ARTIKEL I
De Regeling burgerservicenummer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘de onderdelen 3.1, 3.2.1 tot en met 3.2.6, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4
van hoofdstuk 3, en hoofdstuk 5 van het Logisch ontwerp BSN, versie 1.3’ vervangen
door: de onderdelen 3.1, 3.2.1 tot en met 3.2.6, 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4 van
hoofdstuk 3, hoofdstuk 5 en de bijlagen I en II van het Logisch ontwerp BSN, versie
1.4.
2. In onderdeel e wordt ‘het agentschap BPR’ vervangen door: de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.
B
De bijlage wordt vervangen door de bijlage die is opgenomen in de bijlage bij deze
regeling.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 8 oktober 2016.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
TOELICHTING
1.1 Inleiding
Deze wijziging van de Regeling burgerservicenummer (Regeling BSN) houdt verband met
aanpassingen van het Logisch ontwerp BSN (LO BSN), die gevolgen hebben voor de inhoud
van de systeembeschrijving van de beheervoorziening BSN. Op grond van artikel 3 van
de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) zorgt de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voor de inrichting en instandhouding van een aantal faciliteiten
die noodzakelijk zijn voor een goede werking van het stelsel van burgerservicenummers.
Deze faciliteiten worden gezamenlijk aangeduid met het begrip ‘beheervoorziening’.
De systeembeschrijving bevat regels betreffende de inrichting, de werking en het beheer
van de beheervoorziening. Op grond van de Wabb en het Besluit burgerservicenummer
wordt deze systeembeschrijving bij ministeriële regeling vastgesteld. De betreffende
systeembeschrijving wordt gevormd door de als zodanig gemarkeerde hoofdstukken en
bijlagen, of onderdelen daarvan, van het LO BSN dat als bijlage bij de Regeling burgerservicenummer
is gevoegd.
1.2 De inhoud van de wijzigingen
De wijzigingen die met deze nieuwe versie worden aangebracht in het LO BSN zijn het
gevolg van de aanpassing van het Logisch Ontwerp Gemeentelijke Basisadministratie
Persoonsgegevens met ingang van 8 oktober 2016 (LO GBA versie 3.10). Zij houden verband
met de registratie en het gebruik van het buitenlands persoonsnummer van personen
met de nationaliteit van een lidstaat van de EU op het moment dat deze zich melden
voor inschrijving in de basisregistratie personen (BRP). Met de registratie van het
buitenlands persoonsnummer in de BRP wordt beoogd te voorkomen dat personen die afkomstig
zijn uit een lidstaat van de EU waarin zij op relatief eenvoudige wijze een officiële
naamswijziging kunnen ondergaan en vervolgens nieuwe identiteitsdocumenten kunnen
verkrijgen, ten onrechte dubbel worden ingeschreven in de BRP. De betreffende burger
zou daardoor bijvoorbeeld meerdere keren dezelfde overheidsvoorziening onder verschillende
identiteiten kunnen aanvragen en op die wijze fraude kunnen plegen met gemeenschapsgeld.
Om dit tegen te gaan wordt gebruik gemaakt van de omstandigheid dat in de betrokken
landen bij naamswijziging het oorspronkelijke nationale persoonsnummer van deze personen
niet wijzigt. Dit nummer wordt derhalve ook weer op de nieuwe identiteitsdocumenten
opgenomen die bij een inschrijving in de BRP worden overgelegd. Door het desbetreffende
persoonsnummer in de BRP te registreren, wordt dit gegeven iedere keer dat iemand
zich meldt voor inschrijving in de BRP meegenomen in de zogenaamde presentievraag,
waarbij standaard op systematische wijze in de beheervoorziening BSN wordt nagegaan
of een persoon al eerder van een BSN is voorzien en derhalve in de BRP is ingeschreven.
Per 1 juni 2015 is het buitenlands persoonsnummer in juridische zin als administratief
gegeven in de BRP geïntroduceerd door een wijziging van de Regeling BRP.1 De aanpassingen van zowel het LO GBA (versie 3.10) als het LO BSN (versie 1.4) zijn
met ingang van 8 oktober 2016 gerealiseerd. Vanaf dat tijdstip is het buitenlands
persoonsnummer in de hiervoor genoemde presentievraag opgenomen. De aanpassing van
het LO BSN (versie 1.4) wordt met dit besluit in de Regeling burgerservicenummer opgenomen
en zal met terugwerkende kracht in werking treden tot en met 8 oktober 2016 vanwege
voorgaande.
De nieuwe aanduiding van het LO BSN versie 1.4, heeft geleid tot een gewijzigde aanhef
van artikel 3 van deze regeling (zie artikel I, onderdeel A). Ook worden in de aanhef
een aantal nieuwe onderdelen van het LO BSN (paragraaf 3.3.1 en de bijlagen I en II)
aangewezen als onderdeel van de systeembeschrijving, waarin de technische werkwijze
van de presentievraag beschreven wordt (zie artikel I, onderdeel A). Door deze onderdelen
aan te wijzen in de regeling wordt algemeen verbindende werking toegekend aan de betreffende
onderdelen van het LO BSN. Daarnaast wordt geregeld dat de nieuwe versie van het LO
BSN wordt opgenomen in de bijlage bij de Regeling BSN (artikel I, onderdeel B).
Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de wijziging van de naam van het Agentschap
BPR in Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in de regelgeving te verwerken. Dat is
gebeurd in artikel 3, onderdeel e van de Regeling BSN (artikel I, onderdeel A) en
ook in de tekst van het LO BSN, versie 1.4, dat als bijlage bij de regeling is opgenomen.
1.3 Terinzagelegging en inwerkingtreding
Het LO BSN versie 1.4, zoals opgenomen in de bijlage bij de regeling, is door zijn
omvang en opmaak niet geschikt om in de Staatscourant te plaatsen. Daarom wordt deze
bijlage bekendgemaakt door terinzagelegging bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De documenten zijn
tevens via het internet te raadplegen (www.rvig.nl). Daarmee is de kenbaarheid van de documenten voor de direct bij de regeling betrokken
personen voldoende verzekerd.
In artikel II is in het licht van het voorgaande bepaald dat de regeling met terugwerkende
kracht inwerking treedt tot en met 8 oktober 2016.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops