TOELICHTING
Algemeen deel
1. Aanleiding en doel
Met de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk
Groningen (hierna: de subsidieregeling) is een subsidie-instrument geïntroduceerd
ten behoeve van de realisatie van de doelen uit het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig
en Kansrijk Groningen (hierna ook: meerjarenprogramma). Voorzien is om deze regeling
ook in 2019 open te stellen. De onderhavige regeling voorziet hierin. Daarnaast wordt
paragraaf 5 van de subsidieregeling (Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma
Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen) aangepast.
2. Inhoud van de regeling
2.1. Openstelling subsidieregeling 2019
De subsidieregeling bevat een viertal modules op grond waarvan voor de uitvoering
van bepaalde doelen uit het meerjarenprogramma subsidie kan worden verstrekt. Voorzien
is om alle modules voor 2019 weer open te stellen. Aanvragen om subsidie kunnen worden
ingediend vanaf 15 november 2018. Aanvragen kunnen in beginsel worden ingediend tot
en met 30 september 2019. Dat geldt niet voor aanvragen onder paragraaf 5 (Subsidie
uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen).
Deze aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 januari 2019. De reden voor deze
kortere openstelling is dat het subsidieplafond onder deze module wordt verstrekt
op basis van rangschikking van de aanvragen. Om zo snel mogelijk te kunnen beginnen
met de uitvoering van deze projecten is gekozen voor deze openstellingsdatum. De openstelling
is geregeld door middel van artikel I, onderdeel B.
Voor 2019 is voor de subsidieregeling een totaal budget van € 2.145.789 beschikbaar.
De budgetten van een tweetal modules worden aangepast ten opzichte van het budget
dat voor 2018 voor de betreffende modules beschikbaar was. Ten eerste betreft dit
het plafond van paragraaf 4 (Subsidie opleiding in de bouw). Voor 2019 is voor deze
module een budget van € 425.789 beschikbaar. Daarnaast wordt het plafond van paragraaf
5 (Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk
Groningen) verhoogd tot een budget van € 650.000. De reden hiervoor is dat het wenselijk
is om in 2019 een groter aantal projecten te subsidiëren waarmee wordt bijgedragen
aan de realisatie van het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen.
De plafonds van de overige modules zijn voor 2019 gelijk aan het plafond dat voor
2018 gold. De aanpassing van de subsidieplafonds is geregeld door middel van artikel
I, onderdeel C.
2.2. Aanpassing systematiek Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig
en Kansrijk Groningen
Op grond van paragraaf 5 kan subsidie worden verstrekt voor een project dat tot doel
heeft bij te dragen aan de verwezenlijking van één of meer doelen uit het meerjarenprogramma.
Het kan daarbij gaan om zeer uiteenlopende projecten. Het subsidieplafond werd verdeeld
op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Zoals hiervoor toegelicht, wordt het
subsidieplafond voor het jaar 2019 verhoogd om meer projecten te kunnen subsidiëren,
waarmee wordt bijgedragen aan de realisatie van het meerjarenprogramma. De verwachting
is dat er daarmee ook meer aanvragen om subsidie onder deze paragraaf zullen worden
gedaan. Om de bijdrage van de gesubsidieerde projecten aan de realisatie van het meerjarenprogramma
te optimaliseren, is het wenselijk om de beste projecten te subsidiëren (in plaats
van de projecten waarvoor het eerst een aanvraag is gedaan). Daarom wordt de systematiek
aangepast van verdeling van het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van aanvragen
in verdeling op grond van rangschikking van de aanvragen. Dit is geregeld door middel
van artikel I, onderdeel E.
Het proces van aanvraag en verlening van de subsidie verloopt na deze wijziging als
volgt. In de periode van 15 november 2018 tot en met 31 januari 2019 kan subsidie
worden aangevraagd voor een project dat tot doel heeft bij te dragen aan de verwezenlijking
van één of meer doelen uit het meerjarenprogramma. De subsidie bedraagt 100% van de
subsidiabele kosten. Dat zijn in dit geval alle redelijk gemaakte kosten die direct
verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit (artikel 10, eerste lid, Kaderbesluit
nationale EZ-subsidies). Er wordt niet meer dan € 250.000 per project verstrekt. Nadat
de termijn waarbinnen aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend is verstreken,
wordt eerst beoordeeld welke aanvragen moeten worden afgewezen. Dit gebeurt door de
aanvragen te toetsen aan de afwijzingsgronden die zijn opgenomen in artikel 5.4 van
de subsidieregeling. Deze afwijzingsgronden worden thans niet gewijzigd.
De overgebleven aanvragen worden vervolgens gerangschikt. Dit gebeurt op basis van
een viertal criteria. Het eerste criterium is de mate waarin het project bijdraagt
aan de verwezenlijking van één of meer van de doelen uit het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig
en Kansrijk Groningen en die zijn opgenomen in de bijlage bij de regeling. Hoe groter
de bijdrage van het project aan realisatie van de doelen uit het meerjarenprogramma,
hoe hoger het project wordt gerangschikt. Een project wordt ook hoger gerangschikt
naarmate het project naar verwachting kwalitatief beter of innovatiever is (tweede
criterium). Hiermee wordt beoogd dat de beste en meest innovatieve projecten subsidie
ontvangen. Het derde criterium is de mate waarin de aanvrager kan steunen op relevante
ervaring en deskundigheid. Hoe meer relevante ervaring en deskundigheid er geleverd
wordt aan of betrokken is bij het project, hoe hoger de verwachtingen van het project
mogen zijn. Ook hier is het doel de beste projecten voor subsidie in aanmerking te
laten komen. Aan ieder project wordt op basis van de vier genoemde criteria een aantal
punten toegekend. De punten die voor het eerste criterium (de mate waarin het project
bijdraagt aan de realisatie van de doelen uit het meerjarenplan) worden toegekend,
worden verdubbeld indien met het project aan bepaalde doelen wordt bijgedragen. Het
gaat daarbij ten eerste om projecten die bijdragen aan het maximaal behouden van het
Groningse erfgoed, de landschappelijke kwaliteit en de gebiedsentiteit. Hierbij wordt
met name gedacht aan projecten op het gebied van (het onderhoud van) monumenten. Daarnaast
gaat het om projecten die bijdragen aan het in het kader van het toekomstbestendig
maken van de gebouwde omgeving en het ruimtelijk gebied de energieprestatie zo goed
mogelijk verbeteren. Hierbij kan gedacht worden aan het aanvragen van subsidie voor
lokale duurzaamheidsinitiatieven. Daarnaast gaat het om projecten die bijdragen aan
één van de volgende doelen: het regionale bedrijfsleven (groot en klein) een sterke
positie in laten nemen bij de uitvoering van het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig
en Kansrijk Groningen, de bevolking via goede scholingsprogramma’s de mogelijkheid
geven om optimaal in te stromen in de aardbevinggerelateerde arbeidsmarkt en de innovatiekansen
die voortkomen uit aardbevinggerelateerde werkgelegenheid zoveel mogelijk benutten.
Deze doelen hebben gemeen dat dit vraagt om het stimuleren van de arbeidsmarkt of
economie in relatie tot het aardbevingsgebied. Het is goed denkbaar dat voor een dergelijk
project subsidie wordt aangevraagd. De reden voor het toekennen van extra punten aan
projecten die deze doelen dienen, is de wens om deze projecten als eerst voor subsidie
in aanmerking te laten komen. In het meerjarenprogramma is aan deze doelen ook extra
aandacht gegeven omdat hiermee wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van het aardbevingsgebied.
De rangschikking wordt door middel van artikel I, onderdeel F, opgenomen in artikel
5.4a van de subsidieregeling. Voor het overige wordt het proces van aanvraag en verlening
van de subsidie niet gewijzigd.
De wijzigingen die in onderhavige paragraaf van de subsidieregeling worden aangebracht,
hebben geen gevolgen voor de staatssteunaspecten. Voor een nadere toelichting op de
staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf 3.4.3 van de toelichting bij de
subsidieregeling (Stcrt. 2017, 69438)
3. Regeldruk
In de toelichting bij de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig
en Kansrijk Groningen is ingegaan op de gevolgen van de regeling voor de regeldruk
(Stcrt. 2017, 69438). Ingeschat werd dat de lasten als gevolg van de subsidieregeling € 4.920,– zouden
bedragen. Berekend was dat de lasten van de paragrafen 2 tot en met 4 samen € 3.070,–
zouden bedragen. Nu deze subsidiemodules dit jaar weer worden opengesteld, zullen
deze lasten zich opnieuw manifesteren. De lasten van paragraaf 5 werden geschat op
€ 1.850,–. In totaal zou het aanvragen van deze subsidie € 370,– kosten. De wijzigingen
die in deze paragraaf zijn aangebracht hebben geen gevolgen voor dit bedrag. Voor
2018 werd verwacht dat er vijf aanvragen om subsidie zouden worden gedaan. Voor 2019
worden 10 aanvragen verwacht. Dit betekent dat de lasten van deze paragraaf komen
op € 3.700. De totale lasten van de subsidieregeling komen daarmee op € 6.770. Op
basis van deze informatie is de onderhavige regeling door ATR niet geselecteerd voor
formele toetsing.
Artikelsgewijs
Artikel I
Met dit artikel worden wijzigingen aangebracht in de Regeling subsidie uitvoering
Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. Hierna wordt kort ingegaan
op deze wijzigingen. Voor een uitgebreidere toelichting op de wijzigingen wordt verwezen
naar paragraaf 2 van het algemeen deel van deze toelichting.
A
In artikel 1.1 van de subsidieregeling wordt een definitie ingevoegd van Minister.
Deze was per abuis eerder niet opgenomen.
B
Met dit onderdeel wordt de openstelling van de subsidieregeling in 2019 geregeld.
C
Dit onderdeel bevat de verschillende subsidieplafonds die gelden voor 2019.
D
Met dit onderdeel wordt artikel 5.2 gewijzigd. Daarin wordt geregeld hoeveel de subsidie
maximaal bedraagt.
E
Onderdeel E voorziet erin dat het subsidieplafond dat geldt voor paragraaf 5 van de
subsidieregeling voortaan wordt verdeeld door middel van rangschikking van de aanvragen.
F
Met onderdeel F wordt een artikel ingevoegd waarin de rangschikking wordt geregeld.
Dit artikel bevat de rangschikkingscriteria. Daarnaast wordt bepaald dat per criteria
1 tot 10 punten aan een project worden toegekend. De punten die voor het tweede criteria
zijn toegekend (de bijdrage van het project aan het onderhoud van monumenten, lokale
duurzaamheidsinitiatieven en de versterking van de arbeidsmarkt of economie in relatie
tot het aardbevingsgebied) worden ingevolge het derde lid van dit artikel verdubbeld.
Uit het vierde lid van dit artikel volgt dat de aanvragen hoger worden gerangschikt
naarmate daaraan meer punten zijn toegekend. De hoogst gerangschikte aanvragen ontvangen
vervolgens subsidie, tot het subsidieplafond is uitgeput.
G
Met dit onderdeel wordt een onjuiste lettering van de onderdelen in de bijlage bij
de subsidieregeling hersteld.
Artikel II
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De regeling treedt in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee
wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving. De
reden hiervoor is de wens dat direct in 2019 kan worden aangevangen met de te subsidiëren
projecten. Met het oog hierop worden de modules op 15 november 2018 opengesteld. Aan
potentiële aanvragers wordt daarmee gelegenheid geboden om een aanvraag voor te bereiden.
De tijdige inwerkingtreding van deze regeling gaat gepaard met voordelen voor het
bedrijfsleven.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes