ARTIKEL I
De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2.1, eerste, derde en vierde lid, 4.1, tweede lid, 4.4, vierde lid,
4.6, eerste lid, 4.7, eerste lid, onder g en i, en tweede lid, 5.1, derde lid, 6.2,
zesde lid, 6.3b, eerste en tweede lid, 8.10, eerste lid, tweede lid, onderdeel f,
en derde lid, 9.6, eerste lid, en Bijlage XIV, laatste alinea, wordt 'Minister van
Economische Zaken' telkens vervangen door 'Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit'
en in de artikelen 6.4, eerste tot en met het vijfde, negende en tiende lid, en 9.6,
eerste lid, wordt 'Minister van Infrastructuur en Milieu' telkens vervangen door 'Minister
van Infrastructuur en Waterstaat'.
B
Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het achtste lid wordt 'het derde tot en met zesde lid' telkens vervangen door
'het derde tot en met het zesde lid en het negende lid'.
b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
C
Aan artikel 6.7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
D
In Hoofdstuk 8 vervalt Paragraaf 4. Heffingen.
E
Aan hoofdstuk 11 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 11.10e
-
1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleent op aanvraag voor een
geldigheidsduur van maximaal vijf jaren het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming
als wordt aangetoond dat de aanvrager voor 1 juni 2018 werkzaam was als voorlichter
op het gebied van gewasbescherming en daarnaast voldoet aan de eisen gesteld in artikel
6.3, negende lid, onderdeel a, of een vergelijkbaar vakbekwaamheidsbewijs verleend
door een andere lidstaat.
-
2. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleent op aanvraag voor een
geldigheidsduur van maximaal vijf jaren het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming
als wordt aangetoond dat de aanvrager zich heeft ingeschreven voor een opleiding als
bedoeld in artikel 6.3, negende lid, onderdeel b, en deze opleiding voldoet aan de
eisen gesteld in artikel 6.3, negende lid, onderdeel a en uiterlijk op 1 januari 2021
met succes is afgerond.
-
3. Een voor 1 januari 2019 verleend Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming
is tot uiterlijk 1 januari 2024 geldig. Een na 31 december 2018 verleend bewijs van
Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming is uiterlijk tot vijf jaar na de datum van
afgifte geldig. De geldigheid van deze vakbekwaamheidsbewijzen kan telkens met een
maximale periode van vijf jaren verlengd worden.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
I. Algemeen
1. Doel en aanleiding
Het voornaamste doel van deze wijziging van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Rgb) is om de verplichting in te voeren voor adviseurs van gewasbescherming
om in het bezit te zijn van een Vakbekwaamheidsbewijs Adviseren Gewasbescherming.
Deze verplichting betreft een nadere uitwerking van artikel 5 van Richtlijn 2009/128/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een
kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden
(PbEU 2009, L 309) (hierna: Richtlijn 2009/128/EG).
Op 16 december 2013 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de Tweede Kamer
per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2013/2014, 27 858, nr. 223) dat een Bewijs van Vakbekwaamheid voor adviseurs zal worden ingesteld. De Europese
Commissie heeft, volgend op een visitatiebezoek in maart 2017, geconcludeerd dat de
kwaliteitseisen voor adviseurs van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland nog onvoldoende
geborgd zijn.
Het ook voor adviseurs verplicht stellen van een vakbekwaamheidsbewijs volgt uit een
benadering van geïntegreerde gewasbescherming ter bevordering van de kennisuitwisseling
tussen onderzoek, advisering, onderwijs en praktijk. Daarnaast volgt dit uit de wens
om kennis en adviesvaardigheden van bedrijfsadviseurs gewasbescherming beter te borgen.
Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt enkele technische aanpassingen door te voeren.
2.1 Vakbekwaamheidsbewijs adviseren (Artikel I, onderdelen B, C en E)
In Richtlijn 2009/128/EG is vastgelegd (artikel 5) dat lidstaten er voor zorg dragen
dat alle professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters toegang hebben tot
een passende opleiding die wordt verzorgd door organen die door de bevoegde autoriteiten
zijn aangewezen. Deze opleiding omvat zowel een basisopleiding als een aanvullende
opleiding, met het oog op het verwerven en actualiseren van de benodigde kennis, voor
zover van toepassing. Onder ‘voorlichter’ wordt in deze Richtlijn (artikel 3, derde
lid) verstaan: ‘Persoon die over voldoende verworven kennis beschikt en beroepsmatig of in het kader
van een commerciële dienst advies verstrekt over de bestrijding van plagen en het
veilig gebruik van pesticiden (…)’.
De verplichting om te beschikken over een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren vloeit
voort uit een geïntegreerde gewasbescherming volgend uit Richtlijn 2009/128/EG en
artikel 78, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb), en
is gebaseerd op artikel 17, tweede lid, van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Bgb). Op grond hiervan kunnen ook regels worden gesteld aan het kennisniveau
van adviseurs van gewasbescherming.
Het kunnen verkrijgen van een Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren is ontwikkeld en
afgestemd met relevante partijen (vertegenwoordigers vanuit telers, handel, adviseurs,
onderwijs, overheid) die te maken gaan krijgen met het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren.
Voorafgaand aan een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren dient het Vakbekwaamheidsbewijs
B (bedrijfsvoeren) en een getuigschrift van de Certificeerbare Eenheid ‘Adviseren
gewasbescherming’ uit het HBO profiel ‘Tuinbouw en Akkerbouw’. te zijn behaald. Het
Bewijs van Vakbekwaamheid is maximaal vijf jaar geldig.
Een Bewijs van Vakbekwaamheid kan verlengd worden door het volgen van vijf kennisbijeenkomsten
‘Adviseren gewasbescherming’ gedurende vijf jaar. Er is geen beperking aan het aantal
te volgen bijeenkomsten (meer mag). Bureau Erkenningen zal elke vijf jaar inventariseren
of aan deze eis is voldaan en, indien dit het geval is, het Bewijs van Vakbekwaamheid
verlengen.
Doordat men eerst in het bezit moet zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid bedrijfsvoeren
alvorens een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren te kunnen krijgen, wordt verzekerd
dat adviseurs beschikken over een brede kennis van gewasbescherming binnen een bedrijf.
In de praktijk zijn adviseurs voor de overgrote meerderheid al in het bezit van een
bewijs van vakbekwaamheid adviseren.
Kennisbijeenkomsten voor het Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren zijn ook geldig als
kennisbijeenkomst voor het Bewijs van Vakbekwaamheid uitvoeren en bedrijfsvoeren.
Hierdoor kunnen telers die geïnteresseerd zijn in meerdere facetten van geïntegreerde
gewasbescherming deelnemen aan de (zwaardere) kennisbijeenkomsten voor het Bewijs
van Vakbekwaamheid adviseren. Dit zal leiden tot een algehele ophoging van het Nederlandse
kennisniveau van geïntegreerde gewasbescherming.
Er wordt een overgangstermijn gehanteerd waarbij adviseurs per 1-1-2019 een Bewijs
van Vakbekwaamheid adviseren verkrijgen indien aangetoond wordt dat:
-
• diegene op 1-6-2018 al actief was als adviseur (in dienst of als zelfstandig ondernemer),
of
-
• diegene uiterlijk op 1-1-2019 ingeschreven is voor de opleiding Adviseren gewasbescherming
bij een van de kennisaanbieders en de opleiding uiterlijk in 2020 afrondt.
In de buurlanden Duitsland en België is sprake van een inhoudelijk overeenkomstige
uitwerking van de voorwaarden voor afgifte van vakbekwaamheidsbewijzen voor adviseurs.
Er is sprake van wederzijdse erkenning door Bureau Erkenningen van dergelijke vakbekwaamheidsbewijzen.
Professionals die gewasbeschermingsmiddelen toepassen, distribueren of leiding geven
binnen een bedrijf waar met gewasbeschermingsmiddelen wordt gewerkt, dienen in het
bezit te zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid. Bureau Erkenningen geeft dergelijke
vakbekwaamheidsbewijzen af en houdt tevens toezicht op de kwaliteit van de opleidingen
en vervolgbijeenkomsten die noodzakelijk zijn om een Bewijs van Vakbekwaamheid te
verkrijgen en te behouden.
De NVWA houdt toezicht op de naleving van de verplichting voor telers om in het bezit
te zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid dat gekoppeld is aan de specifieke werkzaamheden.
2.2 Regeldrukkosten Vakbekwaamheidsbewijs adviseren
De voorgestelde invoering van een verplicht vakbekwaamheidsbewijs is voorgelegd aan
het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR constateert dat deze wijziging
in de Rgb lastenluw en zonder nationale koppen uitwerkt. Hieronder volgt een berekening
van de aan de invoering van deze verplichting verbonden regeldrukkosten.
De regeldrukkosten voor adviseurs kennen meerdere onderdelen:
-
• De kosten voor het volgen van een opleiding Adviseren gewasbescherming
-
• De kosten voor het volgen van kennisbijeenkomsten (5 maal in 5 jaar)
-
• De kosten voor het aanvragen van een Vakbekwaamheidsbewijs (pasje)
Kostenraming:
Eenmalige kosten bij opstart
|
€ 7.260
|
Regeldrukkosten per jaar
|
€ 236.400
|
Voor de huidige groep Adviseurs Gewasbescherming is er een overgangsregeling en deze
groep hoeft bij de invoering van het nieuwe vakbekwaamheidsbewijs geen examen af te
leggen. De opleiding Adviseren Gewasbescherming zal onderdeel uitmaken van het HBO
profiel ‘Tuin en Akkerbouw’ waardoor studenten (na afronding van de studie), dit certificaat
al in bezit hebben. Dit onderdeel is ook voor niet-studenten van dit profiel apart
te volgen.
De kosten verbonden aan een cursus inclusief examen komen op: ca. € 600. De tijd verbonden
aan het volgen van de opleiding Adviseren Gewasbescherming en het examen komen op:
ca 60 + 10= 70 uur. Als uurtarief van een kenniswerker wordt uitgegaan van € 45 per
uur. Dit geldt alleen voor nieuwe adviseurs gewasbescherming die niet het HBO profiel
´Tuin en Akkerbouw´ hebben gevolgd: ca. 40 per jaar. Als Regeldrukkosten verbonden
aan de opleiding is berekend: (600 + (70 x 45)) x 40 = € 150.000 per jaar
Verreweg de meeste huidige adviseurs gewasbescherming zijn reeds in het bezit van
een Bewijs van vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren. Hiervoor dienen al kennisbijeenkomsten
gevolgd te worden. Omdat een kennisbijeenkomst voor het Bewijs van Vakbekwaamheid
Adviseren ook geldig is als kennisbijeenkomst voor Vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren zijn
de aanvullende regeldrukkosten beperkt.
Berekening kosten huidige eisen Vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren:
4 bijeenkomsten per 5 jaar en per bijeenkomst 2,5 uur. Directe kosten per bijeenkomst:
€ 60. Uurtarief: € 45. Kosten: ((4 x € 60) + (4 x (2.5 x € 45))) / 5 = € 138 per jaar.
Berekening kosten nieuwe eisen Vakbekwaamheid Adviseren:
5 bijeenkomsten per 5 jaar en per bijeenkomst 3 uur. Directe kosten per bijeenkomst:
€ 75. Uurtarief: € 45. Kosten: € 135 + € 75 = € 210 per jaar
Met ca. 1.200 adviseurs zullen de regeldrukkosten: 1.200 x (€ 210–€ 138) = € 86.400
per jaar bedragen
Alle adviseurs gewasbeschermingsmiddelen zullen een nieuw Vakbekwaamheidsbewijs Adviseren
moeten aanvragen. Dit zijn eenmalige kosten. Omdat het bezit van een Vakbekwaamheidsbewijs
Bedrijfsvoeren sowieso verplicht is, zal het verlengen van het vakbekwaamheidsbewijs
geen aanvullende kosten met zich meebrengen.
Uit de berekening van het aantal Adviseurs ca. 1.200 x de kosten van de pas € 6,05
(Rgb art. 6.3, lid 2) volgt dan: Eenmalige kosten: 1.200 x € 6.05 = € 7.260
3. Verplaatsing tariefstelling (Artikel I, onderdeel D)
Het vervallen van paragraaf 4 van Hoofdstuk 8 van de Rgb, waarin de tariefstelling
bij vrijstellingsprocedures is bepaald, volgt op de aanpassing van het Bgb doorgevoerd
met het Besluit van 15 februari 2018, tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen
en biociden in verband met uitbreiding van de wettelijke taken van het Ctgb en enkele
technische wijzigingen (Stb 2018, 54). Gelet op artikel 4, derde lid, van de Wgb en artikel 2, onder d, van het Bgb kan
het College ter beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen voortaan zelfstandig een
tarief vaststellen verbonden aan de advisering in het kader van een vrijstelling als
bedoeld in artikel 38 van de Wgb. De tariefstelling van de NVWA voor advisering in
het kader van een dergelijke procedure tot vrijstelling wordt voortaan vastgelegd
in de Regeling tarieven Plantenziektewet zodat de noodzaak voor het aanhouden van
artikel 8.12 en paragraaf 4 van Hoofdstuk 8 is komen te vervallen.
II. Publicatie, inwerkingtreding en invoering
Voorafgaand aan de vaststelling en publicatie van de wijzigingsregeling zijn relevante
partijen (vertegenwoordigingen vanuit telers, handel, adviseurs en onderwijs) geconsulteerd
en is met deze partijen de ingangsdatum en de invoering van de verplichting tot het
bezit van het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren afgestemd.
De wijzigingsregeling is van kracht met ingang van 1 januari 2019 en is daarmee in
lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Gelet op de verdere invulling
van de in artikel 5 van Richtlijn 2009/128/EG aan de lidstaten opgelegde verplichting
om te zorgen voor adequate opleiding ter zake kan een kortere invoeringstermijn worden
gehanteerd dan de reguliere termijn van twee maanden. Het technisch verplaatsen van
de plek waar het desbetreffende tarief vastgesteld wordt heeft geen inhoudelijk effect.
Ook hier is er geen beletsel om een kortere invoeringstermijn dan regulier te hanteren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten