Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 26 maart 2018, nr. WJZ/18047740, tot instelling van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap (Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

b. Comité:

het Nederlands Comité voor Ondernemerschap.

Artikel 2

  • 1. Er is een Nederlands Comité voor Ondernemerschap.

  • 2. Het Comité zal zich inzetten voor duurzame groei van het midden- en kleinbedrijf in Nederland en zal hiertoe haar nationale en internationale kennis, ervaring en netwerken inzetten.

  • 3. Het Comité heeft tot taak:

    • a. het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en hierover jaarlijks verslag uitbrengen aan de minister;

    • b. het bevorderen en stimuleren van het beschikbaar komen van (verbeterde) cijfers en informatie over het midden- en kleinbedrijf ten behoeve van voorgaande taak;

    • c. het bevorderen en stimuleren van de beschikbaarheid van eigen en vreemd vermogen;

    • d. het versterken van de (groei)ondernemersvaardigheden en het stimuleren van een ambitieuze ondernemerschapscultuur, vanaf het initieel onderwijs tot in het actief ondernemerschap;

    • e. het bijdragen aan een betere aansluiting van vraag en aanbod van menselijk kapitaal;

    • f. het stimuleren van verdergaande digitalisering;

    • g. het doen van aanbevelingen aan de minister ten aanzien van de uitvoering van het beleid op de terreinen, bedoeld onder b tot en met f;

    • h. het vormen en onderhouden van een netwerk ten behoeve van bovenstaande taken en het vervullen van een ambassadeursrol.

Artikel 3

  • 1. Het Comité bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 4

  • 1. Het Comité stelt zijn eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van het Comité.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het Comité opgeborgen in het archief van dat ministerie.

  • 4. Het Comité verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 5

Met ingang van 1 april 2018 worden voor een periode van drie jaar tot lid van het Comité benoemd:

  • a. de heer H.C.A. Goddijn, te Amsterdam, tevens voorzitter;

  • b. Hare Majesteit Koningin Máxima;

  • c. de heer jonkheer drs. D. Laman Trip, te Velp;

  • d. mevrouw M.M.C. Prins, te Maassluis;

  • e. de heer O.C. Roelofsen, te Amsterdam.

Artikel 6

  • 1. Aan de voorzitter van het Comité wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,073.

  • 2. Aan de leden van het Comité, genoemd in artikel 5, onderdelen c tot en met e, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,046.

Artikel 7

Het Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2018.

Artikel 9

Dit besluit zal worden aangehaald als: Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

‘s-Gravenhage, 26 maart 2018

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

Met onderhavig besluit wordt het Nederlands Comité voor Ondernemerschap opnieuw ingesteld. Dit besluit vervangt hiermee het vorige Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering van 1 oktober 2014 (Staatscourant 2014, 27480).

In de afgelopen periode heeft het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering zich ingezet voor het versterken van het groeipotentieel van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf onder andere door het bevorderen van ambitie en groeivaardigheden (NL groeit) en het beschikbaar komen van verbeterde cijfers en inzichten over het MKB (Jaarbericht Staat van het MKB). In 2016 en 2017 heeft het Comité ook een Jaarbericht uitgebracht. Met dit Jaarbericht worden de ontwikkelingen in het MKB en de uitdagingen waar het MKB voor staat inzichtelijk gemaakt. Uit het Jaarbericht 2017 blijkt onder andere dat ondanks dat er stappen zijn gezet om knelpunten op te lossen, er verdere stappen nodig zijn om het ondernemingsklimaat voor het MKB verder te verbeteren. Specifieke aandacht is er onder andere voor de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, digitalisering en de toegang van het MKB tot financiering.

De taken van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap zijn omschreven in artikel 2. De taakomschrijving is aangepast naar aanleiding van de analyses en conclusies van het Jaarbericht Staat van het MKB, zodat het Comité zich de komende jaren kan richten op de actuele uitdagingen voor ondernemers. Tevens is opgenomen in de taakomschrijving dat het Comité jaarlijks de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf monitort en hierover verslag uitbrengt aan de minister.

Het Comité bestaat uit deskundigen op het gebied van ondernemerschap met een verschillende achtergrond. Zij zijn ervaren op het gebied van ondernemerschap en hebben draagvlak en een netwerk bij de betrokken organisaties.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven