffing (het gewicht) voor buiten Nederland verwijderde afvalstoffen wordt daarbij ontleend aan een beschikking die de ILT op aanvraag afgeeft aan de kennisgever – degene aan wie de toestemming tot overbrenging is verleend – aan de hand van de door hem verstrekte gegevens. Voor deze heffing wordt aangesloten bij de kennisgevingsprocedure die in het kader van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EVOA) geldt. Gelet op haar expertise en de taken van de ILT bij de uitvoering van de EVOA, ligt het voor de hand dat het geven en intrekken van de beschikking, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wbm, als taak in mandaat bij de ILT te beleggen.

Dit geldt eveneens voor het toezicht op de naleving van bij of krachtens artikel 25a, zesde lid, onderdeel c, van de Wbm, gestelde regels door de wijziging van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving. Het gaat hierbij om toezicht op de wijze waarop de kennisgever gehouden is zijn administratie te voeren. In geval van overtreding van de bij of krachtens het zesde lid, onderdeel c, gestelde regels is tevens als taak bij de ILT belegd, gelet op artikel 2, eerste lid, onder a, van het Instellingsbesluit (handhaving), om een last onder dwangsom op te leggen.

Bij de uitvoering van de heffing zijn zowel de Belastingdienst als de ILT betrokken, ieder voor het eigen deel. Voor een nadere toelichting op de uitvoering van de heffing zij verwezen naar de toelichting bij het Belastingplan 20181 en Overige Fiscale Maatregelen 20192.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 34 785, nr. 3, p. 42–46.

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 027, nr. 3, p. 20–21.

Naar boven