Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 november 2018, nr. 2018-0000867334, houdende wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 in verband met vaststelling van de maximale bezoldigingen voor 2019

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 2.7, tweede lid, en 4.1, vijfde lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Bezoldigingsmaxima

De bezoldiging van een topfunctionaris van een toegelaten instelling bedraagt per bezoldigingsklasse ten hoogste:

Bezoldigingsklasse

Maximale bezoldiging

A

91.000

B

102.000

C

114.000

D

123.000

E

142.000

F

162.000

G

183.000

H

De maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3 van de wet.

B

In de tabel behorende bij de regeling wordt na de zin ‘Indien een fusie heeft plaatsgevonden tussen toegelaten instellingen, wordt voor de bepaling van het aantal verhuureenheden het aantal verhuureenheden dat de gefuseerde toegelaten instellingen in eigendom of beheer hadden op de peildatum bij elkaar opgeteld.’ de volgende zin toegevoegd ‘De klasse wordt op de fusiedatum opnieuw vastgesteld’.

C

In artikel 7 wordt ‘Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014’ vervangen door ‘Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 (hierna: de regeling), die sinds 1 januari 2014 van kracht is, worden de bezoldigingen van directeuren/bestuurders en van de leden van de Raad van Commissarissen van woningcorporaties aan verlaagde sectorale maxima gebonden. De regeling is een uitwerking van artikel 2.7 van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) en kent een klassenindeling op grond van het aantal verhuureenheden en de gemeentegrootte waar de corporatie werkzaam is. Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum genoemd in artikel 2.3, eerste lid, WNT (hierna: het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT).

Het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT bedroeg per 1 januari 2018 € 187.000. Op 13 september 2018 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bekendgemaakt dat het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2018 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018 wordt vastgesteld op € 189.000.1 Het maximum van bezoldigingsklasse H is gekoppeld aan het bedrag uit artikel 2.3, eerste lid, WNT en is dus ook met terugwerkende kracht verhoogd tot € 189.000 per 1 januari 2018.

Het bedrag van € 189.000 is per 1 januari 2019 verhoogd tot € 194.000.2 Daarmee is gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel 2.3, tweede en vierde lid, WNT, op grond waarvan het algemeen bezoldigingsmaximum per 1 januari van elk jaar wordt aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals deze voor het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is bepaald, tenzij deze ontwikkeling niet tot een verhoging leidt.

De bezoldigingsmaxima voor bezoldigingsklassen A tot en met G zijn niet met terugwerkende kracht verhoogd, maar zijn per 1 januari 2019 verhoogd met de totale verhoging van het algemeen bezoldigingsmaximum: tussen het vóór de tussentijdse verhoging voor het kalenderjaar 2018 geldende WNT-maximum (€ 187.000) en het onafgeronde maximum voor 2019 (€ 193.536) bestaat een verschil van 3,5%. De bezoldigingsmaxima van de klassen A tot en met G die gelden voor de toegelaten instellingen in 2018, zijn per 1 januari 2019 met deze procentuele verhoging aangepast en vervolgens afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s. Er is dus rekening gehouden met zowel de stijging van het algemeen bezoldigingsmaximum door toedoen van de wijziging met terugwerkende kracht, als met de ontwikkeling van de contractuele loonkosten in 2017. Daarmee blijft de opbouw van de sectorale bezoldigingsmaxima in evenwicht.

2. Effecten

Met uitzondering van de zeer geringe administratieve last die gepaard gaat met het kennisnemen van de nieuwe maxima per bezoldigingsklasse, brengt de onderhavige regeling geen additionele administratieve lasten met zich mee.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Daarmee is voldaan aan de vaste-verandermomenten. In overeenstemming met artikel 2.7, tweede lid, WNT is deze regeling gepubliceerd vóór 30 november van het daaraan voorafgaande jaar.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In dit onderdeel is de tabel in artikel 3 met daarin de nieuwe bezoldigingsmaxima per bezoldigingsklasse vastgesteld. De klasse-indeling, die gebaseerd is op verhuureenheden, is opgenomen in de bijlage bij de regeling. Verwezen wordt naar de toelichting bij paragraaf 1 van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel I, onderdeel B

De Nederlandse Vereniging van Bestuurders van Woningcorporaties en de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties hebben er op gewezen dat, ondanks de verduidelijking die sinds 2018 in de regeling is opgenomen dat bij een fusie de aantallen verhuureenheden van de gefuseerde instellingen bij elkaar opgeteld mogen worden, er in de praktijk behoefte bestaat aan een verdere verduidelijking omtrent de ingangsdatum hiervan. Om deze reden is nu de zin toegevoegd dat de klasse op de fusiedatum opnieuw wordt vastgesteld. Dit betreft geen beleidswijziging, maar enkel een verduidelijking.

Artikel I, onderdeel C

Met de Evaluatiewet WNT3 is de citeertitel van de WNT gewijzigd. In plaats van ‘Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector’ is de citeertitel thans: Wet normering topinkomens. De citeertitel voor de regeling is daarop nu ook aangepast en komt te luiden: Regeling normering topinkomens toegelaten instellingen volkshuisvesting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Regeling van 31 augustus 2018, Stcrt. 2018, 50317.

X Noot
2

Idem.

X Noot
3

Stb. 2017, 151.

Naar boven