Aanvraagprocedure diploma-erkenning voor opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen en digitale vaardigheden (overige educatie), Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Met deze nieuwe aanvraagprocedure komt de aanvraagprocedure diploma-erkenning voor opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen (overige educatie) van 10 februari 2015 (Staatscourant 2015, 3462) te vervallen.

Aanleiding

Met ingang van 1 januari 2015 is de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingscentra (roc’s) komen te vervallen. Dit houdt in dat vanaf die datum de roc’s geen wettelijke taak hebben met betrekking tot de opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen, als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel b tot en met f, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), de zogenoemde opleidingen overige educatie. Contactgemeenten mogen het educatiebudget inzetten bij elke organisatie die opleidingen overige educatie aanbiedt.

De opleidingen overige educatie moeten voldoen aan de eindtermen die op grond van artikel 7.3.3 van de WEB zijn vastgelegd in de Regeling eindtermen educatie. Deze opleidingen (met uitzondering van de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal) kunnen worden afgesloten met een instellingsexamen. Als bewijs dat dit examen met goed gevolg is afgelegd kan de examencommissie een diploma uitreiken. Om dit examen te mogen afnemen en een diploma uit te reiken moet een organisatie het recht op diploma-erkenning voor de betreffende opleiding overige educatie aanvragen op grond van artikel 1.4a.1 van de WEB. Deze publicatie bevat informatie over de procedure voor het aanvragen van diploma-erkenning voor opleidingen overige educatie.

De aanvraagprocedure diploma-erkenning voor opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen is herzien omdat met de Regeling digitale vaardigheden educatie van 22 september 2017 (Stcrt 2017, nr. 54468) digitale vaardigheden zijn aangewezen als een nieuwe opleiding educatie en derhalve opgenomen in de Regeling eindtermen educatie. In deze publicatie worden de codes voor de digitale vaardigheden vastgesteld.

Jaarlijkse publicatie diploma-erkenning

Jaarlijks voor de aanvang van het nieuwe studiejaar wordt door DUO op www.duo.nl onder ‘Regelgeving OCW’ bekendgemaakt welke organisaties toestemming hebben om voor opleidingen overige educatie erkende diploma’s uit te reiken en voor welke door deze organisaties verzorgde opleidingen die diploma-erkenning geldt. Deze voorlichtingspublicatie, met de titel ‘Register niet bekostigde educatie van instellingen met diploma-erkenning’ zal ten minste de volgende gegevens bevatten:

  • de naam van de instelling;

  • de door de instelling verzorgde opleidingen waarvan diploma’s door de minister erkend zijn.

De minister heeft voor de opleidingen overige educatie eindtermen vastgesteld in de Regeling eindtermen educatie, welke laatstelijk is gewijzigd met de regeling van 22 september 2017 door ook eindtermen voor digitale vaardigheden vast te stellen. Voor de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal kunnen geen instellingsexamens afgenomen worden ingevolge de WEB (NB: op grond van artikel 12.5.2 van de WEB is artikel 7.4.11, wat de examens van de opleidingen Nederlands als tweede taal I en II betreft, nog niet in werking getreden). Daarom kan voor deze opleidingen geen diploma-erkenning worden aangevraagd.

De opleidingen waarvoor een aanvraag ingediend kan worden zijn:

  • 1. opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs:

    • a. 5601 Nederlandse taal, alfabetisering 1F;

    • b. 5602 Rekenen, alfabetisering 1F;

    • c. 5603 Nederlandse taal, ingang beroepsonderwijs 2F;

    • d. 5604 Rekenen, ingang beroepsonderwijs 2F.

  • 2. de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal:

    • a. 5621 Nederlands als 2e taal, basisniveau Nederlandse taal A1;

    • b. 5622 Nederlands als 2e taal, basisniveau Nederlandse taal A2;

    de opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering:

    • c. 5631 Nederlands als 2e taal, alfabetisering Alfa A;

    • d. 5632 Nederlands als 2e taal, alfabetisering Alfa B;

    • e. 5633 Nederlands als 2e taal, alfabetisering Alfa C.

  • 3. de opleiding Digitale vaardigheden, gericht op redzaamheidniveau basisvaardigheden van volwassenen:

    • a. 5641 Digitale vaardigheden, basisniveau 1.

  • 4. de opleiding Digitale vaardigheden, gericht op het ingangsniveau van de opleidingen van het beroepsonderwijs:

    • a. 5642 Digitale vaardigheden, basisniveau 2.

Geen onderscheid bekostigde en niet bekostigde instellingen

Met de wetswijziging van 9 juli 2014 is de wettelijke taak van roc’s bij overige educatie komen te vervallen. De contactgemeente samen met de overige gemeenten binnen een bij ministeriële regeling vastgestelde regio mag zelf besluiten bij welke organisatie zij de middelen voor overige educatie besteden. Er zijn daarmee dus geen door ’s Rijkskas bekostigde instellingen meer die opleidingen overige educatie verzorgen. De middelen moeten echter wel voor opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen ingezet worden.

Aanvraagformulier

Het aanvragen van een diploma-erkenning voor opleidingen overige educatie moet worden ingediend met het formulier ‘Verzoek om diploma-erkenning overige educatie’. Dit formulier vindt u via www.duo.nl onder Zakelijk, MBO, Niet bekostigd onderwijs, Aanvraagprocedure diploma-erkenning overige educatie. Er is een apart formulier voor instellingen die al beschikken over een BRIN-nummer en instellingen die nog geen BRIN-nummer toegekend hebben gekregen.

Per aanvraagformulier kan diploma-erkenning aangevraagd worden voor meerdere opleidingen overige educatie. Wel moeten in dat geval per opleiding de benodigde gegevens ingezonden worden.

Procedure en inzendtermijn

Aanvragen voor diploma-erkenning kunnen het hele jaar worden ingezonden. Op grond van artikel 1.4a.1, vijfde lid, van de WEB wordt op een aanvraag binnen drie maanden beslist. Indien de beschikking niet binnen drie maanden kan worden gegeven, wordt de aanvrager daarvan tijdig in kennis gesteld en wordt daarbij een termijn genoemd waarbinnen de beschikking wel tegemoet gezien kan worden.

Een aanvraag voor diploma-erkenning wordt per opleiding beoordeeld. Een aanvraag wordt door DUO voor advies voorgelegd aan de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). Daarbij toetst de inspectie de aanvraag op kwalitatieve aspecten.

In het geval een organisatie reeds opleidingen overige educatie verzorgt, waarvoor diploma-erkenning op basis van artikel 1.4a.1. van de WEB is verkregen, dan kan DUO in overleg met de inspectie besluiten de aanvraag direct toe te kennen zonder dat de aanvraag wordt voorgelegd aan de inspectie voor advies. Een aanvraag wordt desondanks altijd voorgelegd als de aanvrager:

  • 1. onder verscherpt toezicht van de inspectie staat; een waarschuwing als bedoeld in artikel 6a. 1.3 van de WEB voor één van de reeds verzorgde opleidingen heeft ontvangen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag; of

  • 2. op grond van artikel 6a.1.2 van de WEB een besluit tot het ontnemen van het recht, bedoeld in het eerste lid van artikel 1.4a.1 van de WEB voor één van de reeds verzorgde opleidingen heeft ontvangen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag.

Verplicht in te zenden gegevens

Om voor diploma-erkenning in aanmerking te komen moet de instelling gegevens overleggen waaruit blijkt dat de instelling in acht neemt hetgeen bij of krachtens de WEB voor die opleidingen is bepaald ten aanzien van:

  • de kwaliteitszorg, bedoeld in artikel 1.3.6,

  • het onderwijs, bedoeld in hoofdstuk 7, met uitzondering van artikel 7.1.1, titel 2 en titel 4, voor zover het betreft de artikelen 7.4.3, 7.4.4 en 7.4.7.

Dit houdt in dat het onderwijs en het examen van de opleiding van voldoende kwaliteit zal zijn.

Daarnaast moet de instelling de benodigde gegevens aan het basisregister onderwijs aanleveren en dient ongeoorloofd verzuim gemeld te worden.

Het gaat hierbij dan om de bepalingen met betrekking tot de kwaliteitszorg (artikel 1.3.6) en het onderwijs, hoofdstuk 7:

  • titel 1: het onderwijs (met uitzondering van artikel 7.1.1.);

  • titel 3: de educatie;

  • titel 4: examens en toetsen (met uitzondering van de artikelen 7.4.3. 7.4.4 en 7.4.7);

  • titel 5: commissie van beroep voor de examens, inclusief de omschrijving van de procedures en dergelijke (dit in verband met de rechtsbescherming van deelnemers).

Op grond van deze bepalingen moeten, samen met het aanvraagformulier, de volgende documenten worden meegezonden:

  • a. een beschrijving van het stelsel van kwaliteitszorg (artikel 1.3.6 van de WEB);

  • b. een beschrijving van de manier waarop de zorgplicht wordt nagekomen (artikel 7.4.8 van de WEB);

  • c. een beschrijving van de vereisten zoals omschreven in artikel 7.4.8 van de WEB, waaronder:

    • de inrichting van het onderwijsprogramma inclusief de beschikbare en gehanteerde leermiddelen, vastgesteld in een onderwijs en examenreglement;

    • de inrichting van het examenprogramma en het examenreglement, vastgelegd in een onderwijs en examenregeling.

  • d. een deelnemersstatuut;

  • e. een omschrijving van de procedures van de commissie van beroep voor de examens.

Wanneer het een nieuwe instelling betreft die nog geen BRIN-nummer heeft:

  • f. een afschrift van een uittreksel van de Kamer van Koophandel en indien van toepassing de getekende notariële akte van oprichting van de rechtspersoon.

Toelichting op de mee te zenden gegevens

  • a. Beschrijving stelsel van kwaliteitszorg

    In de beschrijving van het stelsel van kwaliteitszorg (artikel 1.3.6 van de WEB) geeft u in ieder geval aan:

    • op welke opleidingen het stelsel van toepassing zal zijn en welke methodes van kwaliteitszorg gehanteerd zullen worden;

    • op basis van welke deskundigheid onafhankelijke deskundigen worden betrokken bij de regelmatige beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs, welke werkzaamheden ze verrichten en hoe dikwijls ze worden ingeschakeld;

    • de wijze waarop het kwaliteitszorgstelsel regelmatig intern en extern geëvalueerd zal worden. Daarbij worden de criteria waarmee de instelling de eigen prestaties waardeert, duidelijk omschreven.

    De inspectie zal na de start van de te verzorgen opleidingen de uitvoering van het onderwijs in de praktijk toetsen. Dit geldt ook voor de uitvoering van het kwaliteitszorgstelsel.

  • b. de onderwijs- en examenregeling

    De minister heeft met ingang van 1 januari 2013 voor de opleidingen overige educatie1 eindtermen vastgesteld, waaraan met ingang van 1 januari 2018 eindtermen voor digitale vaardigheden2 zijn toegevoegd. Voor deze opleidingen dient dan ook een onderwijs- en examenregeling te worden overgelegd, waaruit blijkt dat het onderwijstraject een samenhangend geheel is van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van de vastgestelde eindtermen voor de betreffende opleiding overige educatie.

  • c. een omschrijving van de procedure van de commissie van beroep voor de examens

    Aangetoond moet worden of het bevoegd gezag (rechtspersoon) een commissie van beroep heeft ingesteld uitgaande van de vereisten in artikel 7.5.1 van de WEB.

Advies Inspectie van het Onderwijs

De aanvraag wordt – behoudens die gevallen dat DUO in overleg met de inspectie besluit dat de aanvraag direct toegekend kan worden (zie hiervoor onder procedure) – door de inspectie getoetst op kwalitatieve aspecten (in de praktijk) door middel van een onderzoek. De inspectie brengt op basis van het onderzoek een advies uit. Het onderzoek kan zowel dossieronderzoek zijn als onderzoek bij de organisatie zelf. Indien de organisatie niet meewerkt aan het onderzoek kan dit reden zijn om de aanvraag af te wijzen.

BRIN-nummer

Indien een nieuwe instelling een positieve beschikking ontvangt op een eerste aanvraag voor diploma-erkenning, dan wordt door DUO een BRIN-nummer toegekend.

Voorwaarden behouden diploma-erkenning

Om de diploma-erkenning te behouden moet een organisatie ingevolge artikel 1.4a.1, zesde lid, van de WEB jaarlijks vóór 15 oktober aan DUO een opgave van de opleidingen overige educatie verstrekken die de instelling verzorgt in het lopende studiejaar en ook van de opleidingen overige educatie die de organisatie heeft verzorgd in het daaraan voorafgaande studiejaar. Indien niet voldaan wordt aan deze meldingsplicht kan de diploma-erkenning op grond van artikel 6a.1.2, eerste lid, onderdeel b, van de WEB worden ingetrokken. Deze melding kunt u doen via het aanvraagformulier bestaande/nieuwe opleidingen op www.duo.nl, Zakelijk, Mbo, Niet bekostigde instellingen, Aanvraagprocedure diploma-erkenning overige educatie.

Ook moet de opleiding altijd van voldoende kwaliteit zijn en dient voldaan te blijven worden aan de voorwaarden gesteld in artikel 1.4a.1 van de WEB. Op grond van artikel 6a.1.2, eerste lid, van de WEB kan de diploma-erkenning worden ingetrokken wanneer:

  • 1. gebleken is dat de kwaliteit van een of meer examens of een of meer onderdelen van een examen van die opleiding onvoldoende is geweest, of

  • 2. niet of niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 1.4a.1, eerste lid, of aan artikel 1.4a.1,achtste lid, onderdelen a tot en met e.

Een beschikking tot het intrekken van de diploma-erkenning houdt in dat aan de examens of onderdelen daarvan geen erkend diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 van de WEB meer is verbonden.

Voordat de diploma-erkenning wordt ingetrokken wordt aan de organisatie een waarschuwing gegeven op grond van de bevindingen over de kwaliteit van een of meer examens of een of meer onderdelen van een examen van die opleiding. Artikel 6a.1.2, eerste lid, onder a, van de WEB (onvoldoende kwaliteit) wordt pas toegepast nadat:

  • a. na de waarschuwing ten minste een jaar is verstreken, en

  • b. de minister aan de hand van een hernieuwd onderzoek tot het oordeel is gekomen dat niet of niet in voldoende mate gevolg is gegeven aan de waarschuwing.

Voordat diploma-erkenning wordt ingetrokken op grond van artikel 6a.1.2, eerste lid, onder b, (niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1.4a.1, eerste, zesde of achtste lid, onderdelen a tot en met e van de WEB) wordt aan de instelling een waarschuwing gegeven, met een termijn waarbinnen aan die waarschuwing gevolg moet zijn gegeven en desgewenst overleg met hem hierover plaats kan vinden. De termijn waarbinnen aan de waarschuwing gevolg moet zijn gegeven is minstens drie maanden.

Beëindiging diploma-erkenning van rechtswege van opleidingen educatie

Indien een instelling langer dan een studiejaar een opleiding overige educatie niet heeft verzorgd, vervalt van rechtswege het recht om voor de desbetreffende opleiding een diploma als bedoeld in voornoemd artikel uit te reiken (artikel 6a.1.4 van de WEB).

Fusie en overdracht van rechten

Diploma-erkenning wordt verleend aan het bevoegd gezag van een instelling (het bevoegd gezag is het bestuur van de rechtspersoon waarvan de instelling uitgaat, dan wel de natuurlijke persoon die de instelling in stand houdt). Als de relatie tussen dat bevoegd gezag en de instelling, dan wel de opleiding waarvoor diploma-erkenning verleend is, verbroken wordt, vervalt daarmee de erkenning en dient deze doorgehaald te worden in crebo. De volgende situaties kunnen zich voordoen:

  • 1. De rechtspersoon waar de instelling van uitgaat, fuseert met een andere rechtspersoon (boek 2 van het Burgerlijk Wetboek). De relatie tussen bevoegd gezag (de rechtspersoon) en de instelling wijzigt in dit geval niet. Er verandert niets in de verleende diploma-erkenning. Er hoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend. Wel moet het ministerie in kennis worden gesteld van de fusie, onder overlegging van de akte waarin de fusie is geregeld. Deze melding vindt plaats bij DUO.

  • 2. De aandelen in een NV of BV waarvan een instelling uitgaat, gaan in andere handen over. De relatie tussen rechtspersoon en instelling verandert niet, dus de diploma-erkenning blijft in stand.

  • 3. De instelling wordt in zijn geheel – inclusief opleidingen – verkocht aan een andere rechtspersoon. De relatie tussen bevoegd gezag en instelling of opleiding wordt verbroken en daarmee vervalt de diploma-erkenning. Er moet dan een nieuwe aanvraag voor diploma-erkenning worden ingediend door het nieuwe bevoegd gezag.

  • 4. De rechtspersoon wordt in zijn geheel opgenomen in een juridische entiteit (concern). Het bevoegd gezag houdt niet op te bestaan maar blijft binnen de nieuwe juridische entiteit wel zelfstandig bestaan. De verleende diploma-erkenningen blijven in dat geval ook bestaan, maar mogen uitsluitend worden aangewend door de instelling die ressorteert onder dat bevoegd gezag.

  • 5. Eén of meer van de opleidingen, die zijn verbonden aan een instelling, worden verkocht aan een andere rechtspersoon of natuurlijk persoon. Hierdoor vervalt de diploma-erkenning. Het nieuwe bevoegd gezag moet de diploma-erkenning opnieuw aanvragen.

Een fusie of overdracht van rechten dient zo spoedig mogelijk gemeld te worden aan DUO. Indien u een opleiding niet langer aanbiedt dan moet u dat ook zo spoedig mogelijk melden bij DUO.

De hoofddirecteur DUO, J.H. Schutte

Naar boven