ARTIKEL I
In het eerste lid van artikel 3.7.5 van de Regeling Europese EZ-subsidies wordt ‘€ 5.900’
vervangen door ‘€ 4.425’.
ARTIKEL II
In de tabel in artikel 3, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK-en LNV-subsidies
2018 wordt na de rij van titel 3.2 een rij ingevoegd, luidende:
|
Titel 3.7: Productie- en afzetprogramma’s voor de gemeenschappelijke marktordening
voor visserij- en aquacultuurproducten
|
3.7.2
|
|
|
01-08-2018 t/m 30-08-2018
|
€ 44.250
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstaande dat artikel I terugwerkt
tot en met 27 augustus 2016.
TOELICHTING
1. Inhoud van de regeling
a. Wijziging subsidiebedrag subsidiemodule Productie- en afzetprogramma’s
In titel 3.7 van de Regeling Europese EZ-subsidies (REES) is een module opgenomen
die de voorbereiding van productie- en afzetprogramma’s door producentenorganisaties
voor visserijproducten of aquacultuurproducten subsidiabel maakt. De basis voor deze
subsidie is artikel 66 van de verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement
en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG)
nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van
het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149, hierna: verordening 508/2014).
In artikel 3.7.5 van de REES is bepaald dat de subsidie € 5.900 bedraagt. Het vaste
subsidiebedrag is gebaseerd op artikel 67, eerste lid, onderdeel c, van verordening
(EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende
gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling,
het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake
het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds
en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening
(EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013, L 347). Het subsidiebedrag is berekend
overeenkomstig artikel 67, vijfde lid, van deze verordening. Voor de periode van 2016
tot en met 2023 is er bij de sector informatie ingewonnen over de jaarlijkse kosten
voor de voorbereidingsactiviteiten voor een productie- en afzetprogramma. Op grond
van de verschafte informatie is gekozen voor een vast subsidiebedrag van € 5.900.
Waar echter geen rekening mee is gehouden, is dat verordening 508/2014 een maximum
subsidiepercentage koppelt aan subsidiabele activiteiten. Artikel 95, eerste lid,
bepaalt dat de maximum steunintensiteit 50 procent bedraagt. Dit percentage kan in
dit geval met 25 procent worden opgehoogd tot 75 procent, omdat de activiteiten worden
uitgevoerd door een producentenorganisatie (zie artikel 95, vierde lid, en bijlage
1 van verordening 508/2014).
Dit alles brengt met zich mee dat het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 3.7.5 van
de REES, niet € 5.900 moet zijn (de verwachte jaarlijkse kosten) maar 75 procent van
dit bedrag, namelijk € 4.425.
b. Openstelling van de subsidiemodule Productie- en afzetprogramma’s
Artikel II van de onderhavige regeling wijzigt de Regeling openstelling EZK-en LNV-subsidies
2018. De regeling bevat het subsidieplafond en openstellingsperiode voor het jaar
2018 voor de productie- en afzetprogramma’s als bedoeld in titel 3.7 van de REES.
De regeling regelt de openstelling van de subsidiemodule voor productie- en afzetprogramma’s.
Producentenorganisaties voor visserij- of aquacultuurproducten komen in aanmerking
voor subsidie voor de voorbereiding van het verplichte jaarlijkse productie- en afzetprogramma.
Een productieprogramma is feitelijk een (meerjaren)bedrijfsplan waarin de vangst vanuit
tactisch oogpunt wordt geprogrammeerd, rekening houdend met de schommelende vraag
naar verschillende soorten. Het doel hiervan is om met een product op de markt te
komen wanneer de vraag naar dit product voldoende hoog is, zodat een goede prijs wordt
verkregen. Andersom moet het vissen op een soort vermeden worden als er geen kopers
voor zijn. Het afzetprogramma draait om de organisatie ’stroomafwaarts’ in de sector:
het opzetten en uitwerken van een proactieve afzetstrategie. Het doel is om op basis
van de vraag te handelen. Voor deze regeling is een vereenvoudigde kostensystematiek
toegepast, zoals hierboven is aangegeven. Het subsidiebedrag komt dan neer op € 4.425
per producentenorganisatie per jaar.
De administratieve lasten van de openstelling van de subsidiemodule voor productie-
en afzetprogramma’s zijn eveneens reeds toegelicht in de REES.
2. Inwerkingtreding
De wijziging in artikel I werkt terug tot de datum van inwerkingtreding van de subsidiemodule
Productie- en afzetprogramma’s, namelijk 27 augustus 2016. De regeling waarin deze
module is opgenomen, trad namelijk in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij werd geplaatst (Stcrt. 2016, 43926). Terugwerkende kracht is geoorloofd, omdat er sprake is van reparatieregelgeving.
Het is daarom belangrijk dat deze wijziging zo snel mogelijk in werking treedt. Dit
is in lijn met het beleid omtrent de vaste verandermomenten, waarin is bepaald dat
een uitzondering op de vaste verandermomenten geoorloofd is bij reparatieregelgeving.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten