Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2017, tot wijziging van de Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW 2014, de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Regeling Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Remigratieregeling en de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met de herziening van enkele bedragen en percentages

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van het Besluit ex artikel 66a ANW, artikel 25, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, artikel 31, vierde lid, Participatiewet, de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 3, eerste lid, van het Remigratiebesluit en artikel 3.1, vierde lid, van de Wet tegemoetkomingen loondomein;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING REGELING OP GROND VAN BESLUIT EX ARTIKEL 66A ANW 2014

In artikel 1 van de Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW 2014 wordt ‘met ingang van 1 januari 2017 € 60,33’ vervangen door: € 61,12.

ARTIKEL II WIJZIGING REGELING PENSIOENWET EN WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING

In artikel 1, eerste lid, van bijlage 2 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt in de tabel ‘<67’ vervangen door: <68.

ARTIKEL III WIJZIGING REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ

De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9 wordt ‘in het kalenderjaar 2017’ vervangen door: in het kalenderjaar 2018.

B

In artikel 11 wordt de tabel vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak

op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

 

502,47

 

8,00%

x ink

   

502,47

 

542,65

 

5,22%

x ink

   

542,65

 

703,29

 

8,00%

x ink

– €

15,10

703,29

 

1.403,59

 

8,00%

x ink

+ €

1,50

1.403,59

       

4,76%

x ink

+ €

0,89

C

In artikel 12 wordt de tabel vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak

op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

 

478,16

 

8,00%

x ink

   

478,16

 

516,42

 

5,08%

x ink

   

516,42

 

1.174,91

 

8,00%

x ink

– €

15,10

1.174,91

 

1.253,81

 

6,87%

x ink

– €

12,96

1.253,81

       

8,00%

x ink

– €

27,16

D

In artikel 13 wordt de tabel vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak

op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0

 

986,16

 

8,00%

x ink

   

986,16

 

1.065,06

 

7,46%

x ink

   

1.065,06

       

8,00%

x ink

– €

5,77

E

Artikel 14, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdelen a tot en met c komen als volgt te luiden:

a. alleenstaande

6,22%

x ink

 

b. gehuwden, waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt

6,52%

x ink

 

c. gehuwden, waarvan een echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en de andere echtgenoot jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, indien:

     

– het inkomen € 923,61 of meer bedraagt

6,52%

x ink

– € 13,98

– het inkomen lager is dan € 923,61

6,52%

x ink

 

2. Onderdeel d vervalt.

ARTIKEL IV WIJZIGING REMIGRATIEREGELING

Bijlage 2, behorend bij artikel 5 van de Remigratieregeling, wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL V WIJZIGING WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN

Artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1° wordt ‘€ 9,66’ vervangen door ‘€ 9,82’ en wordt ‘€ 10,63’ vervangen door ‘€ 10,81’.

2. In subonderdeel 2° wordt ‘€ 10,63’ vervangen door ‘€ 10,81’ en wordt ‘€ 12,08’ vervangen door ‘€ 12,29’.

ARTIKEL VI INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 DECEMBER 2017, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING OP GROND VAN BESLUIT EX ARTIKEL 66A ANW 2014, DE REGELING PENSIOENWET EN WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING, DE REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ, DE REMIGRATIEREGELING EN DE WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN IN VERBAND MET DE HERZIENING VAN ENKELE BEDRAGEN EN PERCENTAGES

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ ARTIKEL 5 VAN DE REMIGRATIEREGELING

Vaststelling bedragen remigratie-uitkering per categorie van bestemmingslanden op basis van de indeling in bijlage 1 bij deze regeling

BIJLAGE 3B – BRUTO PERIODIEKE REMIGRATIEUITKERING PER 1-1-2018

Indexering 2018: 0,75%
   

Remigratie vóór 1-april-2000

Remigratie op of na 1-april-2000

Leefsituatie,

 

Geen Zvw

Zvw

Geen Zvw

Zvw

 

categorie

Geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

Samenwonend

               
 

A

422,02

422,02

422,02

424,19

510,52

510,52

530,47

533,13

 

B

490,08

490,08

490,08

495,21

592,85

592,85

635,01

639,57

 

C

703,36

703,36

722,86

745,47

850,86

850,86

933,43

947,02

 

D

422,02

422,02

422,02

422,43

510,52

510,52

514,35

514,85

 

E

490,08

490,08

490,08

502,47

600,10

592,85

663,37

673,92

 

F

721,36

703,36

745,02

745,47

883,27

850,86

978,60

947,02

Frankrijk

G

422,02

422,02

422,02

445,32

510,52

510,52

559,66

586,74

Griekenland

H

422,02

422,02

422,02

425,80

510,52

510,52

545,32

549,80

Italië

I

490,08

490,08

490,08

506,00

592,85

592,85

660,09

673,82

Tsjechië

J

490,08

490,08

490,08

497,97

592,85

592,85

657,97

664,74

Slovenië

K

490,08

490,08

490,08

500,53

592,85

592,85

664,81

673,73

Portugal

L

490,08

490,08

490,08

497,16

600,10

592,85

651,14

657,33

                   

Eén-ouder

                 
 

A

381,18

381,18

381,18

383,14

461,12

461,12

471,06

473,49

 

B

444,70

444,70

444,70

449,35

537,96

537,96

558,72

563,85

 

C

630,75

630,75

642,41

668,52

763,02

763,02

806,10

824,95

 

D

381,18

381,18

381,18

381,55

461,12

461,12

463,03

463,48

 

E

444,70

444,70

444,70

455,94

539,54

537,96

565,57

577,93

 

F

641,58

630,75

655,75

668,52

786,68

763,02

836,84

824,95

Frankrijk

G

381,18

381,18

381,18

402,22

461,12

461,12

477,38

503,74

Griekenland

H

381,18

381,18

381,18

384,59

461,12

461,12

478,32

482,60

Italië

I

444,70

444,70

444,70

459,14

537,96

537,96

564,26

580,10

Tsjechië

J

444,70

444,70

444,70

451,86

537,96

537,96

567,97

575,76

Slovenië

K

444,70

444,70

444,70

454,18

537,96

537,96

566,97

577,42

Portugal

L

444,70

444,70

444,70

451,12

539,54

537,96

566,61

573,69

                   

Alleenstaand

               
 

A

294,96

294,96

294,96

296,48

356,82

356,82

366,76

368,65

 

B

344,87

344,87

344,87

348,48

417,19

417,19

437,24

441,81

 

C

490,08

490,08

490,08

519,42

592,85

592,85

617,68

644,59

 

D

294,96

294,96

294,96

295,25

356,82

356,82

358,73

359,08

 

E

344,87

344,87

344,87

353,59

417,19

417,19

442,91

454,10

 

F

490,08

490,08

490,08

519,42

600,10

592,85

628,25

644,59

Frankrijk

G

294,96

294,96

294,96

311,24

356,82

356,82

373,08

393,68

Griekenland

H

294,96

294,96

294,96

297,60

356,82

356,82

374,02

377,37

Italië

I

344,87

344,87

344,87

356,07

417,19

417,19

441,08

455,40

Tsjechië

J

344,87

344,87

344,87

350,42

417,19

417,19

445,87

453,05

Slovenië

K

344,87

344,87

344,87

352,22

417,19

417,19

444,60

454,08

Portugal

L

344,87

344,87

344,87

349,85

417,19

417,19

444,75

451,17

TOELICHTING

Algemeen

Per 1 januari 2018 zijn allerlei bedragen in de SZW-regelgeving herzien. In deze verzamelregeling zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd, zoals voorgeschreven door de genoemde regelgeving. Voorgaande jaren gebeurde dit in de vorm van aparte regelingen per wet, besluit of regeling. Deze keer zijn de wijzigingen van alle bedragen zo veel mogelijk gebundeld.

Naast deze verzamelregeling zijn twee mededelingen gepubliceerd. Dit is gebeurd op 1 december 2017 (Stcrt. 2017, 68641) en 19 december.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I Wijziging Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW 2014

Artikel 66a, eerste en tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet (Anw) bevat een overgangsvoorziening voor degene die niet voldoet aan de voorwaarden voor het recht op een nabestaandenuitkering, bedoeld in artikel 14, eerste lid, Anw. In het Besluit ex artikel 66a ANW zijn op grond van artikel 66a, derde lid, Anw, in afwijking van artikel 66a, eerste lid, Anw extra voorwaarden gesteld voor degene die wel aan de voorwaarden van artikel 66a, tweede lid, Anw, maar niet aan de voorwaarde van artikel 66a, eerste lid, Anw voldoet.

Een van die voorwaarden is dat de persoon, die voldoet aan de voorwaarden van artikel 66a, tweede lid, Anw of diens echtgenoot vanaf 1 juli 1999 een maandelijkse bijdrage aan de Sociale verzekeringsbank heeft betaald. Het bedrag van de maandelijkse bijdrage wordt, op grond van artikel 4, tweede lid, van het Besluit ex artikel 66a ANW, jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober daaraan voorafgaand afwijkt van het prijsindexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bijdrage is gebaseerd.

Met ingang van 1 januari 2017 is dit bedrag vastgesteld op € 60,33. Het afgeleide prijsindexcijfer is in oktober 2017 met 1,3% (afgerond) gestegen ten opzichte van dat van oktober 2016, zodat het bedrag per 1 januari 2018 uitkomt op € 61,12 per maand.

Artikel II Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Op grond van artikel 18, zevende lid, van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt uitgegaan van de gehuwdheidsfrequenties opgenomen in artikel 1 van bijlage 2 bij die regeling. De daarbij behorende hoogste leeftijdscategorie heeft betrekking op maximaal 67 jaar. Die beperking tot maximaal 67 jaar belemmert waardeoverdracht bij die fondsen die vanaf 1 januari 2018 willen overgaan naar de (fiscale) pensioenrichtleeftijd in het Witteveenkader van 68 jaar. Sommige fondsen willen naar die pensioenrichtleeftijd van 68 jaar overgaan om te handelen conform het Besluit van 21 december 2016 tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen (Stb. 2016, 549). Met de aanpassing in de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt die belemmering weggenomen.

Artikel III Wijziging Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ

In paragraaf 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ worden formules opgenomen voor de aanspraak op vakantietoeslag over inkomen in 2018. Deze formules worden jaarlijks geactualiseerd vanwege de wijzigingen in de fiscaliteit. Per 1 januari 2018 worden de formules op een aantal andere punten ook gewijzigd. Ten eerste is in de formules van artikel 11 nu ook rekening gehouden met de opbouw van de arbeidskorting zoals deze met ingang van 2016 door de belastingdienst is opgenomen in de tabel bijzondere beloningen. Deze wijziging heeft tot gevolg dat met de formules een hogere aanspraak op vakantietoeslag wordt vastgesteld en dus een hoger bedrag aan vakantietoeslag op de bijstand in mindering dient te worden gebracht. Bij artikel 12 is nu rekening gehouden met de afbouw van de algemene heffingskorting in de tweede schijf. Dit zorgt ervoor dat de aanspraak op vakantietoeslag en dus ook de verrekening met de bijstand daalt. Ten slotte is aan artikel 12 en artikel 13 een extra regel toegevoegd met een extra formule voor de hoogste inkomenscategorie om beter recht te doen aan de werkelijke situatie voor deze categorie.

Artikel IV Wijziging Remigratieregeling

De wijziging van de Remigratieregeling betreft de wijziging van de bij de regeling behorende bijlage 2. In deze bijlage zijn de brutobedragen van de remigratie-uitkeringen opgenomen.

In bijlage 2 van deze regeling worden de bedragen voor een remigratie-uitkering aangepast. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Remigratiebesluit worden de brutobedragen van de remigratie-uitkeringen jaarlijks aangepast aan de hand van de helft van het percentage waarmee in het voorafgaande kalenderjaar de bijstandsnormen zijn gewijzigd. De bedragen zijn in de berekening geïndexeerd aan de hand van de helft van de stijging van de bijstandsnorm voor gehuwden (inclusief vakantie-uitkering) die geldt op 31 december van het voorgaande jaar ten opzichte van dezelfde norm die geldt op 31 december in het jaar daarvoor.

Op grond van artikel 17, derde lid, van het Remigratiebesluit is de jaarlijkse aanpassing van de bedragen van de remigratie-uitkering niet van toepassing op personen die vóór 1 april 2000 zijn geremigreerd. Voor deze personen blijven dus de uitkeringsbedragen gelden zoals die voor die datum zijn toegekend.

ARTIKEL V Wijziging Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Uitgangspunt van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) is dat het lage-inkomensvoordeel (LIV) terecht komt bij de werkgevers die werknemers in dienst hebben of nemen die een minimumloon van 100% tot en met 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. Het doel is om het arbeidsmarktperspectief van laaggeschoolde werknemers te vergroten en daarmee de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te stimuleren.

Op grond van artikel 3.1, vierde lid, van de Wtl worden de uurloongrenzen genoemd in artikel 3.1, eerste lid, Wtl bij regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid jaarlijks aan het begin van het kalenderjaar geïndexeerd overeenkomstig de wijziging van het wettelijk minimumloon per 1 januari van het betreffende jaar. Dit betekent dat de aan het begin van het jaar vastgestelde uurloongrenzen voor het gehele betreffende jaar van toepassing zijn.

Per 1 januari 2018 bedraagt het wettelijk minimummaandloon € 1.578,00. Het wettelijk minimumloon per 1 januari 2017 was € 1.551,60. De indexeringsfactor is dan: ((1.578 – 1.551,60) / 1.551,60) + 1. Deze rekenregel resulteert in de volgende uurloongrenzen:

Koppeling aan het wml

Uurloongrens

100% wml

€ 9,82

110% wml

€ 10,81

125% wml

€ 12,29

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven