Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 maart 2018, nr. 2018-00000148296, tot wijziging van de Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal in verband met indexering van de vaste inconveniëntentoeslag en van de variabele inconveniëntentoeslag per uur

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2, zesde lid, van de Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal;

Besluit:

ARTIKEL I

De Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt ‘€ 153,50’ vervangen door ‘€ 154,73’.

b. In het derde lid wordt ‘€ 22,33’ vervangen door ‘€ 22,51’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt ‘€ 154,73’ vervangen door ‘€ 156,66’.

b. In het derde lid wordt ‘€ 22,51’ vervangen door ‘22,79’.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt ‘€ 156,66’ vervangen door ‘€ 161,36’.

b. In het derde lid wordt ‘€ 22,79’ vervangen door ‘€ 23,47’.

D

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt ‘€ 161,36’ vervangen door ‘€ 163,62’.

b. In het derde lid wordt ‘€ 23,47’ vervangen door ‘€ 23,80’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018 en werkt terug tot en met:

  • a. voor wat betreft artikel I, onderdeel A: 1 januari 2015;

  • b. voor wat betreft artikel I, onderdeel B: 1 september 2015;

  • c. voor wat betreft artikel I, onderdeel C: 1 januari 2016;

  • d. voor wat betreft artikel I, onderdeel D: 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Algemeen

Sinds 2009 is geregeld dat de bedragen genoemd in artikel 2 van de Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: de Inconveniëntenregeling) verhoogd worden conform de algemene salarismaatregelen. Dit is geformaliseerd bij algemene maatregel van bestuur, namelijk het Besluit van 10 december 2009, houdende wijziging van de Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal in verband met de invoering van een afbouwmechanisme, het invoegen van een functie en het aanpassen van enkele bedragen1 waarbij het zesde lid van artikel 2 op zodanige wijze is gewijzigd dat toekomstige aanpassingen bij ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld. De Tweede Kamer heeft zelf wel de juiste verhoogde bedragen uitbetaald, maar abusievelijk zijn de aanpassingen voor de jaren 2015, 2016 en 2017 niet in de Inconveniëntenregeling geformaliseerd. Deze omissie is thans hersteld.

Regeldruk

Deze regeling brengt geen gevolgen voor de administratieve lasten met zich mee.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018. Daarmee is voldaan aan de vaste-verandermomenten. Het betreft hier het herstel van een omissie. Wel is afgeweken van de vaste invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Dit is niet problematisch, omdat de wijzigingen van de bedragen zoals opgenomen in deze regeling in de praktijk al zijn doorgevoerd. De regeling wordt slechts in lijn gebracht met deze bestaande praktijk.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A tot en met D

In artikel I zijn de bedragen zoals die golden in de jaren 2015, 2016 en 2017 opgenomen in de Inconveniëntenregeling.

Artikel II

In dit artikel is geregeld tot welk moment de diverse aanpassingen van de Inconveniëntenregeling terugwerken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Stb. 2009, 568.

Naar boven