ARTIKEL I
De bijlage bij artikel 1 van de Kies- en
referendumregeling wordt als volgt gewijzigd:
1. De modellen D 3-1 en D 3-2. (Wrr 22)
worden vervangen door de gelijknamige modellen die zijn opgenomen in de bijlage
bij deze regeling.
2. In onderdeel 1 van de modellen G 1-1, G 1-3, I 1,
I 4, V 9, W 2, W 5 wordt na de regel
‘□ de eilandsraad
van het openbaar lichaam □ Bonaire □ Saba □ Sint Eustatius’ telkens een regel
ingevoegd, luidende
‘□ het kiescollege van het openbaar lichaam □
Bonaire □ Saba □ Sint Eustatius’.
3. In model G 1-2 wordt na ‘de provinciale staten van
<provincie>‘ ingevoegd ‘/ de eilandsraad van het openbaar lichaam
<openbaar lichaam>‘.
4. De
modellen H 1, H 4, L 8 (Wrr 61), P 22-2, T 11 en U 16 worden vervangen door de
gelijknamige modellen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling.
5. Onderdeel 1 van de modellen H 3-1, H 3-2, H 9, H 12 wordt telkens als
volgt gewijzigd:
-
a. Na de regel
‘□ de eilandsraad van het openbaar lichaam □ Bonaire □ Saba □ Sint
Eustatius’ wordt een regel ingevoegd, luidende
‘□ het kiescollege van
het openbaar lichaam □ Bonaire □ Saba □ Sint Eustatius’.
-
b. Na de regel
‘□ de eilânsried fan it iepenbiere lichem □ Bonêre □ Saba □ Sint
Eustaasjus’ wordt een regel ingevoegd, luidende
‘□ it kieskolleezje
fan it iepenbiere lichem □ Bonêre □ Saba □ Sint Eustaasjus’.
6. In model J 20 wordt
na ‘de eilandsraad van het openbaar lichaam .../’
ingevoegd ‘het kiescollege van het openbaar lichaam ..../’.
7. In
model N 11 (Wrr 67), onderdeel 1, wordt na de regel
‘□ de verkiezing van de eilandsraad van het openbaar lichaam □ Bonaire □
Saba □ Sint Eustatius’ een regel ingevoegd, luidende
‘□ de verkiezing
van het kiescollege van het openbaar lichaam □ Bonaire □ Saba □ Sint
Eustatius’.
8. Model T 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. De eerste zin komt te luiden:
Met dit formulier verzoekt u de voorzitter van provinciale
staten/ de voorzitter van het kiescollege om uw stem door een ander statenlid/
kiescollegelid te laten uitbrengen.
b. In onderdeel 1 wordt na ‘Provincie’ ingevoegd ‘/
openbaar lichaam’.
c. Aan het slot wordt na ‘voorzitter provinciale
staten’ ingevoegd ‘/ voorzitter kiescollege’.
9. In model W 1-1, tekstblokken 1a, 1b en 5, wordt na ‘de
eilandsraad van het openbaar lichaam ... /’ telkens ingevoegd ‘het kiescollege
van het openbaar lichaam ... /’.
10. Model W 1-2 wordt als volgt
gewijzigd:
a. In het opschrift van
tekstblok 1b wordt ‘gemeenteraad of eilandsraad’ vervangen door ‘gemeenteraad,
eilandsraad of kiescollege’.
b. In tekstblok 1b wordt na ‘de eilandsraad van het
openbaar lichaam ...’ ingevoegd ‘/ het kiescollege van het openbaar lichaam
...’.
c. In tekstblok 5 wordt na ‘de eilandsraad van het openbaar lichaam ... /’
ingevoegd ‘het kiescollege van het openbaar lichaam ... /’.
11. Model W 1-3 wordt
als volgt gewijzigd:
a. In het opschrift van tekstblok 1b wordt
‘gemeenteraad of eilandsraad’ vervangen door ‘gemeenteraad, eilandsraad of
kiescollege’.
b. In tekstblok 5 wordt na ‘de eilandsraad van het openbaar
lichaam ... /’ ingevoegd ‘het kiescollege van het openbaar lichaam ... /’.
12. In
model W 4, tekstblok 1, wordt na ‘de eilandsraad van het openbaar lichaam
<openbaar lichaam>/’ ingevoegd ‘het kiescollege van het openbaar lichaam
<openbaar lichaam>/’.
13. De modellen Ya 7 en Ya 9 worden telkens als volgt
gewijzigd:
a. De zinsnede ‘bij de verkiezing van de Tweede Kamer of het
Europees Parlement’ wordt vervangen door ‘bij
de verkiezing van de Tweede Kamer, het Europees Parlement
of de Eerste Kamer’.
b. In onderdeel 1 wordt na de regel ‘□ het Europees Parlement’
een regel toegevoegd, luidende ‘□ de Eerste Kamer’.
ARTIKEL II
1. In artikel 6a, eerste lid,
van het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES wordt ‘71 USD’
vervangen door ‘73 USD’.
2. In artikel 6a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit
politieke gezagdragers BES wordt ‘73 USD’ vervangen door ‘74 USD’.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering
van artikel II, tweede lid, dat in werking treedt op 1 januari 2019.
TOELICHTING
1. Inleiding
In artikel Ya 22 van de Kieswet1 is, voor zover hier
van belang, geregeld dat de bij of krachtens die wet gestelde bepalingen over
de verkiezing van de leden van provinciale staten, over het begin van en de
veranderingen in het lidmaatschap van provinciale staten en over de beëindiging
van het lidmaatschap en de tijdelijke vervanging als lid van toepassing zijn op
het kiescollege. In artikel Ya 30, derde lid, is voorts geregeld dat de bij of
krachtens die wet gestelde bepalingen over de verkiezing van de leden van de
Eerste Kamer van toepassing zijn op de kiescolleges. Uit deze bepalingen volgt
dat de modellen die worden gebruikt voor de provinciale statenverkiezingen en
de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door provinciale staten, ook
worden gebruikt voor de kiescollegeverkiezingen onderscheidenlijk de Eerste
Kamerverkiezing in de openbare lichamen. Daarom worden verschillende modellen,
zoals vastgesteld in de bijlage bij de Kies- en referendumregeling, aangepast
dan wel opnieuw vastgesteld. In deze regeling zijn voor de verkiezing van de
leden van het kiescollege geen (nieuwe) modellen voor een stempas en het
schriftelijk volmachtbewijs vastgesteld. Deze modellen worden thans voorbereid
en zullen zo spoedig mogelijk worden vastgesteld.
Van de gelegenheid
is voorts gebruikt gemaakt om de bijlage bij artikel 1 van de Kies- en
referendumregeling op één onderdeel te wijzigen in verband met de
inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming. De wijziging
voorziet in aanpassing van het model voor het registratieformulier voor kiezers
buiten Nederland en het model voor het formulier gegevenswijziging kiezers
buiten Nederland. Ten slotte wordt in deze regeling (artikel II) het
maximumbedrag van de vergoeding voor de kiescollegeleden, zoals geregeld in
artikel 6a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers,
geïndexeerd op basis van de wijziging in de arbeidsvoorwaarden van het
overheidspersoneel in dienst van de Rijksdienst Caribisch Nederland (Cao CN
2018-2020).
Volledigheidshalve wordt erop gewezen dat sommige in deze
regeling gewijzigde modellen nog verwijzen naar de Wet raadgevend referendum
die is ingetrokken.2 De
wijziging van de modellen op dit punt zal worden meegenomen in de wijziging van
de Kies- en referendumregeling in verband de intrekking van de Wet raadgevend
referendum die thans in voorbereiding is.
2. Inhoud van de regeling
Enkele modellen in de
bijlage bij de Kies- en referendumregeling worden in deze regeling niet
gewijzigd maar, gelet op het aantal wijzigingen en met het oog op de
leesbaarheid van deze regeling, opnieuw vastgesteld. Het betreft de modellen
voor het registratieformulier voor kiezers buiten Nederland (Model D 3-1), het
model voor het formulier gegevenswijziging kiezers buiten Nederland (Model D
3-2. (Wrr 22)), de inlevering van kandidatenlijsten (model H 1), de
ondersteuningsverklaring bij de kandidatenlijst (model H 4), het verzoek om bij
volmacht te stemmen (L 8 (Wrr 61)), het proces-verbaal van de uitslag van de
kiescollegeverkiezing (model P 22-2), het proces-verbaal van het stembureau
voor de verkiezing van de Eerste Kamer en het proces-verbaal met de uitslag van
de Eerste Kamerverkiezing (model U 16). Die modellen zijn evenwel uitsluitend
aangepast, voor zover dat noodzakelijk is in verband met de introductie van de
kiescolleges, de Algemene verordening gegevensbescherming dan wel ten behoeve
van kleine, redactionele verbeteringen.
Artikel I,
onderdeel 1
De wijziging van het model voor het
registratieformulier voor kiezers buiten Nederland (Model D 3-1) en het model
voor het formulier gegevenswijziging kiezers buiten Nederland (Model D 3-2.
(Wrr 22)) houdt verband met de inwerkingtreding van de Algemene verordening
gegevensbescherming.3 Bij de totstandkoming van de Aanpassingswet Algemene verordening
gegevensbescherming heeft de Kiesraad geadviseerd om in het buitenland
woonachtige Nederlanders die zich als kiezer wensen te registreren, via het
registratieformulier te informeren over de verwerking van hun
persoonsgegevens.4 Daarmee wordt voorkomen dat ieder registratieverzoek moet worden
beantwoord met een informatiebrochure. De verordening bepaalt immers dat deze
informatie niet opnieuw hoeft te worden verstrekt als de betrokkene al over de
informatie beschikt.5 De regering heeft in reactie op dat
advies aangegeven de relevante modellen uit de Kies-en Referendumregeling te
zullen wijzigen.6 Behalve aanpassing van het
registratieformulier is ervoor gekozen om ook in het formulier voor
gegevenswijziging te voorzien in informatie over de verwerking van
persoonsgegevens. Op die manier kan ook de groep kiezers die al eerder is
geregistreerd en een wijziging doorgeeft, alsnog via dat formulier worden
geïnformeerd.
Het is aan het orgaan dat verantwoordelijk is voor de
gegevensverwerking om te bepalen welke informatie over de verwerking van
persoonsgegevens in het in de modellen opgenomen veld wordt opgenomen. Het gaat
onder andere om informatie over het doel waarvoor de gegevens worden verwerkt
en de bewaartermijn van de gegevens.7 De verantwoordelijke organen met betrekking tot de (wijziging van) de
registratie van kiezers buiten Nederland zijn burgemeester en wethouders van
’s-Gravenhage, het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van
aanvrager ressorteert en de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao
of Sint Maarten.
Voor de volledigheid wordt vermeld dat de kiezers in
Nederland over de verwerking van hun persoonsgegevens in het kader van de
Kieswet zullen worden geïnformeerd door de organen die verantwoordelijk zijn
voor de verwerking van hun persoonsgegevens. Het is aan die organen om te
bepalen hoe zijn in die informatie zullen voorzien.
Artikel I, onderdelen 2 tot en met 13
De meeste
modellen worden aldus gewijzigd dat deze ook kunnen worden gebruikt voor de
verkiezing van de leden van het kiescollege. Het betreft onder meer de modellen
in het kader van de registratie van de aanduiding van politieke groeperingen,
de inlevering van de kandidatenlijsten, het onderzoek naar en de openbaarmaking
van de kandidatenlijsten, de modellen voor het stembiljet en de vaststelling
van het aantal stemmen in een gemeente of openbaar lichaam, alsmede de
verschillende modellen in het kader van de benoeming van nieuwe leden van een
vertegenwoordigend orgaan (artikel I, onderdelen 2, 5, 6, 7, 9, 10, 11 en 12).
Ook is, voor zover nodig, geregeld dat de modellen voor de verkiezing van de
leden van de Eerste Kamer kunnen worden gebruikt voor die verkiezing in de
openbare lichamen. Verwezen wordt naar het model voor het verzoek om bij
volmacht te stemmen voor de Eerste Kamer (artikel I, onderdeel 8). In het model
voor het verzoek om bij volmacht te stemmen (L 8 (Wrr 61)) is in onderdeel 4
ten slotte nog tot uitdrukking gebracht dat ook voor eilandsraadsverkiezingen
geldt dat zowel de volmachtgever als de gemachtigde, kiezer voor dezelfde
eilandsraad moet zijn. De eilandsraadsverkiezing was per abuis niet in
onderdeel 4 van het model vermeld. Wat betreft de wijziging van de modellen G
1-2, Ya 7 en Ya 9 (artikel I, onderdelen 3 en 13) wordt ten slotte het volgende
opgemerkt.
Model G 1-2
In
artikel Ya 26, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel G 4, eerste lid, is
geregeld dat naast de geregistreerde aanduiding voor de verkiezing van de
Tweede Kamer ook de geregistreerde aanduiding voor de verkiezing van de
eilandsraad doorwerkt naar de verkiezingen van de leden van de kiescolleges. In
het geval de aanduiding van een politieke groepering reeds is geregistreerd
voor de verkiezing van de eilandsraad, is dus geen nieuwe registratie van de
aanduiding voor de verkiezing van het kiescollege nodig (artikel Ya 25, eerste
lid, gelezen in samenhang met artikel G 2, eerste lid). Om inzicht te geven in
de gevallen waarin in beginsel sprake is van doorwerking van de registratie
voor de verkiezing van de eilandsraad naar de verkiezing van het kiescollege,
is in artikel Ya 15, tweede lid, geregeld dat op de veertigste dag vóór de
kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het kiescollege, het
centraal stembureau de geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen
voor de verkiezing van de eilandsraad, ter openbare kennis stelt (Kamerstukken
II 2016/17, 34 782,
nr. 3, blz. 27). Het model G 1-2 voor de openbare kennisgeving van
geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen wordt derhalve hierop
aangepast.
Modellen Ya 7 en Ya 9
Wat betreft de Eerste Kamerverkiezingen in de openbare lichamen is
in de Kieswet geregeld dat de kandidatenlijsten naast de inlevering in persoon
bij het centraal stembureau (de Kiesraad) ook in persoon in het openbaar
lichaam bij de gezaghebber (op het bestuurskantoor) kunnen worden ingeleverd
(artikel Ya 31, in samenhang met artikel Ya 4, en artikel Ya 31a). De door de
gezaghebbers ontvangen kandidatenlijsten, de bijbehorende stukken en de stukken
die in het kader van het herstel van eventuele verzuimen zijn ontvangen, worden
vervolgens (elektronisch) verzonden naar het centraal stembureau. Daarbij
verzendt de gezaghebber ook een door hem opgestelde begeleidingsverklaring
(artikel Ya 31, gelezen in verbinding met artikel Ya 7, alsmede artikel Ya
31a), waarop de gezaghebber onder meer kan aankruisen welke stukken hij heeft
ontvangen bij een kandidatenlijst (Kamerstukken II 2016/17,
34 782, nr.
3, blz. 29-30). Gelet hierop zijn de modellen voor de
begeleidingsverklaring bij de stukken voor de kandidaatstelling en bij de
stukken voor het herstel van verzuim aldus aangepast zodat deze ook kunnen
worden gebruikt voor de Eerste Kamerverkiezing in de openbare lichamen.
Artikel II
Op
15 februari 2018 is tussen de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de vertegenwoordigers van de ambtenarenbonden in
Caribisch Nederland overeenstemming bereikt over de wijzigingen in de
arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel in dienst van de Rijksdienst
Caribisch Nederland. In de arbeidsvoorwaardenovereenkomst, die een looptijd
heeft van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020, is onder meer afgesproken
dat de lonen met ingang van 1 januari 2018 2% stijgen en vervolgens met ingang
van 1 januari 2019 met 1,75%.8 Op grond van artikel 7 van het
rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES, zoals dat met ingang van
1 augustus 2018 luidt,9 wordt het maximale bedrag voor de
vergoeding van de leden van het kiescollege voor het bijwonen van de
vergaderingen van het college op gelijke voet gewijzigd. Hoewel de leden van de
eerste kiescolleges van de openbare lichamen eerst in maart 2019 zullen worden
gekozen, wordt het maximumbedrag ook voor het jaar 2018 geïndexeerd, opdat het
maximumbedrag voor het jaar 2019 kan worden gewijzigd overeenkomstig de
stijging van 1,75% ten opzichte van het laatst geïndexeerde bedrag voor het
jaar 2018. De maximale vergoeding zal met ingang van 1 januari 2019 derhalve 74
USD bedragen. De bezoldigingsschalen en bedragen voor vergoedingen voor de
overige politieke gezagdragers BES zijn overigens reeds geïndexeerd. Verwezen
wordt naar de regeling van 13 juni 2018 (Stcrt. 2018, nr. 34718).
3. Regeldruk en financiële lasten
voor overheid en burger
Deze regeling schept geen
administratieve of financiële lasten voor burgers of bedrijven.
De
Kiesraad wijst er in zijn advies van 9 juli 2018 (zie hierna, paragraaf 4) op
dat de Ondersteunende Software Verkiezingen die bij de verkiezingen voor de
Eerste Kamer door politieke partijen en het centraal stembureau wordt gebruikt,
als gevolg van deze regeling aanpassing behoeft. De Kiesraad maakt daarbij het
voornemen kenbaar deze aanpassingen tijdig voorafgaande aan de aankomende
Eerste Kamerverkiezingen in te voeren, maar vraagt om daarvoor de nodige
financiële middelen vrij te maken. In reactie hierop wordt opgemerkt dat dit
punt wordt betrokken bij het overleg dat reeds plaatsvindt met de Kiesraad over
het traject van verbetering van de Ondersteunende Software Verkiezingen.
4. Consultatie
De Kiesraad
is bij brief van 12 juni 2018 gevraagd om advies uit te brengen over deze
regeling. Dat advies is op 9 juli 2018 ontvangen. De Kiesraad kan instemmen met
het voorstel, maar adviseert om de vaststelling van de Friestalige versies van
de modellen ten behoeve van kiescollegeverkiezingen en de
eilandsraadverkiezingen achterwege te laten. Ook geeft de Kiesraad in
overweging om de inzet van de Friese versie van de formulieren voor andere
verkiezingen nader te bezien, omdat de opname van keuzeopties in het formulier
die in de praktijk niet kunnen worden gebruikt, onnodig tot verwarring kan
leiden. In reactie hierop wordt het volgende opgemerkt.
In de bijlage
bij de Kies- en referendumregeling zijn de modelformulieren voor de
kandidaatstelling niet alleen in het Nederlands maar ook in het Fries
vastgesteld. Deze modellen zijn integraal van het Nederlands naar het Fries
vertaald, zodat in de formulieren wordt verwezen naar de verkiezingen die in
Europees Nederland en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor deze integrale vertaling is gekozen uit oogpunt van uniformering van de
modellen alsmede de leesbaarheid en vereenvoudiging van de Kies- en
referendumregeling. In de onderhavige regeling is dan ook bij deze opzet
aangesloten. Het standpunt van de Kiesraad dat de integrale vertaling tot
verwarring kan leiden over de vraag voor welke verkiezingen de Friestalige
versie kan worden gebruikt, deel ik niet. Die modellen dienen
– zoals hierna zal worden toegelicht
– te worden gebruikt met inachtneming van de Wet gebruik Friese taal. Bovendien
zijn er geen aanwijzingen (eerdere versies van de Friese modelfomulieren voor
kandidaatstelling zijn reeds in 2010 vastgesteld10) dat de Friestalige modellen op dit punt
verduidelijking behoeven. Het advies van de Kiesraad is niet overgenomen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de Friestalige modellen kunnen
worden gebruikt voor de indiening van een kandidatenlijst voor de verkiezing
van provinciale staten van Fryslân, het algemeen bestuur van het Wetterskip
Fryslân en van de raden van de gemeenten in de provincie Fryslân (artikel 3,
eerste lid, van de Wet gebruik Friese taal). Voorts is het mogelijk de
Friestalige modellen bij de Tweede Kamerverkiezingen, de Eerste
Kamerverkiezingen en de Europese parlementsverkiezingen te gebruiken. Dat
betekent bijvoorbeeld dat de Friese versie van het model voor de indiening van
de kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezing in beginsel ook voor andere
kieskringen dan kieskring 2 (Fryslân) kan worden gebruikt en voor de Europese
parlementsverkiezingen met slechts één kieskring. Overeenkomstig artikel 6,
eerste lid, van de Wet gebruik Friese taal gaat het hierbij immers om het
gebruik van de Friese taal in contact met het centraal stembureau voor de
landelijke verkiezingen, waarvan het werkterrein van het centraal stembureau
zich mede uitstrekt tot de provincie Fryslân.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling, met uitzondering
van artikel II, tweede lid, treedt in werking met ingang van de dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met het oog op een
tijdige inwerkingtreding van deze regeling voor de eerste
kiescollegeverkiezingen in maart 2019 wordt afgeweken van de systematiek van de
vaste verandermomenten, die voorschrijft dat algemene maatregelen van bestuur
per 1 januari of 1 juli van een jaar in werking moeten treden. Tevens is het
wenselijk dat de wijziging van de Kies- en referendumregeling die samenhangt
met de uitvoering van de Algemene verordening gegevensbescherming die met
ingang van 25 mei 2018 in werking is getreden, zo spoedig mogelijk in werking
treedt. Eveneens is gelet op het voorgaande een afwijking van de
bekendmakingstermijn (de regel dat er minimaal twee maanden moeten zitten
tussen het moment van publicatie en de inwerkingtreding van het besluit)
gerechtvaardigd. De indexering van het maximumbedrag van de vergoeding van
kiescollegeleden per 1 januari 2019 treedt met ingang van die datum in
werking.
De
Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren