Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 21 april 2018, nr. WJZ/18049572, tot wijziging van de Regeling doorberekening kosten ACM in verband met de vaststelling van de bedragen voor 2018

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 6a, zevende lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en artikel 12, zevende lid, van het Besluit doorberekening kosten ACM;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling doorberekening kosten ACM wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a.

Het aantal transacties waaronder geen kosten in rekening worden gebracht aan marktorganisaties als bedoeld in artikel 12, zevende lid, van het besluit is 50.000.000.

B

Onderdeel A van bijlage 1 wordt vervangen door de tekst opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage 1.

C

Bijlage 3 wordt vervangen door de bijlage opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage 2.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 april 2018

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT VAN 21 APRIL 2018, NR. WJZ / 18049572, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM IN VERBAND MET DE VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN VOOR 2018

A

Subcategorie (differentiatie naar soort en aantal)

Per aantal nummers

Bedrag voor toekenning

Bedrag ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers in 2018

A

1

€ 828,00

€ 155,00

B

1.000

€ 26,00

€ 7,64

C

1

€ 101,00

€ 39,00

D

1

€ 52,00

€ 20,00

E

100

€ 58,00

€ 7,64

F

1.000

€ 0,56

€ 0,14

BIJLAGE 2 BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C, VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT VAN 21 APRIL 2018, NR. WJZ / 18049572, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM IN VERBAND MET DE VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN VOOR 2018

Bijlage 3. Behorende bij artikel 7a, eerste lid, van de Regeling doorberekening kosten ACM

Categorie

Bedrag ter vergoeding van de kosten van de ACM die met toepassing van hoofdstuk 3 van het besluit door middel van toerekening worden doorberekend in 2018

Regionaal netbeheer elektriciteit

0,02118 % van de relevante omzet

Regionaal netbeheer gas

0,11082 % van de relevante omzet

Landelijk netbeheer elektriciteit

€ 3.289.144

Landelijk netbeheer gas

€ 3.067.114

Warmtelevering

0,07765 % van de relevante omzet

Universele postdienst

€ 306.689

Niet-universele postdienst

0,216705 % van de relevante omzet

Openbare elektronische communicatiediensten, openbare elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten

0,03101 % van de relevante omzet

Loodswezen

€ 162.979

Luchtvaart

€ 406.565

Financieel betalingsverkeer

€ 728,63 per 50.000.000 binnenlandse betaaltransacties

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 6a van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt regelt de doorberekening van kosten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan marktorganisaties. De concrete bedragen worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Met de in deze regeling vervatte wijzigingen wordt de Regeling doorberekening kosten ACM van 16 december 2014 (hierna: regeling) bijgewerkt met de bedragen die in 2018 door middel van toerekening aan marktorganisaties worden doorberekend. Hierbij gaat het onder meer om bedragen ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers. Voor de categorie ‘nummers’ worden tevens de nieuwe bedragen voor de toekenning (beschikking) vastgesteld. Dit zijn de bedragen ter vergoeding van het afgeven van beschikkingen. Deze bedragen worden jaarlijks gewijzigd omdat de kosten fluctueren met het aantal aanvragen in een jaar. De bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden. De bedragen voor 2018 kunnen dus pas worden opgenomen in de regeling als de kosten van de ACM over 2017 bekend zijn en de ACM op basis hiervan een voorstel voor de bedragen aan de Minister van Economische Zaken heeft gedaan (overeenkomstig artikel 13 van de Regeling gegevensuitwisseling ACM en Ministers). De ACM heeft haar jaarverslag 2017 met daarbij behorende jaarrekening bekend gemaakt. Op basis van deze jaarrekening heeft de ACM een voorstel als hiervoor bedoeld gedaan. De bedragen voor het jaar 2018 zijn in de gewijzigde tabel A van bijlage 1 en de gewijzigde bijlage 3 bij de regeling opgenomen.

2. Inhoud Regeling

Bijlage 1, tabel A, en bijlage 3 bij de regeling worden gewijzigd. In tabel A van bijlage 1 zijn de bedragen voor de toekenning van nummers en de bedragen voor 2018 ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers opgenomen. In bijlage 3 zijn de bedragen voor 2018 opgenomen die met toepassing van hoofdstuk 3 van het Besluit doorberekening kosten ACM (hierna: besluit) door middel van toerekening worden doorberekend. Dit is ofwel een bedrag in euro’s (categorieën met slechts één marktorganisatie), ofwel een percentage van de relevante omzet als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het besluit (categorieën met meerdere marktorganisaties, waarbij de relevante omzet als verdeelsleutel wordt gehanteerd).

Nieuw in bijlage 3 ten opzichte van eerdere jaren is een bedrag in euro’s per 50.000.000 binnenlandse betalingstransacties. Dit hangt samen met de aanwijzing van de ACM als toezichthouder op interbancaire vergoedingen en voorwaarden (zie Besluit van 17 maart 2017 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten en het Besluit doorberekening kosten ACM in verband met de uitvoering en handhaving van verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties) (Stb. 2017, 132). Als consumenten pinnen of een creditcard gebruiken, betaalt de bank van de winkelier een vergoeding aan de bank van de consument, de interbancaire vergoeding. De hoogte van deze interbancaire vergoeding is gemaximeerd. Ook mogen bedrijven geen voorwaarden stellen die de concurrentie onnodig beperken. De ACM controleert de hoogte van de interbancaire vergoedingen en houdt toezicht op de voorwaarden.

Gelijktijdig met de aanwijzing van de ACM als toezichthouder is in het hiervoor genoemde besluit de doorberekening van de kosten van de ACM voor de categorie ‘betalingsverkeer’ geregeld (artikel 12, zevende lid). Daarbij is ervoor gekozen een andere verdeelsleutel dan omzet te hanteren voor marktorganisaties die in deze categorie vallen (betaalkaartschema’s, uitgevers en accepteerders zoals gedefinieerd in verordening (EU) nr. 2015/751). Deze verdeelsleutel is gebaseerd op het aantal betalingstransacties met consumentenkaarten waarbij marktorganisaties als betaalkaartschema, uitgever dan wel accepteerder betrokken zijn.

In artikel 12, zevende lid, is bepaald dat bij de regeling wordt geregeld beneden welk aantal transacties aan een marktorganisatie geen bedrag in rekening wordt gebracht. Er is gekozen voor een ondergrens van 50.000.000 binnenlandse transacties per jaar met consumentenkaarten in Nederland. Deze ondergrens wordt neergelegd in een nieuw artikel 6a in de regeling. De toezichtskosten worden naar rato van het totale aantal transacties per marktorganisatie verdeeld over die marktorganisaties die boven de ondergrens uitkomen. Er wordt bij het bepalen van de verdeelsleutel uitgegaan van het exacte aantal transacties, er wordt niet afgerond. De ondergrens is zodanig gekozen dat deze robuust is voor bijvoorbeeld de stijging van het aantal transacties door verdere toename van het gebruik van consumentenkaarten en het stijgen van marktaandeel van kleinere partijen. Een binnenlandse betaaltransactie wordt in alle gevallen zowel aan het betaalkaartschema, de uitgever als aan de accepteerder toegerekend. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gevallen waarin de bank van de consument dezelfde is als die van de winkelier, en gevallen waarin dit niet zo is.

Op basis van de jaarcijfers van de ACM over 2017 bedraagt de verhouding tussen marktgefinancierd en rijksgefinancierd 24% en 76%. Verschillen tussen de jaren ontstaan doordat in het ene jaar voor de taakuitoefening van de ACM meer of minder economische en technische onderzoeken nodig zijn. Daaraan gekoppeld fluctueert ook het aantal uren dat voor de taakuitoefening nodig is. Deze gegevens komen uit de financiële- en tijdschrijf-administratie van de ACM. De verschillen in de tarieven door de jaren heen zijn dus het gevolg van de wijze waarop de doorbelasting van de ACM-kosten in de regeling is bepaald.

Voor 2017 hangt het percentage marktgefinancierd onder meer samen met de omstandigheid dat de ACM zowel voor de categorie ‘landelijk netbeheer gas’ als voor de categorie ‘regionaal netbeheer gas’ in 2017 minder kosten heeft gemaakt dan in 2016. Zo heeft de ACM in 2016 de methode van regulering voor de netbeheerders voor de periode 2017-2021 vastgesteld, als gevolg waarvan in 2017 deze werkzaamheden zijn weggevallen. Ook voor de categorie ‘loodswezen’ heeft de ACM in 2017 minder kosten gemaakt dan in 2016 door besluitvorming die zich ook over 2017 uitstrekte.

Voor de categorie ‘nummers’ stijgen de tarieven gemiddeld met 17,5 procent. In 2017 is een beleidsregel voor het toekennen en intrekken van informatienummers gepubliceerd waarin de ACM verduidelijkt welke diensten wel en niet zijn toegestaan met 0900-, 0909- en 0906-nummers. Daarnaast geeft de ACM in de beleidsregel meer duidelijkheid over welke informatie nummerhouders moeten weergeven bij het aanbieden van hun dienst. Met deze beleidsregel zijn de werkzaamheden van de ACM om misbruik van informatienummers tegen te gaan, geïntensiveerd. Dit heeft geleid tot een stijging van de kosten voor de categorie informatienummers. Daarnaast verwacht de ACM in 2018 minder nummers uit te geven, wat een verhogend effect heeft op het tarief voor alle nummercategorieën. Ook voor de categorie ‘niet-universele postdienst’ zijn de kosten van de ACM die voor doorberekening in aanmerking komen, gestegen. Dit komt doordat in 2017 het marktanalysebesluit 24-uur zakelijke post in werking is getreden. Uit het marktanalysebesluit volgde ook de verplichting voor PostNL om een tariefvoorstel bij de ACM in te dienen. Voor zowel het marktanalysebesluit als voor de beoordeling van het tariefvoorstel is extern onderzoek uitgevoerd.

Daarnaast heeft de ACM in 2017 voor de categorie ‘luchtvaart’ meer uren besteed dan in 2016. Deze uren zijn besteed aan het internationale voorzitterschap van de werkgroep “market power assessment” van het Thessaloniki Forum of Airport Charges Regulators. Dit Forum adviseert de Europese Commissie over de implementatie van Europese regelgeving en heeft verder als taak de Europese Commissie te ondersteunen bij de uitvoering van bestaande EU-wetgeving,

-programma's en beleidsinitiatieven. Omdat deze werkzaamheden bijdragen aan de uitvoering van de reguleringstaken van de ACM, worden de kosten ervan doorberekend aan de sector. Verder zijn de extra uren besteed aan de beoordeling van het kostentoerekeningssysteem Schiphol onder de gewijzigde Wet Luchtvaart.

3. Regeldruk en vaste verandermomenten

Aan deze regeling zijn geen administratieve lasten en nalevingkosten verbonden. Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten volgt uit artikel 9 van het besluit. Dat artikel schrijft namelijk voor dat de bedragen voor 1 mei worden vastgesteld (eerste lid) en dat de bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden (tweede lid). Die kosten worden in het eerste kwartaal van het daarop volgende kalenderjaar in de jaarrekening vastgesteld. Hierdoor is bekendmaking van deze regeling ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding niet mogelijk.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven