Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. Minister:
-
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- b. makersevenement voor het onderwijs:
-
evenement waarbij leerlingen, studenten, docenten en scholen kennis opdoen over manieren
waarop maken in het onderwijs kan worden toegepast;
- c. makersveld:
-
individuen of groepen die zich bezighouden met het ontwerpen, creëren of ontwikkelen
van nieuwe of verbeterde producten of toepassingen van producten.
Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.
Artikel 3. Doel en te subsidiëren activiteiten
-
1. De Minister kan projectsubsidie verstrekken voor de organisatie en de uitvoering
van een landelijk makersevenement voor het onderwijs. Het evenement heeft als doelgroep
leerlingen, studenten, docenten én management van het primair onderwijs, voortgezet
onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. De organisatie vindt plaats
met betrokkenheid van het makersveld, de culturele sector, bibliotheken en het bedrijfsleven.
-
2. Doel van het makersevenement is om docenten en management uit het primair onderwijs,
voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs te inspireren
om het maken toe te passen in hun onderwijs, zodat leerlingen en studenten via deze
vorm van onderwijs de kans krijgen zich 21ste eeuwse vaardigheden aan te leren. Hiermee wordt in deze regeling bedoeld het vermogen
om creatief, kritisch en analytisch te denken, om ondernemend te zijn en om samen
te werken.
Artikel 4. Subsidieplafond
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is een bedrag van ten hoogste € 500.000
beschikbaar.
Artikel 5. Subsidieaanvraag
Een aanvraag tot verlening van subsidie wordt uiterlijk 31 mei 2017 ingediend bij
de Minister.
Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen
-
1. De Minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op de aanvragen op basis van
een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de
subsidie.
-
2. Alleen aanvragen die tijdig zijn ingediend, en voldoen aan de voorwaarden als bedoeld
in artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, en tevens voldoen aan
de criteria organisatie, samenwerking en financiering uit het beoordelingskader van
deze subsidieregeling, worden in behandeling genomen.
-
3. De aanvragen die in behandeling genomen zijn worden zodanig gerangschikt dat een
aanvraag hoger rangschikt naarmate deze de in artikel 3 genoemde doelstelling beter
realiseert.
-
4. De Minister stelt een onafhankelijke adviescommissie in die belast is met de beoordeling,
bedoeld in het tweede en derde lid. De adviescommissie adviseert de Minister over
de ingediende subsidieaanvragen en stelt een rangorde op.
Artikel 7. Beoordeling van de subsidieaanvraag
-
1. Een aanvraag wordt aan de hand van de volgende criteria beoordeeld:
-
a. inhoud: de mate waarin het voorstel bijdraagt aan het doel, bedoeld in artikel 3;
-
b. organisatie: is de organisatie zodanig dat er voldoende vertrouwen is dat het evenement
zal worden georganiseerd en uitgevoerd;
-
c. samenwerking: wordt er samengewerkt met alle benodigde actoren;
-
d. duurzaamheid:
-
e. financiering: is de financiering voldoende degelijk, staan de kosten van de activiteiten
in een redelijke verhouding tot de voorgenomen doelstellingen en de daarvan te verwachten
resultaten, en past de organisatie en de uitvoering binnen het via de regeling beschikbaar
gestelde bedrag.
-
2. De criteria zijn opgenomen in een beoordelingskader dat als bijlage 1 bij deze regeling
is gevoegd. De adviescommissie, bedoeld in artikel 6, kan in overleg met de Minister
het beoordelingskader nader invullen.
Artikel 8. Verplichtingen
-
1. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat het makersevenement uiterlijk 1 november 2018
heeft plaatsgevonden.
-
2. De subsidieontvanger zendt aan de Minister uiterlijk 1 januari 2018 een voortgangsrapportage
waarin de subsidieontvanger aangeeft wat de stand van zaken is met betrekking tot
de organisatie van het evenement. Deze verplichting geldt bij een subsidie van meer
dan € 25.000.
-
3. De subsidieontvanger zendt de Minister een verantwoording na afloop van het evenement.
Artikel 9. Inwerkingtreding en einddatum
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landelijk makersevenement voor het onderwijs.
TOELICHTING
De Tweede Kamer heeft met het amendement Kamerstukken II 2015/16, 34 300 VIII, nr. 28 binnen de begroting van OCW € 500.000 euro vrijgemaakt voor het organiseren van een
makersevenement in Nederland. Het doel van deze subsidieregeling is het subsidiëren
van de organisatie en uitvoering van dit evenement.
Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets
DUS-I heeft een uitvoeringstoets uitgebracht. De regeling is uitvoerbaar en handhaafbaar.
Gevolgen voor de administratieve lasten
Bij de voorbereiding van dit voorstel is nagegaan of sprake is van administratieve
lasten. OCW heeft deze gevolgen in kaart gebracht met behulp van het standaardkostenmodel
(SKM) voor de administratieve lasten.
De incidentele administratieve lasten worden geraamd op ongeveer 100.000 euro in 2017-2018,
waarvan ruim 60.000 euro voor de partij die de subsidie uiteindelijk verwerft en de
plannen uitvoert. De administratieve lasten hangen samen met:
-
– indienen van een activiteitenplan en begroting,
-
– bijhouden administratie en verantwoording,
-
– opstellen tussenrapportage en activiteitenverslag
-
– meewerken aan de eindevaluatie
Vaste verandermomenten en inwerkingtreding
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de
Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten.
De reden hiervoor is dat het wenselijk is dat de subsidieregeling zo snel mogelijk
in werking treedt om daarmee gehoor te geven aan de indieners van het hiervoor genoemde
amendement.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Veel makers zijn amateurs, hoewel uit het makersveld ook nieuwe commerciële producten
of toepassingen afkomstig kunnen zijn.
Artikel 3
Het evenement dient expliciet gekoppeld te worden aan het onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld
plaatsvinden door de verbinding tussen het makersveld en het onderwijs te versterken,
door het faciliteren van kennisdeling, en door het etaleren van goede voorbeelden
waarbij maken is toegepast binnen het onderwijs. Eventuele economische, maatschappelijke
of didactische meerwaarde van dit soort onderwijs kan onder de aandacht worden gebracht.
Mogelijk kan tijdens het evenement het toekomstperspectief van maken binnen het onderwijs
verder uitgewerkt worden. Goede voorbeelden hiervan kunnen worden verspreid aan een
passend publiek van docenten en/of management binnen het onderwijs.
Artikel 5
Indiening van subsidieaanvragen geschiedt conform artikel 3.1 van de Kaderregeling
subsidies OCW, SZW en VWS.
Artikel 7
De indieners doen voorstellen omtrent de hantering van eventuele toegangsprijzen en
de duur van het evenement, gegeven de voorwaarden uit de subsidieregeling. Communicatie
over het evenement wordt door de organisatoren verzorgd. Hiervoor kunnen de beschikbare
subsidiemiddelen van deze regeling gebruikt worden. Voor het evenement kan een aanvrager
ook eigen middelen inzetten. Voor de afhandeling van de subsidieaanvraag gelden de
wettelijke termijnen zoals opgenomen in artikel 4.1 van de Kaderregeling subsidies
OCW, SZWen VWS.
Artikel 8
Verantwoording geschiedt conform hoofdstuk 7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW
en VWS.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker