Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2018, 62696 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2018, 62696 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4.11, eerste lid, 4.21, tweede lid en 4.23, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;
Besluit:
De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, zesde lid, komt te luiden:
6. De bedragen, bedoeld in artikel 4.21, tweede lid, van het besluit, zijn € 79.168 voor een promotie en € 65.973 voor een ontwerperscertificaat.
B
Bijlage 1 komt te luiden:
Universiteit |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
00DV |
Protestantse Theologische Universiteit |
€ 687.854 |
€ 687.854 |
||
21PB |
Universiteit Leiden |
€ 2.576.335 |
€ 2.828.996 |
€ 5.405.331 |
|
21PC |
Rijksuniversiteit Groningen |
€ 2.084.210 |
€ 1.043.444 |
€ 3.127.654 |
|
21PD |
Universiteit Utrecht |
€ 5.473.272 |
€ 2.957.939 |
€ 8.431.211 |
|
21PE |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
€ 491.408 |
€ 9.107.331 |
€ 9.598.739 |
|
21PF |
Technische Universiteit Delft |
€ 31.308 |
€ 15.778.554 |
€ 15.809.862 |
|
21PG |
Technische Universiteit Eindhoven |
€ 544.310 |
€ 544.310 |
||
21PH |
Universiteit Twente |
€ 14.308.794 |
€ 14.308.794 |
||
21PI |
Wageningen University |
€ 26.090 |
€ 284.490 |
€ 310.580 |
|
21PJ |
Universiteit Maastricht |
€ 592.610 |
€ 2.484.296 |
€ 3.076.906 |
|
21PK |
Universiteit van Amsterdam |
€ 2.846.552 |
€ 3.609.553 |
€ 6.456.105 |
|
21PL |
Vrije Universiteit Amsterdam |
€ 1.025.166 |
€ 4.646.191 |
€ 5.671.357 |
|
21PM |
Radboud Universiteit Nijmegen |
€ 1.544.803 |
€ 2.199.638 |
€ 3.744.441 |
|
21PN |
Tilburg University |
€ 517.894 |
€ 286.612 |
€ 804.506 |
|
21QO |
Theologische Universiteit Apeldoorn |
€ 70.642 |
€ 70.642 |
||
22NC |
Open Universiteit |
€ 335.375 |
€ 1.407.122 |
€ 1.742.497 |
|
23BF |
Universiteit voor Humanistiek |
€ 2.737 |
€ 2.737 |
||
25AV |
Theologische Universiteit Kampen |
€ 3.498 |
€ 3.498 |
||
Totaal |
€ 17.545.023 |
€ 62.252.001 |
€ 79.797.024 |
Universiteit |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
21PI |
Wageningen University |
€ 0 |
C
Bijlage 3 komt te luiden:
Hogeschool |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
00IC |
Katholieke PABO Zwolle |
€ 259.361 |
€ 14.998 |
€ 274.359 |
|
00MF |
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht |
€ 382.427 |
€ 341.634 |
€ 724.061 |
|
01VU |
Christelijke Hogeschool Windesheim |
€ 568.125 |
€ 510.347 |
€ 1.078.472 |
|
02BY |
Gerrit Rietveld Academie |
€ 828.666 |
€ 77.713 |
€ 906.379 |
|
02NR |
Hotelschool The Hague |
€ 542.017 |
€ 542.017 |
||
02NT |
Design Academy Eindhoven |
€ 378.443 |
€ 48.056 |
€ 426.499 |
|
07GR |
Avans Hogeschool |
€ 465.416 |
€ 1.534.391 |
€ 1.999.807 |
|
08OK |
Pedagogische Hogeschool De Kempel |
€ 296.413 |
€ 6.826 |
€ 303.239 |
|
09OT |
Iselinge Hogeschool |
€ 316.997 |
€ 54.774 |
€ 371.771 |
|
10IZ |
Marnix Academie |
€ 794.552 |
€ 92.283 |
€ 886.835 |
|
14NI |
Codarts, Hogeschool voor de Kunsten |
€ 657.665 |
€ 167.937 |
€ 825.602 |
|
15BK |
Driestar educatief |
€ 18.655 |
€ 18.655 |
||
21CW |
HAS Hogeschool |
€ 35.287 |
€ 35.287 |
||
21MI |
HZ University of Applied Sciences |
€ 802.786 |
€ 2.401.697 |
€ 3.204.483 |
|
21QA |
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
€ 646.172 |
€ 569.618 |
€ 1.215.790 |
|
21RI |
Hogeschool Leiden |
€ 825.680 |
€ 1.182.684 |
€ 2.008.364 |
|
21UG |
Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar |
€ 703.981 |
€ 14.566 |
€ 718.547 |
|
21UI |
NHTV internationale hogeschool Breda |
€ 1.328.768 |
€ 1.328.768 |
||
21WN |
NHL Hogeschool |
€ 199.667 |
€ 1.446.315 |
€ 1.645.982 |
|
22EX |
Stenden Hogeschool |
€ 1.496.476 |
€ 1.281.565 |
€ 2.778.041 |
|
22HH |
Viaa-Gereformeerde Hogeschool |
€ 695.748 |
€ 115.616 |
€ 811.364 |
|
22OJ |
Hogeschool Rotterdam |
€ 4.068.487 |
€ 1.553.241 |
€ 5.621.728 |
|
23AH |
Saxion Hogeschool |
€ 1.206.679 |
€ 2.666.137 |
€ 3.872.816 |
|
23KJ |
Hogeschool der Kunsten Den Haag |
€ 599.848 |
€ 142.930 |
€ 742.778 |
|
25BA |
Christelijke Hogeschool Ede |
€ 553.716 |
€ 705.218 |
€ 1.258.934 |
|
25BE |
Hanzehogeschool Groningen |
€ 1.545.645 |
€ 2.913.028 |
€ 4.458.673 |
|
25DW |
Hogeschool Utrecht |
€ 2.985.201 |
€ 1.762.978 |
€ 4.748.179 |
|
25JX |
Zuyd Hogeschool |
€ 1.558.148 |
€ 2.615.843 |
€ 4.173.991 |
|
25KB |
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
€ 1.203.696 |
€ 3.097.393 |
€ 4.301.089 |
|
27NF |
ArtEZ |
€ 1.037.987 |
€ 240.220 |
€ 1.278.207 |
|
27PZ |
Hogeschool INHolland |
€ 3.554.251 |
€ 427.564 |
€ 3.981.815 |
|
27UM |
De Haagse Hogeschool |
€ 1.770.246 |
€ 367.227 |
€ 2.137.473 |
|
28DN |
Hogeschool van Amsterdam |
€ 1.410.022 |
€ 3.012.716 |
€ 4.422.738 |
|
30GB |
Fontys Hogescholen |
€ 3.222.595 |
€ 2.592.539 |
€ 5.815.134 |
|
30HD |
Hogeschool Van Hall Larenstein |
€ 74.046 |
€ 74.046 |
||
30TX |
Aeres Hogeschool |
€ 51.015 |
€ 51.015 |
||
30VP |
Hogeschool Thomas More |
€ 7.371 |
€ 7.371 |
||
Totaal |
€ 35.035.096 |
€ 34.015.213 |
€ 69.050.309 |
Hogeschool |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
21CW |
HAS Hogeschool |
€ 716.827 |
€ 716.827 |
||
27PZ |
Hogeschool INHolland |
||||
30HD |
Hogeschool Van Hall Larenstein |
||||
30TX |
Aeres Hogeschool |
€ 13.941 |
€ 267.572 |
€ 281.513 |
|
Totaal |
€ 13.941 |
€ 984.399 |
€ 998.340 |
D
Bijlage 5 komt te luiden:
Universiteit |
Bedrag |
|
---|---|---|
00DV |
Protestantse Theologische Universiteit |
€ 229.274 |
21PB |
Universiteit Leiden |
€ 25.012.684 |
21PC |
Rijksuniversiteit Groningen |
€ 20.595.439 |
21PD |
Universiteit Utrecht |
€ 23.127.158 |
21PE |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
€ 13.152.103 |
21PF |
Technische Universiteit Delft |
€ 18.340.242 |
21PG |
Technische Universiteit Eindhoven |
€ 13.133.909 |
21PH |
Universiteit Twente |
€ 12.658.844 |
21PI |
Wageningen University |
|
21PJ |
Universiteit Maastricht |
€ 12.672.580 |
21PK |
Universiteit van Amsterdam |
€ 13.297.462 |
21PL |
Vrije Universiteit Amsterdam |
€ 11.782.941 |
21PM |
Radboud Universiteit Nijmegen |
€ 17.771.857 |
21PN |
Tilburg University |
€ 4.509.573 |
21QO |
Theologische Universiteit Apeldoorn |
-€ 33.669 |
22NC |
Open Universiteit |
€ 2.051.006 |
23BF |
Universiteit voor Humanistiek |
€ 340.752 |
25AV |
Theologische Universiteit Kampen |
€ 145.146 |
Totaal |
€ 188.787.301 |
Universiteit |
Bedrag |
|
---|---|---|
21PI |
Wageningen University |
€ 9.190.347 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs gewijzigd. De aanpassingen van de Regeling financiën hoger onderwijs hangen onder meer samen met de tweede herberekening van de rijksbijdrage 2018 in overeenstemming met de tweede suppletoire begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eerste herberekening van de rijksbijdrage 2018 betrof de berekening in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een concept van de regeling is voorgelegd aan de VSNU, Vereniging Hogescholen en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Gelet op het technische karakter van de regeling is de regeling niet voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan VSNU, Vereniging Hogescholen en NFU.
DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.
De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Wijziging mede vanwege de tweede suppletoire (ontwerp-) begroting 2018 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages. In dat geval zal de regeling financiën hoger onderwijs wederom worden aangepast.
De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.
– In artikel 4.11, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit het onderwijsdeel van de rijksbijdrage aan een universiteit onderscheidenlijk hogeschool een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag kan toekennen in relatie tot kwaliteit, kwetsbare opleidingen of bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlage 1 en 3 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.
– In artikel 4.21, tweede lid, van het UWHW is bepaald dat de per promotie en ontwerperscertificaat toe te kennen bedragen per ministeriële regeling worden bepaald. Dit is de grondslag voor het aanpassen artikel 4, zesde lid, van de Rfho waarin de bedragen per promotie en ontwerperscertificaat worden vastgesteld.
– In artikel 4.23, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat bij ministeriële regeling bedragen worden vastgesteld, die uit het onderzoekdeel wo aan universiteiten worden toegekend in verband met toponderzoekscholen en bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlage 5 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.
Dit onderdeel betreft een aanpassing van de bedragen promoties en ontwerperscertificaten in artikel 4 van de Regeling financiën hoger onderwijs. De bedragen zijn gewijzigd als gevolg van de wijziging van de omvang van het totale onderzoekdeel wo in de rijksbijdrage.
Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling internationale uitgaven 2018 (HGIS) met 0,02443% van alle ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer kwetsbare opleidingen is een correctie doorgevoerd in het aantal deelnemers aan het experiment educatieve module voor het jaar 2018. Daardoor komt de bijdrage voor het experiment educatieve module in 2018 uit op € 252.143 vóór indexering. In hoofdstuk 4 van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs (Stb. 2016, 145) zijn in de artikelen 26 tot en met 32 bepalingen opgenomen op basis waarvan universiteiten bij experiment in de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 juni 2019 een educatieve module aan kunnen bieden. Deze module wordt gevolgd na afronding van de bachelor, maar komt naar omvang en inhoud overeen met de minor die kan worden gevolgd tijdens de bacheloropleiding. Er is sprake van een vaste bijdrage per ingeschrevene via de onderwijsopslag in bedragen universiteiten die als volgt wordt opgebouwd: 1/2 van het bedrag dat bij reguliere bekostiging voor één jaarinschrijving in de betreffende bacheloropleiding beschikbaar zou worden gesteld vermeerderd met 1/6 van de diplomabonus voor onderwijs en onderzoek dat bij reguliere bekostiging per afgestudeerde zou zijn ontvangen. De vergoeding wordt in de jaren 2017 tot en met 2019 jaarlijks verwerkt bij de rijksbijdragebrief die samenhangt met de eerste suppletoire begroting van OCW. Een eventuele correctie kan dan nog verwerkt worden bij de rijksbijdragebrief die samenhangt met de tweede suppletoire begroting van OCW.
b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2018 een bedrag van € 200.000 vóór indexering opgenomen ten behoeve van projecten naar aanleiding van de Student4Student-campagne. Deze projecten dragen bij aan inclusief hoger onderwijs en gelijke kansen. De middelen worden verdeeld over Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht en Erasmus Universiteit Rotterdam (brieven van 23 juli 2018 met kenmerk 1393033, 1390012 en 1393048). De middelen voor 2019 en 2020 zijn al toegevoegd bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2019 (Staatscourant 2018, nr. 50577).
c. op de onderwijsopslag van Universiteit van Amsterdam is voor het jaar 2018 een bedrag van € 467.180 vóór indexering in mindering gebracht vanwege niet bestede middelen in het kader van het project ‘beperkte tweedegraads bevoegdheid voor University College-studenten na volgen educatieve minor’ (brief van 26 juni 2018 met kenmerk 1365283).
Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3. Er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2018 een bedrag van € 530.000 opgenomen ten behoeve van projecten naar aanleiding van de Student4Student-campagne. Deze projecten dragen bij aan inclusief hoger onderwijs en gelijke kansen. De middelen worden verdeeld over Christelijke Hogeschool Windesheim, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Hogeschool Rotterdam, Saxion Hogescholen, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogescholen (brieven van 23 juli 2018 met kenmerk 1393044, 1393039, 1393058, 1393060, 1393059 en 1393056). De middelen voor 2019 en 2020 zijn al toegevoegd bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2019 (Staatscourant 2018, nr. 50577).
b. aan de onderwijsopslag van Fontys Hogescholen is voor het jaar 2018 een bedrag van € 600.000 opgenomen vanwege het penvoerderschap voor het op gang brengen van peerreview tussen lerarenopleidingen, mede ter borging van activiteiten die lerarenopleidingen de afgelopen jaren hebben verricht in het kader van het project ‘10voordeleraar’ (brief van 26 september 2018 met kenmerk 1391146). De middelen voor 2019 tot en met 2021 (€ 600.000 per jaar) worden toegevoegd bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2019.
Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling internationale uitgaven 2018 (HGIS) met 0,02381% van alle ‘bedragen voorziening onderzoek universiteiten’ in bijlage 5. Alle ‘bedragen onderzoek universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving’ worden verhoogd met 0,02445%.
Deze wijzigingsregeling heeft betrekking op het begrotingsjaar 2018 en werkt daarom terug tot en met 1 januari 2018.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-62696.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.