Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 april 2018, nr. 2018-00000214172, tot wijziging van de Regeling burgerservicenummer in verband met de vaststelling van versie 1.4 van het Logisch Ontwerp burgerservicenummer

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van het Besluit burgerservicenummer;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling burgerservicenummer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘de onderdelen 3.1, 3.2.1 tot en met 3.2.6, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4 van hoofdstuk 3, en hoofdstuk 5 van het Logisch ontwerp BSN, versie 1.3’ vervangen door: de onderdelen 3.1, 3.2.1 tot en met 3.2.6, 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4 van hoofdstuk 3, hoofdstuk 5 en de bijlagen I en II van het Logisch ontwerp BSN, versie 1.4.

2. In onderdeel e wordt ‘het agentschap BPR’ vervangen door: de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

B

De bijlage wordt vervangen door de bijlage die is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 8 oktober 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage die is opgenomen in de bijlage bij deze regeling, die ter inzage wordt gelegd bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Turfmarkt 147, 2511 DP Den Haag.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL B

Bijlage bij artikel 3

[Ter inzage gelegd bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Turfmarkt 147, Den Haag, en tevens beschikbaar gesteld via www.rvig.nl]

TOELICHTING

1.1 Inleiding

Deze wijziging van de Regeling burgerservicenummer (Regeling BSN) houdt verband met aanpassingen van het Logisch ontwerp BSN (LO BSN), die gevolgen hebben voor de inhoud van de systeembeschrijving van de beheervoorziening BSN. Op grond van artikel 3 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) zorgt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de inrichting en instandhouding van een aantal faciliteiten die noodzakelijk zijn voor een goede werking van het stelsel van burgerservicenummers. Deze faciliteiten worden gezamenlijk aangeduid met het begrip ‘beheervoorziening’. De systeembeschrijving bevat regels betreffende de inrichting, de werking en het beheer van de beheervoorziening. Op grond van de Wabb en het Besluit burgerservicenummer wordt deze systeembeschrijving bij ministeriële regeling vastgesteld. De betreffende systeembeschrijving wordt gevormd door de als zodanig gemarkeerde hoofdstukken en bijlagen, of onderdelen daarvan, van het LO BSN dat als bijlage bij de Regeling burgerservicenummer is gevoegd.

1.2 De inhoud van de wijzigingen

De wijzigingen die met deze nieuwe versie worden aangebracht in het LO BSN zijn het gevolg van de aanpassing van het Logisch Ontwerp Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens met ingang van 8 oktober 2016 (LO GBA versie 3.10). Zij houden verband met de registratie en het gebruik van het buitenlands persoonsnummer van personen met de nationaliteit van een lidstaat van de EU op het moment dat deze zich melden voor inschrijving in de basisregistratie personen (BRP). Met de registratie van het buitenlands persoonsnummer in de BRP wordt beoogd te voorkomen dat personen die afkomstig zijn uit een lidstaat van de EU waarin zij op relatief eenvoudige wijze een officiële naamswijziging kunnen ondergaan en vervolgens nieuwe identiteitsdocumenten kunnen verkrijgen, ten onrechte dubbel worden ingeschreven in de BRP. De betreffende burger zou daardoor bijvoorbeeld meerdere keren dezelfde overheidsvoorziening onder verschillende identiteiten kunnen aanvragen en op die wijze fraude kunnen plegen met gemeenschapsgeld. Om dit tegen te gaan wordt gebruik gemaakt van de omstandigheid dat in de betrokken landen bij naamswijziging het oorspronkelijke nationale persoonsnummer van deze personen niet wijzigt. Dit nummer wordt derhalve ook weer op de nieuwe identiteitsdocumenten opgenomen die bij een inschrijving in de BRP worden overgelegd. Door het desbetreffende persoonsnummer in de BRP te registreren, wordt dit gegeven iedere keer dat iemand zich meldt voor inschrijving in de BRP meegenomen in de zogenaamde presentievraag, waarbij standaard op systematische wijze in de beheervoorziening BSN wordt nagegaan of een persoon al eerder van een BSN is voorzien en derhalve in de BRP is ingeschreven.

Per 1 juni 2015 is het buitenlands persoonsnummer in juridische zin als administratief gegeven in de BRP geïntroduceerd door een wijziging van de Regeling BRP.1 De aanpassingen van zowel het LO GBA (versie 3.10) als het LO BSN (versie 1.4) zijn met ingang van 8 oktober 2016 gerealiseerd. Vanaf dat tijdstip is het buitenlands persoonsnummer in de hiervoor genoemde presentievraag opgenomen. De aanpassing van het LO BSN (versie 1.4) wordt met dit besluit in de Regeling burgerservicenummer opgenomen en zal met terugwerkende kracht in werking treden tot en met 8 oktober 2016 vanwege voorgaande.

De nieuwe aanduiding van het LO BSN versie 1.4, heeft geleid tot een gewijzigde aanhef van artikel 3 van deze regeling (zie artikel I, onderdeel A). Ook worden in de aanhef een aantal nieuwe onderdelen van het LO BSN (paragraaf 3.3.1 en de bijlagen I en II) aangewezen als onderdeel van de systeembeschrijving, waarin de technische werkwijze van de presentievraag beschreven wordt (zie artikel I, onderdeel A). Door deze onderdelen aan te wijzen in de regeling wordt algemeen verbindende werking toegekend aan de betreffende onderdelen van het LO BSN. Daarnaast wordt geregeld dat de nieuwe versie van het LO BSN wordt opgenomen in de bijlage bij de Regeling BSN (artikel I, onderdeel B).

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de wijziging van de naam van het Agentschap BPR in Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in de regelgeving te verwerken. Dat is gebeurd in artikel 3, onderdeel e van de Regeling BSN (artikel I, onderdeel A) en ook in de tekst van het LO BSN, versie 1.4, dat als bijlage bij de regeling is opgenomen.

1.3 Terinzagelegging en inwerkingtreding

Het LO BSN versie 1.4, zoals opgenomen in de bijlage bij de regeling, is door zijn omvang en opmaak niet geschikt om in de Staatscourant te plaatsen. Daarom wordt deze bijlage bekendgemaakt door terinzagelegging bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De documenten zijn tevens via het internet te raadplegen (www.rvig.nl). Daarmee is de kenbaarheid van de documenten voor de direct bij de regeling betrokken personen voldoende verzekerd.

In artikel II is in het licht van het voorgaande bepaald dat de regeling met terugwerkende kracht inwerking treedt tot en met 8 oktober 2016.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven