Besluit van de Minister van Financiën van 13 juli 2018, nr. 2018-0000117266, directie Financiële Markten, tot aanwijzing van personen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en tot mandaatverlening betreffende de handhaving (Aanwijzings- en mandaatbesluit Wwft 2018)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van de bij en krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme gestelde regels worden belast, voor zover het instellingen betreft als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel g, h, i, k en l, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de medewerkers van het onderdeel de Belastingdienst/Grote ondernemingen, Bureau Toezicht Wwft, van de Belastingdienst.

Artikel 2

  • 1. Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt mandaat verleend voor de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, bedoeld in de paragrafen 4.2 en 4.3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

  • 2. De landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst kan voor de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, ondermandaat verlenen aan de medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen, Bureau Toezicht Wwft, van de Belastingdienst.

Artikel 3

  • 1. Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt machtiging en volmacht verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen of rechtshandelingen die verband houden met de invordering van verbeurde dwangsommen of opgelegde boetes die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

  • 2. Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt mandaat verleend voor de uitoefening van de bevoegdheid om verbeurde dwangsommen of opgelegde boetes die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, in te vorderen bij dwangbevel.

  • 3. De landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst kan voor de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, machtiging, respectievelijk volmacht of ondermandaat verlenen aan medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen, Bureau Toezicht Wwft, van de Belastingdienst.

Artikel 4

  • 1. Aan de directeur-generaal van de Belastingdienst wordt mandaat verleend om te beslissen op bezwaarschriften tegen op grond van de artikelen 2, eerste lid, en 3, tweede lid, in mandaat genomen besluiten.

  • 2. De directeur-generaal van de Belastingdienst kan ondermandaat verlenen aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst, voor zover dit ziet op besluiten die de landelijk directeur niet in mandaat neemt.

Artikel 5

De directeur-generaal van de Belastingdienst en de in artikel 4, tweede lid, bedoelde landelijk directeur zijn gemachtigd tot het voeren van verweer in gerechtelijke procedures die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Artikel 6

Het krachtens mandaat, machtiging of volmacht ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

DE MINISTER VAN FINANCIËN,

namens deze,

(handtekening)

gevolgd door naam en functie van de gemandateerde functionaris

Artikel 7

Het Besluit van de Minister van Financiën van 27 november 2009, nr. FM/2009/3373, betreffende bekendmaking mandaatverlening handhaving en sanctionering Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stcrt. 2009, 18645) wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn in werking treedt.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzings- en mandaatbesluit Wwft 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Als gevolg van de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn1 is de structuur voor het aanwijzen van de toezichthoudende autoriteiten die belast zijn met de uitvoering en handhaving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vereenvoudigd.

In de eerste plaats zijn de bestuursorganen die zijn belast met de uitvoering en handhaving van de Wwft thans bij wet aangewezen.2 De Minister van Financiën is op grond van artikel 1d, eerste lid, onderdeel e, Wwft belast met de uitvoering en handhaving van de Wwft ten aanzien van de in dat onderdeel genoemde instellingen. Het betreft dezelfde categorieën instellingen ten aanzien waarvan voorafgaand aan de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn bevoegdheden toekwamen aan de Minister van Financiën, met dien verstande dat de categorie (rechts)personen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn is uitgebreid. Als gevolg hiervan vallen deze instellingen voortaan binnen de reikwijdte van de Wwft, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van EUR 10.000 of meer. Daarnaast is de bevoegdheid van de Minister van Financiën ten aanzien van deze groep instellingen niet langer beperkt tot instellingen die betrokken zijn bij transacties met betrekking tot de (koop of) verkoop van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen en andere voorheen met naam genoemde zaken.

Het toezicht door de Minister van Financiën vindt in de praktijk plaats door de medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen, Bureau Toezicht Wwft, van de Belastingdienst (Bureau Toezicht Wwft). De bevoegdheden van de Minister waren gemandateerd in het Besluit bekendmaking mandaatverlening handhaving en sanctionering Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Besluit bekendmaking mandaatverlening Wwft). Dit besluit sloot niet langer aan op de bepalingen in de Wwft op grond waarvan de Minister van Financiën belast is met de uitvoering en handhaving van deze wet en op grond waarvan aan hem handhavingsbevoegdheden toekomen. Daarom is dit besluit met onderhavig mandaatbesluit vervangen.

In de tweede plaats worden de personen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de Wwft, bedoeld in titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht, voortaan bij besluit van de toezichthoudende autoriteiten aangewezen.3 Het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme is om die reden ingetrokken met de Implementatieregeling vierde anti-witwasrichtlijn. In het onderhavige Aanwijzings- en mandaatbesluit Wwft 2018 worden de medewerkers van Bureau Toezicht Wwft door de Minister van Financiën aangewezen als personen belast met het toezicht op de naleving van de Wwft, voor zover het de instellingen onder toezicht van de Minister van Financiën betreft. Hiermee is geen wijziging beoogd ten aanzien van de huidige praktijk.

Met dit besluit verleent de Minister van Financiën mandaat aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst voor de uitoefening van de handhavings- en publicatiebevoegdheden, bedoeld in paragraaf 4.2 en 4.3 van de Wwft (artikel 2, eerste lid). Dat geldt ook voor de bevoegdheid tot het invorderen van verbeurde dwangsommen of boetes bij dwangbevel, op grond van artikel 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 3, tweede lid). In beide gevallen bestaat de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat aan de medewerkers van het Bureau Toezicht Wwft (artikel 2, tweede lid, en artikel 3, derde lid).

Daarnaast wordt machtiging en volmacht verleend aan de landelijk directeur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen voor het verrichten van feitelijke handelingen en rechtshandelingen ten behoeve van de invordering van verbeurde dwangsommen of boetes die op grond van de Wwft zijn opgelegd. Voor het verrichten van deze privaatrechtelijke rechtshandelingen bestaat de mogelijkheid om machtiging of volmacht te verlenen aan medewerkers van Bureau Toezicht Wwft.

Op grond van artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift niet worden verleend aan de personen die het besluit waartegen het bezwaar zich richt krachtens mandaat hebben genomen. Om die reden wordt het mandaat om te beslissen op bezwaarschriften verleend aan de directeur-generaal van de Belastingdienst. Ondermandaat aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst kan alleen worden verleend, indien het besluiten betreft die in mandaat zijn genomen door een medewerker op grond van de artikelen 2, tweede lid, en 3, derde lid. In aansluiting op het voorgaande wordt de directeur-generaal, dan wel de landelijk directeur indien voor het beslissen op bezwaar ondermandaat is verleend, tevens gemachtigd tot het voeren van verweer in gerechtelijke procedures.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Richtlijn (EU) nr. 2015/849/EC van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141/73).

X Noot
2

Artikel 1d, eerste lid, Wwft.

X Noot
3

Artikel 24 Wwft.

Naar boven