Vergunning aanleg 14 inch en 2 inch pijpleiding van Q10-A naar P15-D, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

24-4-2018

DGETM-EO / 18077502

Procesverloop:

  • Tulip Oil Netherlands Offshore B.V. heeft, bij brief van 31 januari 2018, aangevuld op 14 maart 2018 en 12 april 2018, een aanvraag ingediend om een vergunning ingevolge artikel 94 van het Mijnbouwbesluit (Stb. 2002, 604), voor het aanleggen van pijpleidingen met een diameter van 14 inch en 2 inch op het continentaal plat in het hieronder in artikel 1, tweede lid, omschreven traject binnen de blokken Q10 en P15 van het continentaal plat, welke blokken zijn aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245), gevoegde kaart.

  • De Inspecteur-generaal der mijnen heeft op 22 maart 2018 (kenmerk 18048526), advies uitgebracht. Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft op 26 maart 2018 advies uitgebracht. De Kustwacht heeft op 10 april 2018 advies uitgebracht.

Gelet op de artikelen 92, 93 en 94 van het Mijnbouwbesluit, alsmede op de artikelen 1.7.1 en 10.1 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan Tulip Oil Netherlands Offshore B.V., wordt een vergunning verleend voor het aanleggen van een tweetal pijpleidingen met een diameter van 14 inch en 2 inch op het continentaal plat in het hieronder in het tweede lid omschreven traject.

  • 2. De vergunning geldt voor een traject tussen platform Q10-A en platform P15-D.

    De coördinaten van het begin en eindpunt zijn:

    Q10-A: X = 582542 en Y = 5817151

    P15-D: X = 555748 en Y = 5793643

    De ligging van de in het tweede lid bedoelde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten volgens het stelsel van de European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89).

Artikel 2

  • 1. De beheerder als bedoeld in artikel 92, onderdeel d, van het Mijnbouwbesluit, meldt uiterlijk 14 dagen voorafgaande aan de beoogde uitvoering van de aanlegwerkzaamheden de startdatum, tijdsduur, locatie, gebied en traject, betrokken schepen en 24 uurs contactpersonen aan de Inspecteur-generaal der Mijnen en de Chef der Hydrografie.

  • 2. De beheerder als bedoeld in artikel 92, onderdeel d, van het Mijnbouwbesluit, meldt uiterlijk 24 uur voorafgaande aan de datum van de daadwerkelijke uitvoering van de aanlegwerkzaamheden de tijdsduur, locatie, gebied en traject, betrokken schepen en 24 uurs contactpersonen aan de Inspecteur-generaal der Mijnen en de directeur van de Kustwacht.

  • 3. De bij de aanlegwerkzaamheden betrokken schepen melden zich voor de daadwerkelijke aanvang en bij beëindiging van de werkzaamheden bij het Kustwachtcentrum te Den Helder.

Artikel 3

Tijdens het leggen van de pijpleiding dienen 2 wachtschepen aanwezig te zijn; één voor bescherming van de leidingen en één als chase vaartuig.

Artikel 4

Aan boord van de pijplegger dient 24/7 een Noordzeeloods aanwezig te zijn.

Artikel 5

In de periode tussen leggen en het plaatsen van de betonnen matrassen dient voor het op afstand houden van de scheepvaart minimaal 1 (wacht)schip aanwezig te zijn.

Artikel 6

De minimale gronddekking voor de 14 inch pijpleiding en 2 inch pijpleiding top of line bedraagt de “vereiste dekking,” zoals is aangegeven in de laatste kolom in onderstaande tabel.

Leidingstrekke

Type gebied

Minimum dekking NEN 3656

Minimum dekking RBBD-studie

Vereiste dekking

Kp 0 tot kp 0.5

Veiligheidszone platform (overig)/Upheavel buckling

0.2m

0.7m

0.7m

Kp 0 tot kp 4.5

Scheidingszone (overig)/Upheavel buckling

0.6m

0.7m

0.7m

Kp 4.5 tot kp 5.7

Scheepvaartroute (verhoogde schadekans)/ Upheavel buckling

0.6m

0.6m

0.6m

Kp 5.8 tot kp 9.7

Scheidingszone (overig)/Upheavel buckling

0.2m

0.6m

0.6m

Kp 9.7 tot kp 15.9

Scheidingszone (overig)

0.2m

0.4m

0.4m

Kp 15.9 tot kp 20.5

Scheidingszone (overig)

0.2m

0.3m

0.3m

Kp 20.5 tot kp 33.0

Scheepvaartroute (verhoogde schadekans)

0.6m

0.3m

0.6m

Kp 33.0 tot kp 42.5

Scheidingszone (overig)

0.2m

0.3m

0.3m

Kp 42.5 tot kp 42.9

Veiligheidszone Platform

0.2m

0.3m

0.3m

Artikel 7

Na installatie wordt er, waar ingraven niet mogelijk is of niet voldoende bescherming biedt, stortsteen (rockdump) aangebracht. Bij gebruik van stortsteen of grind voor gronddekking geldt als maximum korreldiameter voor de afsluitende bovenlaag D90=85 mm, waarbij rekening wordt gehouden met de afwijkende adviezen van Kustwacht en Rijkswaterstaat Zee en Delta.

Artikel 8

Boven de pijpleidingen, kabel, stortsteen, grind en matrassen zal een vrije waterkolom mogelijk zijn van minimaal 16 meter LAT.

Artikel 9

De as laid coördinaten (geografische coördinaten, KP-punten en diepteligging) van de 14 en 2 inch pijpleiding dienen uiterlijk drie maanden na aanleg, digitaal, aan Staatstoezicht op de mijnen, de Dienst voor de Hydrografie en Rijkswaterstaat Zee & Delta te worden toegestuurd.

Artikel 10

De Kustwacht moet tenminste 48 uur voor het begin van de activiteiten worden ingelicht.

De aanvullende informatie, waaronder in elk geval begrepen welk schip de activiteiten gaat uitvoeren, moet zo spoedig mogelijk, maar tenminste 48 uur voor het begin van de activiteiten aan de Kustwacht worden vermeld.

Tijdens de werkzaamheden zal een navigatiebericht worden uitgezonden tegen de reguliere onkostenvergoeding.

Artikel 11

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt. Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven