Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 12 juni 2018, nr. IENW/BSK-2018/96488 tot wijziging van de Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4b, tweede lid, onderdeel b, 107, tweede lid, en 111a, zevende lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Model 9a met bijbehorende omschrijving vervalt.

2. Aan het slot van het artikel wordt toegevoegd:

Model 10: Begeleidingspas model 2018

B

De artikelen 2a en 2b worden vervangen door:

Artikel 2a

In deze regeling wordt verstaan onder:

publiek identificatiemiddel:

van rijkswege uitgegeven aan een natuurlijke persoon verstrekt elektronisch middel dat persoonsidentificatiegegevens bevat en wordt gebruikt voor de authenticatie van een natuurlijke persoon die toegang wenst tot elektronische dienstverlening.

Artikel 2b

Het rijbewijs is voorzien van een contactloze microchip die voldoet aan de eisen vastgelegd in Verordening (EU) nr. 383/2012 van de Commissie van 4 mei 2012 tot vaststelling van de technische voorschriften betreffende rijbewijzen met een ingebouwd opslagmedium (microchip) (PbEU 2012, L 120).

Artikel 2c

  • 1. Op de microchip worden die gegevens vermeld die ook op het rijbewijs zelf zijn vermeld, met dien verstande dat alle voor- en achternamen van de rijbewijshouder voluit worden vermeld en dat bij alle hoofdcodes eveneens alle subcodes worden vermeld.

  • 2. De microchip bevat voorts een functionaliteit voor een publiek identificatiemiddel indien de aanvrager van het rijbewijs is ingeschreven in de basisregistratie personen.

C

Artikel 2c (oud) wordt vernummerd tot artikel 2d.

D

Artikel 2d (oud) vervalt.

E

Na artikel 2d worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2e

Artikel 2c, tweede lid, is niet van toepassing indien de aanvrager bij de aanvraag te kennen heeft gegeven een rijbewijs zonder functionaliteit voor een publiek identificatiemiddel te willen ontvangen.

Artikel 2f

Op een rijbewijs dat een functionaliteit voor een publiek identificatiemiddel bevat wordt een door de Dienst Wegverkeer vast te stellen aanduiding van dat publieke identificatiemiddel geplaatst.

F

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Model 8a: Begeleiderspas, met het bijbehorende model, vervalt.

2. Na Model 9a wordt een model toegevoegd, luidende:

Model 10: Begeleiderspas 2018

ARTIKEL II

Begeleiderspassen afgegeven voor 15 april 2018 blijven geldig tot zich een van de omstandigheden, bedoeld in artikel 111a, vierde of vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 heeft voorgedaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 26 mei 2018. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 25 mei 2016, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 26 mei 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Onderhavige wijzigingsregeling bevat twee elementen.

Allereerst bevat de regeling de mogelijkheid van het plaatsen van een functionaliteit voor een publiek identificatiemiddel op het betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ op het rijbewijs. Dit vindt plaats vooruitlopend op de definitieve invoering van het publiek identificatiemiddel. Ten tweede bevat het de publicatie van het aangepaste model van de begeleiderspas, die de jongere die in het kader van begeleid rijden op zeventienjarige leeftijd zijn rijbewijs B heeft gehaald, moet hebben om een rijbewijs B aan te vragen en die hij tot zijn achttiende verjaardag bij zich moet hebben.

Onderbouwing

a. Het rijbewijs als publiek identificatiemiddel voor DigiD

Op 23 juni 2017 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2016/17, 26 643, nr. 476) aangekondigd dat in de eerste helft van 2018 het publiek identificatiemiddel op het betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ op het rijbewijs beschikbaar komt. Regelgeving is inmiddels in voorbereiding om dit definitief in te voeren. Deze regeling voorziet in de mogelijkheid om in afwachting van de totstandkoming van die regelgeving alvast het rijbewijs met de hiertoe benodigde functie uit te rusten. Als gevolg van het grote aantal rijbewijzen dat maandelijks wordt afgegeven (gemiddeld 170.000 per maand)1 zou, als zou worden gewacht op de inwerkingtreding van de definitieve regelgeving, een groot aantal rijbewijshouders pas over vele jaren over een rijbewijs met deze functie kunnen beschikken, dan wel tussentijds een nieuw of vervangend rijbewijs moeten aanvragen om alsnog een publiek identificatiemiddel hierover te beschikken. Na de inwerkingtreding van de betreffende regelgeving biedt dit publiek identificatiemiddel de burger na activatie desgewenst de mogelijkheid vanuit huis diensten van de overheid te betrekken waarvoor hij nu nog naar een balie moet. Ook biedt dit middel betere bescherming tegen identiteitsfraude en biedt het de mogelijkheid gebruik te maken van dienstverlening die anders niet is te realiseren, zoals op het gebied van gezondheidszorg.

Hoewel dus op korte termijn rijbewijzen zullen worden afgegeven met daarop de functionaliteit voor een publiek identificatiemiddel, zal dit pas kunnen worden geactiveerd voor gebruik als de daartoe benodigde functionaliteit volledig operationeel is. Dat is pas het geval wanneer de definitieve regelgeving waarin de basis zal zijn opgenomen om de kosten gemoeid met het middel door te belasten aan de burger die het middel wenst te gebruiken, in werking is getreden. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding in de loop van 2019. Een burger zal ruim de tijd, gelegenheid en aanleiding krijgen tot activatie over te gaan. Met een beperkte, geselecteerde, groep gebruikers wordt vanaf juni 2018 ervaring opgedaan met dit rijbewijs in te loggen bij overheids-, zorg(verzekering)- en pensioendiensten.

In het kader van de definitieve regelgeving zal de keuzemogelijkheid die nu is opgenomen in het nieuwe artikel 2e komen te vervallen. Tevens zal de Regeling taken Dienst Wegverkeer worden uitgebreid met de taak en de bevoegdheid voor de Dienst Wegverkeer om te voorzien in een mogelijkheid voor houders van een rijbewijs met daarop functie om het rijbewijs als publiek identificatiemiddel om dat middel in gebruik te nemen. Voor het gebruik van het middel dat op het uitgegeven rijbewijs is geplaatst, is immers nog een handeling van de houder van dat rijbewijs vereist. Tevens zal dan ook de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer worden aangepast en zal de RDW op grond van artikel 4b, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voor het verstrekken van een activatiecode (ook wel initiële pin genoemd) een tarief vaststellen. Voor de activering is derhalve geen extra bezoek aan het gemeentehuis nodig.

Als het identificatiemiddel eenmaal kan worden geactiveerd, zal het kunnen worden gebruikt vanaf het moment van activering. Zolang het rijbewijs geldig is (en niet om welke reden dan ook zijn geldigheid heeft verloren) en in het bezit is van de houder, kan deze van het geactiveerde identificatiemiddel gebruik maken. Een burger zal het recht hebben om zijn identificatiemiddel (definitief en onherroepelijk) onbruikbaar te maken of in te trekken. Dat is in lijn met artikel 2.2.3 uit bijlage 2 van de uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502.

Het definitief en onherroepelijk onbruikbaar maken van het identificatiemiddel heeft geen gevolgen voor de geldigheid van het rijbewijs in de functie van rijbewijsdocument. Als het rijbewijs ongeldig wordt, bijvoorbeeld door het verstrijken van de geldigheidstermijn, dan moet betrokkene om te kunnen blijven rijden, een nieuw rijbewijs aanvragen, conform de bestaande regels. Hem zal dan, als hij heeft voldaan aan de voorwaarden voor afgifte, een rijbewijs worden afgegeven waarop weer een identificatiemiddel is opgenomen, dat hij dan weer moet activeren.

Consultatie van de Commissie

Overeenkomstig artikel 1, derde lid, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2016 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403, derde rijbewijsrichtlijn) is het voornemen om op de microchip van het rijbewijs een publiek identificatiemiddel te plaatsen voorgelegd aan de Europese Commissie. Daarbij is eveneens aangekondigd dat op het rijbewijs een aanduiding van dat publieke identificatiemiddel zal worden geplaatst. Deze aanduiding zal door de RDW worden vastgesteld en op het nu in gebruik zijnde model van het Europese rijbewijs worden aangebracht. De Europese Commissie heeft op 27 april 2018 (besluit van 27 april 2018, C(2018) 2464 final) laten weten in te stemmen met het voornemen tot plaatsing van het identificatiemiddel op het rijbewijs. Naar het oordeel van de Commissie heeft de invoering van het publieke identificatiemiddel op een afzonderlijk deel op de microchip van het rijbewijs geen gevolgen heeft voor de uitvoering van de derde rijbewijsrichtlijn.

b. Wijziging begeleiderspas

In de wijzigingsregeling van 6 juni 2016 (Stcrt. nr. 29242) is de Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren aangevuld met een nieuw model voor de begeleiderspas. Met deze begeleiderspas kan een jongere die meedoet aan het begeleid rijden vanaf zijn zeventiende verjaardag een rijbewijs voor de categorie B aanvragen (mits hij daartoe heeft voldaan aan de overige vereisten voor het behalen van het rijbewijs voor die categorie). Verder moet hij die pas – alsmede zijn rijbewijs – behoorlijk ter inzage afgeven als hij vervolgens ook gaat rijden.

Inmiddels is de achterzijde van het model aangepast en voorzien van een barcode. Deze barcode is nodig om op een efficiëntere wijze en zonder fouten de pas met begeleidend schrijven te kunnen versturen naar de aanvrager.

Dit maakt publicatie van het aangepaste model nodig.

Regeldruk en financiële gevolgen

Het rijbewijs als publiek identificatiemiddel

De administratieve lasten gemoeid met de voorbereiding van het rijbewijs als publiek identificatiemiddel zijn verwaarloosbaar. Immers: een burger krijgt zonder dat hij er iets extra voor hoeft te doen of te betalen zijn rijbewijs standaard hiermee uitgerust. De administratieve lasten gemoeid met activatie en gebruik hangen samen met hierboven aangegeven toekomstige regelgeving.

Begeleiderspas

De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven of de burger of voor de nalevingskosten. De invoering van het nieuwe model begeleiderspas heeft geen gevolgen voor de systematiek van de aanvraag en afgifte van de begeleiderspas en vervolgens voor de aanvraag en afgifte van het rijbewijs B voor de deelnemer aan begeleid rijden.

Internetconsultatie en vaste verandermomenten

Afgezien is van internetconsultatie, omdat het een ministeriële regeling betreft die geen ingrijpende verandering te weeg brengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.

Omdat het van belang is dat zo veel mogelijk burgers zo snel mogelijk nadat de definitieve regelgeving in werking is getreden, hun publiek identificatiemiddel kunnen activeren zonder dat ze eerst een nieuw of vervangend rijbewijs hoeven aan te vragen, is gebruik gemaakt van de uitzonderingsgrond hoge private kosten om af te wijken van de vaste verandermomenten. De nieuwe begeleiderspas heeft verder voordelen voor de doelgroep. Een verdere verbetering van de verzendprocedure van de begeleiderspassen is immers in het belang van de deelnemers aan begeleid rijden.

Communicatie

Gemeenten en burgers worden geïnformeerd over de nieuwe functionaliteit via rijbewijzen.nl en rdw.nl. Hierbij wordt gecommuniceerd dat dit een voorbereiding is op toekomstig gebruik bij diensten waar met DigiD wordt ingelogd. Ook zal de burger langs verschillende wegen worden geïnformeerd, zodra hij de functionaliteit kan activeren en zijn rijbewijs daadwerkelijk kan gaan gebruiken om in te loggen.

Desgewenst kan een burger bij een rijbewijsaanvraag aangeven dat hij niet wil dat zijn rijbewijs is voorbereid op deze toekomstige mogelijkheid. Dan wordt het rijbewijs afgegeven zonder een gepersonaliseerde functie er op. Na inwerkingtreding van de definitieve regelgeving zal de mogelijkheid op verzoek een rijbewijs af te geven zonder deze functie (en daarmee artikel 2e) vervallen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Verwezen wordt naar het algemeen deel van de toelichting (Onderbouwing, onder b).

Artikel I, onderdelen B tot en met E

Verwezen wordt naar het algemeen deel van de toelichting (Onderbouwing, onder a).

Artikel II

De nieuwe begeleiderspassen worden afgegeven met ingang van de dag waarop de deze regeling in werking is getreden. De voor deze datum afgegeven passen behoeven niet te worden omgewisseld. Zij blijven geldig tot de houder de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of totdat ze op grond van artikel 111a, vierde of vijfde lid, van de wet hun geldigheid hebben verloren. Artikel II voorziet hierin.

Artikel III

In de eerdergenoemde brief van de Minister van BZK van 23 juni 2017 is gecommuniceerd dat de uitrol in de eerste helft van 2018 zal plaatsvinden. De RDW heeft alles op alles gezet om inwerkingtreding met ingang van 26 mei 2018 te realiseren, zodat zo veel mogelijk rijbewijzen kunnen worden voorzien van het publieke identificatiemiddel. Aanpassing geschiedt in het weekeinde om zo min mogelijk de reguliere processen te verstoren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Uit informatie van de RDW blijkt dat 2018 naar verwachting 2 miljoen rijbewijzen zullen worden afgegeven en in 2019 naar verwachting 2,1 miljoen. Gemiddeld komt dat neer op 170.000 per maand in 2018 en 175.000 per maand in 2019.

Naar boven