Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 30 mei 2018, nr. IENW/BSK-2018/76657, houdende wijziging van het Besluit erkende organisaties Schepenwet in verband met de actualisatie van erkende organisaties en keuringsinstanties en de intrekking van de aanwijzing van Register Holland B.V. als keuringsinstantie

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Toerisme, Communicatie en Primaire Sector van Aruba, de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning van Curaçao en de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten;

Gelezen het verzoekschrift van Register Holland B.V. van 27 maart 2018 waarin wordt verzocht de aanwijzing als keuringsinstantie in te trekken;

Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Schepenwet en artikel 6 van het Schepenbesluit 1965, alsmede de artikelen 23, eerste lid, 36 en 59, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit erkende organisaties Schepenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel f een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. Indian Register of Shipping te Mumbai, India.

2. In het tweede lid wordt ’13 tot en met 18 van het Schepenbesluit 2004’ vervangen door: 13 tot en met 18 en 19a van het Schepenbesluit 2004.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. Als keuringsinstantie voor opblaasbare reddingmiddelen als bedoeld in voorschrift III/20.8 van het SOLAS-verdrag, worden aangewezen:

    • a. Survitec Service & Distribution B.V. te Grou;

    • b. Survitec Service & Distribution B.V. te Rotterdam;

    • c. Nautische Unie-Hunfeld te Farmsum;

    • d. Jacobs Lifesaving B.V. te Strijen;

    • e. Nemad Marine Safety te Schiedam;

    • f. Viking Life-Saving B.V. te Zwijndrecht;

    • g. Viking Life-Saving B.V. te Den Helder;

    • h. Catis Marine Division N.V. te Curaçao;

    • i. Koninklijke Marine- Marinebedrijf te Den Helder;

    • j. VEVC te Urk;

    • k. De Wolf Products B.V. te Yerseke.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘Imtech Marine Netherlands B.V. te Rotterdam’ vervangen door ‘Radio Holland Group B.V. Rotterdam’.

3. In het vierde, vijfde en zevende lid wordt ‘Register Holland B.V. te Steenwijk’ vervangen door ‘RHC B.V. te Steenwijk’.

4. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Als keuringsinstantie voor reddingmiddelen, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken gericht op het onderhoud van reddingmiddelen als bedoeld in circulaire MSC.1/Circ.1206/Rev.1 van de Maritieme Veiligheidscommissie, wordt in het Koninkrijk aangewezen: Polyrep te Hellevoetsluis.

5. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘Imtech Marine Netherlands B.V. te Rotterdam’ vervangen door ‘Radio Holland Group B.V. te Rotterdam’.

b. In onderdeel c wordt ‘SAM Electronics Netherlands B.V. te Rotterdam’ vervangen door ‘Wärtsilä SAM Electronics Nederland B.V te Rotterdam’.

ARTIKEL II

Verzoeken tot het uitvoeren van de onderzoeken, bedoeld in artikel 2, vierde, vijfde en zevende lid, van het Besluit erkende organisaties Schepenwet die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden uitgevoerd door Register Holland B.V. te Steenwijk.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

TOELICHTING

Met het onderhavige besluit is het Besluit erkende organisaties Schepenwet gewijzigd. Allereerst is het EU-erkende klassenbureau Indian Register of Shipping toegevoegd aan artikel 1, eerste lid, van het besluit.1 Organisaties aangewezen in dit artikel zijn betrokken bij de veiligheidscertificering van zeeschepen. Zij zijn enerzijds bevoegd tot het onderzoeken van zeeschepen ten behoeve van de vereiste veiligheidscertificaten. Anderzijds kunnen zij regels stellen op grond van artikel 3a van de Schepenwet, de zogeheten ‘klassenregels’.

Daarnaast is RHC B.V. als nieuwe keuringsinstantie aangewezen voor de zeegaande zeilende beroepsvaart, als keuringsinstantie in verband met de afgifte van het nationaal veiligheidscertificaat, en ten slotte als keuringsinstantie voor de tuigage. De aanwijzing van Register Holland B.V. als keuringsinstantie voor de bovengenoemde taken2 is op eigen verzoek ingetrokken (zie artikel I, onderdeel B, onderdeel 3). Register Holland B.V. voert nog wel de onderzoeken uit, waarvoor zij voorafgaand aan de inwerkingtreding een verzoek hebben ontvangen (zie artikel II).

Voorts worden in artikel 2, tweede, derde, zesde en achtste lid enkele actualiseringen doorgevoerd, die verband houden met samenvoegingen en naamswijzigingen van de betreffende keuringsinstanties.

Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan artikel 1, tweede lid, van het besluit, het onderzoek bedoeld in artikel 19a van het Schepenbesluit 2004 toe te voegen. Hiermee is bewerkstelligd dat de klassenbureaus genoemd in het eerste lid bevoegd zijn tot het verrichten van de onderzoeken in verband met het certificaat voor poolschepen (Polar Code). Bij de implementatie van deze Code is de wijziging van het Besluit erkende organisaties Schepenwet per abuis niet meegenomen. Met deze wijziging is dit gebrek hersteld.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Op 1 augustus 2016 is EU-erkenning verleend aan het klassenbureau met het Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1327 van de Commissie van 1 augustus 2016 tot verlening van EU-erkenning aan het Indische scheepvaartregister overeenkomstig Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europese Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PbEU L 209).

X Noot
2

De aanwijzing van Register Holland B.V. te Steenwijk als keuringsinstantie als bedoeld in de artikelen 5d, 5e en 5g van de Regeling erkende organisaties Schepenwet, gedaan bij besluit door de Minister van Infrastructuur en Milieu van 21 november 2011 (Stcrt. 2011, 21354).

Naar boven