Besluit mandaatverlening, machtiging en tekenbevoegdheid Algemene verordening gegevensbescherming 2018

31 mei 2018

nr. 2018-85228.

De directeur-generaal Belastingdienst,

Gelet op de artikelen 13 en 14 van het Organisatie- en mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2015, de artikelen 5 en 6 van het Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst 2016, alsmede artikel 12 van de Algemene verordening gegevensbescherming en artikel 34 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De algemeen directeuren, landelijk directeuren en directeuren van de organisatieonderdelen van de Belastingdienst, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a1, b1, b2, c1, c2, d en f, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, hebben mandaat voor het nemen van besluiten op verzoeken krachtens de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, alsmede voor het nemen van beslissingen op het bezwaar tegen voornoemde besluiten.

  • 2. De functionarissen, genoemd in het eerste lid, kunnen met betrekking tot het nemen van besluiten als bedoeld in het eerste lid ondermandaat verlenen aan door hen aan te wijzen medewerkers van de Belastingdienst.

  • 3. De functionarissen, genoemd in het eerste lid, en de medewerkers, bedoeld in het tweede lid, oefenen de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk tweede lid, niet uit voor zover de afhandeling uitdrukkelijk is voorbehouden door een hogergeplaatste functionaris dan wel de afhandeling door een hogergeplaatste functionaris noodzakelijk of gewenst is.

Artikel 2

  • 1. De functionarissen, genoemd in artikel 1, eerste lid, zijn gemachtigd tot de behandeling van procedures bij de rechtbanken inzake besluiten als bedoeld in artikel 1, eerste lid.

  • 2. De functionarissen, genoemd in het eerste lid, zijn bevoegd aan onder hen ressorterende ambtenaren ondermachtiging te verlenen tot de behandeling van procedures bij de rechtbanken.

  • 3. Indien na een procedure als bedoeld in het eerste lid hoger beroep wordt ingesteld, dan wel de uitspraak van de rechtbank mogelijk aanleiding geeft tot het instellen van hoger beroep, wordt het desbetreffende dossier ter verdere afdoening overgedragen aan het cluster Bedrijf/Juridische zaken van het directoraat-generaal Belastingdienst.

Artikel 3

De ondertekening door de functionarissen, genoemd in artikel 1, eerste lid, en de medewerkers, bedoeld in artikel 1, tweede lid, zal luiden als volgt:

De Minister van Financiën,

namens deze,

<handtekening>

[naam],

[functie van de (onder)gemandateerde functionaris of medewerker]

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 mei 2018.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaatverlening, machtiging en tekenbevoegdheid Algemene verordening gegevensbescherming 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur-generaal Belastingdienst, J.J.M. Uijlenbroek

TOELICHTING

In dit besluit worden functionarissen van de Belastingdienst gemandateerd voor het nemen van besluiten op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Dit zijn dezelfde functionarissen als genoemd in het besluit van 29 mei 2017, nr. 2017/76728 (Stcrt. 2017, nr. 33794), dat geldt voor de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Met dit besluit zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

Medewerkers van de Belastingdienst, die betrokken zijn bij de uitvoering van de AVG of belast zijn met taken op het gebied van gegevensbescherming kunnen door de genoemde directeuren op grond van dit besluit worden ondergemandateerd, alsmede door hen worden gemachtigd tot het behandelen van beroep bij de rechtbanken. De genoemde directeuren worden geacht de mandaten en machtigingen steeds actueel te houden.

De gemandateerde en gemachtigde functionarissen, alsmede de door hen ondergemandateerde en gemachtigde medewerkers, ondertekenen namens de Minister van Financiën.

In het besluit wordt het behandelen en afdoen van bepaalde aangelegenheden voorbehouden aan een hogergeplaatste functionaris (artikel 1, derde lid, van dit besluit), of aan het cluster Bedrijf/ Juridische zaken, van het directoraat-generaal Belastingdienst (artikel 2, derde lid, van dit besluit). Dit betreft respectievelijk onder meer alle aangelegenheden waarin zich een vraagstuk voordoet van politiek gevoelige of anderszins zwaarwegende aard, en het behandelen van hoger beroep. In deze gevallen neemt cluster Bedrijf/Juridische zaken de behandeling over. Cluster Bedrijf/Juridische zaken draagt vervolgens zorg voor het afstemmen van beslissingen en de verdere afdoening daarvan.

Het besluit van 29 mei 2017, nr. 2017/76728 (Stcrt. 2017, nr. 33794), dat betrekking heeft op de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens, zal worden ingetrokken, zodra alle aanvragen, verzoeken en beroepsprocedures op grond van deze wet zullen zijn afgewikkeld. Tot dat moment zullen de mandaten en machtigingen die de directeuren op grond dit besluit aan medewerkers hebben verleend, uiteraard blijven gelden.

Met de terugwerkende kracht tot en met 25 mei 2018 wordt bewerkstelligd dat de bevoegdheid van de genoemde directeuren naadloos overgaat van de Wet bescherming persoonsgegevens naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

De directeur-generaal Belastingdienst, J.J.M. Uijlenbroek

Naar boven