Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 5 november 2018, nr. WJZ/18231908, houdende wijziging van de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen in verband met aanpassing van een module en openstelling voor subsidieverlening in 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 5, 16 en 17 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in alfabetische volgorde een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

Minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

B

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Subsidieaanvragen als bedoeld in de artikelen 2.1, 3.1 en 4.1 kunnen worden ingediend in de periode van 15 november 2018 tot en met 30 september 2019.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 5.1 kunnen worden ingediend in de periode van 15 november 2018 tot en met 31 januari 2019.

C

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘€ 357.000’ vervangen door ‘€ 425.789’.

2. In onderdeel d wordt ‘€ 100.000’ vervangen door ‘€ 650.000’.

D

In artikel 5.2 wordt ‘het bedrag, genoemd in artikel 1.3, onderdeel d’ vervangen door ‘€ 250.000’.

E

In artikel 5.3 wordt ‘binnenkomst van de aanvragen’ vervangen door ‘rangschikking van de aanvragen’.

F

Na artikel 5.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.4a. Rangschikkingscriteria

  • 1. De Minister kent aan de aanvraag een hoger aantal punten toe naarmate:

    • a. het project meer bijdraagt aan de verwezenlijking van één of meer van de doelen uit het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen en die zijn opgenomen in de bijlage;

    • b. het project naar verwachting kwalitatief beter of innovatiever is;

    • c. de aanvrager meer kan steunen op relevante ervaring en deskundigheid.

  • 2. De Minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste 10 punten toe.

  • 3. Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met twee, indien met het project wordt bijgedragen aan de doelen, bedoeld in de onderdelen f tot en met h van de bijlage.

  • 4. De Minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

G

In de bijlage worden de onderdelen i tot en met k verletterd tot h tot en met j.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 november 2018

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding en doel

Met de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen (hierna: de subsidieregeling) is een subsidie-instrument geïntroduceerd ten behoeve van de realisatie van de doelen uit het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen (hierna ook: meerjarenprogramma). Voorzien is om deze regeling ook in 2019 open te stellen. De onderhavige regeling voorziet hierin. Daarnaast wordt paragraaf 5 van de subsidieregeling (Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen) aangepast.

2. Inhoud van de regeling

2.1. Openstelling subsidieregeling 2019

De subsidieregeling bevat een viertal modules op grond waarvan voor de uitvoering van bepaalde doelen uit het meerjarenprogramma subsidie kan worden verstrekt. Voorzien is om alle modules voor 2019 weer open te stellen. Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend vanaf 15 november 2018. Aanvragen kunnen in beginsel worden ingediend tot en met 30 september 2019. Dat geldt niet voor aanvragen onder paragraaf 5 (Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen). Deze aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 januari 2019. De reden voor deze kortere openstelling is dat het subsidieplafond onder deze module wordt verstrekt op basis van rangschikking van de aanvragen. Om zo snel mogelijk te kunnen beginnen met de uitvoering van deze projecten is gekozen voor deze openstellingsdatum. De openstelling is geregeld door middel van artikel I, onderdeel B.

Voor 2019 is voor de subsidieregeling een totaal budget van € 2.145.789 beschikbaar. De budgetten van een tweetal modules worden aangepast ten opzichte van het budget dat voor 2018 voor de betreffende modules beschikbaar was. Ten eerste betreft dit het plafond van paragraaf 4 (Subsidie opleiding in de bouw). Voor 2019 is voor deze module een budget van € 425.789 beschikbaar. Daarnaast wordt het plafond van paragraaf 5 (Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen) verhoogd tot een budget van € 650.000. De reden hiervoor is dat het wenselijk is om in 2019 een groter aantal projecten te subsidiëren waarmee wordt bijgedragen aan de realisatie van het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. De plafonds van de overige modules zijn voor 2019 gelijk aan het plafond dat voor 2018 gold. De aanpassing van de subsidieplafonds is geregeld door middel van artikel I, onderdeel C.

2.2. Aanpassing systematiek Subsidie uitvoering doelen Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen

Op grond van paragraaf 5 kan subsidie worden verstrekt voor een project dat tot doel heeft bij te dragen aan de verwezenlijking van één of meer doelen uit het meerjarenprogramma. Het kan daarbij gaan om zeer uiteenlopende projecten. Het subsidieplafond werd verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Zoals hiervoor toegelicht, wordt het subsidieplafond voor het jaar 2019 verhoogd om meer projecten te kunnen subsidiëren, waarmee wordt bijgedragen aan de realisatie van het meerjarenprogramma. De verwachting is dat er daarmee ook meer aanvragen om subsidie onder deze paragraaf zullen worden gedaan. Om de bijdrage van de gesubsidieerde projecten aan de realisatie van het meerjarenprogramma te optimaliseren, is het wenselijk om de beste projecten te subsidiëren (in plaats van de projecten waarvoor het eerst een aanvraag is gedaan). Daarom wordt de systematiek aangepast van verdeling van het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van aanvragen in verdeling op grond van rangschikking van de aanvragen. Dit is geregeld door middel van artikel I, onderdeel E.

Het proces van aanvraag en verlening van de subsidie verloopt na deze wijziging als volgt. In de periode van 15 november 2018 tot en met 31 januari 2019 kan subsidie worden aangevraagd voor een project dat tot doel heeft bij te dragen aan de verwezenlijking van één of meer doelen uit het meerjarenprogramma. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. Dat zijn in dit geval alle redelijk gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit (artikel 10, eerste lid, Kaderbesluit nationale EZ-subsidies). Er wordt niet meer dan € 250.000 per project verstrekt. Nadat de termijn waarbinnen aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend is verstreken, wordt eerst beoordeeld welke aanvragen moeten worden afgewezen. Dit gebeurt door de aanvragen te toetsen aan de afwijzingsgronden die zijn opgenomen in artikel 5.4 van de subsidieregeling. Deze afwijzingsgronden worden thans niet gewijzigd.

De overgebleven aanvragen worden vervolgens gerangschikt. Dit gebeurt op basis van een viertal criteria. Het eerste criterium is de mate waarin het project bijdraagt aan de verwezenlijking van één of meer van de doelen uit het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen en die zijn opgenomen in de bijlage bij de regeling. Hoe groter de bijdrage van het project aan realisatie van de doelen uit het meerjarenprogramma, hoe hoger het project wordt gerangschikt. Een project wordt ook hoger gerangschikt naarmate het project naar verwachting kwalitatief beter of innovatiever is (tweede criterium). Hiermee wordt beoogd dat de beste en meest innovatieve projecten subsidie ontvangen. Het derde criterium is de mate waarin de aanvrager kan steunen op relevante ervaring en deskundigheid. Hoe meer relevante ervaring en deskundigheid er geleverd wordt aan of betrokken is bij het project, hoe hoger de verwachtingen van het project mogen zijn. Ook hier is het doel de beste projecten voor subsidie in aanmerking te laten komen. Aan ieder project wordt op basis van de vier genoemde criteria een aantal punten toegekend. De punten die voor het eerste criterium (de mate waarin het project bijdraagt aan de realisatie van de doelen uit het meerjarenplan) worden toegekend, worden verdubbeld indien met het project aan bepaalde doelen wordt bijgedragen. Het gaat daarbij ten eerste om projecten die bijdragen aan het maximaal behouden van het Groningse erfgoed, de landschappelijke kwaliteit en de gebiedsentiteit. Hierbij wordt met name gedacht aan projecten op het gebied van (het onderhoud van) monumenten. Daarnaast gaat het om projecten die bijdragen aan het in het kader van het toekomstbestendig maken van de gebouwde omgeving en het ruimtelijk gebied de energieprestatie zo goed mogelijk verbeteren. Hierbij kan gedacht worden aan het aanvragen van subsidie voor lokale duurzaamheidsinitiatieven. Daarnaast gaat het om projecten die bijdragen aan één van de volgende doelen: het regionale bedrijfsleven (groot en klein) een sterke positie in laten nemen bij de uitvoering van het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen, de bevolking via goede scholingsprogramma’s de mogelijkheid geven om optimaal in te stromen in de aardbevinggerelateerde arbeidsmarkt en de innovatiekansen die voortkomen uit aardbevinggerelateerde werkgelegenheid zoveel mogelijk benutten. Deze doelen hebben gemeen dat dit vraagt om het stimuleren van de arbeidsmarkt of economie in relatie tot het aardbevingsgebied. Het is goed denkbaar dat voor een dergelijk project subsidie wordt aangevraagd. De reden voor het toekennen van extra punten aan projecten die deze doelen dienen, is de wens om deze projecten als eerst voor subsidie in aanmerking te laten komen. In het meerjarenprogramma is aan deze doelen ook extra aandacht gegeven omdat hiermee wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van het aardbevingsgebied. De rangschikking wordt door middel van artikel I, onderdeel F, opgenomen in artikel 5.4a van de subsidieregeling. Voor het overige wordt het proces van aanvraag en verlening van de subsidie niet gewijzigd.

De wijzigingen die in onderhavige paragraaf van de subsidieregeling worden aangebracht, hebben geen gevolgen voor de staatssteunaspecten. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar paragraaf 3.4.3 van de toelichting bij de subsidieregeling (Stcrt. 2017, 69438)

3. Regeldruk

In de toelichting bij de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen is ingegaan op de gevolgen van de regeling voor de regeldruk (Stcrt. 2017, 69438). Ingeschat werd dat de lasten als gevolg van de subsidieregeling € 4.920,– zouden bedragen. Berekend was dat de lasten van de paragrafen 2 tot en met 4 samen € 3.070,– zouden bedragen. Nu deze subsidiemodules dit jaar weer worden opengesteld, zullen deze lasten zich opnieuw manifesteren. De lasten van paragraaf 5 werden geschat op € 1.850,–. In totaal zou het aanvragen van deze subsidie € 370,– kosten. De wijzigingen die in deze paragraaf zijn aangebracht hebben geen gevolgen voor dit bedrag. Voor 2018 werd verwacht dat er vijf aanvragen om subsidie zouden worden gedaan. Voor 2019 worden 10 aanvragen verwacht. Dit betekent dat de lasten van deze paragraaf komen op € 3.700. De totale lasten van de subsidieregeling komen daarmee op € 6.770. Op basis van deze informatie is de onderhavige regeling door ATR niet geselecteerd voor formele toetsing.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met dit artikel worden wijzigingen aangebracht in de Regeling subsidie uitvoering Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. Hierna wordt kort ingegaan op deze wijzigingen. Voor een uitgebreidere toelichting op de wijzigingen wordt verwezen naar paragraaf 2 van het algemeen deel van deze toelichting.

A

In artikel 1.1 van de subsidieregeling wordt een definitie ingevoegd van Minister. Deze was per abuis eerder niet opgenomen.

B

Met dit onderdeel wordt de openstelling van de subsidieregeling in 2019 geregeld.

C

Dit onderdeel bevat de verschillende subsidieplafonds die gelden voor 2019.

D

Met dit onderdeel wordt artikel 5.2 gewijzigd. Daarin wordt geregeld hoeveel de subsidie maximaal bedraagt.

E

Onderdeel E voorziet erin dat het subsidieplafond dat geldt voor paragraaf 5 van de subsidieregeling voortaan wordt verdeeld door middel van rangschikking van de aanvragen.

F

Met onderdeel F wordt een artikel ingevoegd waarin de rangschikking wordt geregeld. Dit artikel bevat de rangschikkingscriteria. Daarnaast wordt bepaald dat per criteria 1 tot 10 punten aan een project worden toegekend. De punten die voor het tweede criteria zijn toegekend (de bijdrage van het project aan het onderhoud van monumenten, lokale duurzaamheidsinitiatieven en de versterking van de arbeidsmarkt of economie in relatie tot het aardbevingsgebied) worden ingevolge het derde lid van dit artikel verdubbeld. Uit het vierde lid van dit artikel volgt dat de aanvragen hoger worden gerangschikt naarmate daaraan meer punten zijn toegekend. De hoogst gerangschikte aanvragen ontvangen vervolgens subsidie, tot het subsidieplafond is uitgeput.

G

Met dit onderdeel wordt een onjuiste lettering van de onderdelen in de bijlage bij de subsidieregeling hersteld.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving. De reden hiervoor is de wens dat direct in 2019 kan worden aangevangen met de te subsidiëren projecten. Met het oog hierop worden de modules op 15 november 2018 opengesteld. Aan potentiële aanvragers wordt daarmee gelegenheid geboden om een aanvraag voor te bereiden. De tijdige inwerkingtreding van deze regeling gaat gepaard met voordelen voor het bedrijfsleven.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven