Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2017, nr. MBO/1147339, houdende regels voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van een landelijk Makersevenement voor het onderwijs (Regeling landelijk makersevenement voor het onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2 en 4 van Wet overige OCW subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. makersevenement voor het onderwijs:

evenement waarbij leerlingen, studenten, docenten en scholen kennis opdoen over manieren waarop maken in het onderwijs kan worden toegepast;

c. makersveld:

individuen of groepen die zich bezighouden met het ontwerpen, creëren of ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten of toepassingen van producten.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Doel en te subsidiëren activiteiten

  • 1. De Minister kan projectsubsidie verstrekken voor de organisatie en de uitvoering van een landelijk makersevenement voor het onderwijs. Het evenement heeft als doelgroep leerlingen, studenten, docenten én management van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. De organisatie vindt plaats met betrokkenheid van het makersveld, de culturele sector, bibliotheken en het bedrijfsleven.

  • 2. Doel van het makersevenement is om docenten en management uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs te inspireren om het maken toe te passen in hun onderwijs, zodat leerlingen en studenten via deze vorm van onderwijs de kans krijgen zich 21ste eeuwse vaardigheden aan te leren. Hiermee wordt in deze regeling bedoeld het vermogen om creatief, kritisch en analytisch te denken, om ondernemend te zijn en om samen te werken.

Artikel 4. Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is een bedrag van ten hoogste € 500.000 beschikbaar.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

Een aanvraag tot verlening van subsidie wordt uiterlijk 31 mei 2017 ingediend bij de Minister.

Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1. De Minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op de aanvragen op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de subsidie.

  • 2. Alleen aanvragen die tijdig zijn ingediend, en voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, en tevens voldoen aan de criteria organisatie, samenwerking en financiering uit het beoordelingskader van deze subsidieregeling, worden in behandeling genomen.

  • 3. De aanvragen die in behandeling genomen zijn worden zodanig gerangschikt dat een aanvraag hoger rangschikt naarmate deze de in artikel 3 genoemde doelstelling beter realiseert.

  • 4. De Minister stelt een onafhankelijke adviescommissie in die belast is met de beoordeling, bedoeld in het tweede en derde lid. De adviescommissie adviseert de Minister over de ingediende subsidieaanvragen en stelt een rangorde op.

Artikel 7. Beoordeling van de subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt aan de hand van de volgende criteria beoordeeld:

    • a. inhoud: de mate waarin het voorstel bijdraagt aan het doel, bedoeld in artikel 3;

    • b. organisatie: is de organisatie zodanig dat er voldoende vertrouwen is dat het evenement zal worden georganiseerd en uitgevoerd;

    • c. samenwerking: wordt er samengewerkt met alle benodigde actoren;

    • d. duurzaamheid:

      • I. heeft de organisatie een visie op de wijze waarop het doel van het evenement ook in de toekomst kan worden nagestreefd en geborgd; en

      • II. draagt dit evenement daar ook aan bij; en

    • e. financiering: is de financiering voldoende degelijk, staan de kosten van de activiteiten in een redelijke verhouding tot de voorgenomen doelstellingen en de daarvan te verwachten resultaten, en past de organisatie en de uitvoering binnen het via de regeling beschikbaar gestelde bedrag.

  • 2. De criteria zijn opgenomen in een beoordelingskader dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd. De adviescommissie, bedoeld in artikel 6, kan in overleg met de Minister het beoordelingskader nader invullen.

Artikel 8. Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat het makersevenement uiterlijk 1 november 2018 heeft plaatsgevonden.

  • 2. De subsidieontvanger zendt aan de Minister uiterlijk 1 januari 2018 een voortgangsrapportage waarin de subsidieontvanger aangeeft wat de stand van zaken is met betrekking tot de organisatie van het evenement. Deze verplichting geldt bij een subsidie van meer dan € 25.000.

  • 3. De subsidieontvanger zendt de Minister een verantwoording na afloop van het evenement.

Artikel 9. Inwerkingtreding en einddatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landelijk makersevenement voor het onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSKADER

Deze bijlage behoort bij de regeling landelijk makersevenement

Onderstaande tabellen geven een nadere uitwerking van de criteria waarop een subsidieaanvraag wordt beoordeeld. Tabel 1 bevat de minimumvereisten. Voorstellen die voor subsidie in aanmerking willen komen dienen minimaal aan deze eisen te voldoen. Tabel 2 bevatten de criteria op basis waarvan de Commissie een rangorde aanbrengt tussen de ingediende voorstellen die voldoen aan de criteria zoals opgenomen in tabel 1.

Tabel 1: Minimumvereisten

Criterium

Minimale vereisten

Beoordeling

Organisatie

De indieners maken aannemelijk dat het evenement zal worden georganiseerd en uitgevoerd.

De commissie beoordeelt of het voorstel voldoet aan de eisen zoals genoemd in de subsidieregeling.

Samenwerking

De indieners maken aannemelijk dat er samengewerkt wordt met alle benodigde actoren.

De commissie beoordeelt of het voorstel voldoet aan de eisen zoals genoemd in de subsidieregeling.

Financiering

De indieners maken aannemelijk dat de financiering voldoende robuust is en binnen de gestelde kaders.

De commissie beoordeelt het plan van aanpak, de begroting en het overzicht van de liquiditeitsbehoefte.

Tabel 2: Criteria voor de door de Commissie te bepalen rangorde

Criterium

Beschrijving criterium

Beoordeling

Inhoud

De indieners beschrijven waarom en hoe hun voorstel bijdraagt aan het doel van de subsidieregeling.

De commissie maakt een inschatting van de mate waarin het voorstel bijdraagt aan het doel van de subsidie, zoals beschreven in artikel 3.

Duurzaamheid

De indieners geven hun visie op de wijze waarop het doel van dit evenement ook in de toekomst kan worden nagestreefd, en maken aannemelijk hoe hun voorstel daar ook aan bijdraagt.

De commissie maakt een inschatting van de mate waarin het voorstel ook in de toekomst bijdraagt aan het doel van de subsidie, zoals beschreven in artikel 3.

TOELICHTING

De Tweede Kamer heeft met het amendement Kamerstukken II 2015/16, 34 300 VIII, nr. 28 binnen de begroting van OCW € 500.000 euro vrijgemaakt voor het organiseren van een makersevenement in Nederland. Het doel van deze subsidieregeling is het subsidiëren van de organisatie en uitvoering van dit evenement.

Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUS-I heeft een uitvoeringstoets uitgebracht. De regeling is uitvoerbaar en handhaafbaar.

Gevolgen voor de administratieve lasten

Bij de voorbereiding van dit voorstel is nagegaan of sprake is van administratieve lasten. OCW heeft deze gevolgen in kaart gebracht met behulp van het standaardkostenmodel (SKM) voor de administratieve lasten.

De incidentele administratieve lasten worden geraamd op ongeveer 100.000 euro in 2017-2018, waarvan ruim 60.000 euro voor de partij die de subsidie uiteindelijk verwerft en de plannen uitvoert. De administratieve lasten hangen samen met:

  • indienen van een activiteitenplan en begroting,

  • bijhouden administratie en verantwoording,

  • opstellen tussenrapportage en activiteitenverslag

  • meewerken aan de eindevaluatie

Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten. De reden hiervoor is dat het wenselijk is dat de subsidieregeling zo snel mogelijk in werking treedt om daarmee gehoor te geven aan de indieners van het hiervoor genoemde amendement.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Veel makers zijn amateurs, hoewel uit het makersveld ook nieuwe commerciële producten of toepassingen afkomstig kunnen zijn.

Artikel 3

Het evenement dient expliciet gekoppeld te worden aan het onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de verbinding tussen het makersveld en het onderwijs te versterken, door het faciliteren van kennisdeling, en door het etaleren van goede voorbeelden waarbij maken is toegepast binnen het onderwijs. Eventuele economische, maatschappelijke of didactische meerwaarde van dit soort onderwijs kan onder de aandacht worden gebracht. Mogelijk kan tijdens het evenement het toekomstperspectief van maken binnen het onderwijs verder uitgewerkt worden. Goede voorbeelden hiervan kunnen worden verspreid aan een passend publiek van docenten en/of management binnen het onderwijs.

Artikel 5

Indiening van subsidieaanvragen geschiedt conform artikel 3.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 7

De indieners doen voorstellen omtrent de hantering van eventuele toegangsprijzen en de duur van het evenement, gegeven de voorwaarden uit de subsidieregeling. Communicatie over het evenement wordt door de organisatoren verzorgd. Hiervoor kunnen de beschikbare subsidiemiddelen van deze regeling gebruikt worden. Voor het evenement kan een aanvrager ook eigen middelen inzetten. Voor de afhandeling van de subsidieaanvraag gelden de wettelijke termijnen zoals opgenomen in artikel 4.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZWen VWS.

Artikel 8

Verantwoording geschiedt conform hoofdstuk 7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven