De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 3, eerste en derde lid, van het Besluit bestrijding bacterievuur
1983;
Besluit:
's-Gravenhage, 19 april 2018
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Met deze regeling wordt de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 gewijzigd. Deze
wijziging is het gevolg van de aanpassing van de begrenzing van de bufferzone bacterievuur
Uden/Boxmeer-Venray /Maasheggen (zone 10/10a). Het gebied Maasheggen wordt uit deze
bufferzone gehaald en de grens van de resterende bufferzone is opnieuw bepaald, zoals
op de kaart in de bijlage is ingetekend.
2. Achtergrond van de aanwijzing van bufferzones
In de Europese Unie zijn gebieden aangewezen die vrij zijn van bacterievuur en beschermd
moeten worden tegen de bacterie Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., die deze ziekte veroorzaakt. De ziekte vormt een bedreiging
voor de fruitteelt en de bedrijfsmatige teelt van waardplanten van bacterievuur, waaronder
boomkwekerijgewassen.
Om naar deze ‘beschermde gebieden’ waardplanten van bacterievuur te mogen leveren
moet de plaats van productie van deze planten en een bepaalde zone daaromheen vrij
zijn van bacterievuur. In Nederland komt bacterievuur voor. Om de export van boomkwekerijproducten
naar de beschermde gebieden en derde landen toch mogelijk te maken, zijn in Nederland
bufferzones rondom boomteeltgebieden ingesteld waar het verboden is, anders dan in
het kader van de bedrijfsmatige teelt, voor bacterievuur gevoelige waardplanten te
telen en/of aan te planten. Door gerichte opsporing en bestrijding van Erwinia amylovora wordt de bedrijfsmatige teelt van waardplanten van bacterievuur extra beschermd.
De kosten voor de opsporing en bestrijding van Erwinia amylovora komen voor rekening van de boomkwekerijsector.
3. Aanpassing bufferzone Uden/Boxmeer-Venray /Maasheggen
Op verzoek van de betrokken boomkwekers is vorig jaar het Maasheggengebied afgesplitst
van de bufferzone Uden/Boxmeer-Venray (kaart 10) tot een aparte zone Maasheggen (10a).
De reden hiervoor was dat zich in het Maasheggengebied geen boomkwekerijen bevinden
en de kosten voor opsporing van bacterievuur in het Maasheggengebied relatief hoog
waren ten opzichte van de totale opsporingskosten in de bufferzone Uden/Boxmeer-Venray.
De afsplitsing van Maasheggen zou duren tot er overeenstemming was over de financiering
van de opsporing en bestrijding van bacterievuur.
Om de ziektedruk zo veel mogelijk te beperken, hebben natuurorganisaties in de bufferzone
Maasheggen de opsporing en bestrijding van bacterievuur in de tussentijd ter hand
genomen. Onderzocht is of de natuurorganisaties de officiële inspecties konden overnemen,
maar dat is op grond van Europese regelgeving niet mogelijk.
Er is sinds 2017 geen financiering gevonden voor het uitvoeren van de verplichte officiële
inspecties in de bufferzone Maasheggen. Daarom is in overleg met verschillende belanghebbende
partijen, waaronder de boomkwekers, LTO, Naktuinbouw en de Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit, besloten de oostgrens van de bufferzone te herzien.
Boomkwekers, van wie percelen zich, al dan niet gedeeltelijk, binnen 1 kilometer van
de nieuwe oostgrens van de bufferzone bevinden, mogen geen Zona Protecta Bacterievuur
(zpb2)-paspoort aanbrengen op boomkwekerijproducten afkomstig van deze percelen.
De nieuwe bufferzone krijgt de naam Uden/Boxmeer-Venray (10) en de gewijzigde kaart
wordt opgenomen in de bijlage bij de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984. De
huidige kaart 10/10a wordt daarmee vervangen.
4. Regeldruk
De wijziging van de Beschikking bestrijding Bacterievuur 1984 maakt de herziening
van de bufferzone definitief en daarmee wordt ook de afname van de administratieve
lasten voor de boomkwekers structureel. In 2017 is er in de bufferzone Maasheggen
ongeveer 300 uur minder aan officiële inspecties besteed, wat de boomkwekers een besparing
van € 25.000,– tot € 30.000,– heeft opgeleverd.
5. Inwerkingtreding
Deze regelingswijziging treedt in werking de dag na publicatie in de Staatscourant.
Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor
regelgeving (Kamerstukken II 2007/08, 29 515, nrs. 243 en 309) en van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voor inwerkingtreding
worden gepubliceerd. Inwerkingtreding op korte termijn is wenselijk om duidelijkheid
te bieden over de begrenzing van het gebied. Dit is ook in het belang van de betrokkenen
in het gebied.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten