TOELICHTING
Algemeen
Aanvragen economie hebben voorrang
Deze regeling voorziet erin dat per 3 september 2018 een derde (extra) ronde van de
regeling doorstroom mbo-hbo wordt opengesteld. Instellingen kunnen daarvoor een aanvraag
indienen. Besloten is om deze ronde gerichter in te zetten op het verbeteren van de
doorstroom van mbo naar het hbo in het domein en/of de sector economie. Dat betekent
dat subsidieaanvragen voor activiteiten die uitsluitend zijn gericht op studenten
in opleidingen uit de mbo-domeinen economie en administratie en handel en ondernemerschap
en de hbo-sector economie voorrang krijgen bij de toekenning van subsidie. In de bijlage
zijn de opleidingen opgenomen die in de domeinen economie (mbo) en de sector economie
(hbo) vallen. Als alle aanvragen uit de sector economie zijn behandeld worden de overige
aanvragen beoordeeld en zo mogelijk toegekend zolang het subsidieplafond niet is bereikt.
Voor alle duidelijkheid; aanvragen waarbij de activiteiten ook of deels worden georganiseerd
voor studenten in opleidingen economie, worden niet met voorrang behandeld. De activiteiten
moeten uitsluitend en alleen voor de studenten in opleidingen economie worden verzorgd
wil men aanspraak kunnen maken op de voorrangspositie.
Uitval (economie) te hoog
Aanleiding om de subsidieregeling doorstroom mbo-hbo specifieker in te zetten op economie
is de hoge uitval van studenten met een mbo-economie achtergrond in het hbo en hbo-studenten
in de economische sector. De afgelopen jaren zijn verschillende generieke maatregelen
genomen om de doorstroom naar het hbo te verbeteren. Denk daarbij aan onder andere
het stimuleren van regionale samenwerking tussen onderwijssectoren, de nadere vooropleidingseisen
mbo-hbo en de invoering van het keuzedeel doorstroom hbo. Dat heeft geresulteerd in
een lichte daling van de uitval (36%) ten opzichte van het studiejaar 2016–2017 (38%).1 Positief is dat de daling ook dit jaar doorzet, maar tegelijkertijd stemt dit nog
niet tot tevredenheid. De uitval is nog steeds te hoog, met de sector economie als
uitschieter.
Wanneer wordt gekeken naar de uitval binnen sectoren, dan valt op dat één sector/domein
- economie - ver boven het landelijk gemiddelde scoort wat betreft uitval. Uit de
Monitor Beleidsmaatregelen 2017–2018 blijkt dat hbo-studenten die afkomstig zijn uit
de mbo-sectoren landbouw, techniek, zorg/welzijn in circa 30% van de gevallen uitvallen.
Voor de mbo-sector economie gaat het om 44%. Studenten uit de economische domeinen
switchen en vallen – afgezet tegen de andere mbo-domeinen – het vaakst uit. Opvallend
is dat de verwante doorstroom mbo-economie naar hbo-economie ook geen garantie voor
succes biedt: 44% van deze studenten valt uit of switcht. Over de gehele linie presteren
hbo-studenten met een economische mbo-achtergrond slechter op het hbo; het maakt niet
uit in welke hbo-sector zij instromen. Dit is zorgelijk, omdat juist economie in het
mbo en het hbo de meeste studenten kent én de meeste studenten heeft die doorstromen
naar het hbo. Van alle mbo-studenten die uitvallen op het hbo, komt 50% uit de mbo-economie
sector. Van alle mbo-studenten kiest circa 40% voor het hbo. Van de mbo-economiestudenten
kiest meer dan 70% voor een economie hbo-studie. Er is hier dan ook sprake van een
zeer dikke stroom van studenten, die een groot effect heeft op het uitvalcijfer. Dat
maakt een specifieke aanpak gericht de sector economie wenselijk maar bovenal noodzakelijk.
Kennisdeling in de regio
Met deze subsidieregeling wordt kennis opgedaan over de aansluiting mbo-hbo in de
sector economie. Doel van deze regeling is om kennis op te doen over de wijze waarop
de uitval in deze sector (en breder) kan worden teruggedrongen. Het is van belang
dat deze kennis wordt gedeeld zodat andere economische opleidingen daarvan kunnen
leren en zo ook de doorstroom in deze sector kunnen verbeteren. Het verspreiden van
deze kennis is van groot belang en daarom wordt daar op verschillende manieren op
ingezet. Als eerste door de subsidieverplichting te stellen dat subsidieontvangers
op verzoek van de Minister deelnemen aan regionale bijeenkomsten gericht op de verbetering
van de doorstroom mbo-hbo door opgedane kennis met elkaar te delen. Doel hiervan is
met elkaar structureel het gesprek aan te gaan over de aansluiting van de economische
domeinen op het hbo. Tijdens de bijeenkomst kunnen vragen als hoe kan de doorstroom
worden verbeterd, wat is daarvoor nodig en waar lopen opleidingen nu tegenaan aan
bod komen. OCW stelt ten behoeve van dit gesprek doorstroomgegevens per regio beschikbaar
zodat opleidingen deze kunnen gebruiken bij de verdere doorontwikkeling van hun ambities
op het gebied van doorstroom mbo-hbo in de sector economie.
Op grond van de huidige regeling zijn subsidieontvangers al verplicht om op verzoek
van de Minister medewerking te verlenen aan ten minste één landelijke of één regionale
bijeenkomst die in het kader van de Gelijke Kansen Alliantie door het ministerie worden
georganiseerd. Deze verplichting blijft bestaan voor subsidieontvangers die in de
nieuwe aanvraagperiode subsidie ontvangen voor activiteiten die niet uitsluitend gericht
zijn op studenten in opleidingen economie.
Uitvoerings- en handhaafbaarheidsparagraaf
De ADR heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben. De opmerkingen van de inspectie
zijn zoveel mogelijk verwerkt. DUS-I heeft aangegeven de subsidieregeling uit te kunnen
voeren.
Administratieve lasten
Administratieve lasten worden gedefinieerd als de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen
aan de overheid, voorvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Deelname aan
deze regeling is vrijwillig en brengt dus geen verplichte administratieve lasten met
zich mee.
Uitgangspunt is dat het aanvraagproces zo wordt ingericht dat het zo min mogelijk
administratieve lasten creëert. Vanuit DUS-I wordt een format beschikbaar gesteld,
waarmee een aanvraag kan worden ingediend. Aanvragers wordt gevraagd om een beknopt,
maar duidelijk activiteitenplan in te dienen.
Voor de aanvragers worden de administratieve lasten geschat op gemiddeld circa 40
uur per aanvraag. Ook is ervan uitgegaan dat gemiddeld 20% van de aanvragers (onderdelen
van) de aanvraag moet herstellen, hetgeen gemiddeld 8 uur kost. Voor de verantwoording
wordt 24 uur per subsidieontvanger gerekend.
We gaan uit van 49 aanvragen (maximaal € 200.000,–) van gemiddeld € 150.000 per aanvraag.
De administratieve lasten bedragen dan (49 * 40) + (0,2 * 49 * 8) + (49 * 24) = 3.214,4
uur. Uitgaande van een uurtarief van € 60,– is dit € 192.864,–, ofwel iets minder
dan 3% van het totale beschikbare bedrag voor de aanvraagperiode van 3 september 2018
tot en met 15 september 2018.
Artikelsgewijs
Onderdeel B, C en E (artikel 5, 7 en 9)
Deze artikelen worden gewijzigd in verband met de toevoeging van een extra aanvraagperiode
van 3 september 2018 tot en met 15 september 2018. Voor deze aanvraagperiode zal € 7.350.000,–
beschikbaar zijn (zie artikel 7). Met de activiteiten waarvoor in de extra aanvraagperiode
subsidie wordt aangevraagd moet uiterlijk in studiejaar 2019/2020 worden gestart.
Onderdeel A, D, F, G, H (artikel 1, 8, 10 en 11, en de bijlage)
In deze aanvraagperiode krijgen aanvragen waarbij subsidie uitsluitend wordt besteed
aan activiteiten voor studenten in opleidingen economie, voorrang ten opzichte van
andere aanvragen. Hierop wordt de huidige regeling aangepast.
In artikel 1 wordt een nieuw onderdeel l toegevoegd. In onderdeel l wordt verwezen
naar de bijlage voor wat betreft de mbo- en hbo-opleidingen die vallen onder de opleidingen
economie.
Artikel 8 wordt gesplitst in twee leden. Hoewel ook voor de extra aanvraagperiode
geldt dat de aanvragen op volgorde van aanmelding zullen worden behandeld, geldt daarbij
de verbijzondering dat aanvragen waarbij de activiteiten uitsluitend gericht zijn
op studenten in opleidingen economie voorrang krijgen ten opzichte van de andere aanvragen.
In artikel 10 is in verband hiermee toegevoegd dat bij de subsidieaanvraag een verklaring
wordt gevoegd waaruit blijkt of de activiteiten, waarvoor subsidie wordt gevraagd,
uitsluitend zijn gericht op studenten in opleidingen economie.
Artikel 11 wordt gewijzigd in die zin dat voor de subsidieontvanger die uitsluitend
activiteiten verricht voor studenten in opleidingen economie, de verplichting geldt
om op verzoek van de Minister medewerking te verlenen aan regionale bijeenkomsten
gericht op de verbetering van de doorstroom mbo-hbo bij opleidingen economie.
Aan de regeling is ten slotte een bijlage toegevoegd. In deze bijlage zullen de opleidingen
worden opgenomen die voor de toepassing van de Subsidieregeling doorstroom mbo-hbo
als opleidingen economie worden aangemerkt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven