De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 12a, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
Als werkzaamheden als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de wet worden aangewezen
het bezorgen van dagbladen en gerelateerde uitgeefproducten bij abonnees of losse
verkooppunten, met uitzondering van nabezorging.
B
De artikel 4, 5 en 6 vervallen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Den Haag, 15 december 2017
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
TOELICHTING
Algemeen
De zogenoemde stukloonregeling, bedoeld in artikel 12, zesde lid, van de Wet minimumloon
en minimumvakantiebijslag (Wml) kan voor specifieke werkzaamheden tot onoverkomelijke
problemen leiden en daarom kan een andere vorm van stukloonbeloning zijn aangewezen.
De wet biedt een mogelijkheid om bij ministeriële regeling op verzoek van de Stichting
van de Arbeid specifieke werkzaamheden in een bedrijfstak aan te wijzen waarvoor als
arbeidsduur wordt aangemerkt, de tijd die redelijkerwijs met de uitvoering van de
te verrichten arbeid is gemoeid.
Op verzoek van de Stichting van de Arbeid zijn bij deze ministeriële regeling specifieke
werkzaamheden voor de dagbladbezorging aangewezen waarvoor stukloon op basis van een
stukloonnorm kan worden betaald.
Het verzoek is een gezamenlijk verzoek van zowel de werkgeversorganisatie in de dagbladbezorgingsector
als de vakbond. De brancheorganisatie voor nieuwsbedrijven (NDP Nieuwsmedia) en de
FNV hebben overeenstemming bereikt over de te hanteren stukloonnorm. Door de betrokkenheid
en overeenstemming tussen de organisatie van zowel werkgevers als werknemers wordt
verondersteld dat de gestelde norm redelijk en rechtvaardig is. Hiermee is sprake
van vertrouwen dat de belangen van de werknemers zijn gewaarborgd.
Een stukloonnorm wordt voor de aangewezen specifieke werkzaamheden noodzakelijk geacht
gelet op de vrijheid die de werknemer heeft bij de inrichting van de werkzaamheden
in combinatie met de omstandigheid dat de werkgever ook geen of moeilijk toezicht
kan houden op de uitvoering van deze werkzaamheden. De dagbladbezorger heeft bijvoorbeeld
de vrijheid zelf het tijdstip of de vervolgtijdstippen te kiezen waarop de werkzaamheden
worden verricht en kan de duur van de werkzaamheden zelf bepalen. De werkgever, of
een derde aan wie de werknemer ter beschikking is gesteld voor het onder diens toezicht
en leiding verrichten van arbeid heeft hier beperkt zicht op. Van oudsher verrichten
dagbladbezorgers hun werkzaamheden op basis van een overeenkomst van opdracht waardoor
een gezagsrelatie ontbreekt. Zowel het ontbreken van een gezagsrelatie als de aard
van de werkzaamheden brengt met zich dat het lastig is voor de werkgever om toezicht
te houden op de uitvoering van de bezorgwerkzaamheden.
Deze vrijheid heeft directe gevolgen voor de tijd die met de uitvoering van de werkzaamheden
is gemoeid. Het is voor de werkgever praktisch ondoenlijk om bij te houden hoeveel
uur elke werknemer heeft gewerkt. Aan de strekking van de stukloonregeling, dat de
werknemer voor elk gewerkt uur tenminste wordt beloond op het niveau van het wettelijk
minimumloon, kan daarom niet worden voldaan.
Daarom is ervoor gekozen de desbetreffende werkzaamheden bij deze ministeriële regeling
aan te wijzen. Voor deze werkzaamheden kan voor de Wml conform de stukloonnorm beloond
worden. De Stichting van de Arbeid zal de stukloonnorm bekend maken op haar website.
Eens per jaar ijken distributiebedrijven aan de hand van de actuele stukloonnorm de
bezorgwijken. Hiermee wordt voldaan aan de eigen verantwoordelijkheid om de gestelde
norm jaarlijks te actualiseren. Daarnaast zullen de distributiebedrijven de halfjaarlijkse
indexatie van het wettelijk minimumloon gebruiken om op beide momenten op de bezorgwijken
een Wml-verificatie uit te voeren. Deze verificatie betreft het toetsen van de uitkomst
van de stukloonnorm aan het op dat moment geldende wettelijk minimumloon. Indien nodig
passen distributiebedrijven de vergoeding voor een bezorgwijk aan met ingang van de
maand waarop het geïndexeerde wettelijk minimumloon van toepassing is.
Handhavingstoets
De Inspectie heeft de handhaafbaarheid van het ontwerpregeling beoordeeld. De Inspectie
geeft aan dat de voorgestelde wijziging de handhaafbaarheid niet beïnvloedt. De Inspectie
geeft eveneens aan dat zij geen extra beslag op de capaciteit van de Inspectie SZW
voorziet.
Artikelsgewijze toelichting
Bij artikel I, onderdeel A, zijn in artikel 3 van de Regeling minimumloon en minimumvakantiebijslag
de werkzaamheden aangewezen waarvoor stukloon betaling is toegestaan. De werkzaamheden
waarvoor de stukloonnorm geldt hebben betrekking op de werkzaamheden van bezorgers
in de dagbladdistributie. Hierbij gaat het specifiek om het bezorgen van dagbladen
en gerelateerde uitgeefproducten bij abonnees en/of losse verkooppunten.
Omdat bezorgers soms ook andere uitgeefproducten verspreiden dan het dagblad zelf
– bijvoorbeeld evenementenkaternen of commerciële bijlagen – maakt het begrip ‘gerelateerde
uitgeefproducten’ deel uit van de omschrijving. Insteekwerkzaamheden maken geen deel
uit van de stukloonnorm, deze worden afzonderlijk vergoed.
De aangewezen werkzaamheden hebben geen betrekking op zogenoemde nabezorging. Slechts
voor enkele krantentitels vindt nog nabezorging plaats. Nabezorging wijkt sterk af
van de reguliere bezorgtaak en wordt doorgaans niet door dagbladbezorgers, maar door
depothouders/distributeurs uitgevoerd. Nabezorgwijken zijn atypische bezorgwijken
die buiten de reguliere stukloonnorm vallen.
Bij de artikelen 4 en 5 van de Regeling minimumloon en minimumvakantiebijslag zijn
bij ministeriële regeling van 12 juni 2017, Stcrt. 2017, 34423, wijzigingen doorgevoerd in andere ministeriële regelingen. Artikel 6 regelt de inwerkingtreding
van voornoemde ministeriële regeling. Aangezien deze artikelen zijn uitgewerkt, kunnen
deze artikelen worden geschrapt. Dit is geregeld bij artikel I, onderdeel B.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees