Besluit van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming van 12 april 2018, nr. ANVS-2018/8816, houdende de instelling van de Raad van Advies ANVS (Instellingsbesluit Raad van Advies ANVS)

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming,

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

ANVS:

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Kernenergiewet;

Raad van Advies:

Raad van Advies ANVS als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een Raad van Advies ANVS.

  • 2. De Raad van Advies heeft tot taak de ANVS gevraagd of uit eigen beweging op onafhankelijke wijze te adviseren over aangelegenheden die verband houden met de taken van de ANVS.

  • 3. De ANVS kan desgewenst ook slechts een of enkele leden van de Raad van Advies om advies vragen.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1. De leden van de Raad van Advies worden door de ANVS op persoonlijke titel en op basis van hun deskundigheid voor een periode van maximaal vijf jaar benoemd. De leden kunnen daarna eenmaal worden herbenoemd. In bijzondere omstandigheden is voor een enkel lid een verdere herbenoeming mogelijk.

  • 2. De Raad van Advies bestaat uit een voorzitter en ten minste vier en ten hoogste zes overige leden.

  • 3. De Raad van Advies wordt in de gelegenheid gesteld suggesties te doen voor het vervullen van een vacature in de Raad van Advies.

  • 4. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de ANVS een ander lid benoemen.

  • 5. De leden van de Raad van Advies kunnen door de ANVS worden geschorst en ontslagen.

Artikel 4. Secretariaat

  • 1. De Raad van Advies wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de Raad van Advies.

  • 3. De ANVS voorziet in het secretariaat.

Artikel 5. Werkwijze

De Raad van Advies stelt zijn eigen werkwijze vast voor zover dit besluit daar niets over bepaalt.

Artikel 6. Informatieplicht

  • 1. De ANVS verstrekt de Raad van Advies de informatie die hij nodig heeft voor zijn taak.

  • 2. De ANVS informeert de Raad van Advies minimaal eenmaal per jaar over belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot de ANVS.

  • 3. De Raad van Advies verstrekt aan de ANVS desgevraagd de door haar gewenste inlichtingen.

Artikel 7. Belangenconflict

  • 1. De Raad van Advies meldt een mogelijk belangenconflict van een van zijn leden tijdig aan de ANVS.

  • 2. De bestuursvoorzitter van de ANVS en de voorzitter van de Raad van Advies overleggen zo spoedig mogelijk na een melding van een mogelijk belangenconflict over de gevolgen van de melding.

Artikel 8. Vergoeding

  • 1. De voorzitter en de overige leden ontvangen een vaste vergoeding per maand. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter en de overige leden is het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter en de overige leden is 2,08/36, respectievelijk 1,39/36.

  • 2. Artikel 6 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in het tweede lid van die bepaling bedoelde mededeling aan de ANVS moet geschieden.

  • 3. De op basis van dit artikel toegekende vergoedingen worden op de internetsite van de ANVS geplaatst.

Artikel 9. Kosten van de Raad van Advies

  • 1. De kosten van de Raad van Advies komen, voor zover goedgekeurd door de ANVS, voor rekening van de ANVS.

  • 2. De Raad van Advies biedt zo spoedig mogelijk na zijn instelling een begroting ter goedkeuring aan de ANVS aan. Voorts biedt de Raad van Advies jaarlijks vóór 1 december een begroting voor het daaropvolgende jaar aan de ANVS aan.

  • 3. Het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit Buitenland zijn van (overeenkomstige) toepassing op de leden van de Raad van Advies.

Artikel 10. Verantwoording

  • 1. De Raad van Advies biedt de ANVS jaarlijks vóór 15 januari een verslag aan over zijn activiteiten in het daaraan voorafgaande jaar en een verantwoording over de overeenkomstig de begroting gemaakte kosten.

  • 2. De Raad van Advies biedt de ANVS uiterlijk een maand voor het verstrijken van zijn benoemingstermijn een eindverslag over zijn activiteiten aan.

Artikel 11. Openbaarmaking

Adviezen en andere producten die door de Raad van Advies zijn vervaardigd, worden niet door de Raad van Advies openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de ANVS uitgebracht of overgedragen.

Artikel 12. Archiefbescheiden

De Raad van Advies draagt zo spoedig mogelijk na afloop van zijn benoemingstermijn de stukken die op zijn werkzaamheden betrekking hebben, over aan het archief van de ANVS. Wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven, doet de Raad van Advies dit zoveel eerder.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Raad van Advies ANVS.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, namens deze, J.H. van den Heuvel, bestuursvoorzitter

TOELICHTING

I. Algemeen

Aanleiding

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (hierna: ANVS) is de bevoegde autoriteit voor de vergunningverlening en het toezicht en de handhaving voor de terreinen nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en beveiliging. Voorts is de ANVS vanuit haar deskundigheid verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beleid en de wet- en regelgeving, als ook voor de internationale samenwerking, voorlichting en het ondersteunen van andere nationale instanties met kennis op deze terreinen.

Hoewel de leden van de ANVS vanwege hun deskundigheid of ervaring zijn benoemd (artikel 4, derde lid, van de Kernenergiewet) en de ANVS bij de uitvoering van deze taken wordt ondersteund door een deskundige staf, vindt de ANVS het gewenst om daarnaast de mogelijkheid te hebben om van externe deskundigen advies te kunnen krijgen.

De wenselijkheid voor de ANVS om externe deskundigen te kunnen raadplegen, wordt onderschreven door het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) en de Tweede Kamer.

De Integrated Regulatory Review Service (IRRS)-missie van het IAEA naar Nederland van november 2014 heeft in haar rapport (Kamerstukken II 2014/15, 25 422, nr. 121, bijlage 1) de ANVS de suggestie (nr. S2 van het rapport) gedaan om de instelling van een of meerdere adviescommissies voor de ANVS te overwegen om deskundig en professioneel advies te kunnen verkrijgen ten behoeve van haar werkzaamheden.

In de motie-Van Veldhoven (Kamerstukken II 2016/17, 25 422, nr. 168) wordt de regering verzocht een raad van advies in te stellen bij de ANVS. De toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu heeft deze motie overgenomen met de kanttekening dat zij de instelling van een raad van advies aan de ANVS zelf overlaat (Handelingen II 2016/17, nummer 32, item 3, p. 2).

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan de suggestie van de IRRS-missie en aan de motie-Van Veldhoven.

Geheimhoudingsplicht

Dit besluit bevat geen geheimhoudingsplicht, omdat een dergelijke plicht op grond van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht reeds op de leden van de Raad van Advies van toepassing is.

Openbaarheid

De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is niet op de Raad van Advies van toepassing, omdat de Raad van Advies geen bestuursorgaan is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Documenten waar uitsluitend de Raad van Advies, inclusief de ambtelijk secretaris, over beschikt, vallen daardoor buiten de reikwijdte van de Wob.

De Wob is echter wel van toepassing op de ANVS. Wanneer de Raad van Advies een schriftelijk advies aan de ANVS heeft uitgebracht, is dat opvraagbaar. Indien een van de uitzonderingsgronden van de Wob van toepassing is of een geheimhoudingsverplichting zich daartegen verzet, kan echter van openbaarmaking worden afgeweken (artt. 3, 10 en 11 Wob).

Wanneer de Raad van Advies aan de ANVS een advies heeft uitgebracht met het oog op te vormen beleid, is de ANVS echter verplicht het advies tezamen met de door de ANVS aan de Raad van Advies voorgelegde adviesaanvragen en voorstellen openbaar te maken, zo nodig en mogelijk met toelichting. De gebruikelijke uitzonderingsgronden zijn van toepassing (art. 9, eerste lid, Wob).

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 3, eerste lid, van de Kernenergiewet bepaalt dat er een (zelfstandig bestuursorgaan) ANVS is.

Artikel 2

Tot ‘aangelegenheden die verband houden met de taken van de ANVS’ zijn onder meer te rekenen: concepten voor het werkplan, het jaarverslag en strategische documenten. Verder is hiertoe te rekenen de ontwerpbegroting voor zover het wijzigingen ten opzichte van de vorige begroting betreft en deze wijzigingen verband houden met ontwikkelingen op het werkterrein van de ANVS.

‘Adviseren’ is ruim uit te leggen. Dit kan bijvoorbeeld ook een second opinion, een mondelinge brainstorm of gedachtewisseling zijn.

Artikel 3

De voorzitter en de overige leden van de Raad van Advies worden door de ANVS benoemd voor een termijn van maximaal vijf jaar. De benoeming kan daarmee parallel lopen aan de benoemingsperiode van de leden van de ANVS zelf. Dit geeft de nieuwe (of herbenoemde) leden van de ANVS over vijf jaar de gelegenheid om naar eigen inzichten een nieuwe raad te benoemen. Bij een tussentijdse vervanging van een lid is de benoeming voor een kortere termijn dan vijf jaar denkbaar.

Na het verstrijken van een benoemingstermijn kan een lid voor nog een termijn worden herbenoemd. Alleen in bijzondere omstandigheden is voor een enkel lid een verdere herbenoeming mogelijk. Aan bijzondere omstandigheden moet met name worden gedacht als het vanwege de schaarste van de gewenste deskundigheid niet mogelijk is om een andere geschikte kandidaat voor benoeming te vinden.

Artikel 5

Voor zover dit besluit daar niets over bepaalt, kan de Raad van Advies zijn eigen werkwijze vaststellen. In artikel 10 wordt in ieder geval de verantwoording geregeld.

Artikel 7

Richtlijn nr. 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PbEU L 2009, 172), zoals gewijzigd door richtlijn nr. 2014/87/Euratom van de Raad van 8 juli 2014 (PbEU L 2014, 219), verplicht de ANVS tot het vaststellen van procedures voor het voorkomen en beslechten van belangenconflicten. Volgens overweging 9 van de wijzigingsrichtlijn moeten er (ook) regelingen worden getroffen om te waarborgen dat er geen belangenconflicten bestaan bij de organisaties die de bevoegde regelgevende autoriteit (lees: de ANVS) van advies en dienstverlening voorzien. Dit artikel is daar een uitwerking van voor de Raad van Advies.

Het eerste lid schrijft voor dat een mogelijk belangenconflict van een lid van de Raad van Advies aan de ANVS wordt gemeld. Een belangenconflict zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een nevenfunctie bij, een financieel belang in of een nevenwerkzaamheid voor een bedrijf dat werkzaam is op het terrein van de ANVS.

Het in het tweede lid bedoelde overleg maakt het mogelijk om de ernst van het mogelijke belangenconflict te beoordelen. Afhankelijk van de uitkomst van die beoordeling kan worden besloten om een lid van de Raad van Advies bij een bepaalde advisering niet te betrekken en/of het desbetreffende lid te verzoeken het belangenconflict te beëindigen. In het uiterste geval kan de ANVS een lid van de Raad van Advies om die reden schorsen en/of ontslaan.

Artikel 8

Een arbeidsduurfactor van 2,08/36 komt overeen met 12 dagen, een arbeidsduurfactor van 1,39/36 met 8 dagen. Op basis van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 betekent dat (in 2018) een maandelijkse vergoeding van € 536,15/maand voor de voorzitter, respectievelijk € 357,44/maand voor de leden.

Het in het tweede lid van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 6 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bevat een anticumulatieregeling voor het geval dat de vergoeding op grond van dit besluit tezamen met de beloning voor het vervullen van bepaalde functies in de Nederlandse publieke en semipublieke sector in een kalenderjaar hoger zijn dan het salaris van een minister. In dat geval wordt de overschrijding op de vergoeding in mindering gebracht. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semipublieke sector regelt om welke functies het gaat.

Het tweede lid van artikel 6 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bevat de verplichting om inkomsten die tot overschrijding leiden direct aan de betrokken minister te melden. Leden van de Raad van Advies doen een dergelijke melding echter aan de ANVS.

In navolging van de ministeries worden de op grond van artikel 8 toegekende vergoedingen op de internetsite van de ANVS geplaatst. Dit is bij brief van 31 oktober 2005 door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de commissies van ministeries aan de Tweede Kamer toegezegd (Kamerstukken II 28 479, nr. 21, p. 2).

Artikel 9

In de begroting van de Raad van Advies hoeven niet de vaste vergoeding en de reiskosten te worden opgenomen. De goedkeuring hiervoor volgt al uit de artikelen 8, eerste lid, en 9, derde lid.

De overeenkomstige toepassing van het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit Buitenland in het derde lid heeft betrekking op eventuele in het buitenland woonachtige leden van de Raad van Advies. De genoemde besluiten gaan er namelijk vanuit dat een buitenlandse reis vanuit Nederland plaatsvindt en niet náár Nederland.

Andersoortige persoonlijke onkosten die samenhangen met het lidmaatschap (bijvoorbeeld ICT-kosten) worden geacht in de vaste vergoeding van de leden van de Raad van Advies te zijn begrepen en komen niet voor afzonderlijke vergoeding in aanmerking.

Artikel 10

De toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu heeft de Tweede Kamer toegezegd dat de ANVS een verslag over de werking en effectiviteit van de Raad van Advies in het openbare ANVS-jaarverslag en in de driejaarlijkse rapportage over de uitvoering van het IAEA-verdrag over nucleaire veiligheid op zal nemen (Handelingen II 2016/17, nummer 32, item 3, p. 2). Daarvoor is het wenselijk dat de Raad van Advies de ANVS jaarlijks verslag doet over zijn activiteiten. Aangezien de ANVS zelf wettelijk verplicht is haar jaarverslag jaarlijks vóór 15 maart op te stellen, moet de Raad van Advies zijn verslag voldoende tijd daarvoor aan de ANVS aanbieden (artikel 18, eerste lid, Kaderwet zbo’s).

Artikel 11

Artikel 11 bepaalt dat de Raad van Advies zijn adviezen niet zelf openbaar maakt, maar deze uitsluitend uitbrengt aan de ANVS. Dit geeft de ANVS de gelegenheid om voor de openbaarmaking van het advies een reactie op het advies voor te bereiden.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, namens deze, J.H. van den Heuvel, bestuursvoorzitter

Naar boven