Regeling ambtseed burgerambtenaren defensie

10 september 2018,

nr. BS/2018021159

De Minister van Defensie

Ministeriële regeling tot tekstplaatsing van de ‘Regeling ambtseed burgerambtenaren defensie’

Gelet op de artikelen: 70a en 168 van het Burgerlijk Ambtenarenreglement Defensie;

Besluit

Enig artikel

De tekst van de ‘Regeling ambtseed burgerambtenaren defensie’, als in bijlage bij deze regeling, wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht

TOELICHTING

In het verleden bestond de mogelijkheid om algemeen verbindende voorschriften op het niveau van ministeriële regeling die slechts op een beperkte groep belanghebbenden van toepassing was bekend te maken in een voor alle betrokkenen beschikbaar publicatiemiddel anders dan de Staatscourant. Hiervan en van wijzigingen van deze regelingen werd mededeling gedaan in de Staatscourant. Als gevolg hiervan zijn een aantal ministeriële regelingen die zijn gepubliceerd in de serie Ministeriële Publicaties (MP-serie) oorspronkelijk niet in de Staatscourant geplaatst. Op deze wijze wordt daar, overeenkomstig de aanwijzingen voor de regelgeving, alsnog in voorzien. De Bekendmakingswet biedt immers nog slechts de mogelijkheid van bekendmaking door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht

BIJLAGE 1

Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie

12 mei 2003,

nr. P200300263

De Staatssecretaris van Defensie

Gelet op de artikelen 70a en 168 van het Burgerlijk Ambtenarenreglement Defensie;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. eed

de eed als bedoeld in 70a van het Burgerlijk Ambtenaren Reglement Defensie, af te leggen volgens het formulier zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

2. belofte

de belofte als bedoeld in 70a van het Burgerlijk Ambtenaren Reglement Defensie, af te leggen volgens het formulier zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

3. ambtenaar

de burgerambtenaar als bedoeld in artikel 1 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.

4. commandant

de commandant als bedoeld in artikel 3, eerste lid onderdeel c van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.

Artikel 2

  • 1. De commandant draagt er zorg voor dat de ambtenaar zo spoedig mogelijk na aanstelling, doch in ieder geval binnen drie maanden na aanstelling, de eed of belofte aflegt.

  • 2. De ambtenaar wordt hiertoe door of namens de commandant schriftelijk opgeroepen.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing indien de ambtenaar reeds eerder in het kader van een aanstelling of tewerkstelling bij het Rijk of als burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie, een eed of belofte heeft afgelegd.

Artikel 3

De ambtenaar bepaalt of hij de eed dan wel de belofte aflegt.

Artikel 4

  • 1. De eed of belofte wordt afgelegd ten overstaan van de commandant.

  • 2. De eed of belofte wordt afgelegd in aanwezigheid van een getuige die wordt aangewezen door de autoriteit.

Artikel 5

  • 1. Het afleggen van de eed geschiedt door voorlezing van de tekst van het formulier als bedoeld in de bijlage van deze regeling, door de commandant, waarna de ambtenaar woordelijk uitspreekt: ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’.

  • 2. Het afleggen van de belofte geschiedt door voorlezing van de tekst van het formulier als bedoeld in de bijlage van deze regeling, door de autoriteit, waarna de ambtenaar woordelijk uitspreekt: ‘Dat verklaar en beloof ik’.

  • 3. De eed wordt staande afgelegd, waarbij de ambtenaar de twee voorste vingers van de rechterhand opsteekt. De belofte wordt staande afgelegd, zonder handopsteken.

Artikel 6

  • 1. Het formulier, in tweevoud opgemaakt, wordt door de ambtenaar, de getuige en de commandant ondertekend.

  • 2. De ambtenaar ontvangt een exemplaar, het andere exemplaar wordt in het personeelsdossier van de ambtenaar opgelegd.

Artikel 7

Indien de ambtenaar, gelet op diens godsdienstige overtuiging, op een andere wijze de eed of belofte wil afleggen wordt van deze wijze van afleggen aantekening gemaakt op het formulier.

Artikel 8

De ambtenaar die geen eed of belofte heeft afgelegd en op wie artikel 2, derde lid, niet van toepassing is, legt alsnog zo spoedig mogelijk de eed of belofte af conform het bepaalde in deze regeling.

Artikel 9

De Beleidsregel ambtseed burgerambtenaren Centrale Organisatie (PCO 2002000047) van 1 februari 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 10

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening.

  • 2. Deze regeling zal in de MP 33-serie worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 11

Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie.

De Staatssecretaris van Defensie,

Voor deze

De Directeur-Generaal Personeel en Materieel,

B.H.J.J.M. Volkers (wnd.).

De Staatssecretaris van Defensie Voor deze De Directeur-Generaal Personeel en Materieel, B.H.J.J.M. Volkers (wnd.).

BIJLAGE 2

Bijlage bij de Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie

Formulier voor het afleggen van de eed of belofte

Ik zweer / beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;

Ik zweer / verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling;

Ik zweer / verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer / verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling van niemand giften heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer / beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;

Ik zweer / beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt kan schaden.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik! / een andere wijze van afleggen als bedoeld in artikel 7, waarvan de letterlijke tekst hieronder staat aangegeven.

..........

..........

..........

Op .........., werd te .......... ten overstaan van (1) ..........

en in tegenwoordigheid van (2) ..........

door (3) ..........

de eed / belofte volgens bovenvermeld formulier afgelegd.

De ambtenaar:

De commandant:

De getuige:

..........

..........

..........

(1) De commandant

(2) De getuige

(3) De ambtenaar

Naar boven