Wijziging van de Leidraad FATCA/CRS en intrekking van het besluit CRS landenlijst deelnemende rechtsgebieden

13 maart 2018

Nr. 2018-0000032039

Directoraat-generaal Belastingdienst, cluster Fiscaliteit

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een wijziging van het besluit van 14 januari 2016, DGBel 2016/48, Stcrt. 2016, nr. 2236 (Leidraad FATCA/CRS) (onderdeel I) en de intrekking van het besluit van 11 oktober 2016, nr. DGBel 2016/165243M, Stcrt. 2016, 55414, over de CRS landenlijst deelnemende rechtsgebieden ingetrokken (onderdeel II).

I. WIJZIGING VAN DE LEIDRAAD FATCA/CRS

Het besluit van 14 januari 2016, DGBel 2016/48, Stcrt. 2016, nr. 2236, wordt als volgt gewijzigd:

A

De laatste alinea van paragraaf 1.15 wordt vervangen door:

‘Voor Nederland zijn door de NVB in nauw overleg met het Ministerie van Financiën verschillende self-certification-formulieren voor de CRS en de FATCA ontwikkeld. Deze formulieren zijn te verkrijgen via de bank waar iemand rekeninghouder is. Aangeraden wordt om deze formulieren te gebruiken, omdat zij in alle mogelijke situaties beogen te voorzien. Het is echter niet noodzakelijk dat voor een self certification dit formulier wordt aangehouden. Daarnaast kan de informatie ook worden opgevraagd in een online-formulier als onderdeel van de gegevens bij het openen van een rekening. Digitale ondertekening van de formulieren mag op de gebruikelijke werkwijze van de betreffende FI.

(CRS-commentaar Sectie IV, punten 7 tot en met 18, alsmede Sectie V, punten 14 tot en met 17 en 20 tot en met 23, en in het CRS-commentaar Sectie VI, punten 11 en 18 en onderdeel II.4.a.1 van Bijlage I van de NL IGA)’

B

Paragraaf 1.42 wordt vervangen door:

‘1.42. Uitzonderingen op het begrip ‘financiële rekening’ (‘Financial Account’)

Voor de CRS zijn de categorieën ‘uitgezonderde rekeningen’ (rekeningen die geen financiële rekening zijn en daarom zijn uitgezonderd van rapportage) geregeld in Sectie VIII.C.17 en het daarbij behorende commentaar. Om te kunnen bepalen of een rekening voldoet aan de eisen van een categorie ‘uitgezonderde rekening’ mag de FI vertrouwen op de informatie waarover zij beschikt of die publiekelijk beschikbaar is. Naast de hier genoemde uitgezonderde rekeningen heeft elke lidstaat van de Europese Unie de mogelijkheid om andere rekeningen (en entiteiten) aan te wijzen met een laag risico om te worden gebruikt voor belastingontduiking. De lijsten die de Europese Commissie heeft gepubliceerd1 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn in 2017 getoetst in het peer reviewproces van het Global Forum. In Nederland was voor de lijst ‘uitgezonderde rekeningen’ onder CRS aangesloten bij de uitgezonderde producten in de Bijlage II, onderdeel III, van de NL IGA. Het Global Forum heeft die lijn niet gevolgd en heeft enkele van de uitgezonderde rekeningen niet geaccepteerd als zodanig. Het betreft de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning (SEW en BEW), de invalide kind rekening en de alimentatielijfrenterekening. Bij de alimentatielijfrente- rekening werd opgemerkt dat die wel acceptabel zou zijn als gebruik gemaakt wordt van een geblokkeerde rekening die wordt gehouden door een neutrale en financieel betrouwbare derde in samenhang met een rechterlijke uitspraak. Deze rekeningen zullen alsnog geïdentificeerd en indien nodig gerapporteerd moeten worden. De eerste aanlevering over deze producten zal in 2020 (over 2019) plaatsvinden.

De door het Global Forum geaccepteerde uitgezonderde rekeningen zijn:

  • Levenslooprekening, levensloopverzekering en levensloop recht van deelneming;

  • Oudedagslijfrenten;

  • Bouwdepot;

  • Gouden-handdruk stamrecht.

Zodra uitgezonderde rekeningen van alle andere EU-lidstaten ook zijn getoetst door het Global Forum zal de Commissie een nieuwe lijst van uitgezonderde rekeningen publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(Sectie VIII.C.17, het CRS-commentaar bij Sectie VIII.C.17, punten 86-103)

In de NL IGA is het begrip ‘financiële rekening’ (‘Financial Account’) gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel s. De definitie van het begrip ‘Financial Account’ in §1.1471-5(b) van de Final Regulations bevat echter volgens §1.1471-5(b)(2) een aantal uitzonderingen dat niet is opgenomen in de gebruikte definitie in de NL IGA. FI’s mogen in aanvulling op de in de NL IGA gebruikte definitie van het begrip ‘financiële rekening’ en in aanvulling op de in Bijlage II, onderdeel III, van de NL IGA opgenomen uitgezonderde producten, een beroep doen op de uitzonderingen die onderdeel zijn van het begrip ‘Financial Account’ uit de Final Regulations, mits voldaan wordt aan de daarin genoemde vereisten. Een integrale keuze voor de definitie uit de Final Regulations is in dit specifieke geval niet nodig. Dit betekent dat een FI geen onderzoek, identificatie en rapportage hoeft te verrichten ten aanzien van deze producten. Het gaat dan om bepaalde soorten (fiscaal gefaciliteerde) spaarrekeningen al dan niet voor pensioendoeleinden, bepaalde levensverzekeringsovereenkomsten tot de verzekerde de leeftijd van 90 jaar heeft bereikt, rekeningen die behoren tot een nalatenschap, rechtbankarrangementen, bepaalde escrow-rekeningen (waaronder bepaalde escrow-rekeningen in verband met lease), en bepaalde lijfrenteverzekeringen voor pensioendoeleinden (zie ook onderdeel 2.16 van Bijlage II, Vrijgestelde verzekeringsproducten en rechtsvoorgangers).

(Artikel 4, zevende lid en Bijlage II van de NL IGA)’

Toelichting op deze wijziging

In paragraaf 1.42 van de Leidraad FATCA/CRS staat dat – naast de in de CRS van rapportage uitgezonderde rekeningen – landen ook andere rekeningen met een laag risico om te worden gebruikt voor belastingontduiking, kunnen aanwijzen. Aangegeven is dat de in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde lijsten van uitgezonderde rekeningen en entiteiten nog geen definitieve status hebben, omdat zij eerst getoetst worden door het Global Forum. Inmiddels is de lijst van Nederland getoetst. Enkele door Nederland opgegeven uitgezonderde rekeningen zijn niet als zodanig geaccepteerd door het Global Forum.

C

Paragraaf 1.45 wordt vervangen door:

‘1.45. ‘Regelmatig verhandeld’

In de Final Regulations is aangegeven dat van regelmatig verhandelbare aandelen in een kalenderjaar sprake is indien een of meer categorieën van aandelen van een entiteit gedurende het afgelopen kalenderjaar genoteerd stonden aan een erkende effectenbeurs en deze categorieën van aandelen samen meer dan 50% van de totale stemrechten en van de totale waarde van de aandelen vertegenwoordigen. Voorts geldt voor elk van deze categorieën van aandelen die samen meer dan 50% van de totale stemrechten en de totale waarde van de aandelen vertegenwoordigen de eis dat:

  • 1. handel van deze categorie aandelen plaatsvindt op ten minste 60 dagen in het voorafgaande kalenderjaar aan een of meer erkende effectenbeurzen, en

  • 2. het totale aantal van de verhandelde aandelen in deze categorie in dat voorafgaande kalenderjaar ten minste 10% bedraagt van het gemiddeld totaal aantal uitstaande aandelen in deze categorie gedurende dat jaar. (Zie §. 1.1472-1 (c)(1)(i)(A))

Ten aanzien van de CRS worden in het commentaar op Sectie VIII.D.2, punt 113 dezelfde twee eisen gesteld als in de Final Regulations. In FAQ 4 van Sectie VIII. D op de OESO website is aangegeven hoe de term ‘each share class of the stock of the corporation’ moet worden uitgelegd. Net als in de Final Regulations geldt ook voor de CRS dat van regelmatig verhandelbare aandelen in een kalenderjaar sprake is indien een of meer categorieën van aandelen van een entiteit gedurende het afgelopen kalenderjaar genoteerd stond(en) aan een erkende effectenbeurs en deze categorie(ën van) aandelen samen meer dan 50% van de totale stemrechten en van de totale waarde van de aandelen vertegenwoordigt of vertegenwoordigen.

(CRS-Commentaar op Sectie VIII.D.2, punt 113, FAQ 4 onder Sectie VIII.D en artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de NL IGA)’

D

Paragraaf 2.3 wordt vervangen door:

‘2.3. Geldigheidsduur van de (W8- en W9-, self certification-)formulieren

Voor de toepassing van de NL IGA-identificatie van een bestaande klant of een persoon die klant wil worden, zijn het voor de Nederlandse markt ontwikkelde ‘self certification’-formulier en de Amerikaanse W8- en W9-formulieren voor onbepaalde tijd geldig, mits deze formulieren een US Tax Identification Number (US TIN) bevatten als dit op basis van de kwalificatie van de rekeninghouder vereist is. Volgens de algemene regel zijn het self certification-formulier en het W8- en W9-formulier geldig totdat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die invloed heeft, of kan hebben, op de FATCA-status die uit het self certification-formulier of het W8- of W9-formulier van de rekeninghouder blijkt. Daarnaast gelden de volgende regels:

  • W8- en W9-formulieren waarin geen US TIN is opgenomen zijn geldig tot 1 januari 2020 mits sprake is van een bestaande rekening (i.e. rekeningen van voor 1 juli 2014).

  • Als het om een bestaande rekening van een Amerikaanse natuurlijke persoon gaat en de FI het US TIN niet heeft, dan is het self certification-formulier geldig tot 1 januari 2020 indien het de geboortedatum van de rekeninghouder bevat.

  • Na 1 januari 2020 dient dus elk self certification-formulier/W8- en W9-formulier van een Amerikaanse persoon voorzien te zijn van een US TIN, ook wanneer daarin al – in plaats van een US TIN – een geboortedatum was opgenomen.

Met ingang van 1 januari 2020 moet elke US person, dus ook de houders van een bestaande rekening, over een US TIN beschikken en dit hebben doorgegeven aan de betrokken FI.

Met Notice 2017-46 heeft de IRS dus enige versoepeling aangebracht van de regels zoals opgenomen in de NL IGA en geïmplementeerd in het Uitvoeringsbesluit internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (UB WIB): In plaats van opname van het US TIN in de rapportage over 2017 hoeft het US TIN voor de op 30 juni 2014 bestaande rekeningen pas in de rapportage over 2020 opgenomen te zijn.

De geldigheid van de W8- en W9-formulieren en de self certification-formulieren zonder het US TIN eindigt met ingang van 1 januari 2020. Een klant zal een (nieuw) self certification-formulier uitgereikt moeten krijgen en compleet moeten invullen. Indien de FI niet in staat is een geldige verklaring van de rekeninghouder te verkrijgen, dient zij de rekening te behandelen als een Amerikaanse te rapporteren rekening. Dat betekent dus rapportage van de rekening zij het in dit geval zonder US TIN. De FI zou er ook voor kunnen kiezen als zij niet binnen 90 dagen na uitreiking van het formulier een volledig ingevuld self certification-formulier heeft verkregen op grond waarvan is vast te stellen of de rekening gerapporteerd moet worden of niet de rekening te sluiten of onbruikbaar te maken totdat het self certification-formulier ontvangen is of de verzekering te annuleren.

N.B. Met een US TIN wordt bedoeld een door de Amerikaanse Social Security Administration uitgegeven SSN of een door de IRS uitgegeven EIN, ITIN, ATIN of PTIN. Zie https://www.irs.gov/individuals/international-taxpayers/taxpayer-identification-numbers-tin#ssn

(Artikel 3, vierde lid, en artikel 6, vierde lid, van de NL IGA, Notice 2017-46)’

Toelichting op deze wijziging

Op 25 september 2017 heeft de IRS notice 2017-46 gepubliceerd (zie: https://www.irs.gov/pub/irs-drop/n-17-46.pdf). Hierin wordt onder andere gesteld dat met betrekking tot rapportage over reeds bestaande rekeningen die Amerikaanse rapporteerbare rekeningen zijn, voor kalenderjaren 2017, 2018 en 2019 er geen sprake zal zijn van significante niet-naleving van de verplichtingen uitsluitend vanwege het niet verkrijgen en rapporteren van elk vereist US TIN. Dit op voorwaarde dat de financiële instelling:

  • (1) de geboortedatum verkrijgt en rapporteert van elke rekeninghouder en uiteindelijk belanghebbende van wie het US TIN niet wordt gerapporteerd;

  • (2) jaarlijks elke rekeninghouder verzoekt om het ontbrekende vereiste US TIN; en

  • (3) alvorens gegevens over 2017 aan te leveren haar elektronisch doorzoekbare gegevens doorzoekt op ontbrekende TIN’s.

Met reeds bestaande rekeningen worden bestaande rekeningen bedoeld in de zin van de NL IGA, dus rekeningen die bestaan op 30 juni 2014. Voor rekeninggegevens die voldoen aan de vereisten van Notice 2017-46 maar die geen US TIN's bevatten, kunnen financiële instellingen negen hoofdletters ‘A’ (dus ‘AAAAAAAAA’) in het veld TIN van de rekeninghouder of uiteindelijk belanghebbende aanleveren. Dit zal het automatisch genereren en verzenden van foutmeldingen door de IRS voorkomen.

II. CRS LANDENLIJST DEELNEMENDE RECHTSGEBIEDEN

Het Besluit van 11 oktober 2016, nr. DGBel 2016/165243M (Stcrt. 2016, 55414) vervalt.

Toelichting

Dit besluit bevatte de aanwijzing van deelnemende rechtsgebieden waarmee Nederland een overeenkomst heeft op grond waarvan dat rechtsgebied informatie als bedoeld in de artikelen 10b en 10c van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen verstrekt en een aanwijzing van de landen die voor de toepassing van de doorkijkverplichting uit de CRS beschouwd kunnen worden als deelnemende rechtsgebieden. Dit besluit kan vervallen omdat inmiddels voor alle in artikel 3 van de Regeling aanwijzing rechtsgebieden Common Reporting Standard, zoals gewijzigd bij artikel XXIII van de regeling van de staatssecretaris van Financiën van 28 december 2017, nr. 2017-0000235515, Stcrt. 2017, nr. 72735, genoemde gecommitteerde landen een overeenkomst tot stand is gekomen, hetzij op multilaterale basis (onder de Multilateral Competent Authority Agreement), hetzij op bilaterale basis. Het aanwijzen van landen voor welke de doorkijkverplichting niet geldt, is niet meer nodig.

III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 13 maart 2018

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, De directeur-generaal der Belastingdienst, F. Diepstraten


X Noot
1

De lijsten zijn op 31 oktober 2015 gepubliceerd in OJ C 362

Naar boven