Besluit van 15 februari 2018, tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met uitbreiding van de wettelijke taken van het Ctgb en enkele technische wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 30 november 2017, nr. WJZ / 17179023;

Gelet op de artikelen 4, derde lid, 28, derde lid, en 29, eerste lid, onder c, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2018, nr. W11.17.0388/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 februari 2018, nr. WJZ / 18019211, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, worden aan artikel 2 twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. het adviseren aan Onze Minister over de toepassing van artikel 38 van de wet;

  • e. het naar aanleiding van een ontwerp-beoordelingsverslag als bedoeld in artikel 11 van verordening (EG) nr. 1107/2009, in het kader van artikel 12, eerste en tweede lid, van verordening (EG) nr. 1107/2009 maken van schriftelijke opmerkingen over werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen.

B

In artikel 8a wordt «de artikelen 8b tot en met 8g» vervangen door: de artikelen 8c en 8e tot en met 8g.

C

De artikelen 8b en 8d vervallen.

D

In artikel 8c vervalt «Het college gebruikt voor de inschatting van de blootstelling een van de methoden, bedoeld in artikel 8b.».

E

In artikel 11, vierde lid, vervalt «en stellen beperkingen aan het formaat van de verpakking».

F

Het opschrift van hoofdstuk 5, paragraaf 6, komt te luiden:

§ 6. Verpakkingen

G

Na artikel 32a wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:

Artikel 32aa. Formaat verpakkingen

Het formaat van de verpakking van een gewasbeschermingsmiddel bedoeld voor niet-professioneel gebruik is beperkt voor toepassing op een oppervlakte van ten hoogste 500m2.

H

In Bijlage 1 vervalt «Humane toxicology» en de onderdelen 1 tot en met 11.

I

Bijlage 2 vervalt

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 15 februari 2018

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt dit besluit op enkele punten geactualiseerd. Inhoudelijk wordt voorzien in enkele wijzigingen ter aanvulling van de aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: Ctgb) toegekende taken. Daarnaast wordt ter verkleining van het risico van het niet-professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een beperking gesteld aan het formaat van de verpakking. Tot slot wordt de verwijzing naar enkele beoordelingsmethoden geactualiseerd.

2. Inhoud van het besluit

Het Ctgb voerde in de praktijk reeds Europese stofbeoordelingen uit voor werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen (niet rapporteur lidstaat) en adviseerde aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van aanvragen voor een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: verordening). Deze taken zijn in dit besluit geformaliseerd.

Het verkleinen van de verpakkingsgrootte voor niet-professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is aangekondigd in hoofdstuk 8 van de Kabinetsnota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst; tweede Nota duurzame gewasbescherming» (Kamerstukken II 2012/13, 27 858 nr. 146) en uitgewerkt in de Green Deal «Verantwoord particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen» (zie: http://www.greendeals.nl/verantwoord-particulier-gebruik-van-gewasbeschermingsmiddelen). Deze Green Deal is een initiatief van Tuinbranche Nederland, de Raad Nederlandse Detailhandel, Nefyto (brancheorganisatie gewasbeschermingsmiddelenindustrie) en de Rijksoverheid.

Het verkleinen van de verpakkingsgrootte voor het niet-professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is bedoeld om een overdosering of het weggooien van restanten te voorkomen. Met een verpakking die geschikt is voor een tuin van 500 m2 kan een Nederlandse tuin van gemiddelde omvang in ieder geval worden behandeld. Op grond van artikel 29, eerste lid, onderdeel c, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden kunnen beperkingen aan het formaat van een verpakking worden gesteld. Eerder moest het Ctgb bij iedere toelating voor niet-professioneel gebruik beperkingen stellen aan het formaat van de verpakking. In plaats hiervan wordt een dergelijke beperking generiek voorgeschreven. Hierdoor kan een individuele beoordeling op basis van wetenschappelijke criteria van de geschikte verpakkingsgrootte door het Ctgb achterwege blijven.

In artikel 8a en volgende van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden beoordelingsmethoden genoemd die het Ctgb hanteert in het kader van beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen. Het vaststellen van de «Guidance on the assessment of exposure of operators, workers, residents and bystanders in risk assessment for plant protection products, de zogenaamde OPEX-guidance» (EFSA, 2014) (https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/3874) heeft geleid tot wijziging van enkele onderdelen van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voor de onderdelen waar deze guidance op ziet, zijn nationale beoordelingsmethoden niet meer aan de orde. De guidance betreft de beoordeling van de risico’s van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen van alle blootgestelde groepen binnen de humane toxicologie: toepassers, werkers, omwonenden en omstanders.

3. Effecten bedrijfsleven en overheid

3.1 Regeldruk

Deze wijziging van het besluit heeft geen effect op de administratieve lasten. Het aanvraagformulier voor een tijdelijke vrijstelling wijzigt niet en ook niet het dossier dat ingediend moet worden voor het verkrijgen van een toelating van een gewasbeschermingsmiddel. Daarnaast blijft het aantal aanvragen naar verwachting hetzelfde.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft aangegeven geen formeel advies uit te brengen over het besluit.

3.2 Overige financiële effecten

Deze wijziging heeft geen effect op de kosten voor het bedrijfsleven – zogenaamde leges – voor het opstellen van een advies in het kader van aanvragen voor een tijdelijke vrijstelling. Deze kosten werden ook eerder in rekening gebracht op basis van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Deze wijziging kan effect hebben op de kosten voor het bedrijfsleven – zogenaamde leges – en de overheid voor het uitvoeren van Europese stofbeoordelingen voor werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen (niet rapporteur lidstaat). Op dit moment bedragen de jaarlijkse kosten hiervoor ca. € 258.000. Hieraan dragen het bedrijfsleven en de overheid elk de helft bij. Het Ctgb is voornemens deze kosten volledig door te berekenen aan het bedrijfsleven via het verhogen van de jaarlijkse bijdrage ten laste van de houder van een toelating voor ieder toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat op 1 februari is opgenomen in het register van het Ctgb.

De wijziging inzake de verpakkingsgrootte voor niet-professioneel gebruik leidt mogelijk tot lagere kosten voor het bedrijfsleven – zogenaamde leges – omdat met deze aanpassing wordt bereikt dat een individuele beoordeling op basis van wetenschappelijke criteria van de geschikte verpakkingsgrootte door het Ctgb achterwege kan blijven.

3.3 Uitvoering en handhaving

Deze wijziging van het besluit heeft geen effect op de uitvoering en de handhaving.

3.4 Milieueffecten

Deze wijziging van het besluit leidt tot het verlagen van de risico’s voor het milieu van het niet-professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

4. Voorhang

Een ontwerp van dit besluit is op basis van artikel 28, derde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voorgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer. Hier zijn geen reacties op ontvangen.

5. Notificatie

Dit besluit bevat een mogelijk technisch voorschrift in de zin van richtlijn nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU L241/1). Het technisch voorschrift betreft de concrete inperking van het formaat van de verpakking, als opgenomen in het nieuwe artikel 32aa.

De ontwerpregeling is op 29 september 2017 gemeld aan de Commissie van de Europese Unie ter voldoening aan artikel 5, eerste lid, van die richtlijn (notificatienummer 2017/464/NL). Hier zijn geen reacties op ontvangen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven