De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 12 van de gedelegeerde verordening (EU) 2017/891 van de Commissie
van 13 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten
en fruit en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft de in deze sectoren toe te passen sancties en tot wijziging
van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (PbEU 2017 L 138);
Gelet op artikel 3, vierde lid, van de uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 van de
Commissie van 13 maart 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft
de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit (PbEU 2017 L 138);
Gelet op artikel 2, eerste lid en bijlage I van de gedelegeerde verordening (EU) 2017/1165
van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van verdere tijdelijke buitengewone
maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde soorten fruit (PbEU 2017
L 170);
Gelet op de artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15, en 19, eerste lid, van de Landbouwwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2017 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 25 wordt, onder vernummering van het zesde en het zevende lid tot het vijfde
en het zesde lid, een lid toegevoegd, luidende:
-
7. Een producentenorganisatie kan in een situatie, bedoeld in artikel 12, eerste lid,
onderdeel c, van verordening 2017/891, een lid toestaan om maximaal 40%, qua volume
of qua waarde, van de productie buiten de producentenorganisatie om af te zetten,
zoals bedoeld in artikel 12, tweede lid, van verordening 2017/891, indien:
-
a. dat lid producten teelt onder licentie van een andere producentenorganisatie;
-
b. de verkooprechten met betrekking tot die producten exclusief bij die andere producentenorganisatie
liggen, en
-
c. de producten waarop de toestemming betrekking heeft uitsluitend via die andere producentenorganisatie
worden afgezet.
B
In de artikelen 91, vierde lid, 104, eerste lid, onder a, 105, eerste lid, 106, eerste
lid, 109, eerste lid, 110, eerste lid, onder a, 112, eerste lid, onder a, en 113,
eerste lid, wordt ‘25%’ vervangen door ‘15%’.
C
In de artikelen 104, tweede lid, 105, tweede lid, 106, tweede lid, 109, tweede lid,
110, tweede lid, 112, tweede lid, en 113, tweede lid, wordt ‘10%’ vervangen door ‘7%’.
ARTIKEL II
In artikel 4d, eerste lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling bijzondere
Europese maatregelen inzake Russische boycot groenten en fruit wordt ‘1932,5 ton’
vervangen door ‘2932,5 ton’.
ARTIKEL III
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
-
2. Artikel I, onderdeel A, werkt terug tot en met 1 januari 2017.
TOELICHTING
1. Inleiding
Onderhavige regeling strekt tot aanpassing van de Regeling uitvoering GMO groenten
en fruit 2017 vanwege de verhoging van de maximale ontheffing van de leveringsplicht
van 25% naar 40% en vanwege soepelere Europese eisen ten aanzien van milieu-investeringen
die tot besparing van water- en energiegebruik leiden. Tevens wordt een verschrijving
in de Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen inzake Russische boycot
groenten en fruit hersteld.
2. Wijziging Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2017
2.1 Verhoging van de ontheffing van de leveringsplicht
Een aantal producentenorganisaties heeft specifieke producten en rassen ontwikkeld
die onder licentie van de betrokken producentenorganisatie mogen worden geteeld en
verkocht. Bij overstap naar een andere producentenorganisatie behoudt een teler in
veel gevallen wel zijn teeltlicentie maar blijven de verkooprechten voor de betrokken
producten en rassen bij de producentenorganisatie die de licentiehouder is. Om verkoop
van dergelijke producten, die uit de aard der zaak via de licentie-houdende producentenorganisatie
moet geschieden, niet te frustreren is gebruik gemaakt van de mogelijkheid die in
artikel 12, tweede lid, van verordening 2017/891 wordt geboden om producentenorganisaties
toe te staan hun leden een ontheffing van de leveringsplicht te verlenen tot maximaal
40% in plaats van de gebruikelijke 25%.
Dit wordt echter beperkt tot de situatie waarin aangesloten producenten hun productie
via een andere, door hun eigen organisatie aangewezen producentenorganisatie afzetten.
Er wordt dus niet gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het percentage te verhogen
in geval producten onder verordening 834/20071 vallen. Bovendien kan het percentage alleen worden verhoogd indien via een andere,
door de eigen organisatie aan te wijzen producentenorganisatie producten worden afgezet
die, gezien de kenmerken ervan, normaliter niet onder de commerciële activiteiten
van de eigen producentenorganisatie vallen.
2.2 Aanpassingen aan het nationaal kader voor milieuacties
In lijn met de soepelere eisen onder uitvoeringsverordening 2017/892 wordt het percentage
waarmee een milieu-investering moet bijdragen aan vermindering van gebruik van water
en/of fossiele energie verlaagd van 25% naar 15%, respectievelijk van 10% naar 7%.
De wijzigingen aan investeringen ten behoeve van het milieu zijn in overeenstemming
met artikel 36, eerste lid, tweede alinea van verordening 1308/2013 en artikel 27
van verordening 2017/891 ter toetsing aan de Europese Commissie voorgelegd. De Europese
Commissie heeft kenbaar gemaakt geen bezwaar tegen de voorgestelde wijzigingen te
hebben.
Deze aanpassingen zijn in principe alleen van toepassing op nieuwe operationele programma’s.
Concreet gaat het dan om programma’s die na 20 januari 2017 zijn goedgekeurd, aangezien
artikel 64 van verordening 543/2011 en artikel 33 verordening van 2017/891 bepalen
dat lidstaten een besluit tot goedkeuring uiterlijk moeten nemen op 20 januari van
het jaar na het jaar waarin de operationele programma’s zijn ingediend.
Dat de wijziging alleen voor nieuwe operationele programma’s geldt, vloeit voort uit
het overgangsrecht dat is opgenomen in artikel 229 van de Regeling uitvoering GMO
groenten en fruit 2017. Voor een meer uitgebreide toelichting hierover zij verwezen
naar deel 10 van de artikelsgewijze toelichting bij de Regeling uitvoering GMO groenten
en fruit 2017.
3. Herstel verschrijving in de Uitvoeringsregeling bijzondere Europese maatregelen
inzake Russische boycot groenten en fruit
De uitvoeringsregeling geeft uitvoering aan Europese maatregelen ter ondersteuning
van producenten die in het bijzonder nadeel ondervinden van de Russische economische
boycot van bepaalde producten uit de Europese Unie, zoals vermeld in de gedelegeerde
verordening 2017/1165. Deze verordening kent de lidstaten maximum hoeveelheden toe
waarbinnen aanvragen voor de bijzondere Europese steun voor het uit de markt nemen
of vernietigen (door middel van groen of niet oogsten) van product kunnen worden gehonoreerd.
In bijlage I van de gedelegeerde verordening is Nederland een maximum hoeveelheid
voor appelen en peren toegewezen van 5.865 ton.
In artikel 4d van de uitvoeringsregeling is echter abusievelijk niet de gehele maximum
hoeveelheid, waarbinnen aanvragen voor het uit de markt nemen van appels en peren
voor gratis verstrekkingen, overige bestemmingen, groen oogsten en niet oogsten kunnen
worden gehonoreerd, evenredig verdeeld. Deze fout wordt met onderhavige regeling hersteld.
4. Regeldruk
Voor de producentenorganisaties zijn er geen consequenties voor administratieve en
uitvoeringslasten, daar de wijzigingen het herstellen van onvolkomenheden betreffen
of resulteren in soepeler subsidievoorwaarden en ontheffingsvoorwaarden.
5. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten
De inwerkingtredingsdatum van deze regeling wijkt af van het kabinetsbeleid inzake
de vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen
twee maanden voorafgaand aan hun inwerkingtreding worden gepubliceerd en op de vaste
verandermomenten in werking treden. De reden voor deze afwijking is dat deze regeling
een fout herstelt en een versoepeling is van de mogelijkheid tot ontheffing van de
leveringsplicht.
Het is wenselijk dat deze versoepeling ook voor 2017 geldt. Hoewel verordening 2017/891
van kracht is met ingang van 1 juni 2017, heeft Nederland er al bij wijziging van
de Regeling uitvoering GMO groenten en fruit van 1 juli 2016 voor gekozen om nationaal
vooruit te lopen op de Europese maximering van de ontheffingsmogelijkheid op individueel
niveau tot 25% met ingang van 1 januari 2017 (Stcrt. 2016, 35687).
Om zeker te stellen dat leden van een producentenorganisatie ook in 2017 daadwerkelijk
van de versoepeling tot maximaal 40% kunnen profiteren en zodoende eventuele EU-conformiteitsproblemen
te voorkomen, werkt artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2017.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten