Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 november 2018, nr. WJZ/18269405, tot wijziging van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden vanwege toevoeging van een vakbekwaamheidsbewijs

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 5, eerste lid, van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PbEU 2009, L 309), artikel 38, vijfde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 17, eerste, tweede en vijfde lid, van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2.1, eerste, derde en vierde lid, 4.1, tweede lid, 4.4, vierde lid, 4.6, eerste lid, 4.7, eerste lid, onder g en i, en tweede lid, 5.1, derde lid, 6.2, zesde lid, 6.3b, eerste en tweede lid, 8.10, eerste lid, tweede lid, onderdeel f, en derde lid, 9.6, eerste lid, en Bijlage XIV, laatste alinea, wordt 'Minister van Economische Zaken' telkens vervangen door 'Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit' en in de artikelen 6.4, eerste tot en met het vijfde, negende en tiende lid, en 9.6, eerste lid, wordt 'Minister van Infrastructuur en Milieu' telkens vervangen door 'Minister van Infrastructuur en Waterstaat'.

B

Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het achtste lid wordt 'het derde tot en met zesde lid' telkens vervangen door 'het derde tot en met het zesde lid en het negende lid'.

b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Het bewijs van vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming wordt verstrekt aan de persoon die beschikt over:

    • a. het bewijs van vakbekwaamheid B of de benodigde certificaten hiervoor zoals beschreven in het vierde lid;

    • b. een certificaat Adviseren Gewasbescherming of een diploma dat mede dat certificaat omvat en dat voldoet aan de beroepsvereisten die op grond van artikel 7.6 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zijn vastgesteld.

C

Aan artikel 6.7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Een voorlichter van gewasbeschermingsmiddelen beschikt over een bewijs van vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming als bedoeld in artikel 6.3, negende lid.

D

In Hoofdstuk 8 vervalt Paragraaf 4. Heffingen.

E

Aan hoofdstuk 11 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 11.10e

  • 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleent op aanvraag voor een geldigheidsduur van maximaal vijf jaren het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming als wordt aangetoond dat de aanvrager voor 1 juni 2018 werkzaam was als voorlichter op het gebied van gewasbescherming en daarnaast voldoet aan de eisen gesteld in artikel 6.3, negende lid, onderdeel a, of een vergelijkbaar vakbekwaamheidsbewijs verleend door een andere lidstaat.

  • 2. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleent op aanvraag voor een geldigheidsduur van maximaal vijf jaren het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming als wordt aangetoond dat de aanvrager zich heeft ingeschreven voor een opleiding als bedoeld in artikel 6.3, negende lid, onderdeel b, en deze opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 6.3, negende lid, onderdeel a en uiterlijk op 1 januari 2021 met succes is afgerond.

  • 3. Een voor 1 januari 2019 verleend Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming is tot uiterlijk 1 januari 2024 geldig. Een na 31 december 2018 verleend bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren Gewasbescherming is uiterlijk tot vijf jaar na de datum van afgifte geldig. De geldigheid van deze vakbekwaamheidsbewijzen kan telkens met een maximale periode van vijf jaren verlengd worden.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 november 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Het voornaamste doel van deze wijziging van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Rgb) is om de verplichting in te voeren voor adviseurs van gewasbescherming om in het bezit te zijn van een Vakbekwaamheidsbewijs Adviseren Gewasbescherming. Deze verplichting betreft een nadere uitwerking van artikel 5 van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PbEU 2009, L 309) (hierna: Richtlijn 2009/128/EG).

Op 16 december 2013 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de Tweede Kamer per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2013/2014, 27 858, nr. 223) dat een Bewijs van Vakbekwaamheid voor adviseurs zal worden ingesteld. De Europese Commissie heeft, volgend op een visitatiebezoek in maart 2017, geconcludeerd dat de kwaliteitseisen voor adviseurs van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland nog onvoldoende geborgd zijn.

Het ook voor adviseurs verplicht stellen van een vakbekwaamheidsbewijs volgt uit een benadering van geïntegreerde gewasbescherming ter bevordering van de kennisuitwisseling tussen onderzoek, advisering, onderwijs en praktijk. Daarnaast volgt dit uit de wens om kennis en adviesvaardigheden van bedrijfsadviseurs gewasbescherming beter te borgen. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt enkele technische aanpassingen door te voeren.

2.1 Vakbekwaamheidsbewijs adviseren (Artikel I, onderdelen B, C en E)

In Richtlijn 2009/128/EG is vastgelegd (artikel 5) dat lidstaten er voor zorg dragen dat alle professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters toegang hebben tot een passende opleiding die wordt verzorgd door organen die door de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen. Deze opleiding omvat zowel een basisopleiding als een aanvullende opleiding, met het oog op het verwerven en actualiseren van de benodigde kennis, voor zover van toepassing. Onder ‘voorlichter’ wordt in deze Richtlijn (artikel 3, derde lid) verstaan: ‘Persoon die over voldoende verworven kennis beschikt en beroepsmatig of in het kader van een commerciële dienst advies verstrekt over de bestrijding van plagen en het veilig gebruik van pesticiden (…)’.

De verplichting om te beschikken over een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren vloeit voort uit een geïntegreerde gewasbescherming volgend uit Richtlijn 2009/128/EG en artikel 78, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb), en is gebaseerd op artikel 17, tweede lid, van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Bgb). Op grond hiervan kunnen ook regels worden gesteld aan het kennisniveau van adviseurs van gewasbescherming.

Het kunnen verkrijgen van een Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren is ontwikkeld en afgestemd met relevante partijen (vertegenwoordigers vanuit telers, handel, adviseurs, onderwijs, overheid) die te maken gaan krijgen met het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren. Voorafgaand aan een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren dient het Vakbekwaamheidsbewijs B (bedrijfsvoeren) en een getuigschrift van de Certificeerbare Eenheid ‘Adviseren gewasbescherming’ uit het HBO profiel ‘Tuinbouw en Akkerbouw’. te zijn behaald. Het Bewijs van Vakbekwaamheid is maximaal vijf jaar geldig.

Een Bewijs van Vakbekwaamheid kan verlengd worden door het volgen van vijf kennisbijeenkomsten ‘Adviseren gewasbescherming’ gedurende vijf jaar. Er is geen beperking aan het aantal te volgen bijeenkomsten (meer mag). Bureau Erkenningen zal elke vijf jaar inventariseren of aan deze eis is voldaan en, indien dit het geval is, het Bewijs van Vakbekwaamheid verlengen.

Doordat men eerst in het bezit moet zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid bedrijfsvoeren alvorens een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren te kunnen krijgen, wordt verzekerd dat adviseurs beschikken over een brede kennis van gewasbescherming binnen een bedrijf. In de praktijk zijn adviseurs voor de overgrote meerderheid al in het bezit van een bewijs van vakbekwaamheid adviseren.

Kennisbijeenkomsten voor het Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren zijn ook geldig als kennisbijeenkomst voor het Bewijs van Vakbekwaamheid uitvoeren en bedrijfsvoeren. Hierdoor kunnen telers die geïnteresseerd zijn in meerdere facetten van geïntegreerde gewasbescherming deelnemen aan de (zwaardere) kennisbijeenkomsten voor het Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren. Dit zal leiden tot een algehele ophoging van het Nederlandse kennisniveau van geïntegreerde gewasbescherming.

Er wordt een overgangstermijn gehanteerd waarbij adviseurs per 1-1-2019 een Bewijs van Vakbekwaamheid adviseren verkrijgen indien aangetoond wordt dat:

  • diegene op 1-6-2018 al actief was als adviseur (in dienst of als zelfstandig ondernemer), of

  • diegene uiterlijk op 1-1-2019 ingeschreven is voor de opleiding Adviseren gewasbescherming bij een van de kennisaanbieders en de opleiding uiterlijk in 2020 afrondt.

In de buurlanden Duitsland en België is sprake van een inhoudelijk overeenkomstige uitwerking van de voorwaarden voor afgifte van vakbekwaamheidsbewijzen voor adviseurs. Er is sprake van wederzijdse erkenning door Bureau Erkenningen van dergelijke vakbekwaamheidsbewijzen.

Professionals die gewasbeschermingsmiddelen toepassen, distribueren of leiding geven binnen een bedrijf waar met gewasbeschermingsmiddelen wordt gewerkt, dienen in het bezit te zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid. Bureau Erkenningen geeft dergelijke vakbekwaamheidsbewijzen af en houdt tevens toezicht op de kwaliteit van de opleidingen en vervolgbijeenkomsten die noodzakelijk zijn om een Bewijs van Vakbekwaamheid te verkrijgen en te behouden.

De NVWA houdt toezicht op de naleving van de verplichting voor telers om in het bezit te zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid dat gekoppeld is aan de specifieke werkzaamheden.

2.2 Regeldrukkosten Vakbekwaamheidsbewijs adviseren

De voorgestelde invoering van een verplicht vakbekwaamheidsbewijs is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR constateert dat deze wijziging in de Rgb lastenluw en zonder nationale koppen uitwerkt. Hieronder volgt een berekening van de aan de invoering van deze verplichting verbonden regeldrukkosten.

De regeldrukkosten voor adviseurs kennen meerdere onderdelen:

  • De kosten voor het volgen van een opleiding Adviseren gewasbescherming

  • De kosten voor het volgen van kennisbijeenkomsten (5 maal in 5 jaar)

  • De kosten voor het aanvragen van een Vakbekwaamheidsbewijs (pasje)

Kostenraming:

Eenmalige kosten bij opstart

€ 7.260

Regeldrukkosten per jaar

€ 236.400

Voor de huidige groep Adviseurs Gewasbescherming is er een overgangsregeling en deze groep hoeft bij de invoering van het nieuwe vakbekwaamheidsbewijs geen examen af te leggen. De opleiding Adviseren Gewasbescherming zal onderdeel uitmaken van het HBO profiel ‘Tuin en Akkerbouw’ waardoor studenten (na afronding van de studie), dit certificaat al in bezit hebben. Dit onderdeel is ook voor niet-studenten van dit profiel apart te volgen.

De kosten verbonden aan een cursus inclusief examen komen op: ca. € 600. De tijd verbonden aan het volgen van de opleiding Adviseren Gewasbescherming en het examen komen op: ca 60 + 10= 70 uur. Als uurtarief van een kenniswerker wordt uitgegaan van € 45 per uur. Dit geldt alleen voor nieuwe adviseurs gewasbescherming die niet het HBO profiel ´Tuin en Akkerbouw´ hebben gevolgd: ca. 40 per jaar. Als Regeldrukkosten verbonden aan de opleiding is berekend: (600 + (70 x 45)) x 40 = € 150.000 per jaar

Verreweg de meeste huidige adviseurs gewasbescherming zijn reeds in het bezit van een Bewijs van vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren. Hiervoor dienen al kennisbijeenkomsten gevolgd te worden. Omdat een kennisbijeenkomst voor het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren ook geldig is als kennisbijeenkomst voor Vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren zijn de aanvullende regeldrukkosten beperkt.

Berekening kosten huidige eisen Vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren:

4 bijeenkomsten per 5 jaar en per bijeenkomst 2,5 uur. Directe kosten per bijeenkomst: € 60. Uurtarief: € 45. Kosten: ((4 x € 60) + (4 x (2.5 x € 45))) / 5 = € 138 per jaar.

Berekening kosten nieuwe eisen Vakbekwaamheid Adviseren:

5 bijeenkomsten per 5 jaar en per bijeenkomst 3 uur. Directe kosten per bijeenkomst: € 75. Uurtarief: € 45. Kosten: € 135 + € 75 = € 210 per jaar

Met ca. 1.200 adviseurs zullen de regeldrukkosten: 1.200 x (€ 210–€ 138) = € 86.400 per jaar bedragen

Alle adviseurs gewasbeschermingsmiddelen zullen een nieuw Vakbekwaamheidsbewijs Adviseren moeten aanvragen. Dit zijn eenmalige kosten. Omdat het bezit van een Vakbekwaamheidsbewijs Bedrijfsvoeren sowieso verplicht is, zal het verlengen van het vakbekwaamheidsbewijs geen aanvullende kosten met zich meebrengen.

Uit de berekening van het aantal Adviseurs ca. 1.200 x de kosten van de pas € 6,05 (Rgb art. 6.3, lid 2) volgt dan: Eenmalige kosten: 1.200 x € 6.05 = € 7.260

3. Verplaatsing tariefstelling (Artikel I, onderdeel D)

Het vervallen van paragraaf 4 van Hoofdstuk 8 van de Rgb, waarin de tariefstelling bij vrijstellingsprocedures is bepaald, volgt op de aanpassing van het Bgb doorgevoerd met het Besluit van 15 februari 2018, tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met uitbreiding van de wettelijke taken van het Ctgb en enkele technische wijzigingen (Stb 2018, 54). Gelet op artikel 4, derde lid, van de Wgb en artikel 2, onder d, van het Bgb kan het College ter beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen voortaan zelfstandig een tarief vaststellen verbonden aan de advisering in het kader van een vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wgb. De tariefstelling van de NVWA voor advisering in het kader van een dergelijke procedure tot vrijstelling wordt voortaan vastgelegd in de Regeling tarieven Plantenziektewet zodat de noodzaak voor het aanhouden van artikel 8.12 en paragraaf 4 van Hoofdstuk 8 is komen te vervallen.

II. Publicatie, inwerkingtreding en invoering

Voorafgaand aan de vaststelling en publicatie van de wijzigingsregeling zijn relevante partijen (vertegenwoordigingen vanuit telers, handel, adviseurs en onderwijs) geconsulteerd en is met deze partijen de ingangsdatum en de invoering van de verplichting tot het bezit van het Bewijs van Vakbekwaamheid Adviseren afgestemd.

De wijzigingsregeling is van kracht met ingang van 1 januari 2019 en is daarmee in lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Gelet op de verdere invulling van de in artikel 5 van Richtlijn 2009/128/EG aan de lidstaten opgelegde verplichting om te zorgen voor adequate opleiding ter zake kan een kortere invoeringstermijn worden gehanteerd dan de reguliere termijn van twee maanden. Het technisch verplaatsen van de plek waar het desbetreffende tarief vastgesteld wordt heeft geen inhoudelijk effect. Ook hier is er geen beletsel om een kortere invoeringstermijn dan regulier te hanteren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven