Opsporingsvergunning aardwarmte Zuidplas, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

21 augustus 2018

DGETM-EO / 18214172

Procesverloop:

  • Wayland Energy B.V. heeft per bericht van 12 januari 2017, aangevuld op 29 december 2017, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Zuidplas, ligt in de gemeenten Waddinxveen, Gouda, Zuidplas, Lansingerland, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 46,13 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • in de Staatscourant van 10 mei 2017 (Staatscourant 2017, nr. 25944) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) advies uitgebracht. Op 21 februari 2018 is van TNO advies ontvangen (kenmerk: AGE 18-10.018);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK advies uitgebracht. Op 1 maart 2018 is van SodM advies ontvangen (kenmerk: 18034014);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 van de Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 16 november 2017 advies ontvangen (kenmerk: ODH-2017-00116037);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 30 april 2018 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/18084180).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Wayland Energy B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Zuidplas.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de gemeenten Waddinxveen, Gouda, Zuidplas, Lansingerland, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1, waarvan de opsporingsvergunning Waddinxveen 2, zoals weergegeven in tabel 2, geen deel uitmaakt. Voor het gebied dat wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 3, geldt bovendien dat het dieptebereik tussen een diepte van 500 meter en de basis van de Altena Groep, uitgesloten is van de opsporingsvergunning.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

102563,884

444824,851

2

95 610,638

452707,893

3

99 421,950

456069,665

4

106375,196

448186,624

Tabel 2:

Punt

X

Y

5

104386,034

450292,583

6

103900,000

449900,000

7

101650,000

448600,000

8

101168,697

449402,171

9

100444,000

448715,000

10

102744,886

446409,969

11

104304,444

447925,355

Tabel 3:

Punt

X

Y

12

102563,884

444824,851

13

95 610,638

452707,893

14

96 921,940

453864,528

15

100497,731

450779,276

16

101168,697

449402,171

17

100444,000

448715,000

18

102744,886

446409,969

19

103179,551

446832,323

20

103789,901

445906,261

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied, wanneer het gebied waarvoor een dieptebeperking geldt buiten beschouwing wordt gelaten, 46,13 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 12 januari 2017 ingediende en op 29 december 2017 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht:

zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten, en vervolgens jaarlijks, overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven